Maandelijks archief: januari 2015

Mahmoud Darwish

Dichter in verzet

.

Mahmoud Darwish (1941 – 2008) was een Palestijns dichter en schrijver die talrijke onderscheidingen kreeg voor zijn literair oeuvre. In zijn werk werd Palestina een metafoor voor het verlies van zijn land, de geboorte en de heropstanding, de pijn van de verdrijving en de Palestijnse diaspora. In 2004 ontving Darwish de Grote Prins Claus Prijs voor zijn oeuvre. Maar hij ontving meerdere internationale prijzen voor zijn werk zoals Ridder in de orde van Kunsten en Letteren (1993 Frankrijk), De Lenin Vredesprijs (1983 Sovjet-Unie) en De Lotusprijs (1969 Unie van Afro-Aziatische Schrijvers).

Hij publiceerde zijn eerste gedichtenbundel ‘Asafir Bila Ajniha’ op negentienjarige leeftijd. Hij woonde in Palestina, Libanon (na de oorlog van 1948), de Sovjet Unie, Egypte en uiteindelijk kreeg hij van de regering toestemming om in Israël te komen wonen nadat hij jarenlang de toegang was ontzegd door zijn lidmaatschap van de PLO. Hij ging toen wonen in Ramallah op de Westelijke Jordaanoever. Darwish werkte als directeur van het Palestinian Research Center van de PLO en werd in 1987 gekozen in de leiding van de PLO.

In 1988 schreef hij een manifest dat was bedoeld als de onafhankelijkheidsverklaring van het Palestijnse volk. In 1993, na het afsluiten van de Oslo-akkorden, nam hij ontslag uit het Uitvoerend Comité van de PLO. In 2004 schreef hij de nationale grafrede voor de overleden leider Yasser Arafat.

Darwish stond steeds een “gedurfd en eerlijk” standpunt voor in de onderhandelingen met Israël. Ondanks zijn kritiek op zowel Israël als op de Palestijnse leiding geloofde Darwish dat vrede haalbaar was. “Ik wanhoop niet”, vertelde hij tegenover de Israëlische krant Haaretz.

Darwish beschouwde zichzelf als een Trojaanse dichter, hij verzamelde en reconstrueerde de stemmen van de verslagenen. “De Trojanen zouden een heel ander verhaal hebben verteld dan Homerus maar hun stem is voor altijd verloren gegaan. Ik ben op zoek naar hun stemmen”. Maar Darwish schreef niet alleen over deze “Trojaanse stemmen”, zijn poëzie ging ook over de erotische liefde, de fysieke zwakheid, de spirituele verbijstering en de metafysische honger.

Op zijn optredens in het Midden Oosten kwamen vaak duizenden mensen af. Hij kreeg een staatsbegrafenis en vele duizenden in de Arabische wereld rouwden om zijn dood.

Zijn werk werd in meer dan twintig talen vertaald.

.

In 1964 schreef hij het gedicht ‘Identiteitskaart’  waarmee hij grote bekendheid verkreeg.

.

Identiteitskaart

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
En het nummer van mijn identiteitskaart is vijftigduizend
Ik heb acht kinderen
En de negende komt na een zomer
Zul je boos zijn?

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
In dienst met collega-arbeiders bij een steengroeve
Ik heb acht kinderen
Ik haal brood voor ze
Kleren en boeken
Van de stenen…
Ik smeek niet om liefdadigheid aan je deuren
Noch kleineer ik mezelf bovenaan de treden van je vertrekken
Dus zul je boos zijn?

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
Ik heb een naam zonder titel
Geduldig in een land
Waar mensen woedend zijn
Mijn wortels
Werden diep ingebed voor de geboorte van de tijd
En voor de opening van de tijdsperken
Voor de dennenbomen, en de olijfbomen,
En voordat het gras groeide

Mijn vader.. stamt af van de familie van de ploeg
Niet van een bevoorrechte klasse
En mijn grootvader.. was een boer
Noch van goede komaf, noch van gegoede familie!
Leert me de trots van de zon
Voordat me geleerd wordt hoe te lezen
En mijn huis is als de hut van een wachter
Gemaakt van takken en riet
Ben je tevreden met mijn status?
Ik heb een naam zonder titel!

Schrijf op!
Ik ben een Arabier
Je hebt de boomgaarden van mijn voorouders gestolen
En het land dat ik bebouwde
Samen met mijn kinderen
En je hebt niets voor ons overgelaten  Behalve deze stenen..
Dus zal de staat ze afnemen
Zoals is gezegd?!

Daarom!
Schrijf bovenaan de eerste pagina:
Ik haat geen mensen
Noch maak ik inbreuk
Maar als ik honger krijg
Zal het vlees van de overweldiger mijn eten zijn
Pas op ..
Pas op..
Voor mijn honger
En mijn woede!

.

Mahmoud Darwish

Lichtgedicht

Ester Naomi Perquin en Geert Mul

.

In januari 2014 verscheen in de Noorderzon, wijkkrant van Rotterdam-Noord het bericht dat in december 2013, in het Muizengaatje (de onderdoorgang van het spoor bij station Rotterdam Noord, nabij de Bergweg) een lichtgedicht is geplaatst van dichter Ester Naomi Perquin (toen stadsdichter van Rotterdam) en kunstenaar Geert Mul. Het gedicht is geplaatst op het plafond en door de speelse belichting krijgt het steeds een andere dimensie.

De combinatie van tekst en gekleurd licht zorgt voor verschillende lagen en daagt de lezer uit om de tekst opnieuw te lezen, te interpreteren en te ontdekken.

Lichtgedicht-Station-Noord-16-12-2014-DSC_3591-NZ-NZO

 

Lichtgedicht-Station-Noord-16-12-2014-DSC_3609-NZO

Foto’s: Johannes Odé, redacteur van Noorderzon.

Flessenpostsieradengedichten

Wietske Welten

Wietske is een  glaskunstenares en sieradenontwerpster uit Den Bosch. Zij maakt onder andere flessenpost-kettingen

Deze kettingen bevatten Bossche gevelgedichten, dit zijn gedichten die overall in Den Bosch op diverse gevels te vinden zijn. Deze zogenaamde ‘meeneempoëzie’ is een initiatief van Stichting Poëzie op straat.

Wietske schrijft op haar website: “Ik heb voor mezelf ook een flessenpost-ketting gemaakt, ook met meeneempoëzie. ‘Mijn’ gedicht behoort echter niet tot de gevelgedichten maar is door een bewoner uit mijn straat zelf aangebracht op zijn raam.”

.

Jij bent zo mooi anders dan ik,
niet meer of minder maar
zo mooi anders,
Ik zou je nooit
anders dan anders willen

.

Wietske

sieraadgedicht1

sieraadgedicht2

Met dank aan: http://sieradenmaakjezelf.nl/

 

 

Gedichtje van vroeger

Gedicht uit 1986

.

Uit de oude doos maar weer eens een gedicht van mijn hand, dit keer uit 1986 met de titel ‘Kijk’.

.

Kijk

.

Je ogen, vochtig

kregen vat op mijn gemoed

en deden mijn gezicht

serieus plooien.

zo voelde ik dat.

.

Hoe jij mij zag

bleef een raadsel

in je ogen

las ik enkel

nattigheid

.

tear

Zwaluwwand

Gedicht op een vreemde plek

.

De Nederlandse dichteres en schrijfster Heleen Bosma uit Deventer was in 2013 en 2014 Dichter bij Overijssel. Bosma heeft als provinciedichter voor de provincie Overijssel ten minste 6 gedichten per jaar geschreven.

Heleen Bosma studeerde Nederlandse letterkunde. Ze dicht al haar hele leven en is nu vijftien jaar fulltime dichteres. In augustus 2009 werd zij gekozen tot Deventer Dichter. In 2011 heeft zij deze erefunctie afgerond en  verscheen  de bundel ‘Oostenwind’. Ze treedt graag op en het is haar specialisme dichtregels letterlijk de ruimte te geven, in, op of rond gebouwen en als landart (in de natuur).
Daarnaast zet ze zich in voor het wijd verspreiden van de poëzie van andere nationale en internationale dichters en dichteressen. Poëzie is volgens Bosma niet ingewikkeld, poëzie is van iedereen waar ik het uiteraard helemaal mee eens ben.

Een mooi voorbeeld van de genoemde landart, of zoals ik hem gerangschikt heb onder gedichten op vreemde plekken, is het gedicht ‘Vederlicht’. Dit gedicht werd Geschreven ter gelegenheid van de afronding van de natuurinrichting Wetering Oost en West en de faunapassage bij Muggenbeet (Steenwijkerland) op 29 augustus 2014. Het is aangebracht op de zwaluwwand bij de vogelkijkhut, nadat de zwaluwen klaar waren met broeden.

.

Verderlicht

Vederlicht is onze ziel

Van dons en zijdezacht

Wij zijn een stipje in het zwerk

Een knipoog naar de zwaartekracht

.

zwaluwen

 

foto_zwaluwwand

Het wezen van onderweg

Evy van Eynde

.

Al eerder besprak ik hier de bijzondere bundel  ‘Wanneer kom je buiten spelen?’ van Evy van Eynde uit het Vlaamse Rotem. Evy schrijft poëzie zoals ik ze graag lees, het verwonderd en sprankelt. Op haar website https://evyvaneynde.wordpress.com/ staan verschillende mooie voorbeelden. Daarom nogmaals een gedicht van haar hand met als titel ‘Het wezen van onderweg’.

.

 Het wezen van onderweg.

het-wezen-van-onderweg

 

wanneer-kom-je-buiten-spelen (1)

 

wanneer-kom-je-buiten-spelen

Geranium

Hans Vlek

.

Uit de fijne bundel ‘Voor wie dit leest, Proza en poëzie van 1950 tot heden (1977) een gedicht van Hans Vlek. Hans Vlek (1947) Dichter en kunstschilder organiseerde popconcerten, schreef artikelen over popmuziek en literatuur en veroorzaakte enige commotie in Maastricht, waar hij bij een poëzie-manifestatie in de schouwburg naakt optrad. In de jaren zeventig verbleef hij enige tijd in psychiatrische klinieken. Vlek was medewerker van onder andere Tirade en De Gids en redacteur van Manifest. Het gedicht Geranium verscheen in zijn bundel Zwart op wit.

.

Geranium

.

Vanuit de slechtzittende

schoolbank in een geur van stof

oud hout en pis, onder hoge ramen

in bladderend kozijn: het rood

van de geranium

.

Mijn grootmoeder zwoegend boven

een tobbe in de tuin, en naast

het keurig tegelpad in rij, in het rood

waarvan mijn opa op vergaderingen

sprak: geraniums.

.

Thuis hadden wij er een

die nooit bloeien wilde omdat

iedereen zijn peuken doofde

in de pot. O god, de triestheid

van zijn harig-groene, knokelige

steel!

.

Geranium, prachtige bloem

die niet mooi is, wijn

van de kruidenier, kip

tussen de vogels, sieraad

van alles wat arm en goedkoop is.

.

Zwart op wit

 

voor wie dit leest

 

Hans Vlek

The laughing heart

Charles Bukowski

.

Om de zoveel tijd krijg ik ineens de behoefte om Charles Bukowski te herlezen. Nu heb ik zo ongeveer alles van Charles Bukowski (met dank aan Pastuiven Verkwil, de grondlegger van Poëzine) dus het is geen moeite. Wat wel een opgave is, is een keuze te doen uit de vele prachtige gedichten van zijn hand. Ik heb vandaag gekozen voor ‘The laughing heart’. Niet in de laatste plaats omdat er een Youtube filmpje is waarop Tom Waits dit gedicht voordraagt

 .

The laughing heart

your life is your life
don’t let it be clubbed into dank submission.
be on the watch.
there are ways out.
there is a light somewhere.
it may not be much light but
it beats the darkness.
be on the watch.
the gods will offer you chances.
know them.
take them.
you can’t beat death but
you can beat death in life, sometimes.
and the more often you learn to do it,
the more light there will be.
your life is your life.
know it while you have it.
you are marvelous
the gods wait to delight
in you.

.

 

tlh

 

buko

 

Zwart/wit

Gedicht bij een foto

.

Mijn vrouw, Inge Vos maakt prachtige foto’s. Foto’s waar ook ik af en toe op mag verschijnen als figurant. Maar niet alleen ik. Ook kinderen, familie en vrienden. Een van deze foto’s, een zwart/wit foto van Daan, een vriendin heeft ze ingestuurd naar de fotowedstrijd van de NRC. Omdat ik het een prachtige foto vind en omdat ik haar wil steunen plaats ik hierbij de foto en een gedicht dat meer dan zijdelings het verhaal van deze foto verteld. Het gedicht is van Bert van der Linden en is ook te vinden op http://www.gedichten.nl

Wil je Inge steunen, ga dan naar http://foto.nrc.nl/?page=10 en stem op de onderstaande foto.

.

Verstilde beelden

-woorden bij een foto-

ergens buiten de stad waar de tijd
alleen nog in het verleden huist

verhullen gehavende muren een
roerloze leegte rond ‘n verweesd
en uitgewoond bestaan

en ook de mensen die hun dagen
hier sleten zijn reeds lang naar
het stof der aarde teruggekeerd

enkel ‘n verdwaalde passant die in
deze bouwval beschutting zoekt
beluistert nog een oud verhaal

dat zich zwijgzaam vertellen laat
van wat in verstilde beelden
bewogen bleef

ergens buiten de stad door de tijd
nog spaarzaam belicht

.

Daan

La Chanson des Vieux Amants

Jacques Brel

.

Afgelopen week had ik contact met Peter WJ Brouwer, dichter en theatermaker. Hij heeft samen met Michael Abspoel (de stem van Man bijt hond) een theater programma over Jacques Brel met als titel Over leven met Brel. Vol poëzie en muziek. Op het Zomerpodium van Ongehoord! lieten zij al zien en horen wat een bijzonder programma dit is. Dit bracht mij ertoe nog eens naar mijn favoriete Brel nummer te luisteren La chanson des vieux amants met bijna op het eind van het nummer het prachtige geluid van een Hoorn.

Op zoek naar dit nummer kwam ik de Nederlandse vertaling tegen die Lennaert Nijgh tegen onder de titel Liefde van later. Hieronder de Franse tekst en de Nederlandse vertaling en uiteraard de muziek die alles zegt.

.

La chansons des vieux amants

Bien sûr, nous eûmes des orages
Vingt ans d’amour, c’est l’amour fol
Mille fois tu pris ton bagage
Mille fois je pris mon envol
Et chaque meuble se souvient
Dans cette chambre sans berceau
Des éclats des vieilles tempêtes
Plus rien ne ressemblait à rien
Tu avais perdu le goût de l’eau
Et moi celui de la conquête

Mais mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime

Moi, je sais tous tes sortilèges
Tu sais tous mes envoûtements
Tu m’as gardé de pièges en pièges
Je t’ai perdue de temps en temps
Bien sûr tu pris quelques amants
Il fallait bien passer le temps
Il faut bien que le corps exulte
Finalement, finalement
Il nous fallut bien du talent
Pour être vieux sans être adultes

Oh, mon amour
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime

Et plus le temps nous fait cortège
Et plus le temps nous fait tourment
Mais n’est-ce pas le pire piège
Que vivre en paix pour des amants
Bien sûr tu pleures un peu moins tôt
Je me déchire un peu plus tard
Nous protégeons moins nos mystères
On laisse moins faire le hasard
On se méfie du fil de l’eau
Mais c’est toujours la tendre guerre

Oh, mon amour…
Mon doux, mon tendre, mon merveilleux amour
De l’aube claire jusqu’à la fin du jour
Je t’aime encore, tu sais, je t’aime.

.

.

Liefde van later

 

Als liefde zoveel jaar kan duren,

dan moet het echt wel liefde zijn,

ondanks de vele kille uren,

de domme fouten en de pijn.

Heel deze kamer om ons heen,

waar ons bed steeds heeft gestaan,

draagt sporen van een fel verleden,

die wilde hartstocht lijkt nu heen,

die zoete razernij vergaan,

de wapens waar we toen mee streden.

 

Ik hou van jou,

met heel mijn hart en ziel

hou ik van jou.

Langs de zon en maan

tot aan het ochtendblauw,

ik hou nog steeds van jou.

 

Jij kent nu al mijn slimme streken,

ik ken allang jouw heksenspel.

Ik hoef niet meer om jou te smeken,

jij kent mijn zwakke plaatsen wel.

Soms liet ik jou te lang alleen,

misschien was wat je deed verkeerd,

maar ik had ook wel eens vriendinnen.

We waren jong en niet van steen

en zo hebben we dan toch geleerd:

je kunt toch altijd opnieuw beginnen.

 

Ik hou van jou,

met heel mijn hart en ziel

hou ik van jou.

Langs de zon en maan

tot aan het ochtendblauw,

ik hou nog steeds van jou.

 

We hebben zoveel jaar gestreden

tegen elkaar en met elkaar.

Maar rustig leven en tevreden

is voor de liefde een gevaar.

Jij huilt allang niet meer zo snel,

ik laat me niet zo vlug meer gaan,

we houden onze woorden binnen.

Maar al beheersen we het spel

een ding blijft toch altijd bestaan:

de zoete oorlog van het minnen.

 

Ik hou van jou,

met heel mijn hart en ziel

hou ik van jou.

Langs de zon en maan

tot aan het ochtendblauw,

ik hou nog steeds van jou.

 

Ik hou nog steeds van jou,

voorgoed van jou.

.

jacques_brel_1-6e246

.

Met dank aan poezieaanhuis.nl en Youtube.com