Site-archief
Alle -ismen nog eens aan toe
Geplaatst door woutervanheiningen
Stromingen in de Russische poëzie
.
Elke keer wanneer ik over Russische poëzie schrijf bekruipt me een ongemakkelijk gevoel. Rusland daar wil ik niks mee te maken hebben, een dictatoriaal geleid land waar zo’n beetje alle mensenrechten worden geschonden. En toch blijf ik aandacht besteden aan de Russische dichters en poëzie. Die staan voor mij los van al het kwaad dat Rusland tegenwoordig belichaamd.
Daarom vandaag een blog over stromingen in de Russische poëzie. En dat zijn er nogal wat. Heb je in Nederland de romantische dichters, de Tachtigers, de Vijftigers, de Zestigers en de Maximalen, in Rusland zijn het allerlei -ismen. Ik beperk me hier tot de stromingen van eind 19e eeuw tot ongeveer nu. Een opsomming.
De 19e eeuw (en dan met name het laatste deel) waren de hoogtijdagen van het Russisch realisme, ook wel de Gouden Eeuw van de Russische literatuur genoemd. Een variant van het Realisme en een tegenhanger van de Romantiek. Tijdens de romantiek werd de subjectieve ervaring als uitgangspunt genomen. Hierdoor kwamen introspectie, intuïtie, emotie, spontaniteit en verbeelding centraal te staan. In het Russisch Realisme was een sociale boodschap uitgangspunt, literaire uitingen moesten confronterend zijn. De lezer moest opschrikken uit zijn zelfgenoegzame dommel. Overigens was het Russisch Realisme ook niet vrij van controverse, zo bestond deze stroming uit een progressieve, meer Westers-gezinde stroming en de meer Oosters georiënteerde slavofielen, die op hun beurt vooral teruggrepen op de voor-Petrische, oud-Russische waarden, de mythen over de ‘Russische ziel’, de verheerlijking van de mir, het natuurlijke christendom van de boeren en het idee van de eenheid aller Slaven (het ‘panslavisme’), alles onder autocratisch leiderschap van de tsaar.
Tussen 1890 en 1920 kwam het Symbolisme op (de Zilveren eeuw, al duurde die maar ca. 40 jaar). Symbolisten verklaarden zich voorstander van het ‘l’art-pour-l’art’-principe. Zij bestreden nadrukkelijk dat kunst nuttig moest zijn, zoals de linkse socialisten propageerden, of moest opwekken tot een hoogstaand leven, zoals Tolstoj wilde. De beweging van de Tachtigers in Nederland is verwant aan deze stroming.
Literaire stromingen die voortbouwden op het Russisch symbolisme (of zich er eigenlijk tegen zeiden af te zetten) waren de op de ‘gewone’ betekenis van het woord georiënteerde acmeïsten ( zij streefden naar eenvoud en helderheid van hun teksten. Ze vermeden metafysische, mystieke en occulte termen ten faveure van aardse en concrete) de meer op klanken georiënteerde futuristen (die zich afzetten tegen alle geldende normen en conventies inzake woordvorming, syntaxis, spelling en ritmiek). Zij actualiseerden de woordenschat met willekeurige en afgeleide woorden of door woorden in een nieuwe context te plaatsen. Vaak gebruikten ze bewust verkeerde voegwoorden en ongewone interpunctie.), de formalisten (zij concentreerden zich op de formele kenmerken van de literaire tekst en op de effecten daarvan) en de imaginisten (zij richten zich vooral op (het belang van) het beeld in de poëzie. Ze verwierpen het futurisme en het symbolisme en aanvaardden alleen het beeld als poëtisch fundament. De inhoud was onbelangrijk.
Na deze periode kwam het tijdperk van de Sovjet Unie en het Socialistisch Realisme. Dit werd de enige nog toegestane literatuurstijl. De censuur vierde hoogtij. Het typische Sovjetoptimisme, de partijtrouw, de volksaard, de verheerlijking van de vooruitgang (en na de oorlog de wederopbouw), met altijd positieve helden. Na de Glasnost en de Perestrojka verdween het Socialistisch Realisme uit de poëzie. Hierna zijn geen literaire stromingen van enige betekenis meer ontstaan.
Door een eeuw poëzie in stromingen te beschrijven is de keuze voor een dichter natuurlijk niet eenvoudig, er zijn er zoveel. Ik heb gekozen voor de dichter Bella Akhmadulina (1937-2010). Zij een was dichter, vertaler en schrijver van korte verhalen van Italiaans-Tataarse afkomst. Ze was getrouwd met een andere Russische dichter Jevgeni Jevtusjenko (1932-2017). Haar gedichten zijn klassiek van vorm in de traditie van de Acmeïsten en vaak licht ironisch van toon. Onder het bewind van Leonid Brezjnev werd ze uitgesloten van de Schrijversbond en mocht ze niet meer gepubliceerd worden. Akhmadulina’s werk werd destijds over het algemeen niet veel gepubliceerd, desalniettemin trokken haar openbare voordrachten een enthousiast publiek en droeg ze voor volle zalen voor. Naarmate ze ouder werd, werd haar schrijfstijl filosofischer, zelfs religieus. Hoewel ze sociale kwesties over het algemeen uit de weg gaat, behandelt haar latere poëzie grotendeels thema’s als ziekte, slapeloosheid en het lijden dat voortkomt uit haar onvermogen om te schrijven in een sfeer van stilte, schaduwen en duisternis.
Uit ‘Armada’ uit 1997 komt haar gedicht De nieuwe hoogovens op het metallurgisch complex van Kemorovo’ in een vertaling van Peter Zeeman.
.
De nieuwe hoogovens op het metallurgisch complex van Kemorovo
.
Ze zijn een hoogoven aan ’t bouwen.
Daar is een jongen bezig, en die zingt.
Je moet wel durven, zeg, en ervan houden
om zo te balanceren in de wind.
.
Heel nonchalant, haast zonder na te denken
loopt hij daar op een richel rond.
Maar wie weet of de bomen hem niet wenken?
Wellicht verlangt hij, dizzy, naar de grond.
.
Hij ademt gretig, vrijuit, ongedwongen,
zijn zware stappen galmen zonder maat.
De lasbout spreidt een waterval van vonken,
als sterrenregens in een zomermaand.
.
Natuurlijk is hij vurig en vermetel,
en koestert hij zich in de zekerheid
dat op de grond een meisje staat te meten
hoe groot de hoogte is die beiden scheidt.
.
Maar meisjes hebben andere gewoonten.
Ze kijkt, hoewel de reden haar ontgaat.
Hij trekt haar aan; ze speurt in het vertoonde
iets hogers dan het plan waarop hij staat.
.
En kijkt ze in een circustent naar boven,
dan komt ze overeind, gefascineerd,
als ze de frêle danser aan ziet komen,
en trekt bleek weg als die het koord probeert.
.
Al voelt de stoere lasser zich beledigd,
hij laat niets merken, kijkt wat om zich heen,
negeert de meisjes die hem zijn vergeten
en strooit opnieuw de vonken ver uiteen.
.
Geplaatst in (bijna) vergeten dichters, Favoriete dichters, Over Poëzie, Russische poëzie
Tags: -ismen, 1890-1920, 1932, 1937, 1997, 19e eeuw, 2010, 2017, Acmeïsme, Armada, Bella Akhmadulina, De nieuwe hoogovens op het metallurgisch complex van Kemorovo, dichter, Formalisme, Futurisme, gedicht, gedichten, Glasnost, Gouden eeuw van de Russische poëzie, Imaginisme, Jevgeni Jevtusjenko, l'art pour l'art, Leonid Breznev, Maximalen, Perestrojka, Peter Zeeman, poëzie, romantische dichters, Rusland, Russisch realisme, Russische poëzie, Schrijversbond, slavofielen, Sobvjetoptimisme, Socialistisch realisme, Sovjet Unie, stromingen, Symbolisme, Tachtigers, vertaler, Vertaling, vijftigers, voordrachten, Zestigers, Zilveren eeuw van de poëzie
De stem van het geheugen
Geplaatst door woutervanheiningen
Anna Achmatova
.
De Russische dichter Anna Achmatova (1889-1966) is geen onbekende op dit blog. Ik schreef al eerder hier, hier en hier over haar en haar werk. Ook schreef ik al eens over een gedicht uit de bundel ‘In andermans handen’ vertaald, gekozen en ingeleid door Hans Boland uit 1981.
Anna Achmatova is dan ook een zeer bekend en geliefd dichter. Met de dichters Sergej Gorodetski, Osip Mandelstam en Nikolaj Goemiljov en anderen behoorde ze tot ‘Het dichtersgilde’, een literaire groep die zich ook Acmeïsten noemden naar het Griekse woord ‘άχμή’ (akmé): hoogtepunt, bloei. De aanhangers streefden naar eenvoud en helderheid van hun teksten. Ze vermeden metafysische, mystieke en occulte termen ten faveure van aardse en concrete. In plaats van metaforen voor het hogere te gebruiken verwezen ze liever naar aardse dingen. Ze waren daarbij niet experimenteel zoals in het Futurisme, dat zich gelijktijdig als reactie op het Russisch symbolisme ontwikkelde.
In de bundel ‘In andermans handen’ staat een gedicht getiteld ‘De stem van het geheugen’ voor O. (Olga) A. Glebova-Sudejkina, geschreven in 1913. Deze laatste was een Russische actrice, danseres, schilder, beeldhouwer en een van de eerste Russische mannequins, en belangrijk in de ‘Zilveren periode’ (1890-1920) in Rusland. In die periode komt Rusland niet alleen economisch maar ook literair-cultureel opnieuw tot bloei, zodanig zelfs dat gesproken wordt van een ‘Zilveren eeuw’.
Olga Glebova-Sudejkina (1885-1945) was zeer goed bevriend met Achmatova en wordt in verschillende literaire werken van haar genoemd. Haar naam is ook verbonden met de tragische dood in 1913 van dichter Knyazev, die zelfmoord pleegde.
.
De stem van het geheugen
.
voor O. A. Glebova-Sudejkina
.
Wat zien je doffe ogen, in het uur
Van laatste zonnegloed, op deze muur?
.
De tuinen van Florence of, op het blauw
Van het gespreide waterkleed, een meeuw?
.
Het Tsarendorp met zijn enorme park
Waar bange onrust opdook op jouw pad?
.
Of zie je hem, die aan jouw knieën lag
En voor de witte dood jouw boeien brak?
.
Nee, ik zie niets, behalve op de muur
De weerglans van het dovend hemelvuur.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Russische poëzie
Tags: 1885, 1889, 1890-1920, 1913, 1945, 1966, 1981, aards, Acmeïsten, actrice, akmé, Anna Achmatova, beeldhouwer, bevriend, bloei, concreet, Danseres, De stem van het geheugen, dichtbundel, dichter, economische groei, eenvoud, Futurisme, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, gekozen, Hans Boland, helderheid, Het dichtersgilde, hoogtepunt, In andermans handen, ingeleid, άχμή, Knyazev, literair-culturele groei, mannequin, metafysisch, mystiek, Nikolaj Goemiljov, O. (Olga) A. Glebova-Sudejkina, occult, opdracht, Osip Mandelstam, poëzie, poëziebundel, Rusland, Russische dichter, schilder, Sergej Gorodetski, Symbolisme, vertaler, zelfmoor, Zilveren eeuw, Zilveren periode





