Site-archief
In andermans handen
Geplaatst door woutervanheiningen
Anna Achmatova
.
De bundel ‘In andermans handen’ bevat een (beknopt) overzicht van de gedichten van Anna Achmatova (1889 – 1966), vertaald, gekozen en ingeleid door Hans Boland. In een goed leesbare inleiding beschrijft Boland het leven van Achmatova en de ontwikkeling die haar poëzie heeft doorgemaakt in waarschijnlijk de meest roerige periode die Rusland (en later de Sovjet Unie) in haar geschiedenis kende (voor, tijdens en na de eerste en tweede wereldoorlog en de revolutie).
Met de dichters Sergej Gorodetski, Osip Mandelstam en Nikolaj Goemiljov en anderen behoorde ze tot ‘Het dichtersgilde’, een literaire groep die zich ook Acmeïsten noemden naar het Griekse woord ‘άχμή’ (akmé): hoogtepunt, bloei. Zij streefden naar een apollinische (rustige) helderheid en zetten zich af tegen de symbolisten, met hun dionysische (extatische) hang naar mystiek, gecompliceerde meerduidigheid en occultisme. In plaats van metaforen voor het hogere te gebruiken verwezen ze liever naar aardse dingen. Ze waren daarbij niet experimenteel zoals in het Futurisme, dat zich gelijktijdig als reactie op het symbolisme ontwikkelde. Hun bijeenkomsten leken op workshops waar nieuwe schrijfwijzen werden ontwikkeld. Een belangrijke techniek die Achmatova zich daarbij al vroeg eigen maakte was die van de metonymen (net als de metafoor een vorm van beeldspraak).
Het gedicht ‘Voor een geliefde’ uit haar bundel ‘Een witte vlucht’ uit 1917 is uit de periode die in de Russische literatuurgeschiedenis de ‘Zilveren eeuw van de poëzie’ wordt genoemd, een periode waarin allerlei literaire scholen ontstonden.
.
Voor een geliefde
.
Je hoeft me niets te zeggen met een duif,
Je hoeft me geen bezorgde brief te sturen,
Blaas niet in mijn gezicht met maartse wind.
Ik ben sinds gister in de Groene Hof,
Onder een schaduwdek van populieren,
Alwaar men rust voor ziel en lichaam vindt.
.
En ik kan het paleis zien hiervandaan,
Omringd door schildwachthuisjes en kazernes,
En de Chinese brug over het ijs.
Jij blijft maar steeds op de veranda staan,
Verwonderd over zoveel nieuwe sterren,
Verstijfd – je wacht al haast drie uur op mij.
.
Ik zal voorbijschieten – een schuwe wezel,
En in een boom springen – een grijze eekhoorn,
En ook zal ik een zwaan zijn, die jou roept;
Dan hoeft de bruidegom niets meer te vrezen,
Als hij moet wachten in de blauwe sneeuwstorm
Waar hij weldra zijn dode bruid ontmoet.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters, Russische poëzie
Tags: 1889, 1917, 1966, aardse dingen, Acmeïsten, akmé, Anna Achmatova, apolinnische helderheid, beeldspraak, bloei, dichtbundel, dichter, dionisisch, Een witte vlucht, Eerste wereldoorlog, experimenteel, extatisch, Futuristen, gecompliceerdheid, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Hans Boland, Het dichtersgilde, hoogtepunt, In andermans handen, inleiding, literarire scholen, literatuurgeschiedenis, metaforen, metonymen, mystiek, Nikolaj Goemiljov, occultisme, Osip Mandelstam, overzicht, poëzie, poëziebundel, Rusland, Russisch dichter, Russische revolutie, Sergej Gorodetski, symbolisten, tweede wereld oorlog, vertaleingen, vertaler, Voor een geliefde, Zilveren eeuw van de poëzie