Site-archief

Lente

Dichter van de maand

.

Voor de laatste keer is vandaag Armando dichter van de maand. Volgende week op 1 april (geen grap) een nieuwe dichter van de maand, wie dat is blijft nog even geheim, volgende zondag gewoon lezen. Omdat het afgelopen 21 maart officieel lente is geworden vandaag een gedicht van Armando over de lente ui de bundel ‘Liever niet’ uit 2017.

.

Lente

.

‘t Is bijna lente, de knoppen zijn al weerloos,
de takken steken hun armen uit
en de groei heeft de bloei ontdekt.

Het blijft voorlopig lente,
omdat het gretig groen is.

Het was de luidruchtige lente,
die even heeft geglimlacht.

.

Krijgsgewoel

Armando

.

In 1986 publiceerde Armando de bundel ‘Krijgsgewoel’ zijn derde Berlijnse bundel, en misschien wel zijn mooiste. De observaties, beschouwingen en gesprekken zijn het resultaat van Armando’s bijna kinderlijke nieuwsgierigheid naar de bronnen en de sporen van het Duitse oorlogsgeweld. Hij staat stil bij medeplichtige gewassen en schuldige plekken, resten van het geweld. Anonieme getuigen en daders van het krijgsgevoel laat hij aan het woord in aangrijpende, onbecommentarieerde flarden. Is dit poëzie of is het proza?  Het onderstaande stuk, gedicht of tekst uit deze bundel vind ik poëtisch en is in mijn ogen een gedicht.

.

Langzamerhand ben ik gaan begrijpen

dat je niet moet schrijven of schilderen

wat je weet. Je zou datgene moeten

schrijven of schilderen wat zich tussen

het weten en begrijpen verbergt.

Een kleine aanduiding, een wenk is

mogelijk, een vermoeden, meer niet, en

dat is al heel wat.

.

Het laatste gesprek

Armando

.

Vandaag van de dichter van de maand maart het bijzondere gedicht ‘Het laatste gesprek’ uit de bundel ‘Dagboek van een dader’ uit 1973, een bundel met korte dagboeknotities van iemand die het tegendeel van slachtoffer wil zijn .

.

Het laatste gesprek

.

‘Heer, herken ik u? Zijn wij niet dezelfde van weleer?’
‘Wie riep mij dan? Zijn uw wapens niet de mijne?’
‘Ik wacht op woorden, Heer.’
‘Ik was Dader, u het Offer. De medemens is leeg.’
Sterven Daders niet.’
‘Neen. Zij kunnen niet. Zij verwoorden.’
‘Heeft u ginds gesproken, Heer?’
‘De dagen zijn beschreven.’
‘Heeft de Tijd nog kwaad gewild?’
‘Ja, het slagveld is begroeid.’
‘Geen spoor van oorlog meer?’
‘Geen. Maar ik doorzie de stilte. Oog en oor vergaan.’
‘Nadert weer de Dood, o heer?’
‘Neen. Hij was er al.

.

Dichter van de maand Maart

Armando

.

Na mijn oproep om dichters te noemen die dichter van de maand Maart zou kunnen zijn kreeg ik veel reacties (waarvoor mijn dank). Bekende en minder bekende dichters, zelfs voor mij (nog) onbekende dichters. Uit de 16 suggesties heb ik gekozen voor de kunstschilder, beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker Armando (1929) of Herman Dirk van Dodeweerd zoals zijn echte naam luidt.

Armando is een kunstenaar in de meest ruime zin des woords. Aan al zijn activiteiten is al af te lezen dat we het hier hebben over iemand die meer is dan alleen dichter. Toch mocht hij juist voor zijn schrijverschap verschillende prijzen ontvangen zoals De Herman Gorterprijs, de Ferdinand Bordewijkprijs, De Multatuliprijs en de VSB-Poëzieprijs. Armando debuteerde in 1964 met de bundel ‘Verzamelde gedichten’ en in 2017 verscheen zijn voorlopig laatste bundel ‘Liever niet’. Alle reden dus om Armando dichter van de maand te maken.

Ik wilde Maart beginnen met een gedicht uit zijn meest recente bundel ‘Liever niet’ getiteld  ‘De waarheid’.

.

De waarheid

.

Wee het veel te smalle bospad,
het stramme struikgewas,
wee de gaten in de bodem.

De jaren zijn in de boeien geslagen,
langs de straten slapen de vochtige lichamen,
stapels op een hoop verzameld.

Hier heeft iets plaatsgevonden
dat op de vage waarheid lijkt.

.

Niemand weet wie ik zal zijn wie ik was

Armando

.

Soms kom ik associatief ertoe om dichters te gaan lezen of herlezen. Zo hoorde ik gisteren iets over Parlando (een voordrachtstechniek) op de radio en dat deed me denken aan Armando.

Armando (1929) is een zeer all round artiest en kunstenaar;  beeldhouwer, dichter, schrijver, violist, acteur, journalist, film-, televisie- en theatermaker. Armando is zijn officiële naam; zijn geboortenaam, het pseudoniem zoals hij het noemt, bestaat voor hem niet meer. Hij heeft zijn oorspronkelijke naam in het register van de burgerlijke stand laten vervangen door Armando, een Italiaanse versie van de naam Herman, die hij te danken heeft aan zijn Italiaanse grootmoeder. Betekenissen als ‘zich wapenend’, zoals de literaire analisten in zijn naam zien, zijn dus toevallig. Armando ontving vele (ook literaire) prijzen. Zelf ziet hij zijn werk als ‘Gesamtkunstwerk’, waarvoor zijn ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog in de omgeving van Kamp Amersfoort de basis vormen.

Veel van zijn gedichten spelen zich af of verwijzen naar de oorlog, zo ook het gedicht ‘Niemand weet wie ik zal zijn wie ik was’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1999.

.

niemand weet wie ik zal zijn wie ik was

.

niemand weet wie ik zal zijn wie ik was
u overschat mij
ik ben radeloos ik was een ander

geef mij touwen bind mij vast
dood mij niet
ik ben onschuldig ik ben de vijand

.

Koppig

Mustafa Stitou

.

Stitou (1974) werd geboren in Marokko en groeide op in Lelystad. Hij studeerde geschiedenis en filosofie. Dankzij Remco Campert stond hij in 1994 op Poetry International. In datzelfde jaar werd zijn debuutbundel ‘Mijn vormen’ genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs. Op uitnodiging van het Nationaal Comité 4 en 5 mei schreef hij in 1999 een gedicht dat op 4 mei werd voorgedragen.

Hij won in 2004 de prestigieuze VSB Poëzieprijs voor zijn derde bundel ‘Varkensroze ansichten’ evenals de Jan Campert-prijs. Op het Gedichtenbal 2009 werd bekendgemaakt dat Stitou de nieuwe Stadsdichter van Amsterdam werd als opvolger van Robert Anker. Dit was hij tot 18 mei 2010, F. Starik nam daarna het stokje over.

Uit ‘Mijn gedichten’ het gedicht ‘Koppig’ dat doet denken aan de neo-dadaïstische procedés die J. Bernlef en K. Schippers in ‘Barbarber’ in de jaren zestig al toepasten maar ook aan het werk van Vaandrager en Armando uit diezelfde periode.

.

Koppig

.

– En, wat zien we?

– Een konijn natuurlijk!

– Een konijn. En?

– En? Ik zie een konijn.

– En tegelijkertijd een…?

– Konijn zeg ik toch!

– Eend.

– Eend?

– Oren snavel zie je wel?

– Ik zie alleen een konijn.

– En een eend.

– Een konijn!

– Eend!

– Konijn

Konijn, konijn, konijn!

.

eendkonijn

Met dank aan Wikipedia

Met andere woorden

1960

.

Ik ben gek op oude poëziebundeltjes. Zo heb ik bijvoorbeeld een dichtbundel uit eind jaren vijftig met veel vijftigers dichters inclusief alle handtekeningen van de dichters. Iemand heeft de moeite genomen om die te verzamelen en ik kwam het boekje tegen in een stapel tweedehands boekjes. Zo ook de bundel ‘Met andere woorden’. Een Ooievaar pocket (nummer 119) uit 1960 (eerste druk 10.000 exemplaren) met daarin jonge dichters uit noord en zuid. Vijftien jonge dichters waarvan sommige helemaal doorgebroken zijn en nog steeds actief en bekend en sommige waarvan ik in ieder geval, nog nooit gehoord had. De dichters in het boekje:

Gust Gils, Mea Strand, Armando, Ellen Warmond, Hugues C. Pernath, Ed. O Roletto, Paul Snoek, Fen Skalp, Susanne Lecointre, Cees Nooteboom, Willy Roggeman, Cornelis Bastiaan Vaandrager, Georges van Vrekhem, Hans Sleutelaar en Mischa de Vreede.

.

Hieronder een gedicht uit deze bundel, van een dichter die ik niet kende Hugues C. Pernath

.

Uit Meidood – 1955

.

Het is een leven van verschillende straten liefste

met zoveel warm woestijngeloof aan iedere wand,

het is de latere kelk van je erewonde

de ademtijd en volgende ogenwandeling.

Nu alles slaapt, het kleven terugkeert tot de moeder

onzeker onderaards klooster, vandaag geworden

*

Overmorgen, verlaten herinnering, zal iemand mij

beminde woorden vertellen, achter de angst

en de avond misschien tamelijk tot me spreken.

Van witte as zal iemand uit de regen leven,

de waarheid, die vergeefse nacht ombrengen.

.

foto (1)