Site-archief

Bij benadering misschien dit

Een recensie

.

Elbert Gonggrijp (1965) publiceerde in november van dit jaar alweer zijn zesde bundel in eigen beheer met de titel ‘Bij benadering misschien dit’ in de Aescha Reeks. Sinds 2005 publiceert Gonggrijp dagelijks gedichten op zijn blog http://natuurgedichten.blogspot.com/. De bundel “Bij benadering misschien dit’ is met zorg vormgegeven en ziet er prima uit, een mooie harde kaft, overzichtelijk, goede bladspiegel, prima.

De dichter licht het thema van de bundel: “Het geschrevene kan de werkelijkheid nooit volledig benaderen” vanuit verschillende invalshoeken toe.

In het hoofdstuk ‘Nabij’ doet hij dat dichtend over de liefde, over een ik en een jij, hele intieme portretten van een liefde tussen twee mensen. In het hoofdstuk ‘Toenadering’ staan mensen, dichters, centraal die belangrijk voor Gonggrijp zijn of waren. Het hoofdstuk begint met drie gedichten over zijn moeder gevolgd door gedichten voor S., L.N., J.S., dichter J.M. en Rutger Kopland. Wie er achter deze initialen schuilgaan blijft verborgen.  In het hoofdstuk ‘Bij benadering’ zoekt de dichter naar zichzelf, in zichzelf maar altijd in relatie tot de ander. Een mooi voorbeeld zijn deze zinnen:

‘ Wat je niet koos gebeurt je, / wat ons uitvond hoeft niet te / worden gezocht -‘

In het hoofdstuk ‘In zekere zin’ komt de liefde van Gonggrijp voor de natuur sterk naar voren. Veel buiten, tuinen, gras, tuinen, mussen, vlinders, insecten, kievit, zwanen, kastanjes, populier, spreeuw, merel, longkruid, bladeren en hommels. Ik las ergens dat Gonggrijp ook wel als natuurdichter wordt betiteld, wat op zichzelf niet vreemd is, gezien de titel van zijn gedichtenblog. Ik zou zover niet willen gaan, de natuur speelt een rol in deze gedichten maar is niet overheersend, het heeft eerder een dienende rol in zijn poëzie.

In het hoofdstuk ‘Raaklijn’ verkend Gonggrijp het water en met name de zee. In het gedicht ‘Dit is de zee’  komt zijn poëzie tezamen, de dichter, de wereld, de ander. “De nagalm van de stilte, het moment voorbij het moment zoals het zich aanbood” Dat is het moment waarop de dichter zijn realiteit vat in woorden. De lijnen die Gonggrijp in elkaar vlecht in deze bundel; de liefde, de natuur, de zee, de ander, komen nog een maal terug in een retrospectief gedicht ‘Slotakkoord’ dat een heel hoofdstuk mag heten.

Al met al een zeer leesbare en genietbare bundel.

.

Dit is de zee

.

Jezelf te overwegen, achter elke stap de waterstanden

vermoeden, mijn eigen eb en vloed. Is dit waarnaar ik

zocht, alsof je kon weten wie je was toen de zon zich

heenspoedde? De golven omspoelen mijn voeten,

dichterbij dan hier kom ik niet verder

dan voorbij te gaan.

.

Jezelf te ijken. Dit ben jij, dit is de zee, zout, branding, het

zoveelste intermezzo van leven. Een vage bespiegeling,

het innerlijk betoog van het zuiverste nakijken. De nagalm

van stilte, het moment voorbij het moment zoals het

zich aanbood. Te raden welk gezicht

het zich uiteindelijk verkoos,

.

stukslaand in de branding, hier

waar ik sta, daar waar ik haar

bedenk: dit, dit is –

.

 

 

Atomenplukker

Een recensie

.

Van Irene Siekman, de drijvende zeg maar stuwende kracht achter de Poëziebus, kreeg ik de bundel ‘Atomenplukker’ toegezonden. Deze bundel van Sven de Swerts is de eerste uitgave van Uitgeverij Bunker.

Uitgeverij Bunker is een nieuwe uitgeverij die zich richt op podiumpoëzie waarbij de nadruk ligt op dichters die buiten de bestaande kaders vallen en zich ook op het podium positief onderscheiden: Ondergronds en welluidend.

Nu ken ik Sven de Swerts een beetje en ik heb hem ook op het podium bezig gezien, welluidend is zeker op hem van toepassing. Nu zul je je misschien afvragen hoe podiumpoëzie zich verhoudt tot een bundel van papier. Juist door de richting die Uitgeverij Bunker kiest (ondergronds en welluidend) is de poëzie van de dichter(s) spannend en uitdagend. Zo ook deze bundel maar daarover straks meer.

De bundel is goed uitgegeven, dat wil zeggen eigentijds, modern, goede vormgeving en de uitgever heeft zelfs in het colofon een passage opgenomen over het interpunctiegebruik. Vierentwintig gedichten waarvan maar liefst twaalf gedichten samen zijn geschreven met andere dichters. En dat zijn niet zomaar de eerste de beste: Alja Spaan, Runa Svetlikova, Nick J. Swarth, Nils Geylen, René van Densen, Elbert Gonggrijp, Walter Ligtvoet, Rik van Boeckel en John Brains.

De gedichten in de bundel zijn soms ongrijpbaar, onconventioneel, rauw in de zin dat de Swerts geen blad voor de mond neemt. Soms helpen de titels van de gedichten je bij de betekenis van het gedicht en bij andere weer voegen ze juist wat extra mysterie toe aan de tekst van het gedicht.

Het is poëzie die je moet horen, dus hardop voorlezen en luisteren. Maar ook bij herlezing komt de bedoeling van de dichter dichterbij. Titels als ‘scheldklier’, ‘atomenplukker’ en ‘exportvlees’ maken dat je nieuwsgierigheid wordt gevoed.

In de begeleidende brief schrijft de uitgever: Uitgeverij geeft graag een voorzet (eigen kwaliteitsnormen ontwikkelen) en verwelkomt ook secundaire literatuur op het gebied van de (podium)poëzie. Ik kan dat alleen maar toejuichen, er is een gat dat gevuld kan worden en als dat gebeurt door middel van dit soort uitgaven voorzie ik een mooie toekomst voor Uitgeverij Bunker.

Uit ‘Atomenplukker’ koos ik het gedicht ‘Verzamelwoede’.

.

Verzamelwoede

.

Ze heeft verzamelwoede

in elke hoek van het huis staat een man

.

Ze leest boeken als mensen uit.

Verslindt specimens zoals trainers kooien

voor monsters. Monsters van mannen

die ze het liefst als een boek vastbindt

.

– een esoterische aanslag op je liezen pleegt

.

sproetje per sproetje aaneen hecht,

ervaringen uitschilfert, je geheugen overschrijft,

je rug lief brandmerkt.

.

Ze wil meer mannen die meer muren bouwen voor nog meer mannen

tot de ruimte vol is, alles in haar omgeving rondom haar circuleert.

.

Ze degusteert boeken als woordenkrabbers

elke letter iemand die ze heeft maar nooit zal kennen.

.

En toen kwam ik Sven op 6 april tegen bij poëziepodium De Groene Fee in Breda, waar we beide zouden voordragen. We hadden het over deze recensie en hij vertelde lachend dat ik maar de helft van het gedicht had geplaatst. En inderdaad, op de volgende bladzijde ging het gedicht nog door. Het schaamrood stond mij op de kaken en daarom, hier het tweede deel dat gewoon als een achter het eerste deel gelezen dient te worden.

.

Haar hart is onbewoonbaar verklaard

een ongeschikte calamiteit van vroeger

tussen onafgewerkte droomlagen

half zand half suiker.

.

Hier ligt ze dan als aanhang van uitgekomen

dromen, een prinses in een verkeerd sprookje

een nummer op een handpalm.

.

Tot iemand anders haar bewoont

en zij vergeten in mannenresten

krijgt wat zij altijd wilde.

.

Ze is verzamelwoede

in elke hoek van het huis staat een man.

.

.