Site-archief
Charles Bukowski over Truman Capote
Nuestros amantes
.
Ik weet niet hoe het jullie vergaat maar als er in een film een verwijzing zit naar een dichter, een gedicht of iets dat met poëzie te maken heeft, dan ben ik altijd meteen wakker (als ik dat al niet was natuurlijk). Vanuit een niet aflatende nieuwsgierigheid naar alles wat met poëzie te maken heeft wil ik dan ook altijd de fijne details weten. Dit gebeurde me ook weer afgelopen zaterdag. Op Netflix waren we de Spaanse film ‘Nuestros Amantes’ uit 2016 of ‘Our lovers’ zoals de Engelse titel luidt, aan het bekijken toen de twee hoofdpersonen het ineens hadden over hun favoriete schrijvers Charles Bukowski en Truman Capote. De regelmatige lezer van dit blog weet dat Charles Bukowski één van mijn favoriete dichters is uit het Engelse taalgebied.
In de film werd gesproken over een gedicht dat Bukowski geschreven zou hebben over Capote. Dat ben ik dus gaan uitzoeken. Het betreft hier het gedicht ‘Nothing but a scarf’ dat verscheen in ‘Come on in’ en hoewel het lijkt alsof Bukowski de vloer aanveegt met het schrijverschap van Capote blijkt uit de laatste twee zinnen toch een zekere waardering en respect.
.
Nothing but a Scarf
.
long ago, oh so long ago, when
I was trying to write short stories
and there was one little magazine which printed
decent stuff
and the lady editor there usually sent me
encouraging rejection slips
so I made a point to
read her monthly magazine in the public
library.
I noticed that she began to feature
the same writer
for the lead story each
month and
it pissed me off because I thought that I could
write better than that
fellow.
his work was facile and bright but it had no
edge.
you could tell that he had never had his nose rubbed into
life, he had just
glided over it.
next thing I knew, this ice-skater-of-a-writer was
famous.
he had begun as a copy boy
on one of the big New York
magazines
(how the hell do you get one of those
jobs?)
then he began appearing in some of the best
ladies’ magazines
and in some of the respected literary
journals.
then after a couple of early books
out came a little volume, a sweet
novelette, and he was truly
famous.
it was a tale about high society and
a young girl and it was
delightful and charming and just a bit
naughty.
Hollywood quickly made a movie out of
it.
then the writer bounced around Hollywood
from party to party
for a few years.
I saw his photo again and again:
a little elf-man with huge
eyeglasses.
and he always wore a long dramatic
scarf.
but soon he went back to the New York and to all the
parties there.
he went to every important party thereafter for years
and to
some that weren’t very
important.
then he stopped writing alltogether and just went
to the parties.
he drank and doped himself into oblivion almost
every night.
his once slim frame more than doubled in
size.
his face grew heavy and he no longer looked
like the young boy with the quick and dirty
wit but more like an
old frog.
the scarf was still on display but his hats were
too large and came down almost to his
eyes;
all you noticed was his
twisted
lurid
grin.
the society ladies still liked to drag him
around New York
one on each arm
and
drinking like he did, he didn’t live
to enjoy his old age.
so
he died
and was quickly
forgotten
until somebody found what they claimed was his secret
diary / novel
and then all the famous people in
New York were very
worried
and they should have been worried because when it
was published
out came all dirty
laundry.
but I still maintain that he never really did know how to
write; just what and
when and about
whom.
slim, thin
stuff.
ever so long ago, after reading
one of his short stories,
after dropping the magazine to the floor,
I thought,
Jesus Christ, if this is what they
want,
from now on
I might as well write for
the rats and the spiders
and the air and just for
myself.
which, of course, is exactly what
I did.
.
Herman de Coninck
Zoals dit eiland van de meeuwen
.
Lezend in de gedichten van Herman de Coninck, kon ik het toch niet laten weer eens een gedicht van hem te plaatsen. Het mag ook wel weer een keer, ik weet dat Herman nog altijd vele liefhebbers en fans heeft. Daarom, en omdat ik wonend vlak bij zee, iets heb met meeuwen, het gedicht ‘Zoals dit eiland van de meeuwen’ uit de bundel ‘Enkelvoud’ uit 1991.
.
Zoals dit eiland van de meeuwen
is en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand,
zo is dit eiland van de meeuwen
en de meeuwen van hun krijsen
en hun krijsen van de wind
en de wind van niemand.
.
Magical Mystery Tour
Charles Bukowski
.
Mocht je denken dat deze blog over The Beatles gaat, helaas, dat is niet het geval. De titel doet wellicht iets dergelijks vermoeden maar in dit geval betreft het een gedicht van één van mijn favoriete dichters uit het Engelse taalgebied Charles Bukowski. In dit gedicht neemt Bukowski de titel letterlijk en fantaseert hij erop los over hoe zo’n mysterieuze magische rit eruit zou kunnen zien. Natuurlijk maken vrouwen en drank deel uit van zijn fantasie.
Behalve de tekst van Magical Mystery Tour ook een video waarin Tom O’Bedlam het gedicht voordraagt.
.
Magical Mystery Tour
.
I am in this low-slung sports car
painted a deep, rich yellow
driving under an Italian sun.
I have a British accent.
I’m wearing dark shades
an expensive silk shirt.
there’s no dirt under my
fingernails.
the radio plays Vivaldi
and there are two women with
me
one with raven hair
the other a blonde.
they have small breasts and
beautiful legs
and they laugh at everything I
say.
as we drive up a steep road
the blonde squeezes my leg
and nestles closer
while raven hair
leans across and nibbles my
ear.
we stop for lunch at a quaint
rustic inn.
there is more laughter
before lunch
during lunch and after
lunch.
after lunch we will have a
flat tire on the other side of
the mountain
and the blonde will change the
tire
while
raven hair
photographs me
lighting my pipe
leaning against a tree
the perfect background
perfectly at peace
with
sunlight
flowers
clouds
birds
everywhere.
.
Winter
Herman de Coninck
.
Het is alweer een aantal maanden geleden dat ik over Herman de Coninck schreef. Het was ook alweer even geleden dat ik een gedicht van hem las. En nog steeds als ik zijn gedichten lees verwonder ik me over zijn taal, de schoonheid van zijn poëzie, de gelaagdheid. Ik denk dat ik zijn gedichten altijd zal blijven lezen en herlezen.
Vandaag is het één van de eerste winterse dagen in dit jaar, het vriest en dat deed me denken aan een titelloos gedicht dat ik van zijn hand las. Zoals zo vaak gaat het in dit gedicht over meer dan wat je leest. De winter is ook in dit gedicht op vele manieren uit te leggen. Het komt uit de bundel ‘Enkelvoud’ uit 1991.
.
.
Het moet met winter. Op de horizon een boom,
een stemvork voor noordenwind.
De eindeloze vlakten van het overleven.
Wolven zijn in een vorige eeuw gebleven.
.
Er is geen nieuwe gekomen.
Slechts bijna blauwe sneeuw:
zoveel wit dat je het kunt horen.
Daarin ingevroren.
.
In de grootste kou die ik ooit had.
Onleesbaar. dat ik van je? U? Au?
.
Billy Holiday
Hans Vlek
.
Van de dit jaar overleden, bijzondere dichter Hans Vlek (1947 – 2016) vandaag het gedicht ‘Billy Holiday’. Ik hoorde afgelopen week het nummer ‘Strange fruit’ weer eens op de radio, een prachtig nummer dat helaas tegenwoordig maar weer wat actueel is (het is een aanklacht tegen het racisme in de Verenigde Staten). Het nummer werd trouwens geschreven door een communistische onderwijzer van Joodse afkomst uit The Bronx, Abel Meeropol, onder het pseudoniem Lewis Allan. Het nummer was oorspronkelijk ‘Bitter fruit’ getiteld.
Billy Holiday maakte het nummer beroemd en het werd opgenomen in de lijst van Songs of the Century (liedjes van de eeuw) door de Recording Industry of America en de National Endowment for the Arts, een overheidsorganisatie ter bevordering van kunst en cultuur.
Uit: ‘Geen volkse god in uw achtertuin’ uit 1980.
.
Billy Holiday
.
een vrouw een dame
als een altsax zo groot
zo zwart als poëzie
.
dit kan
nog nachten duren
dit geluid
diep uit haar hals
pijn en zonsverduistering
.
haar lichaam teistert
verminkt
het bitter bloed van haar stem
.
harde steden van steen
en de dagen die gaan
zij weet
.
zingt.
.
Dichter van de maand december
M. Vasalis
.
In de fijne bundel ‘Apollo’s reis door Nederland’ uit 1956 waar ik eerder deze week al over schreef, staat een mooi gedicht van Margaretha (Kiekie) Droogleever Fortuyn-Leenmans of zoals de meeste mensen haar kennen M. Vasalis, met als titel ‘Afsluitdijk’. Omdat zij in december mijn dichter van de maand is was het makkelijk kiezen dit keer.
Oorspronkelijk verschenen in ‘Parken en woestijnen’ uit 1940.
.
Afsluitdijk
.
De bus rijdt als een kamer door de nacht
de weg is recht, de dijk is eindeloos
links ligt de zee, getemd maar rusteloos,
wij kijken uit, een kleine maan schijnt zacht.
Vóór mij de jonge pas-geschoren nekken
van twee matrozen, die bedwongen gapen
en later, na een kort en lenig rekken
onschuldig op elkanders schouder slapen.
Dan zie ik plots, als waar ´t een droom, in ´t glas
ijl en doorzichtig aan de onze vastgeklonken,
soms duidelijk als wij, dan weer in zee verdronken
de geest van deze bus; het gras
snijdt dwars door de matrozen heen.
Daar zie ik ook mezelf. Alleen
mijn hoofd deint boven het watervlak,
beweegt de mond als sprak
het, een verbaasde zeemeermin.
Er is geen einde en geen begin
aan deze tocht, geen toekomst, geen verleden,
alleen dit wonderlijk gespleten lange heden.
.
Voorbij de laatste stad
Gerrit Achterberg
.
De bloemlezing ‘Voorbij de laatste stad’ van het werk van Gerrit Achterberg verscheen voor het eerst in 1955 in een oplage van 10.000 exemplaren. In de jaren daarna ( mijn exemplaar is van 1962) werden er nog eens 25.000 stuks van gedrukt en verkocht. Voor een dichter een astronomisch aantal. Nog steeds mag Gerrit Achterberg (1905 – 1962) zich in een grote aandacht verheugen want zijn werk wordt nog steeds gewaardeerd en (deels) gepubliceerd. Uit 1953 het gedicht ‘Noordeinde’.
.
Noordeinde
.
Ik loop in doodvakantie door Den Haag.
Het uitgestalde wordt mijn eigendom.
De dorst naar u slaat op de wereld om
zonder dat ik de dingen overvraag.
Zij liggen daar geprijsd van hoog tot laag.
Niemand behoeft hun absolute som meer te begroten.
Ieder stuk alom
vertegenwoordigt u tot op vandaag.
De winkelieren knikken bij mijn komst.
Wij overleggen in geheime hoeken
rijk en gelijk aan wederzijds geluk.
De meisjes hebben het bijzonder druk
om alles in de dozen op te zoeken.
Hun ogen glanzen en de winkel gonst.
.
Dichter van de maand december
M. Vasalis
.
Toen ik het lijstje van de dichters van de maand bekeek van het afgelopen jaar, viel me iets op; louter mannen als dichter van de maand. Dat kan natuurlijk niet dus vanaf nu meer vrouwelijke dichters (tenslotte zijn er zoveel prachtige vrouwelijke dichters). Om te beginnen met één van mijn favoriete dichters M. Vasalis.
Ik heb de afgelopen jaren al verschillende malen over haar geschreven en gedichten van haar gedeeld maar nu is ze dus de hele maand december op elke zondag Dichter van de maand. Als eerste gedicht heb ik gekozen voor een minder bekend gedicht van haar uit de bundel ‘Vergezichten en gezichten’ uit 1954, getiteld ‘Vuur’.
.
Vuur
.
Die jong zijn zullen nauwelijks herkennen
het vuur, dat door de schaamte feller aangeblazen,
de oude vrouw, verdwaasd door liefde
het water zoeken doet.
Oude Ophelia, distels in de dorre handen,
de sintelstem die nog te zingen waant.
Maar ’t water is hetzelfde en het oud geboomt
heeft groene blaadjes en het ijle lied
stottert dezelfde woorden. Mooi is het niet.
Maar ’t vuur, dat deze oude fakkel heeft gewijd,
stoort zich aan schoonheid, waardigheid, noch tijd.
.
Trouw poëziecollectie
Judith Herzberg
.
In 2013 selecteerde het dagblad Trouw de mooiste Nederlandstalige poëzie in een tiendelige serie. Het eerste deel betrof dichteres Judith Herzberg. Hierna volgden nog o.a. verzamelbundels van Eva Gerlach, Remco Campert, maar ook Ingmar Heytze en Ester Naomi Perquin. In een mooi en met zorg uitgegeven bundel staan 50 gedichten, een keuze uit haar vele dichtbundels.
Ik heb uit deze bundel gekozen voor het gedicht ‘Hij bidt’ uit de voor mij nog onbekende bundel ‘Zoals’ uit 1992.
.
Hij bidt
.
Hij bidt maar niet tot god
niet tot maar bidt.
Dan moet hij plassen en staat op
maar komt, vóór kleren, auto, weer in bed,
omhelzend verlangt hij naar omhelzen, haar.
Een hemelsbreedte rekt zich in hem
om haar, dagelijks, omhelsbaar.
.
Weet je
Liefdesgedicht
.
Hans Andreus gaf in 1973 de bundel ‘Om de mond van het licht’ uit met als ondertitel ‘een kleine case history’. Deze bundel is verbonden met wat hem al in zijn vroegste werk bezighield; het licht. Zintuiglijke waarneming samengaand met een soms bijna mystieke aandacht en extase was toen zijn manier van benadering. In deze bundel staat het terug verlangen naar het licht meer nog in het middelpunt van de poëzie.
Ook in dit liefdesgedicht met een lichte erotische toets komt dat naar voren.
.
Weet je,
je was altijd fenomenaal
in ons horizontaal
buikdansen:
.
hoe stil op het laatst
je trance
van lichaam samen met
dat gelokene
.
in je gezicht:
ogen niets ziende,
oren niets horende,
.
totaal verloren de
tijd, de
gebrokene.
.















