Site-archief

30 jaar Meander

Jubileumbundel

.

Meander, literair E-magazine voor Nederlandstalige poëzie bestaat dit jaar 30 jaar. In 1995 werd Meander opgericht door Rob de Vos (1955-2018). De Vos was de vennootschap vader en de stuwende kracht achter Meander, die in 1995 begon als e-mailnieuwsbrief met gecombineerde website. Jarenlang bestierde Rob de Vos Meander samen met een grote groep vrijwilligers tot zijn onverwachte overlijden in 2018. Toen nam Alja Spaan het stokje over als voorzitter van de stichting en sinds dat jaar ben ook ik als bestuurslid en secretaris toegetreden tot het bestuur dat verder bestaat uit Peer van den Hoven (penningmeester). Inmiddels is Meander flink gegroeid en heeft het maar liefst 43 vrijwillige medewerkers.

Deze medewerkers verzorgen de interviews, de recensies, de website, de social media, de commentaren, de kopij, de columns, de readymades, de klassiekers en de nieuwsbrief. Sinds een aantal jaren organiseert Meander ook de Rob de Vos poëziewedstrijd en een jaarlijkse medewerkersdag. Ook wordt met enige regelmaat een bundel of boek gepubliceerd. Zo werd in 2010 de bundel ‘Nog een lente‘ 30 dichters gekozen door Meander, uitgegeven door uitgeverij P en verscheen in 2023 de bundeling ‘Wat maakt een gedicht goed?  met bijdragen van Meander medewerkers.

En nu, na 30 jaar vele medewerkers en duizenden bijdragen verder verscheen bij Meander de bundel ’30 jaar Meander’, opnieuw met bijdragen van medewerkers en opnieuw vormgegeven door Bart van BRRT.Graphic.Design. De medewerkers werd gevraagd ‘iets’ te schrijven dat betrekking had op Meander. En daar werd in grote mate gehoor aan gegeven. Door persoonlijke verhalen maar ook door middel van poëzie.

Uit die laatste categorie koos ik voor de bijdrage van Annet Zaagsma (medewerker sinds 2021) getiteld ‘Alles wat in de ochtend weer verdwenen is’.

.

Alles wat in de ochtend weer verdwenen is

.

Ik schrijf alleen. Er mag niemand in de buurt zijn.

Mijn kinderen slapen.

Ik zet een eerste stip, neem de ruimte.

Kijk rond in een droom waar mijn denken

traag en mistig is, probeer de details

te proeven die belangrijk zijn.

.

Tussendoor de afwas, of in bad

ontstaan woorden die spelen, buitelen

zonder harde gedachten.

Onderweg naar de Spar

kan ik al trappend fijne regels binnenkrijgen

.

waarvan de meeste verloren gaan

omdat ik wil doorrijden

omdat ik word afgeleid door een vogel

een berg of een kerk

omdat het geheugen

nu eenmaal zijn beperkingen heeft.

.

’s Nachts overvalt me dan het gedicht

aan de rand van mijn gezichtsveld.

Onscherp in halfslaap is het de kunst

die briljante flarden te vangen in leesbare krabbels.

Alles wat anders in de ochtend weer verdwenen is.

.

Haarlemse dichtlijn

Hemelvaartsdag

.

Vandaag, zoals elk jaar op Hemelvaartsdag wordt in Haarlem door een team van enthousiaste mensen (Marten Janse, Anneruth Wibaut, Peer van den Hoven en Sanne Toornstra) de Haarlemse Dichtlijn georganiseerd. In het centrum van Haarlem zijn dan 100 dichters te beluisteren en te zien op verschillende podia. De afgelopen jaren, vooral door Corona, werd het vertrouwde format losgelaten en werden de dichters op 1 centrale plek bij elkaar gebracht, maar dit jaar zijn er weer allerlei podia in de binnenstad waar je je poëziehart kan vullen met voordrachten van dichters.

Ik deed al 4 keer mee en dit jaar is de 5e keer. Ik mag voordragen op het hoogkoor in de Grote of St, Bavokerk aan de Grote Markt 22 (in de eerste ronde) en in de Ierse bar The Wolfhound aan de Riviervismarkt 9 in de tweede ronde. Verder zijn er podia in Yogacentrum Hof20, Café Koops, De tekenzolder in de Waag en in het  Rosenstock Huessy Huis. De aanvangstijden van de verschillende rondes zijn om 13.15 uur, 14.25 uur en 15.35 uur. De verschillende podia worden gepresenteerd door Tom de Haan, Mireille Buldeo Rai, Ingrid Elsing, Simon Mulder en Renske Leijten.

De aftrap is om 12.00 uur in de Grote of St, Bavokerk. De toegang is gratis en er wordt zoals elk jaar een festivalbundel uitgegeven waarin van elke deelnemende dichter een gedicht is opgenomen. Deze festivalbundel is natuurlijk ook ter plekke te koop. Uit de editie van 2023 ‘Plot‘  heb ik het gedicht ‘Memento’ van dichter, redacteur, voormalig dorpsdichter van Laren en docent schrijven Gerard Beentjes (1951) gekozen.

.

Memento

.

Er woont een gedicht in mijn hoofd

als een eindeloos polderlandschap

waar de koeien afwezig en op stal

.

Er woont een gezicht in mijn hoofd

dat de trekken van mijn vader toont

terwijl het zich spiegelt als mijn zoon

.

Er woont een hoofd in mijn gedicht

de oogkassen hol de wangen leeg

terwijl mijn voeten mij bewegen

.

Er woont een gedicht in mijn hoofd

de hond rent blaffend voor mij uit

we wandelen de zon breekt door

.

Het langzaam voorover vallen

Alja Spaan

.

Het schrijven van een recensie is geen sinecure. Voor mij niet althans. Ik lees een bundel eerst vluchtig door, scan wat gedichten her en der en daarna lees ik de bundel een keer helemaal achter elkaar secuur door. Ik maak aantekeningen en begin te schrijven. Tijdens het schrijven blader ik terug, herlees ik en toets ik wat ik vind aan de pagina’s in een bundel.

Een recensie schrijven is werken en genieten (als de bundel daar aanleiding toe geeft) ineen. In het geval van het recenseren van de bundel ‘Het langzaam voorovervallen’ van Alja Spaan (1957), uitgegeven door uitgeverij P afgelopen maand komen er nog wat verwachte extra complicaties bij. Want niet alleen vorm ik samen met Peer van de Hoven en Alja Spaan het bestuur van Meandermagazine.nl maar ik ken Alja al ruim 15 jaar en durf ik te zeggen dat we goed bevriend zijn, een vriendschap die zich uitte in samen een gedichtenbundel publiceren  (Je hebt me gemaakt met je kus) en voordragen op podia die zij of ik organiseerden.

Desalniettemin is het me elke keer weer een grote eer om haar dichtbundels te recenseren. Omdat ik ook een groot bewonderaar ben van haar poëzie. Ik lees bijna dagelijks haar gedichten die ze publiceert op haar website aljaspaan.nl maar elke keer weer als Alja een bundel publiceert (dit is al haar 7e dichtbundel) ben ik nieuwsgierig naar de inhoud.

In ‘Het langzaam voorovervallen’ staan gedichten die Alja schreef in de periode januari 2019 – januari 2021. Wekelijks las ze toen voor in een zorginstelling voor ouderen waar de jongste luisteraar 72 was en de oudste 99. De bundel ademt kwaliteit. Een mooi vormgegeven bundel met een lichte omslag met aan de binnenkant een dubbele omslag met informatie over de bundel en over Alja. Vierenvijftig gedichten over de duur van twee jaar, wekelijks een gedicht. De snelle rekenaar begrijpt dat er bijna een jaar ontbreekt, het Coronajaar toen zorginstellingen hermetisch afgesloten waren voor buitenstaanders.

Dan de gedichten. Lezend in de bundel valt me elke keer weer op, over wat een geweldig observerend vermogen Alja beschikt. Een groot oog voor detail en voor de mensen aan wie ze voorlas. Alja kijkt en luistert, ziet maar oordeelt nergens. Ze beschrijft een wereld die aan haar langs trekt. Het lijkt een samenleving, een wereld onder een stolp, bevroren in de tijd. Door haar gedichten, die eigenlijk één doorlopend verhaal zijn, leer je de mannen en vooral vrouwen in het tehuis kennen. De heer D. mevrouw Z., mevrouw V., mevrouw A., de heer T. en mevrouw D. waar de bundel mee opent. Door de gedichten van Alja komen ze tot leven en los van het papier.

Herkenbare situaties voor wie ooit te maken kreeg met ouderen die niet meer zelfstandig kunnen wonen. Het voortdurend terugkerende wachten (zoals Pom Wolff heel scherp al beschrijft in zijn recensie van deze bundel op pomgedichten.nl), de verveling, het in slaap vallen, het ‘roddelen’ over de andere inwoners maar ook de verwarring bij de ouderen, het overlijden van een medebewoner en de herinneringen. Heel terloops, maar voor de goede verstaander en lezer van haar vorige bundels, komen de vader en de moeder van Alja als vanzelfsprekend langs in haar gedichten. De groep die ze voorleest vertoont gelijkenissen met de herinneringen die Alja heeft aan haar moeder.

De gedichten in deze bundel schilderen, in de bekende bijzondere stijl van dichten van Alja: tweeregelige gedichten waarbij de zinnen in elkaar overlopen, een wereld waarin het verleden net zo tastbaar aanwezig is als het heden. Met veel plezier en nieuwsgierigheid las ik de bundel in één ruk uit en voelde me onderdeel van een wereld die ik niet van dichtbij ken maar waarvan ik nu wel het gevoel heb dat ik weet hoe het eraan toegaat, wat er speelt maar vooral een wereld die ik mag kennen door de ogen en de taal van Alja.

Ik ben het helemaal eens met mevrouw Z. (om een andere reden maar desalniettemin) aan het einde van het gedicht ‘het oude litteken’ op pagina 49 “mevrouw Z. hoewel teleurgesteld / dat we niet gaan handwerken, noemt mij een cadeau.”  En een cadeau is ook deze bundel. Ik zou vele gedichten hier, ter illustratie van alles wat ik hierboven heb geschreven willen delen maar ik kan geen keuze maken. Elk gedicht is raak, ontroert, verbaast, vertedert, stemt tot nadenken, maakt verdrietig of juist blij. Ik kan alleen maar zeggen; Koop deze bundel, het zal geen moment teleurstellen, lees en herlees deze gedichten en geniet van de taal en de poëzie van Alja.  Om toch een gedicht hier te delen koos ik voor het gedicht op pagina 35 getiteld ‘het bepalend tijdstip’.

.

het bepalend tijdstip

.

De heer P., naast me, glimlacht de hele tijd maar zegt niets. Hij is

de eerste, ik duw hem tegen de tafelrand

.

vraag hoe zijn week was en hij knikt. In een verloren moment heeft

hij eens gezegd dat er zoveel overbodig geklets

.

is en ik heb dat natuurlijk beaamd maar er zijn tien vrouwen die dat

bestrijden en zelfs die ene andere man, mij

.

elke keer uitleggend hoe zijn gehoorapparaat werkt en ik de techniek

prijzend, houdt van dat oeverloos geleuter. Dat komt,

.

zegt hij, omdat hij zo’n romanticus is en hij legt zijn lange, witte en

benige hand over de mijne. De dames

.

zijn niet gecharmeerd, er heerst een virus, iedereen kucht en niemand

wil weten hoe groot de rol van de ander was,

.

niet echt tenminste of alleen door de ogen van Annie M.G. Mevrouw

de B. schatert, o, zegt ze, dat venijn!

.

Wat maakt een gedicht goed?

Meanderbundel

.

Gedurende anderhalf jaar stelde de redactie van het literair E-magazine Meander aan medewerkers en lezers van Meander de vraag ‘Wat maakt een gedicht goed?’. Vanaf de eerste bijdrage door Johan Reijmerink (onder andere recensent voor Meander) op 22 juni 2021, tot de laatste bijdrage op 10 januari 2023 van Jan van der Vegt (onder andere incidenteel columnist voor Meander) was dit een zeer goed gelezen en favoriete rubriek in de nieuwsbrieven die Meander verstuurd. Heel veel bekende en minder bekende namen stuurden hun bijdrage in (ik ook #40) en na de laatste inzending vond het bestuur van Meander (Alja Spaan, Peer van den Hoven en ik) de bijdragen zo waardevol en interessant dat we ervoor hebben gekozen de bijdragen te bundelen.

De bundel ‘Wat maakt een gedicht goed?’ werd vormgegeven door Bart van Heiningen van BRRT.Graphic.Design en werd mede mogelijk gemaakt door het Karin van Ringen Fonds. En natuurlijk door 75 geïnspireerde medewerkers en lezers. Want zei stuurde unieke, serieuze, speelse, poëtische, humoristische, strenge, onderhoudende, (te) lange, korte, verlegen, duidelijke, geërgerde, motiverende, vluchtige en opnieuw vragende bijdragen in.

In de bundel staan ze allemaal op volgorde van publicatie. Opnieuw een feest om te lezen. Alle bijdragers hebben het boek reeds thuis ontvangen maar wil je de bundel ook ontvangen, dan kan dat via redactie@meandermagazine.nl. De kosten zijn 10 euro plus 4,00 portokosten binnen Nederland en voor België (en verder in Europa) 8,50. Heerlijk om te lezen, en een mooi cadeau om weg te geven aan elke rechtgeaarde poëzieliefhebber.

Een enkele bijdrager heeft zijn of haar bijdrage aangeleverd in de vorm van een gedicht, zo ook Jan Loogman (#10), docent creatief schrijven en columnist die ook interviews voor Meander maakte.

.

Ik tel de woorden.
Zestig heb ik er
om goede poëzie
te vangen.
Nu nog vierenveertig.

.

Dubbel glas heeft poëtische mogelijkheden.
Breekbaarheid
al minder.

.

Misschien is goede poëzie
diverse taal.
Alle woorden mogen
mits zij elkaar licht gunnen.

.

Vensterglas is goed
omdat het uitzicht biedt
en ook enige bescherming.

.

Goede poëzie is vloeibaar
als glas en even breekbaar hard.

.

Het bestuur van Meander met de bundel

Stolp

Johan Meesters

.

Elk jaar dat de organisatie van de Haarlemse Dichtlijn hun festival organiseren op Hemelvaartsdag, wordt er ook een festivalbundel gemaakt. Ook dit jaar. De bundel getiteld ‘Plot’ onder redactie van Peer van den Hoven en Anneruth Wibautbevat alle gedichten rond het thema ‘Plot’ dat de deelnemende dichters schreven voor dit festival. Mijn bijdrage ‘Waarheidsvinding’ staat er in en nog 61 gedichten.

Een van de gedichten ‘Stolp’ is van dichter en uitgever Johan Meesters (uitgeverij Leeuwenhof). Johan Meesters (1955) is een actieve dichter, hij reist Nederland en België rond vanuit Zeeuws Vlaanderen om zijn gedichten te laten horen en om bijvoorbeeld met Jan Bulsink in Amersfoort bij Dichters in gesprek, in gesprek te gaan met dichters over hun werk. Meesters debuteerde in 2007 met de bundel ‘Churse verzen’ een bundel met light verse verzen. Voor dit jaar staan er twee nieuwe bundels op stapel waaronder opnieuw een met light verse en een met serieuzer werk..

In ‘Plot’ dus het gedicht ‘Stolp’ waaruit de creativiteit van Johan al blijkt uit hoe hij het thema heeft gebruikt in zijn gedicht.

.

Stolp

.

ik vrees

dat levens uit niets

.

verschijnen als onbeschreven bladen

waar zich verzinksels op delen en verfijnen

zich schikken en zich in daden draaien

.

plots is jouw hoofd een glazen stolp

en glinstert een verhaalverloop

in gulle golven door het spinsel

.

stemloze sterveling

inschikkelijk kreng

in chaos drijvende enkeling

.

wat trekt jou in dit ijdel taalspel?

wie of wat beheert dit bouwsel?

waarheen leiden die levenslijnen?

.

ongekluwend onbezield schepsel

onwezenlijk wezen dat moet vrezen

.

in nevels van niets

te verdwijnen

.

Waarheidsvinding

De Haarlemse dichtlijn

.

Op Hemelvaartsdag wordt al sinds jaar en dag De Haarlemse Dichtlijn georganiseerd, een poëziefestival waar maar liefst 100 dichters aan kunnen meedoen. In het Verhalenhuis aan de van Egmondstraat kwamen dit jaar ruim 60 dichters bij elkaar, met publiek meer dan 100 mensen. I de Theaterzaal, de Ademende zolder, het Taalterras en de Intieme huiskamer werd in drie ronden voorgedragen. Ik droeg voor in de eerste en de derde ronde met tweemaal drie gedichten.

De organisatie was als altijd van zeer hoog niveau, de inleiders en presentatoren kundig en het was weer een plezier om zoveel bekende en onbekende dichters te mogen beluisteren en spreken. De festivalbundel (te koop voor € 12,- bij de organisatie) die elk jaar gemaakt wordt van alle gedichten die de deelnemende dichters inbrengen werd dit jaar vormgegeven door Mart Warmerdam. Ook ik heb een gedicht ingebracht met het thema ‘Plot’ getiteld ‘Waarheidsvinding’ dat is opgenomen in de bundel.

Het bestuur van Meander (Alja Spaan, voorzitter, Peer van den Hoven en ikzelf) konden op deze mooie middag ook de bundel met bijdragen van de Meandermedewerkers voor het eerst aanschouwen. De bundel ‘Wat maakt een gedicht goed?’ wordt binnenkort officieel gepresenteerd.

.

Waarheidsvinding

.

Ik droomde de waarheid. In die lucide momenten

was er steeds het besef, dat ik kort van herinnering ben.

.

Het verlies van die helderheid laat geen leegte achter,

de waarheid is steeds een momentopname. Waarom

.

waken over gedachten die verlopen in de tijd,

daarin hun uiterste houdbaarheid bereiken? Nu,

.

wakker geworden door de lichtheid van de ochtend,

begin van lichamelijk leven, na de veilige onthechting,

.

blijft opnieuw die vraag liggen. Tijd schenkt pauzes van

schijnbare duidelijkheid in een leven vol ruis.

.

Haarlemse dichtlijn 2022

Voordragen!

.

In 2019 was ik voor de eerste keer aanwezig bij de Haarlemse Dichtlijn een megadichterspodium in Haarlem dat op Hemelvaartsdag wordt georganiseerd. In 2020 en 2021 ging dit spektakel helaas niet door wegens Corona (wel een keer digitaal, dat was op zichzelf erg leuk maar slechts een slap aftreksel van de werkelijke vorm). Dit jaar gaat het gelukkig wel weer door en ik mag een plekje vullen op het podium.

Het podium staat dit jaar niet op allerlei plekken in de Haarlemse binnenstad. Er is maar één podium en die staat in de aula van Huis Hodshon, Spaarne 17. Om 12.00 uur vindt de eerste dichtronde plaats waarin ik een plekje heb (als 4e na Cora de Vos en voor Else Dudink), gepresenteerd door Marten Janse, voorzitter van de Haarlemse Dichtlijn. De vier aansluitende rondes, ook in Huis Hodshon, worden respectievelijk gepresenteerd door Peer van den Hoven, Lieneke van der Veen, Rogier Cornelisse en Anneruth Wibaut, ook allen lid van de organisatie Haarlemse Dichtlijn. Steeds negen, tien of elf dichters die elk drie gedichten voordragen en samen het publiek verwennen met een dertigtal nieuwe gedichten.

Welke drie nieuwe gedichten ik ga doen, daar zit ik nog op te broeden. Een bezoekje aan Haarlem kan ik echter nu al zeer aanbevelen. Want ik ben slechts één van de 55 dichters die die dag gaan optreden. Andere dichters zijn bijvoorbeeld Jan Kal, Frans Terken, Erika De Stercke, Anneke Wasscher, Gerard Scharn en Jolies Heij.

Een gedicht dat ik afgelopen jaar schreef (maar dit keer niet zal voordragen op de Haarlemse Dichtlijn) is het gedicht ‘Zandkorrel’ dat ook als ansichtkaart wordt weggegeven bij elke nieuwe MUGzine.

.

Zandkorrel

 

Golven hebben je benen lief,

op hun strelende beweging

reis ik mee.

 

Illegale zee-vluchteling,

gelegenheidsreiziger langs strakke

kuiten, zout-gladde bovenbenen.

 

Tot in de beschutting van je lies,

vastgeklampt aan zoveel schoonheid,

mijn verblijf verlengd

 

in de warmte van je broekje. Tot

wekend badwater of een

kille douchestraal mij

van je losrukt.

.

Vermits

Alja Spaan

.

Deze week wil ik gedichten delen uit bundels die ik de afgelopen jaren heb gekocht of gekregen, van dichters die debuteren of juist al vaker publiceerden. Bundels die ik op dit blog al eens besprak maar die toch zeker de moeite waard zijn om nogmaals aandacht aan te besteden.

Een van die bundels is ‘Tegen het vergeten en voor de behoedzaamheid’ uit 2018, van Alja Spaan (1957). Degene die mij kennen weet dat ik Alja al lang ken, dat we samen een bundel hebben gemaakt: Je hebt me gemaakt met je kus’ uit 2010, uitgegeven bij haar uitgeverij Atelier 9en40, dat ik voordroeg bij haar huiskamerateliers tijdens Alkmaar Anders en dat we tegenwoordig samen in het bestuur van Meander zitten (met Peer van den Hoven).

Uit haar mooie bundel met haar zo typerende disticha vorm ( strofes van een gedicht in twee regels) koos ik voor het gedicht ‘Vermits’.

.

Vermits

.

Onbezochte plaatsen als die, linksom onder de

oksels door, het is geen vakantie, zeg

.

je, geen hoogseizoen, er valt eigenlijk niets te

zien. Opeens ben je van

.

de kaartverkoop, scheurend langs de stippellijn,

verboden strookjes op de grond te

.

werpen. Opeens ben ik van de attracties, hangend

in de wachtrij. Hoe anderen dat doen is

.

niet interessant. Ik heb eigenlijk alle dagen vrij,

zeggen we, of hoe werk een

.

substituut is voor eenzaamheid. Een volgende

keer beloven wij. Handen klem onder

.

de armen, nagels langs een halve maan, zon zakkend

in een eiland.

.

De Koepel

Haarlemse Dichtlijn

.

In Haarlem ligt de voormalige Koepelgevangenis. Als kleine jongen reden we daar regelmatig langs op weg naar mijn opa en oma en ik vond de Koepelgevangenis altijd iets indrukwekkends hebben (en nog steeds wel). De Koepel, zoals het tegenwoordig heet aan de Harmenjansweg 4, wordt verbouwd tot University College, campus met studentenwoningen, horeca en filmhuis. Van gesloten gevangenis naar open campus is een hele metamorfose. In oktober  2018 vindt er een maand lang ‘architectural healing’ plaats om met kunst en cultuur de sfeer van het verleden uit het monument te verdrijven. Daarna begint de verbouwing van zo’n twee jaar.

Onderdeel van deze ‘architectual healing’ is een poëzieproject van de Haarlemse Dichtlijn. Op zondag 14 oktober helpen twintig dichters mee om het gebouw te ‘genezen’. Verspreid over de cellen zullen ze poëzie gaan schrijven. Bezoekers worden aangemoedigd om hen in hun cel te bezoeken. Daar zien ze de dichter aan het werk en mogen ze rekenen op een persoonlijke voordracht van vers geschreven poëzie. Helaas is de toegang niet gratis, maar je krijgt er veel voor terug! Bovendien krijgen de eerste honderd bezoekers via een intekenlijst een korting van 5 euro op de aanschaf van de bundeling van alle gedichten!

De dichters die in de Koepel aanwezig zijn en die je daar kunt ontmoeten tussen 15.00 en 18.00 zijn:
Demi Baltus, Grim Bouwmeester, Lilian Cornielje, Wieke Hart, Peer van den Hoven, Sylvia Hubers, Mischa van Huijstee, Marten Janse, Jan Kal, Eric van Loo, Harmen Malderik, Simon Mulder, Paul Roelofsen, Riet van Schie, John Schoorl, Willemien Spook, Frans Terken, Anneruth Wibaut, Maarten Willems en Pom Wolff.

.

Alvast een voorproefje van één van hen, Anneruth Wibaut, een gedicht uit 2014 getiteld ‘Zonder vleugels’.

.

Zonder vleugels

.

mensen vielen uit de hemel
engelen die vrede kwamen brengen
hoopten we
maar ze hadden geen vleugels

stukken van mensen regenden neer
op onze daken en tuinstoelen
in onze velden en akkers
tussen gras en graan

mensen kwamen tevoorschijn uit de wolken
als vogels hoopten we nog
dat ze geen doden waren

ik heb je zoon gevonden en zijn vrouw
hun dochter ook
ik heb ze gelegd tussen de zonnebloemen
ik zal vrede voor ze zoeken

.

Reuring

Kwijt

.

Op zaterdag 26 mei zal ik voordragen op het sympathieke poëziepodium Reuring van Alja Spaan in Alkmaar. Hans Marijnissen presenteert zijn nieuwe bundel Honger, Dorst & Verlossing, verder zullen optreden de dichters Elly Stolwijk, Peer van den Hoven en Conny Lahnstein.

Zaterdag 26 mei in de Aikemazaal van Koekenbier aan de Kennemerstraatweg 16 in Alkmaar. Aanvang 16.00 uur, toegang gratis.

Deze laatste dichter Conny Lahnstein (1960) is naast dichter ook zangeres, artiest en beeldend kunstenaar. Van haar hand alvast een voorproefje, het gedicht ‘Kwijt’.

.

Kwijt

.

Mijn bril is zoek, hij zou hier moeten
liggen, tussen mijn kleren of misschien
de handdoeken, daar waar ik de haarspeld
vond die gisteren nog spoorloos was.

Zonder bril zoek ik naar mijn sleutels, vind
ze niet in mijn jaszak of het laadje, niet in
mijn tas of onder de mat. De code van mijn
pas vraag je, die ben ik alweer vergeten.

Ik zou het moeten weten, net als de naam van
dinges, je weet wel, waar we laatst nog waren.
En die ene CD zit niet in het hoesje. Nog een
zoekgeraakt stukje dan is de puzzel compleet.

De tijd laat zich vinden.

.