Site-archief

100 inspirerende websites over poëzie

Voor poëzieliefhebbers

.

Via een Facebookgroep kwam ik op een website terecht waar ik erg blij van werd. De website http://mastersinenglish.org/poetry/ biedt een overzicht van maar liefst 100 Engelstalige websites over poëzie. Poëzie is volgens de makers van deze pagina één van de meest rijke, complexe en mooie vormen van expressie in elke taal. De culturele en emotionele impact van poëzie kan niet worden overschat. Schrijver Salman Rushdie zij ooit over poëzie: “A poet’s work is to name the unnameable, to point at frauds, to take sides, start arguments, shape the world, and stop it going to sleep.”. Mooi gezegd en helemaal waar.

Deze lijst bestaat uit een aantal onderdelen te weten poëzie organisaties, poëzie magazines, poëzie blogs, poëzie archieven en collecties, voordrachts- en evenementensites en websites voor dichters. Een schatkamer vol kortom. Uit deze lijst heb ik een keuze gemaakt voor Free verse, A journal of contemporary poetry and poetics. In deze website heb ik wat rond gestruind en daar kwam ik een gedicht tegen van Sarah Riggs getiteld ‘Van Gogh in a Landscape, 1957’. Dit gedicht verwijst naar een schilderij van Francis Bacon.

Sarah Riggs is een dichter, regisseur, essayist en kunstenaar afkomstig en woonachtig in New York na meer dan 10 jaar in Parijs te hebben gewoond. Ze publiceerde vijf dichtbundels en vertaalde er zes van het Frans naar het Engels. Daarnaast is ze docent aan het Pratt institute in Brooklyn.

.

Van Gogh in a Landscape, 1957

.

Rounding the outscape: stick figure drop off

Near dusk: a bluish blind sort of Giverny

Spongy, earth-stroked: miniscule artist

Become a twig: his head splashed on

Dot of yellow, to the side of neck: afterthought

Seen from around the curve: last walk?

Last neighborhood: also greens, reeds

A huge hole: mire of glanced pigments

The edge is clear: a trunk warps to the left

Barely on the road: save for the blotch of sun

Or seeds or mind: he won’t get here

Not landscape: paints pain out in it

.

Winterlicht

Antoinette Sisto

.

In 2013 verscheen bij uitgeverij Boekenplan de bundel ‘Dichterbij de dagen’ van Antoinette Sisto. In deze bundel beschrijft ze het naderende afscheid van een geliefde. De gedichten zijn dan ook vaak wat zwaar en melancholisch en juist door de thematiek is het gedicht ‘Winterlicht’ in deze maand van eerbetoon aan haar dichterschap, zo toepasselijk. Maar vier jaar na de publicatie van dit gedicht is zij zelf overleden en kan ik bij het lezen ervan alleen maar denken dat het over haar zelf gaat, al weet ik dat dit niet zo is.

.

Winterlicht

.

Eens keek je verwachtingsvol

door een toekomstraam

naar buiten.

.

Toen de schaatsers langs de kade

nog uitbundig zingend

huiswaarts reden

.

lange achten trokken

rondom wakken

in het dunne ijs.

.

Geen schittering was witter

dan het wit

van onze dagen.

.

Omgekeerd was er een nacht

een firmament

van duizelingen.

.

Een maan lachte verstolen

door de warme adem

op je ruit.

.

Hoeveel jij van het leven hield

dat zal ik nooit vergeten.

.

 

Bloemen van ’t veld

Alice Nahon

.

Van mijn broer kreeg ik de bundel ‘Bloemen van ’t veld’ van Alice Nahon. In de serie Vlaamse pockets; Poëtisch erfdeel der Nederlanden verschenen in 1970. Hoewel het uiterlijk van de bundel doet vermoeden dat het hier een pocket uit de jaren vijftig betreft (of ouder) is het toch nog maar 47 jaar oud.

De inleiding bij deze bundel is geschreven door Karel de Jonckheere.  Alice Nahon (1896 – 1933) was een Antwerpse dichter. In Vlaanderen is Nahon wellicht het meest bekend van de versregels van haar Avondliedeke III:

’t is goed in het eigen hert te kijken, nog even vóór het slapengaan, of ik van dageraad tot avond, geen enkel hert heb zeer gedaan’

Haar vader was Nederlander en haar moeder was Vlaams. Zij leed aan chronische bronchitis en depressiviteit en bracht meerdere jaren door in diverse sanatoria, waaronder Tessenderlo. Toch schreef zij in die periode twee dichtbundels: ‘Vondelingskens’ (1920) en ‘Op zachte vooizekens’ (1921), die haar een enorme populariteit bezorgden. Na verblijven in Italië en Frankrijk ging ze vanaf 1927 werken in de stadsbibliotheek van Mechelen. Met de bundel ‘Schaduw’ (1928) wilde ze zich afzetten tegen haar zoetgevooisd imago en tegen de kritiek van onder andere Paul van Ostaijen.

Uit haar debuutbundel ‘Vondelingskens’ het gedicht ‘Herfst’.

.

Herfst

.

Achter d’oude kloosterwoning

Hing wat rode zon.

Onder goud-getinte linde

Bad een jonge non.

.

Heur gelaten ogen droomden

Onder blanke doek,

Naar de zwart’ en rode letters

Van ’t getijdenboek.

.

Langs de wegskens was geprevekl

Van wat blâren bruin;

Aan heur voeten bogen schrale

Violieren schuin.

.

Als ’n dod’ illuzie, die ze

Lang vergeten had,

Viel er op heur jonge handen

Een verschrompeld blad.

.

Poëzie en Muziek

Sabine Kars en Mas Papo

.

Twee dichters die ik al langer ken en zeer waardeer zijn een nieuw initiatief gestart. Sabine Kars en Mas Papo hebben de handen ineengeslagen en beginnen op 8 oktober een nieuw radioprogramma over poëzie en muziek. Binnenkort staat alle relevante informatie op hun website https://www.overpoezieenmuziek.nl

Vanaf 8 oktober dus elke zondagavond live bij B-FM in de ether http://www.b-fm.nl twee uur lang (van 21.00 tot 23.00) een programma over muziek en poëzie. Dat kan dus zijn poëtisch taalgebruik in songteksten, poëtische tekstdichters, maar ook poëzie die gebruikt is in liedjes of daar de basis van vormen maar ook muziek die poëtisch is of kan zijn zonder woorden. En natuurlijk muziek en poëzie.

Singer-songwriters zullen hun gasten zijn maar ook rappers, dichters en andere mensen die op een of andere  manier professioneel met poëzie of muziek bezig zijn. Organisatoren. Boekhandelaren, Poëziecentrum  etc. Je kunt het zo gek en breed niet bedenken of het kan aan de orde komen.

In Poëzie door Muziek willen ze een glimp van de wisselwerking tonen tussen muziek en poëzie, door wekelijks te dichten naar aanleiding van een nummer en op die manier een inkijk in het persoonlijke en associatieve schrijfproces geven.

Ook zal dit poëtische duo wekelijks  een artiest of liedje belichten vanwege het poëtische karakter. Dit item heet Poëzie in Muziek. Maar er zal ook interactie zijn met de luisteraars die gevraagd zullen worden gedichten te schrijven naar aanleiding van een thema of onderwerp en er komt een agenda met een greep uit het ruime aanbod te bezoeken podia, festivals en andere interessante evenementen die met poëzie en/of muziek te maken hebben. Kortom er valt een hoop te genieten vanaf 8 oktober op B-FM (te beluisteren via de kabel en via hun website).

Deze twee fijne presentatoren hebben mij uitgenodigd om op zondag 22 oktober in hun programma te komen praten over poëzie. Daar heb ik, uiteraard, met volle overtuiging ja op gezegd. Ik zal vertellen over mijn eigen dichterschap en poëzie.

Speciaal voor deze blog een gedicht van Sabine Kars over één van mijn en haar favoriete liedjes van George Harrison ‘Here comes the sun’.

.

here comes the sun

.

een man klonk door

de winkelstraten deelde

.

broze liedjes uit

poëzie aan passanten

hun tassen volgeladen

.

ik zag kortstondig vuur

in ogen mensen open en dicht gaan

munten vielen schouders schoten omhoog

.

een glimlach werd opgegooid en ik ving

een voortdurend pamflet

tegen vergeefsheid

.

 

Dichter van de maand oktober

Antoinette Sisto

.

Op 3 juli jongstleden overleed Antoinette Sisto (1963), een prachtig dichter en een lief en mooi mens op veel te jonge leeftijd. Antoinette was dichter, vertaalde Italiaanse poëzie en ze was sinds 2007 redacteur voor Meander. Voor Meander interviewde ze vele dichters waaronder mij in 2014. Ik had haar leren kennen op het WAK festival in Den Haag en sindsdien volgde ik haar als dichter. Ze droeg een aantal keren voor op podia die ik organiseerde en ik mocht bij de presentatie van haar laatste bundel ‘Hoe de zee een woord werd’ in februari van dit jaar een aantal van haar gedichten voordragen. Als mens en als dichter wordt ze enorm gemist. Alle reden om haar dichter van de maand oktober te maken.

Op alle zondagen in oktober zal ik een gedicht uit één van haar bundels plaatsen. Deze keer uit haar laatste bundel het gedicht ‘Diner voor twee’.

.

Diner voor twee

.

Neem een bovengemiddeld slimme man
kies een bekoorlijke vrouw
geef de vrouw dat beetje koketterie
dat ruim door de beugel kan, onzichtbare lipstick
de man geen sigaret
maar een kalm gebaar van handen
zonder trouwring

zoek een decor bij elkaar
intieme muren, een goed verlicht restaurant
een kamerscherm
dat toch niet formeel aandoet.

Laat obers met zwarte vlinderstrikjes
hen bedienen met discretie, zonder tolken of
overbodige vorken, ervoor waken
dat ze geen wijn morsen
op haar met ijver uitgekozen jurk.
Laat hen niet meer dan twee ons vlees
per persoon eten.

Voeg beslist geen strijkers toe
maar laat van tijd tot tijd
passende geluiden vallen
het zachte tinkelen van metaal
tegen porselein de aandacht
van verlegen blikken afleiden
servetpunten die de lippen teder deppen
na elk met zorg gekozen woord
dat toch spontaan op de tong uiteenvalt.
Let op zonder te veel zout of bittere nasmaak.

Laat emoties hoog oplopen
een reden om het af te zoenen
op de drempel van de buitendeur zonder glas.
Maak dat ze tenslotte verdwijnen
hun schaarse woorden, de lichamen wit
tegen het donker, wanneer de avond sneller valt.

.

Halina Poświatowska

Liefdespoëzie

.

Halina Poświatowska ( 1935 – 1967) was een Pools dichter die door een ongeneeslijke hartafwijking niet oud is geworden. In 1967 overleed zij na een hartoperatie aan trombo-embolische complicaties. Poświatowska behoort tot de moderne tijd dichters in Polen. Ze debuteerde in 1956 met gedichten in het blad ‘Gazeta Czestochowa’. Hierna volgden drie dichtbundels met titels als ‘Today’ (1963), ‘Ode to hands’ (1966) en postuum ‘One more memory’ (1968).

De belangrijkste motieven van haar poëtische werk zijn de liefde en de dood.  Bewust van haar broosheid, heeft Poświatowska herhaaldelijk haar tegenstand tegen het onbegrensde lot uitgesproken. Zij klaagde de onvolmaaktheid van het menselijk lichaam aan, maar ze gebruikte ook elk moment van haar leven. In haar werken negeerde ze haar vrouwelijkheid. Ze schreef over zichzelf en andere vrouwen als heldinnen. Dit alles ingebed in diepe filosofische gedachten. De poëzie van Halina Poświatowska is een studie van de menselijke natuur, van een liefdevolle vrouw en  van een vrouw die bewust is van haar sterfelijkheid.

Uit ‘Heb medelijden, tijd’ Poolse poëzie van de twintigste eeuw uit 2003, het gedicht zonder titel in vertaling van Karol Lesman.

.

*

.

Ik ben Julia

ik ben 23 jaar

ooit proefde ik van de liefde

ze smaakte bitter

als een kop zwarte koffie

versterkte

mijn hartslag

prikkelde

mijn levend organisme

wiegde mijn zintuigen

.

ze heeft me verlaten

.

ik ben Julia

op een hoog balkon

hangend

schreeuw ik kom terug

ik roep kom terug

ik bezoedel

mijn gebeten lippen

met de kleur van bloed

.

ze is niet teruggekomen

.

ik ben Julia

ik ben duizend jaar

ik leef-

.

 

Dichtregels op brugwachtershuisjes

Brugwachtershuisjes.nl

.

De Stichting Brugwachtershuisjes heeft als doel om leegstaande brugwachtershuisjes een nieuwe bestemming te geven. Brugwachtershuisjes zijn vaak zorgvuldig ontworpen huisjes op markante plekken in een stedelijke of landelijke omgeving. De stichting heeft de overtuiging dat een positieve beleving van deze huisjes het beste gewaarborgd wordt door deze een nieuwe functie te geven. Stichting Brugwachtershuisjes initieert en stimuleert dit hergebruik en biedt zo mogelijk ondersteuning bij het vinden en realiseren van nieuwe gebruiksmogelijkheden.

Niet alleen wordt gekeken naar nieuwe gebruiksmogelijkheden, er wordt ook gekeken naar het meer aandacht geven binnen de stad aan deze huisjes. Een nieuw initiatief op dit gebied is het plaatsen van dichtregels die betrekking hebben op zo’n huisje of op de omgeving of  functie van zo’n een briugwachtershuisje.

Men heeft mij benaderd voor twee brugwachtershuisjes in Maassluis. Ik heb een gedicht aangedragen (weet niet of men daar iets mee kan, dat hoor ik nog) en ook de stadsdichter van Maassluis zal een gedicht voor een regel aanleveren.

In het centrum van Schiedam is al het brugwachtershuisje van de Ooievaarsbrug voorzien van een dichtregel van Wijbrand Boon. De regel die men aanbracht is: “Een brug …. je moet er voor open staan”. Als er meer nieuws te melden is over het aanbrengen van dichtregels van mij of in Maassluis zal ik hierop terug komen.

.

Koud water

A. Roland Holst

.

Vandaag trok ik de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1970 van A. Roland Holst (1888-1976) uit mijn boekenkast. Een keuze maken uit zijn gedichten valt nog niet mee. Hij heeft er niet alleen ontzettend veel geschreven (de bundel bestaat uit meer dan 800 pagina’s) maar er zijn ook zoveel prachtige gedichten van zijn hand. Tijdens zijn leven verschenen al 42 dichtbundels en na zijn dood ook nog enige. A. Roland Holst heeft nog altijd veel liefhebbers en bewonderaars van zijn werk. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door een eigen, plechtige stijl en rijke symboliek.

Het gedicht dat ik uiteindelijk koos (na vele gedichten te hebben gelezen, wat zeker geen straf was) is ‘Koud water’ dat oorspronkelijk verscheen in de bundel ‘Onder koude wolken’ uit 1962.

.

Koud water

.

Wat bleef mij als mijn adem eigen? Wat

is het met mij, dat ik mijn naam en mijn

mens-zijn onder de mensen onderschat

om in de vroegte zonder naam te zijn

en overeind?

Wat anders dan koud water

over mijn huid als het buiten dag wordt.

Wat anders dan te worden overstort

door het begin, het element, om later

tussen het vuur en de open glazen deur

een geest te zijn van vlees, een willekeur

tegen de wereld.

Noem het hoogmoed, noem

de enige roem waar ik mij op beroem

waanzin – de rest kan mij gestolen worden-

de zonden en de ziekten, het verdorde

verleden – wat gaat het mij aan, zolang

water, koud water, bij het dagaanbreken

mij met klinkklare aandrang

tot eersteling uitroept.

Geen taal of teken

des doods weerspreekt het leven in zijn kern.

Het daagt, maar in het water blinkt nog lang

de morgenster na – laatste van de sterren.

.

A love poem

Charles Bukowski

.

Om de zoveel tijd voel ik de behoefte om iets van Charles Bukowski te lezen. Hij heeft een manier van de dingen opschrijven die ik zeer bewonder en waardeer. Zonder opsmuk of tierelantijnen, zonder hoogdravend te zijn of gekunsteld, gewoon recht voor zijn raap maar toch altijd bijzonder. Daarom dan ook hier een gedicht zonder titel uit de bundel ‘A love poem’ uit 1979, uitgegeven door Black Sparrow Press.

.

all the women

all their kisses the

different ways they love and

talk and need.

.

their ears they all have

ears and

throats and dresses

and shoes and

automobiles and ex-

husbands.

.

mostly

the women are very

warm they remind me of

buttered toast with the butter

melted

in.

.

there is a look in the

eye: they have been

taken they have been

fooled. I don’t quite know what to

do for

them.

.