Site-archief

Anton Korteweg

Brief

.

Schreef ik een paar dagen geleden nog over een gedicht van Willem van Toorn getiteld ‘Brieven’, vandaag voeg ik daar een gedicht aan toe getiteld ‘Brief’. Ik kocht afgelopen weekend in een kringloopwinkel in Brugge de bundel ‘Gedichten 1992’ uit de Poëziereeks van het David Fonds, samengesteld door Hubert van Herreweghen (1920-2016) en Willy Spillebeen (1932).

In die bundel staat dus het gedicht ‘Brief’ van Anton Korteweg (1944). Dit gedicht werd eerder gepubliceerd in het tijdschrift Maatstaf. jaargang 39 uit 1991.

.

Brief

.

Wat ik niet kan! Op dezelfde rij tegels

honderden meters fietsen als een streep

en nooit de randen zelf maar raken. Als

aan elke kant van me het land ook maar

tien centimeter lager lag, hoe snel

verzwolg de afgrond me. Tennissend met

m’n zoon mis ik geen bal, in het echt

maakt m’n vader me in. Maar je weet,

er is bij ons geen afgrond meer en

mijn vader, hoe lang is hij dood al.

.

Entre-acte

Johan van Nieuwenhuizen

.

Dichter Johan van Nieuwenhuizen (1926-2001) publiceerde in de Windroos, een poëziereeks in 1950 gestart door Ad den Besten, in 1956 de bundel ‘Credo van de waterman’.  Ik weet dit omdat in ‘van de morgen tot morgen’  een bloemlezing van moderne poëzie ten dienste van het onderwijs uit 1963, een gedicht uit dit bundeltje is opgenomen. Van Nieuwenhuizen was onder andere redacteur van de Haagse Cahiers en hij publiceerde een gedicht in de Dichters Omnibus, de 8ste bloemlezing uit 1962.

Ik schrijf er hier een stukje over omdat het gedicht dat is opgenomen ‘entre acte’ getiteld is. Entre’acte betekent ‘tussen de handelingen’. Het kan een pauze betekenen tussen twee delen van een toneelproductie, synoniem met een pauze(dit is tegenwoordig de meest voorkomende betekenis in het Frans), maar het duidt vaker (in het Engels) op een muziekstuk dat wordt uitgevoerd tussen de acts van een theaterproductie.

In de tijd dat poëziestichting Ongehoord! nog tweemaandelijks een podium organiseerde hadden we ook altijd een entre acte. Meestal was dit een singe-songwriter, een muzikant of een band. In het gedicht van Johan van Nieuwenhuizen is er sprake van een excuus aan Emily Dickinson onderaan het gedicht. Ik heb niet kunnen ontdekken of dit slaat op de titel van het gedicht of wellicht de inhoud, daarvoor ken ik het werk van Emily Dickinson niet goed genoeg. Desalniettemin is het een bijzonder gedicht.

.

entre-acte

.

op 1 been kun jij staan

je kunt er niet op lopen –

hoe wil je op 1 been

een 2e been gaan kopen?

.

2 ogen kunnen zien

met 1 oog kun je kijken –

met 1 oor hoor jij wel

maar kun je niet begrijpen.

.

1 woord is zonder zin

een 1/2 woord overbodig –

als men je wil verstaan

heb jij twee woorden nodig;

.

maar ik ben er op uit

mijn ziel er in te leggen

en dan mijn zaligheid

in 1 woord uit te zeggen.

.

met excuses aan Emily Dickinson

.

Ansichtkaart

J. Meulenbelt

.

Vandaag als vakantiegedicht van de dichter J. Meulenbelt (1921 -2011), de oom van schrijfster Anja Meulenbelt, het gedicht ‘Op een ansicht geschreven’ uit een deel van Poëziereeks De Windroos ‘Plattegrond’ uit 1950.

.

Op een ansicht geschreven

.

Wij zijn hier met zijn allen autochthoon,

hetzij als inboorling hetzij als gast.

Het wisselende leven ligt hier vast

en zelfs ’t bijzond’re is hier doodgewoon.

.

Met niets doen breng ik alle dagen zoek,

want reeds bij aankomst breng ik alle dage zoek,

want reeds bij aankomst gaf mijn geest de geest.

Wij zijn vandaag maar niet in zee geweest,

maar kochten ansichtkaarten, op de hoek.

.

’t Gaat, zonder wensen, hier vanzelf naar wens:

Bij onze mesthoop, bloeiend van bederf,

en bij de kippen, stappend buiten ’t erf,

verdween de zware hang naar zin en grens.

.

Aarde

René Verbeeck

.

In de Poëziereeks van het Davidsfonds werd in 1968 de bundel ‘Gedichten 1968, een keuze uit de tijdschriften’ uitgegeven waarin een overzicht van bekende en minder bekende dichters met een gedicht in zijn vertegenwoordigd. Bijzonder is dat bijvoorbeeld Herman de Coninck in deze bundel nog onbekend is en als Leraar te Mechelen beschreven staat. René Verbeeck (1904-1979) staat in deze bundel met twee gedichten waaronder het gedicht  ‘Aarde’. Verbeeck was medestichter en redacteur van De Tijdstroom (1930-1934) en Vormen (1935-1940). Hij was stichter en uitgever van de Bladen voor de Poëzie (1937-1944) en hij publiceerde verschillende dichtbundels.

.

Aarde

.

Aarde

meng nog lang

uw sterke kruiden in ons bloed

.

uw zout in ons verlangen.

.

dat wij niet spreken met gespleten tong

van hemel en van aarde

op de fijne festijnen van de geest:

.

ook de meest etherische bloem

met haar wortels in uw lichaam leeft.

.