Site-archief
Naima El Bezaz
Arjan Peters
.
In de bundel ‘Belvedère’ van Arjan Peters uit 2021 lees ik een gedicht met als titel ‘Naima El Bezaz’ en onmiddellijk gaan mijn gedachten terug naar 2010 (dat heb ik even moeten opzoeken) toen haar roman ‘Vinexvrouwen’ werd gepubliceerd. Dat deed destijds nog al wat stof opwaaien.
Al eerder had Naima El Bezaz (1974-2020) van zich laten horen. Na haar debuut als schrijfster in 1995 met de roman ‘De weg naar het noorden’, verscheen haar tweede boek, ‘Minnares van de duivel’ in 2002. Die roman bevatte expliciete erotische passages. Een Marokkaans-Nederlandse schrijfster die openhartig over seksualiteit schrijft. Het kwam haar op bedreigingen te staan waarover ze zelf zei: “Ik ben een vat vol vooroordelen. Ik ben uitgesproken. Mijn bek is te groot en ik ben te direct”.
Haar roman ‘Vinexvrouwen’ over haar pogingen te wennen aan het burgerlijke leven in een nieuwbouwwijk, waar veel buurtbewoners ook ongelukkig zijn, las ik als ik destijds nadat ze was geïnterviewd op televisie, wat op mij veel indruk maakte. Zelf opgegroeid in een van de allereerste Vinex-wijken eind jaren ’60 was ik vooral heel nieuwsgierig hoe zij daarover schreef. Ik las het boek en realiseerde me dat er in de loop van de tijd wel een en ander veranderd was.
Naima El Bezaz worstelde met depressies en maakte in 2020 een einde aan haar leven. Arjan Peters interviewde haar destijds in de Bijenkorf en blijkbaar maakte ook dit interview veel indruk, getuige het gedicht dat hij erover schreef en waarin onderdelen van haar leven terug te lezen zijn.
.
Naima El Bezaz
.
Uitzinnig van blijdschap was je in de Bijenkorf
waar ik je interviewde tussen panty’s en lingerie
over je dubbele Zaanse satire
de middelmaat met gein bestrijden
leek een werkzaam medicijn
.
als het mij slecht ging, nee maar echt,
kon ik altijd bij jou terecht, zou ik dat
nooit vergeten? Het was dit, of een postzegel
in de hoofdstad, verzuchtte je in je drive-in woning
in de verfoeide wijk Westerwatering
.
Modaal plus lelijk is een straf, dat vond ik
toch ook? Vervolgens, theatraal: ‘Dit is mijn graf.’
Wat jou in onveiligheid gevangenhield,
meer dan de dwang van geloof of gedrag,
dat Meknès of eten met vork en mes,
.
het dreigement van die enge vent, de hoge flat
in het Alphen van je jeugd, waar je terug was
toen het jou slecht ging, maar dan echt, zonder
uitzinnig zicht op het hemelgewelf –
was het leven zelf.
.
Tuig
Lumpentum
.
De laatste tijd gaat het in de media nogal eens over tuig. (Voetbal-) hooligans, straatbendes, drugs-gerelateerde ontploffingen, trollen op Twitter die Jan en alleman bedreigen en ga zo maar door. De Duitse dichter, schrijver en literair criticus Heinrich Heine (1797-1856), geboren als Harry Heine (geen geintje!) schreef er een treffend gedicht over. Heine behoorde tot de stroming van de Romantiek. Hij maakte vele ironische en spitsvondige gedichten die ook tegenwoordig nog mensen aanspreken.
Het gedicht met de veelzeggende titel ‘Tuig’ of ‘Lumpentum’ in het Duits komt uit de bundel ‘Romanzero’ en wel uit het tweede boek ‘Lamentaties en Lazarus’. Het gedicht is vertaald door Marko Fondse en ik nam het uit de bundel ‘Denk ik aan Duitsland in de nacht’ uit 1988.
.
Tuig
.
De rijkelui krijg je pas plat,
Als je ze plat weet op te vrijen –
Het geld is plat, mijn kleine schat,
En eist ook platte vleierijen.
.
Zwaai gul het wierookvat met lof
Naar ieder goddelijk gouden kalf;
Kruip en aanbid in slijk en stof.
Maar áls je looft, doe het dan níet half.
.
Hoog is van ’t jaar de prijs van ’t brood.
Maar ’t schoonste van de woordenschat
Ligt nog op straat – bezing desnoods
Maecenas’ hond en vreet je zat!
.
Lumpentum
.








