Site-archief

Eventjes

Hannes Meinkema

.

Hannes Meinkema (1943), schrijver, feminist en literatuurwetenschapster (pseudoniem van Hannemieke Stamperius) schreef ook poëzie. Ik schreef al eerder over haar werk dat uit heel veel romans, essays en verhalen bestaat en uit precies 1 dichtbundel ‘Het persoonlijke is poëzie’ uit 1979. Binnen bepaalde kringen is haar werk bekend maar bij het grote publiek is ze vooral een schrijver die  in de jaren ’70 en ’80 enige bekendheid verwierf met bijvoorbeeld de roman ‘En dan is er koffie’.

De reden dat ik hier opnieuw over haar schrijft ligt gelegen in het feit dat ik een gedicht van haar las uit die ene poëziebundel die ze publiceerde waarin een gevoel beschreven wordt dat ik herken van vrienden met jonge kinderen en drukke banen. Het steeds maar aan staan, elk moment van de dag, vooral bij mensen die thuis werken (in maar ook na de Corona periode). De hoofdpersoon in dit gedicht blijft eventjes zitten in de auto die voor de deur van haar huis geparkeerd staat voor ze naar binnen gaat (waar er waarschijnlijk meteen een beroep op haar wordt gedaan). Ik ken voorbeelden van mensen die juist ook het huis ontvluchten en naar buiten gaan waar ze even alleen en met rust gelaten worden.

Het feit dat dit gedicht uit 1979 stamt (of al eerder) geeft maar aan dat dit iets is dat van alle tijden is en waarvoor eigenlijk geen oplossing is. Behalve dan eventjes te blijven zitten in een auto die geparkeerd staat voor je eigen huis.

.

Eventjes

        voor Maja

ik ga eventjes werken zegt ze tegen de kinderen

eventjes

moeten jullie me niet storen

.

en de preciuese beelden die ze maakt

zijn de schrijnende en

levenslange

bronsgeworden veelheid van gevoel

van iemand die als ze het niet langer uithoudt

eventjes

in de auto voor de deur alleen moet zitten zijn.

.

Aan de kade staat een huis

Sjuul Deckwitz

.

Dichter, schrijver en feminist Sjuul Deckwitz (1952) is bekend van haar verhalen en gedichten maar heel veel over haar is er niet te vinden op het wereld wijde web. Overal en nog ergens zijn gedichten van haar te lezen zoals op DBNL.org Ze schrijft voor De Groene Amsterdammer en publiceerde in het lesbisch-cultureel tijdschrift ‘Lust en Gratie’, een Nederlands driemaandelijks tijdschrift met aandacht voor visuele kunst, literatuur en polemiek.

Ik kwam op haar spoor terecht omdat ik in een boekenwinkel de bundel ‘Niet wachten op ontspanning’ tegenkwam. Het gedicht dat ik daar las toen ik de bundel opensloeg maakte dat ik over haar wilde schrijven. Maar heel veel meer dan bovensdtaande informatie heb ik niet kunnen achterhalen.

Daarom uit de bundel ‘Niet wachten op ontspanning’uit 1985,  het gedicht ‘Aan de kade staat een huis’.

.

Aan de kade staat een huis

.

Waar Zij niet heerst, de

harde Passie, heerst het Huisgezin.

(In welke vorm dan ook.)

.

Daar hangen broeken te drogen daar

staan pannen eten bewaard te worden-

tot morgen, tot overmorgen, daar

kan alles wachten.

.

How do I love thee? Let me count the ways

Elisabeth Barrett Browning

.

Naar aanleiding van een berichtje van Bout Vercnocke ging ik op zoek naar het gedicht ‘How do I love Thee? Let me count the ways (Sonnet 43) van Elisabeth Barret Browning (1806 – 1861). Ik kwam erachter dat ik dit gedicht al eens genoemd heb in een post over een bundel van de BBC, waarin de vraag beantwoord werd wat volgens het Engelse volk het mooiste liefdesgedicht is. Dat is namelijk het gedicht ‘How do I love thee? Let me count the ways. Ik heb toen echter niet dat gedicht erbij geplaatst en daar komt nu verandering in.

Elizabeth Barrett Browning  wordt beschouwd als een van de belangrijkste Engelse dichters van het Victoriaans tijdperk. Ze werd bewonderd door tijdgenoten als William Makepeace Thackeray, Edgar Allan Poe en Alfred Lord Tennyson, was een bekwaam vertaler van Griekse teksten en een gepassioneerd abolitionist (voorstander van het afschaffen van de slavernij) en feminist. Haar liefdessonnetten zijn nog steeds populair.

Op 14 jarige leeftijd schreef ze het gedicht ‘The Battle of Marathon’ dat door haar vader in eigen beheer werd gedrukt. In 1826 debuteerde ze met de poëziebundel ‘An Essay on Mind and Other Poems’. Na de publicatie van ‘Poems’ in 1844 ontving ze een brief van de zes jaar jongere dichter en toneelschrijver Robert Browning (1812-1889), die toen nog vrij onbekend was. Ze ontmoetten elkaar, werden verliefd en trouwden in het geheim in 1846, omdat haar strenge vader zijn kinderen niet toestond om te trouwen. Het stel vertrok naar Italië en ging in Florence wonen. In die jaren schreef ze ‘Sonnets from the Portuguese’. Sonnet nummer 43 werd dus in 1997 door het Engelse volk gekozen als mooiste liefdesgedicht ooit.

.

Sonnet 43

How do I love thee? Let me count the ways.
I love thee to the depth and breadth and height
My soul can reach, when feeling out of sight
For the ends of being and ideal grace.
I love thee to the level of every day’s
Most quiet need, by sun and candle-light.
I love thee freely, as men strive for right;
I love thee purely, as they turn from praise.
I love thee with the passion put to use
In my old griefs, and with my childhood’s faith.
I love thee with a love I seemed to lose
With my lost saints. I love thee with the breath,
Smiles, tears, of all my life; and, if God choose,
I shall but love thee better after death.
.