Site-archief

Decolleté

Wisława Szymborska

.

In 1999 verscheen van Wisława Szymborska de bundel ‘Einde en begin’ : gedichten 1957-1997′ bij uitgeverij Meulenhoff.  Maria Wisława Anna Szymborska (1923 – 2012), zoals ze voluit heette, behoort tot de belangrijkste dichters van haar generatie in Polen en is een van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd. Haar oeuvre is klein, slechts 400 gedichten, maar ze zijn wereldberoemd en uitgebracht in 40 talen. Ze won de Nobelprijs voor Literatuur in 1996. Het Nobelcomité zag in haar de Mozart van de poëzie.

Haar werk kenmerkt zich door een tedere kijk op alledaagse dingen. De gedichten van Szymborska worden vaak omschreven met termen als ‘speels’, ‘ironisch’ en ‘verrassend’. Ze slaagt er telkens in zich over het meest alledaagse te verwonderen en daarin een nieuw perspectief te openen: nuchter, helder, direct en vaak met humor.

Die nuchterheid en humor is vaak heel subtiel. Zoals in het gedicht ‘Decolleté, waar ze een historische gebeurtenis als aanleiding gebruikt voor een gedicht over iets alledaags als een decolleté. De vertaling van de gedichten in deze verzamelbundel zijn van Gerard Rasch.

.

Decolleté

.

Decolleté komt van decollo,

decollo betekent: ik onthals.

De koningin der Schotten, Mary Stuart,

betrad in een gepast hemd het schavot,

het hemd was uitgesneden

en rood als een bloeduitstorting.

.

Tegelijkertijd

stond in een afgelegen zaal

Elizabeth Tudor, de koningin van Engeland,

in een witte japon bij het raam.

De jurk was triomfantelijk dichtgeknoopt onder de kin

en afgewerkt met een gesteven ruche.

.

Zij dachten in koor:

‘God, erbarm u mijner.’

‘Het gelijk staat aan mijn kant.’

‘Leven is tegenstreven.’

‘In bepaalde omstandigheden is de uil de dochter van de bakker.’

‘Dit gaat nooit voorbij.’

‘Het is al voorbij.’

‘Wat doe ik hier, hier is toch niets.’

.

Verschillend gekleed – ja, daar kunnen we zeker van zijn.

Het detail

is onbewogen.

.

 

Droombruggen

Henrik Nordbrandt

.

Het is maar zelden dat het voorwoord van een dichtbundel geschreven is door de drukker van die bundel. En het is al helemaal bijzonder dat een bundel waarbij dat het geval is, een samenwerking is van drukkerij en Poetry International. Bij de dichtbundel ‘Droombruggen’ van de Deense dichter Henrik Norbrandt is dat echter het geval.

Henrik Nordbrandt is geboren in Kopenhagen (1945). Hij studeerde Chinees, Turks en Arabisch aan de Universiteit van Kopenhagen, maar al sinds zijn debuut in 1966 leeft hij van het schrijven. Hij woont al jaren in mediterrane landen (Griekenland, Turkije) en meer recent ook in Spanje. Nordbrandt heeft alle literaire prijzen van Denemarken gewonnen, zijn gemiddelde ligt op eens per twee jaar, maar de belangrijkste: de prijs van de Noordse Raad kreeg hij in 2000 voor ‘Droombruggen’, dat dus ook in het Nederlands is verschenen in een vertaling van Gerard Rasch. Waarschijnlijk is dat ook de reden dat TDS Drukwerken samen met Poetry International deze bundel het licht deden zien. Naast de poëzie in talloze bundels, gaf Nordbrandt krimi´s, kinderboeken en essays uit en zelfs een Turks kookboek.
Toch is Norbrandt in Nederland niet erg bekend, wat de uitgave van deze bundel extra bijzonder maakt. Tegelijkertijd is zijn poëzie universeel en in vertaling heel goed te lezen en te genieten. Zo is het gedicht ‘Klein essay over de taal’ in alle talen te lezen en van toepassing.
.
Klein essay over de taal
.
Elke taal is een taal van pijn:
Veel namen voor onnoembare grootheden
veel tijden voor een tijd
die altijd tegenwoordig moet zijn, en altijd
      zonder naam
Geslachten voor scheiding en geslachten voor dood
en oude vormen die nieuwe vormen verwekken
terwijl geboorte en dood even vormloos zijn
en geslacht pijn is in het onzijdig:
Levende monden imiteren dode
en dode talen zitten vol gaten
in een oppervlak dat geen achterkant heeft.
.
Elke taal gaat dood. De pijn blijft achter
en nieuwe talen verklaren dezelfde pijn
       als pijn.
En elk woord wordt gevolgd door een stilte
die geen woord vermag te overstemmen.
.

Dichter van de maand september

Wisława Szymborska

.

De maand september komt eraan en ik heb zin om weer eens een dichter een maand lang in het zonnetje te zetten. Nu heeft de dichter van de maand september dat helemaal niet nodig, zij is bij velen bekend, beroemd en geliefd en precies dat is reden genoeg om de komende zondagen in september steeds een gedicht van haar hand te delen.

Ik heb het hier over Wisława Szymborska (1923 – 2012) de in Bnin (midden-westen van) Polen geboren dichter die in 1996 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg. Haar gedichten zijn in meer dan 40 talen vertaald ondanks dat haar oeuvre maar uit zo’n 400 gedichten bestaat.

Ik heb verschillende bundels van Szymborska in mijn kast en vandaag wil ik beginnen met een gedicht te delen uit haar (kleine) bundel ‘Chwila’ of zoals ie in de Nederlandse (letterlijke) vertaling uit 2003 heet ‘Het moment’. Deze bundel bevat 23 gedichten en ik koos voor het gedicht ‘Notitie’. De vertaling van de gedichten is gedaan door Gerard Rasch.

.

Notitie

.

Leven is de enige manier

om met bladeren begroeid te raken,

op het zand naar adem te happen,

op vleugels proberen op te vliegen;

.

om hond te zijn

of hem over zijn gladde vacht te aaien;

.

om pijn te onderscheiden

van alles wat geen pijn is;

.

om zich in gebeurtenissen te bevinden,

zich in een uitzicht te verbergen,

naar de kleinst mogelijke vergissing te speuren.

.

Een uitzonderlijke kans

om je even te herinneren

waarover werd gesproken

toen de lamp niet brandde

.

en om ten minste eenmaal

over een steen te struikelen,

in een of andere regen nat te worden,

je sleutels kwijt te raken in het gras;

.

en een vonkje in de wind na te kijken;

.

en zonder ophouden iets belangrijks

niet te weten.

.

Eerst de hond

Dubbel-gedicht

.

Als er een thema is waarover veel gedichten zijn gemaakt (naast de dood en de liefde) dan is het wel het dier. En van alle dieren zijn er denk ik het meeste gedichten over katten, gevolgd door gedichten over honden. Voor het dubbelgedicht koos ik voor de laatste vooral omdat de twee gedichten die ik koos zo totaal verschillend zijn.

Het eerste gedicht is van Kees Stip (1913 – 2001). Onder het pseudoniem Trijntje Fop publiceerde hij vele nonsensversjes. In de bundel ‘De peperbek en andere beesten’ dat werd gepubliceerd onder zijn officiële naam C. Stip uit 1967 staan allerlei gedichten over dieren waaronder het gedicht ‘op een tekkel’.

Het tweede gedicht is van de Poolse dichter, toneelschrijver en essayist Zbigniew Herbert (1924 – 1998). Het gedicht ‘Eerst de hond’ komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ uit 1999 en werd vertaald door Gerard Rasch. In Polen wordt Herbert beschouwd als een klassiek dichter, hoewel hij maar weinig steunt op metrum en rijm. Hij is klassiek in zijn waarnemingen, zowel van de broosheid van mensen als van de trouw der dingen. Zijn poëzie wordt gekenmerkt door beheersing, beknoptheid, eerlijkheid en soberheid, soms ook door een speels-filosofische toon.

.

op een tekkel

.

Een tekkel volgde trouw te Dordt

een man met een reclamebord

waarop stond: PIETERS’PILLEN ZIJN

GEWELDIG TEGEN ZENUWPIJN.

het beest sprak enigszins verlegen:

‘Daar ben ik ook geweldig tegen.’

.

Eerst de hond

.

De hond zal dus als eerste gaan

daarna het varken of de ezel

in wart gras treden ze een paadje uit

en daarover schiet de eerste mens

die met ijzeren hand de druppel angst

verstikt die op zijn glazen voorhoofd zweet

.

als eerste dus de hond een brave hond

die nooit van ons is weggelopen

van een bot aardse lantaarns droomt

in zijn wervelende hok in slaap valt

zijn arme bloed raakt aan de kook verdampt

.

daarna gaan wij met een andere hond

die ons aan de lijn zal voeren

met onze witte astronautenstok

stoten wij onhandig sterren aan

niets zien we en niets horen we

we beuken op de donkere ether

en op alle golven klinkt gejank

.

al wat je mee op reis kunt nemen

door het koudvuur van de zwarte wereld –

de naam van mens de geur van appel

een noot van klank een kwart van kleur

.

heb je nodig voor de terugreis

voor het vinden van de snelste weg

wanneer de blinde hond je leidt

naar de aarde blaft als naar de maan

.

De twee apen van Bruegel

Wisława Szymborska

.

In een aantal supermarkten staan tegenwoordig boekenkasten waarin je je oude boeken mag achterlaten. Je mag ook boeken uit deze boekenkasten meenemen. Eufemistisch worden deze boekenkasten ‘bibliotheek’ genoemd, waar ze dat vandaan halen is me een raadsel. Het heeft werkelijk niets met een bibliotheek te maken.

In deze kasten staan veelal oude en onleesbare boeken tussen wat modernere maar kapot gelezen boeken. Het lijkt dan ook meer op een dumpplaats van oude boeken dan op de uitgebalanceerde en actuele collecties die bibliotheken te bieden hebben.

Toch kan ik het niet laten er even een blik in te werpen als ik er een tegenkom. Zo ook vorige week. Tussen de al genoemde oude en oninteressante boeken (zelfs een aantal titels die ik in de jaren ’80 las voor mijn Engels lijst) stond dit keer zomaar wel iets van waarde (voor mij). Weliswaar onder de koffie spetters maar toch: ‘Uitzicht met zandkorrel; een keuze uit de gedichten’ van Wislawa Szymborska in een vertaling van Gerard Rasch.

Het leuke aan dit boek is nog wel dat de vorige eigenaar met potlood van alles bij de titels van de gedichten in de inhoudsopgave heeft geschreven. Nog leuker is het dat hij of zij voorin het boek een getypte (met een ouderwetse typemachine) lijst heeft geplakt met ‘het ABC van de mijns inziens beste gedichten’. Dat het er net iets minder zijn dan de helft van alle gedichten in de bundel maakt het vooral curieus.

Ik ben toch blij met deze bundel, Szymborska (1923 – 2012). Ze behoort tot de belangrijkste dichters van haar generatie in Polen en is een van de meest gelezen én gelauwerde dichters van deze tijd. Uit de bundel ‘Uitzicht met korrel’ heb ik voor het gedicht ‘De twee apen van Bruegel’ gekozen (hoewel dit gedicht niet op het lijstje van de vorige eigenaar staat), vooral omdat de eindexamenperiode op dit moment gaat beginnen in mei.

.

De twee apen van Bruegel

.

Zo ziet mijn grote eindexamendroom eruit:

twee apen zitten aan de ketting voor het raam,

buiten waait de hemel voorbij

en baadt de zee.

.

Ik leg examen af in de geschiedenis van de mensen.

Ik stotter en modder.

.

De ene aap, die me aanstaart, luistert ironisch,

de andere doet alsof hij dut –

maar wanneer op een vraag een stilte volgt

zegt hij me voor

met een zacht gerammel van zijn ketting.

.

Avond

Julian Przyboś

.

Julian Przyboś (1901 – 1970) was een Pools dichter, essayist en vertaler. Hij werkte als docent, in de bibliotheek van Lvov, als samensteller van literaire werken, als diplomaat in Zwitserland en als directeur van de bibliotheek Jagillonian in Krakow en als vice-president van de PEN club.

Zijn eerste gedichten in de jaren twintig kenmerken zich door de invloed van de theorie van Peiper. Daarin schuilt de fascinatie voor de bewuste poging om een creatieve tekst te maken. De dichters zien zichzelf als ambachtslieden. De gedichten gaan ook vaak over het creatieve proces die een metafoor lijkt voor het werk van de dichter. In de gedichten van Przyboś in deze periode komt ook zijn fascinatie met techniek naar voren die zich manifesteert in het gebruik van conventionele wetenschappelijke taal.

In de jaren dertig worden zijn gedichten meer reflectief en realiseert hij het idee van de avant-gardistische poëtica. Zijn gedichten worden dan gekenmerkt door discipline in woord en beeld. Hij is dan een meester in het gebruik en het stapelen van metaforen. Later nog komen steeds meer autobiografische motieven voor in zijn poëzie zoals het leven op de boerderij.

Uit de bundel ‘Bittere oogst’ vertaald door Gerard Rasch en uitgegeven door de Bezige Bij in 2000 het gedicht ‘Avond’.

.

Avond

.

Dezelfde sterren

fluisterden de avond als een ontboezeming.

.

De lantaarns kwamen uit de donkere poorten op straat

en hielden in de lucht stil halt.

.

De schemer transformeert de ruimten zachtjes.

.

De tuinen hebben hun bomen verlaten,

de grijze huisjes aan de rivier zijn weggedreven.

.

In lage oevers tussen Elzen stroomt verdriet.

.

Alleen de horizon nog buigt de hemel open

met de maan

en de weg leidt lang in de herinnering.

.

En jouw handen zaaien tussen ons een ver verschiet.

.

JP

evening