Site-archief
Paradise regained
H. Marsman
.
Na pas ‘Paradise Lost’ te hebben besproken op dit blog kwam van Derrel Niemeijer de tip om vandaag ‘Paradise regained’ te behandelen. Dit werk van Milton is gepubliceerd in 1671 en wordt over het algemeen gezien als een minder werk dan ‘Paradise lost. Daarom gooi ik het eens over een andere boeg en behandel ik vandaag wel degelijk ‘Paradise regained’ maar in dit geval van de dichter Hendrik Marsman (1899 – 1940). Dit gedicht werd o.a. gepubliceerd in Verzamelde gedichten uit 1995.
Wil je een zeer aardige en gedegen beschrijving lezen van dit gedicht lees dan de bespreking van Joris Lenstra op Meander klassiekers: http://klassiekegedichten.net/archief/klas052.html
.
‘Paradise regained’
De zon en de zee springen bliksemend open:
waaiers van vuur en zij;
langs blauwe bergen van de morgen
scheert de wind als een antilope
voorbij.
zwervende tussen fonteinen van licht
en langs de stralende pleinen van ’t water
voer ik een blonde vrouw aan mijn zij,
die zorgloos zingt langs het eeuwige water
een held’re, verruk-lijk-meeslepende wijs:
‘Het schip van de wind ligt gereed voor de reis,
de zon en de maan zijn sneeuwwitte rozen,
de morgen en nacht twee blauwe matrozen –
wij gaan terug naar ’t Paradijs’.
.
Gedicht in hout
Hendrik Marsman
.
H. Marsman (1899-1940) was dichter, vertaler en literair criticus. Marsman behoorde lange tijd tot de Vitalisten. Vitalisme betekent zoveel als levensdrift, de drang om intens, vurig en gevaarlijk te leven. Met ‘vitalisme’ wordt allereerst een filosofie of levenshouding aangeduid waarin de verheerlijking van het leven om het leven centraal staat. Voor de vitalist is het hoogste doel van de mens te leven en kan boven het leven geen andere waarde worden gesteld. Het uitleven van de intuïtieve en driftmatige levensdrang is voor de vitalist de enige vorm van wijsheid.
In de jaren 30 van de vorige eeuw nam hij echter afstand van deze stroming en zijn werk werd expressionistischer en zelfs futuristisch. Marsman verafschuwde de Nederlandse bekrompenheid. Hij zei ooit: “Holland is en blijft een ellende. Wie hier op de grond stampt, zakt weg in de modder”.
Toch werd Marsman vooral bekend om zijn gedicht ‘Herinnering aan Holland’ uit 1936 wat aan het einde van de 20ste eeuw werd verkozen tot gedicht van de eeuw.
Het gedicht ‘Schaduw’ werd door J. Havermans in hout gesneden voor een uitgave die echter nooit is verschenen. In de categorie gedichten in vreemde vormen wilde ik jullie deze niet onthouden.
.
Met dank aan dbnl.org en wikipedia
.
Het vak van de naaister
Sonja Prins
.
Op zoek naar voorbeelden van sociaal geëngageerde poëzie kwam ik terecht bij Sonja Prins (1912 – 2009). Sonja Prins was de dochter van de linkse non-conformist, schrijver en vertaler Apie Prins en van de vrouwenactiviste en onderwijsvernieuwster Ina Elisa Willekes Macdonald. Nog maar achttien jaar oud richtte Sonja Prins het internationale tijdschrift voor avant-gardeliteratuur Front op. Er verschenen vier nummers (1930-1931), bij de Haagse uitgeverij Servire. Prins publiceerde in 1933 haar eerste dichtbundel Proeve in strategie onder de schuilnaam Wanda Koopman. Deze modernistische bundel met sociaal geëngageerde poëzie werd lovend besproken door onder meer Hendrik Marsman en Victor van Vriesland.
.
In 1930 werd ze lid van de communistische partij en in de tweede wereldoorlog maakte ze de illegale krant Vonk. Ze werd opgepakt en naar concentratiekamp Ravensbrück gedeporteerd. Na de oorlog schreef ze in de dichtbundel Brood en rozen over haar ervaringen in het kamp. In de jaren vijftig schreef ze poëzie die verwantschap toonde met die van de vijftigers en in 1956 trad ze uit de CPN, ontgoocheld door de inval van de Sovjet Unie in Hongarije.
In de jaren 70 trok ze zich terug in de bossen bij Baarle-Nassau als kluizenaar om daar in alle rust te kunnen werken.
Uit ‘Het geschonden aangezicht'(1955) het volgende gedicht:
.
Het vak van de naaister
.
ja ik geef het afgeronde beeld
met al zijn hoeken en plooien
van deze wereld
.
ik hang haar op de stellage
en drapeer de stoffen
met de hand van een naaister
.
en terwijl ik zo bezig ben
klinkt uit de buste
een stem die mij waarschuwt
.
luister je kan nu wel plooien
maar ik was er eerder
de aarde de melkweg
.
als je mij wilt vergooien
blijft er niets over
en niets te draperen
.
met mijn oor op de buste
schrijf ik haastig
naaister van woorden
.
De kluizenaarswoning van Sonja Prins is te bezichtigen: http://www.papierentijger.org/index.php?page_id=31&style_id=0
Bron: Wikipedia en Gedichten.nl
Gedichten op vreemde plekken
Deel 2 : In het landschap
.
Dit is het gedicht ‘Herinnering aan Holland’ van Hendrik Marsman, op een stuk natuursteen bij de rivier met de beroemde openingszin; Denkend aan Holland/ zie ik breede rivieren/ traag door oneindig/ laagland gaan/
Niet te verwarren met ‘Denkend aan Holland’ van dezelfde dichter maar met andere inhoud.
.
.






