Site-archief
Kies mij
Pastorale
.
Dat Herman de Coninck niet alleen maar hele mooie en gevoelige gedichten schreef, maar ook gedichten waar humor en spot in zit, bleek al eerder uit gedichten die ik van hem plaatste. In het openingsgedicht zonder titel uit de kleine bundel Pastorale (11 pagina’s) uitgegeven door AMO in 1993, blijkt dit eens te meer.
De gedichtencyclus Pastorale van Herman de Coninck verscheen ter gelegenheid van de 38ste verjaardag van Kristien Hemmerechts. De toenmalige partner van De Coninck. Hugo Claus maakte voor de gelegenheid een ets, als frontispice van de luxe editie. De totale oplage bedroeg 38 exemplaren. De tien luxe ex. werden in twee kleuren gedrukt door Rob Cox en in halfperkament gebonden. De ets werd door Claus gesigneerd. De Coninck signeerde in het colofon. Dat dit bundeltje een gewild verzamelobject is blijkt wel uit de geschatte waarde bij Catawiki van tussen de € 500,- en de € 700,-.
.
*
Kies mij. Kies mij uit de hele
wereldbevolking. Bij enkele anderen
mag je een beetje aarzelen,
maar kies mij.
.
Gemor, wereldwijsheid die niemand
nog wil, grappen van nonkel Lowie,
je doet er twee armen omheen
en het is van jou. Je mag het hebben.
.
Ik zal je wel krijgen. Ik krijg je alle dagen.
Ik mag zelfs je dochter graag zien.
Laten we met ons allemaal trouwen.
.
Nog een geluk dat
Herman de Coninckzondag
.
Vandaag een gedicht uit de bundel ‘De gedichten’ van Herman de Coninck, die in 1998 door de Arbeiderspers werd uitgegeven. Het betreft hier het gedicht met de titel ‘Nog een geluk dat’.
.
Nog een geluk dat
.
Zoals met de gek uit het grapje
die zich voortdurend met een hamer
op het hoofd sloeg, en naar de reden gevraagd, zei:
‘Omdat het zo prettig is als ik ermee ophou’ –
zo is het een beetje met mij. Ik ben ermee opgehouden
je te verliezen. Ik ben je kwijt.
Misschien is dat geluk: een geluk bij een ongeluk.
Misschien is geluk: nog een geluk dat.
Dat ik aan jou kan terugdenken, bv.,
in plaats van aan een ander.
.
Er is hier. Er is tijd.
Herman de Coninck
.
Op deze Herman de Coninckzondag een gedicht zonder titel uit zijn bundel ‘Schoolslag’ uit 1994 uitgegeven door de Arbeiderspers.
.
Je moet niet alleen, om de plek te bereiken,
thuis opstappen, maar ook uit manieren van kijken.
Er is niets te zien, en dat moet je zien
om alles bij het zeer oude te laten.
Er is hier. Er is tijd
om overmorgen iets te hebben achtergelaten.
Daar moet je vandaag voor zorgen.
Voor sterfelijkheid.
.
Jaarringen
Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had
.
Na een aantal mooie liefdesgedichten van Herman de Coninck de afgelopen zondagen, vandaag een wat ander, wat schurender gedicht van deze meesterlijke dichter. Het gedicht zonder titel uit ‘Geef me nu eindelijk wat ik altijd al had’ uit 2009.
.
Hij ziet in de kleedkamerspiegel de jaarringen
rond zijn ogen, als kringen van stenen in een poel:
ze hebben gezien, gezien, gezien, maar blijven bezig
met niet meer glad te strijken gevoel.
.
Ze zien Bedrogen Echtgenoot. Theater.
Hij is de man in de verkeerde
reus, de waarheid in het cliché, hij zeult maar.
De rol is eeuwig. het wordt nooit meer later.
.
Alles trekt scheef als in een farce.
Armen waaien van hem los in gestes, taal
gaat wapperen, barse wanhoop wankelt door de holle
.
hallen van zijn stem, slingerende grootspraak slaat
een arm om hem heen: hij en hem, de laatste twee dapperen.
Zijn lul verschrompelt. Hij hoort zijn kloten knarsen.
.
Ginder
Onderweg
.
De bundel ‘Enkelvoud’ uit 1991 van Herman de Coninck bestaat uit drie delen of hoofdstukken. ‘Het meervoud van geluk’, ‘Zonder’ en ‘Onderweg’. Het laatste gedicht uit de bundel is ‘Ginder’ en volgt na twee gedichten Hier [1] en Hier [2]. Hoewel de titels van de drie gedichten enige samenhang suggereren heb ik die niet kunnen ontdekken. Wel tussen de gedichten Hier [1] en [2] maar niet met Ginder.
Omdat ik al gekozen had voor ‘Ginder’ houden jullie de andere twee gedichten tegoed. Of je leest ze zelf in ‘Enkelvoud’ natuurlijk.
.
Ginder
.
Ik zoek een dorp.
En daarin een huis. En daarin een
kamer, waarin een bed, waarin een vrouw.
En in die vrouw een schoot.
.
Buiten maakt de rivier zich breed
om ver te gaan, de zilvergeschubde,
vissenhebbende, botendragende,
zeezoekende, hierblijvende.
.
Zo zoekt een vergelijking
een gedicht voor de nacht,
een man een vrouw,
een leeslint een vouw.
Nacht klapt het boek dicht.
.
Januari
Herman de Coninckzondag
.
Zoals vorige week al aangekondigd ga ik ook in 2016 voorlopig door met het plaatsten van een gedicht van Herman de Coninck op de zondag. Het is januari dus heel toepasselijk vandaag het gedicht ‘Januari’ uit de verzamelbundel ‘de gedichten’ en eerder verschenen in o.a. Puur natuur, Aalst 1974.
.
Januari
.
Januari, en we neuken ons warm,
zoals je je onder de armen slaat
van de kou. jaja, koud is het hier,
als in een kathedraal, het soort
diepvriesreligie dat 2000 jaar lang kristus
koel heeft bewaard. en de zon schijnt inderdaad
als het lichtje in een koelkast.
.
en de mist ’s avonds lijkt op het soort vaagheid
wat ontstaat in het hoofd van een seniele god
die niets meer, laats staan een landschap,
kan onthouden. kijk maar waar ie nou weer
leuven anno 1975 verloren heeft gelegd.
.
De eerste op de laatste
Herman de Coninck gedicht
.
Op de laatste zondag van 2015 wil ik het eerste gedicht uit de eerste bundel van Herman met jullie delen. Herman heeft zoveel prachtige gedichten geschreven dat een keuze maken uit zijn gedichten elke zondag, aan de ene kant heel makkelijk is (er zijn er zoveel) en aan de andere kant elke keer weer zoeken is (wat wil deze zondag met jullie delen?). Toch blijkt me dat veel lezers heel blij worden van een de Coninck gedicht op zondag. Daarom zal ik voorlopig nog even doorgaan met de Herman de Coninckzondag.
Vandaag dus het eerste gedicht uit ‘De lenige liefde’ uit 1969 zonder titel of het moet 1. zijn.
.
1
.
Zo is hier elke dag: de bloemen
gaan de perken te buiten, bomen
waaien in het honderd, en van overal
stroomt klaarte toe
als volk voor een voetbalwedstrijd.
Reeds komt de zon het terrein op-
gelopen, stralend van zelfvertrouwen.
.
En even sterk zijn hier de dichters.
Hun stevige beelden bewerken de realiteit
als boeren het land,
een hele werkelijkheid kunnen zij
in hun armen dragen.
.
Ik hou van dit land.
Als ik ooit uitwijk neem ik het mee.
Ik zal zijn naam noemen
en het zal me volgen.
.
November
Zondag
.
Hoewel het december is lijkt het soms wel alsof het nog november is. Regenachtig, niet al te koud en grijs. Niet echt een goede reden om een gedicht met de titel ‘November’ te plaatsen van Herman de Coninck op de zondag maar ach, eigenlijk is elke reden om iets van hem te plaatsen een goede, nietwaar.
Uit: ‘De gedichten’ zijn verzameld werk het gedicht ‘November’.
.
November
.
Er hangen nog twee blaren
aan mijn esdoorn. Duizend andere zijn
rood geworden, alvorens dood.
Vergeten te kijken.
.
Vergeten gelukkig te zijn.
Nochtans had ik een tuin
waarin een stoel, en die stoel
had mij, en ik had een hand
.
en die hand had een glas
en mijn mond had meningen.
Alles had.
Alles had ons.
.
Kaart van Plint uit 1995, uit de reeks ‘De 10 Mooiste Van Herman de Coninck’. De illustratie ‘Zweef’ is van Wim Biewenga.
Zoals het strand en de zee
Herman de Coninck
.
Vandaag heb ik gekozen voor een van de ‘Verspreide gedichten’ uit het verzameld werk van Herman de Coninck ‘De gedichten’. Het betreft hier het gedicht ‘Zoals het strand en de zee’ dat verscheen in o.a. De Vlaamsche gids, jaargang 66, nr. 6 uit 1982, Gedichten , 1983 (Hubert van Herreweghen en Willy Spillebeen) en in Maatstaf, jaargang 32, nr. 5 uit 1984. Een gedicht kortom dat begin jaren 80 van de vorige eeuw enige populariteit genoot. En ik begrijp heel goed waarom.
.
Zoals het strand en de zee:
jij gaat nooit weg. En ik
kom altijd terug. het is bijna zo goed
.
als blijven. Voor een jawoord
is het te laat.
Maar je zegt niet nee.
.
Als ik te lang gezeten had bij jou
Herman de Coninck
.
Zondag, dus een gedicht van meester dichter Herman de Coninck. Vandaag heb ik gekozen voor een gedicht uit de bundel ‘Ter ere van de goedertieren maan’ uit 1978 (vrij, respectievelijk zeer vrij, naar Edna St. Vincent Millay). In dit geval gedicht nummer 6.
.
6
.
Als ik te lang gezeten had bij jou,
te weerloos en te dicht tegen je aan,
wist ik dat ik vlug weg moest daarvandaan,
want van te grote warmte krijg je gauwer kou.
.
En als ik langer dan een mens verdragen kon
gekeken had naar jou, zo mooi en stralend klaar
dan ging ik duizelen en werd ik raar
zoals van te lang kijken naar de zon.
.
Dus zit ik nu weer op mijn oude kamer
waar alles donker is en koud en klein,
rondtastend naar mijn dingen, bedachtzamer
.
omdat ze me vervreemd geworden zijn.
Ik zoek mijn weg, hou halt, en luister
tot ik weer gewoon word aan het duister.
.














