Site-archief
De pisang
Patty Scholten
.
In 2018 schreef ik al eens over de mooi vormgegeven bundel ‘Album van de Indische poëzie’. Naar aanleiding van dat bericht heb ik nog met de zoon van de dichter Tj. A. de Haan gecorrespondeerd wat leidde tot een nieuw bericht over deze dichter. En nu ben ik dan in het bezit gekomen van deze bundel. Alle reden om hier nog eens een gedicht uit te delen.
Al bladerend kwam ik een aantal prachtige illustraties tegen van onder andere kruidnagel (Tjengkeh) en een tros bananen (Pisang). Bij deze laatste staat een gedicht van Patty Scholten getiteld ‘De pisang’. Bij de illustratie en het gedicht staat een voetnoot die ik je niet wil onthouden: “De hedendaagse Christenen in Syrië en Egypte houden ze eendrachtig voor de vrucht, daar aan onze moeder Eva de eerste zonde heeft begaan. Wijl de vrucht het mannelijk lidt verbeeld, door welkens gezicht Eva in een zo sterke begeerte is aangezet geweest. Zij noemden de banaan Pomum Paradisi”. Dit komt uit het Amboinsch Kruid-boek van Georg Everhard Rumpf (1627-1702), beter bekend als Rumphius uit 1741-1750.
Patty Scholten (1946-2019) was stripauteur (als Patty Klein, haar meisjesnaam) en dichteres (als Patty Scholten). Zij kreeg haar opleiding bij Toonder Studio’s en heeft scenario’s geschreven voor een groot aantal Nederlandse stripverhalen. In 1995 verscheen haar eerste bundel ‘Het Dagjesdier’ met 44 dierentuinsonnetten. Daarna volgden nog zeven andere bundels. Over de 17e-eeuwse koopman voor de VOC en natuuronderzoeker Rumphius verscheen in 2000 de bundel ‘Een tuil zeeanemonen’ waarvoor ze voor de VSB poëzieprijs werd genomineerd. Uit die bundel komt het gedicht ‘De pisang’.
.
De pisang
.
Een grap, een uitglijder, maar een traktatie
zowel voor baby als voor baviaan.
Zo tonen mens en aap, rond de banaan,
weer even broederschap en correlatie.
.
De kleur is een subtiele demonstratie
hoe geel en bruin en blank goed samengaan.
De telers echter zijn Javaan of Indiaan,
hun bazen meest het blanke deel der natie.
.
Bij Rumphius lees ik dat de banaan
de vrucht is waar de erfzonde op steelt,
waar Eva iets intiems mee heeft gedaan.
.
‘Wijl die het mannelijk lid verbeeldt,
door welk zij in begeerte is aangezet.’
.
Nu is er ook komkommer en courgette.
.
Adriaan van Dis
Dutchwife
.
Adriaan van Dis (1946) is natuurlijk bekend als schrijver van romans, zijn televisieprogramma ‘Hier is …. Adriaan van Dis’, Zomergasten en als lees- en boekenambassadeur. Wat minder mensen weten is dat hij ook dichter is. Zo publiceerde hij een aantal dichtbundels waarvan ‘Morfine’ de laatste was in 2019 (samen met beeldend kunstenaar Berend Strik).
In de bundel ‘Album van de Indische poëzie’ uit 2014, samengesteld door Bert Paasman en Peter van Zonneveld, is ook een gedicht van zijn hand opgenomen getiteld ‘Dutchwife’. Dit gedicht komt uit zijn bundel ‘Totok twee’ uit 2008 (‘Totok’ deel 1 komt uit 1998).
.
Dutchwife
.
elke morgen sjouwt een jongen
bundels lange stelen
naar de boom onder mijn raam
oren in zachtgroene knop
sedap malam – nachtgeur
loom deinend op zijn schouders
.
oude beelden rollen uit hun slaap
twee kussens zie ik, lang en rond
de guling
donzen worst om je vogel in de tropen koel te houden
dutchwife zeiden we thuis
.
onder de boom
snijdt de jongen
emmers vol
sedap malam op maat
steel voor steel
.
elke middag
raapt een vrouw
de afgevallen knoppen
handenvol
sedap malam
half open in de warmte van haar schoot
.
’s avonds
bloeit wit en hard
een nachtgeur op mijn gulling
koel koel rij ik door de nacht
.
.
Sedam malam = geurende nachtbloem
Gulling = rolkussen
.
Poëtisch reisjournaal
Willem Brandt
.
Willem Simon Brand Klooster (1905-1981), was een Nederlandse dichter, schrijver, journalist en vrijmetselaar, die bekendstond onder het pseudoniem Willem Brandt. Hij was ook medewerker van een aantal literaire en culturele tijdschriften zoals Opwaartsche Wegen en De Vlaamse Gids.
Onder de naam Willem Brandt publiceerde hij vanaf 1937 tientallen boeken en bundels met thema’s uit de vrijmetselarij, Indonesië in het algemeen en het jappenkamp in het bijzonder. In 1927 vertrok hij naar Nederlands-Indië waar hij redacteur van de Deli Courant werd. Bij deze krant werkte hij zich binnen vijf jaar op tot hoofdredacteur. Tijdens de Tweede Wereldoorlog kwam Willem Brandt in een Japans concentratiekamp terecht. Hij schreef er zijn bundel ‘Binnen Japansch prikkeldraad’.
In de bundel ‘Het land van terugkomst’ reist Willem Brandt terug naar Indonesië en de plekken waar hij voor en tijdens de oorlog verbleef. Er is niet heel veel Indische poëzie bekend. Ik schreef al eerder over ‘Album van de Indische poëzie’ en een stuk over Tj, A. de Haan en natuurlijk de poëzie van J. Slauerhoff maar als je dit afzet tegenover de tijd dat we Nederlands Indië kolonialiseerde, dan is het niet veel.
‘Hel land van terugkomst’ met als ondertitel ‘een Indonesisch reisjournaal in poëzie’ is precies wat het beloofd; een reisjournaal langs de plekken waar Brandt destijds leefde en woonde. De bundel vormt een afwisselend nostalgisch en ontroerend souvenir, herkenbaar voor toeristen die Indonesië aandoen voor een reis. Of zoals op de achterflap te lezen staat: Het land van terugkomst is een even teder als filosofisch document, geschreven door een auteur die in zijn vroegere poëzie de sfeer van het Oosten reeds meermalen pregnant en uniek gestalte gegeven heeft.
Uit de bundel gedichten met titels als ‘Stille kracht’, ‘Moesson’, ‘Hotel des Indes’, ‘De dessa’, ‘Medan’ en ‘Japans kamp’ koos ik voor het gedicht ‘Jakarta Kota’ (ook wel de oude stad genoemd) omdat daar voor mij heel duidelijk de sfeer van Jakarta naar voren komt.
.
Jakarta Kota
.
De houten schepen in de oude haven
liggen er nog als in de compagniestijd,
de ophaalbrug, wachthuis, getrapte gevels;
alleen de kooplieden, volumineus
in bombazijn met stoeten van bedienden
zijn uitgeteld door koorts, jicht en ’t graveel.
.
Op Pasar Ikan woelt het leven voort,
geruchtloos wemelen zachte javanen
door smalle gangen, bitterzoete geur
van zwarte koffie, rudjak, zoute vis,
nangka en durian, volgetaste warongs
dèngdèng en tjabé rawit, hot like hell.
.
O Tjalie Robinson, brave sabreur,
het is alsof ik hier in iedere steeg
je schim ontmoet, herrezen uit de zee
van Indonesië, en je stem kan horen
tegen het heimwee als ik weer moet gaan:
wassalam, oude Nimrod, pukul terus!
.









