Site-archief
Zonder mysterie
Gerrit Komrij
.
Vandaag is het de laatste zondag van mei, dat betekent dat ik voor de laatste keer een gedicht van Gerrit Komrij als dichter van de maand plaats. De komende maand heb ik voor Remco Campert gekozen als dichter van de maand.
Dit keer het gedicht ‘Zonder mysterie’ uit zijn bundel ‘De Phoenix spreekt’ uit 1982.
.
Zonder mysterie
.
Plotseling viel het hele huis vol gaten.
In elke hoek ontlook een ruiker buizen
En uit de meest bizarre apparaten
Ronkte en snorde het. Je hoorde suizen,
Ratelen, zagen, boren, bovenmate.
Een wolk van stof steeg op. De katten holden
Radeloos van de kelder naar de zolder.
Opeens – kwam er een einde aan hun kolder.
Stil, muisstil werd het. Uit het gruis rees, fier,
Omhoog wat niets had van een fabeldier.
.
Taalsmid
Dichter van de maand
.
Vandaag is alweer de een na laatste zondag van mei, dus nog twee keer een gedicht van de dichter van de maand Gerrit Komrij. Dit keer heb ik gekozen voor een typisch Komrij gedicht, talig en intelligent getiteld ‘Taalsmid’ uit de bundel ‘Alle gedichten tot gisteren’ uit 2000.
.
De taalsmid
.
De klinker en de medeklinker zijn
De weke onderbuik en het korset.
Dichter is hij die, schijnbaar zonder pijn,
Het vormeloze in de steigers zet.
Zijn woorden, corpulent of slank van lijn,
Verenigen zich vloeiend tot couplet.
De moeiteloosheid, niet het rookgordijn,
Is zijn geheim. Met taal gaat hij naar bed.
De taal, van A tot Z, is zijn fles wijn.
Halfdronken wordt er, zomaar voor de pret,
Een kind verwekt, een epos of kwatrijn,
Of iets daartussenin, zeg een sonnet,
Terwijl de lezer onbekend blijft met
Zijn worsteling met spekvet en balein.
.
Het geheim
Gerrit Komrij op zondag
.
Vandaag een bijzondere combinatie van twee categorieën namelijk de Dichter van de maand en Gedichten op bijzondere plekken. In Mei is Gerrit Komrij dichter van de maand en op Catawiki kwam ik een afbeelding tegen van een schaal, geproduceerd voor De Ewycksgroep, waarschijnlijk als relatiegeschenk met daarop een gedicht van Gerrit Komrij getiteld ‘Het geheim’.
Hieronder de afbeelding en het gedicht.
.
Het geheim
.
De tuin met lage haag en open hek
Is weg. De wereld is een labyrint.
Soms wordt een ondernemer zomaar gek,
Omdat hij niet de juiste uitweg vindt.
Hij strompelt, draaft en loopt zich suf te turen,
Maar blijft geconfronteerd met hoge muren.
.
Een ander vindt de goede weg terstond.
Het labyrint valt onder zijn gevoel.
En in zijn hersens zit de plattegrond.
Zijn intuïtie voert recht naar het doel.
Wie zich door creativiteit laat sturen
Kent eigen routes en erkent geen muren.
.
Mei: Gerrit Komrij
Souvenir
.
In Mei is Gerrit Komrij de Dichter van de maand en dus elke zondag een gedicht van zijn hand. In 1982 verscheen de bundel ‘Gesloten circuit’ met daarin de hoofdstukken: Chaos, Arlequino’s Ei, De monumenten, Het binnenhuis en De kluizenaar.
Uit het hoofdstuk Het binnenhuis heb ik gekozen voor het gedicht ‘Souvenir’.
.
Souvenir
.
Het huis waarin ik zo lang heb gewoond
Woont ook in mij. De fiere gevel die
Zich aan de straatkant scherp aftekent troont
Daarboven met dezelfde acribie.
.
Daarboven in mijn hoofd. De lange gangen
Vol schemering en half-gedoofde stappen
Doorsnijden hersenen en huis, behangen
Met kille doeken en met lampekappen.
.
Het zolderraam dat oorverdovend beeft
Wanneer een vrachtauto passeert, ziet uit
Op een verlaten park. Erover zweeft
Het gruis van een oud feest, zonder geluid.
.
Dichter van de maand
Mei
.
Zoals ik vorige week zondag al aankondigde start ik per mei met een maandelijkse dichter op zondag. Voor mei was de keuze voor de dichter Gorter (Met zijn gedicht ‘Mei’ over het mytische meisje Mei) zo groot dat ik die juist niet heb gekozen. Wel heb ik gekozen voor de dichter Gerrit Komrij. Zoals beloofd dus elke zondag in mei een gedicht van Komrij te beginnen vandaag met het gedicht ‘Weigering’ uit de bundel ‘Maagdenburgse halve bollen en andere gedichten’ uit 1968.
.
Weigering
.
In een museum loop je langs veel lijken.
Het brandend braambos, toverfluit van Pan.
Je denkt als me de dood hier komt bekijken,
Dan ben ik al waar hij me laten kan.
.
Buiten dit museum geen bekenden.
Voor wie je vluchtte is je onbekend!
Keteltjes, die om je benen renden,
Zijn ook niet in de zalen uitgerend.
.
Het is noch neergedaald noch buitenspel.
(De werkers zijn de adders in het gras.)
In het museum zegt een man: het is pastel.
En jij nog denken: het is Caran d’Ache.
.
44
Nog twee keer
.
Al enige tijd besteed ik op zondag speciale aandacht aan één van mijn favoriete dichters namelijk aan Herman de Coninck. Ik heb besloten dat ik vanaf mei hiermee stop (wat overigens niet wil zeggen dat zijn werk niet meer op dit blog zal verschijnen). Vanaf de maand mei zal ik de zondag, per maand, aan een andere, wisselende dichter wijden. Dus het komende jaar op zondag één dichter die speciale aandacht krijgt en dan een maand lang.
Ik heb al wat dichters op het oog maar ik zou het leuk vinden als er vanuit mijn lezers ook voorstellen zouden komen. Dus heb je een favoriete dichter, waar je een aantal zondagen lang iets van zou willen terugzien, laat me dit dan even weten.
Nu dus voor de één na laatste zondag in April nog gewoon een gedicht van Herman. Vandaag heb ik gekozen voor het gedicht ’44’ uit ‘De gedichten’ uit 1998.
.
44
.
Zonder ik, zonder onderwerp.
Lier aan de wilgen gehangen.
Ander instrument aangeschaft.
.
Met voorhamer van grote
gevoelens op xylofoon
van ziel. Ziel kapot, natuurlijk.
.
Met hark ziel in hoek
geveegd en opgestookt.
Meer ziel dan hij dacht.
.
En vervolgens op hark viool
gespeeld, met zaag als strijkstok.
Een liedje.
.
Sensitivisme
Herman Gorter (1864 – 1927)
.
De Tachtigers vormden een vernieuwende beweging binnen de Nederlandse literatuur die van circa. 1880 tot 1894 bestond. In het werk van deze auteurs kwamen het impressionisme en naturalisme sterk naar voren. De Tachtigers zijn vooral van belang vanwege de vernieuwing die zij aanbrachten in de poëzie van die tijd. Een van de bekendste tachtigers was Herman Gorter. Het bekendste werk van Gorter is de ‘Mei’ uit 1889.
Daar waar Gorter het verst ging in zijn zoektocht naar een nieuwe directe poëzie, wordt gesproken over ‘sensitivisme’. Het sensitivisme is een richting geweest in de Nederlandse literatuur die rond 1890 een heftig, kortstondig hoogtepunt bereikte. Het sensitivisme, kenmerkt zich omdat het voorbij het impressionisme gaat. Het bestaat niet alleen uit een directe weergave van werkelijkheidsprikkels, maar ook van een zeer sterke drang tot éénwording met de wereld en samensmelting met de geliefde.
In de ‘Verzen’ van Herman Gorter uit 1890 kunnen de gedichten als het meest sensitivistisch worden beschouwd, waar inderdaad pogingen zichtbaar zijn om de taal volledig te vernieuwen. Kenmerkend zijn de vele neologismen en woordkoppelingen.
.
Daar ligt dat water – dat schitterende water.
Zie hoe het schittert, het schitterspreekt, schittertrompettert in de lucht
in de donzige gonzige fijne satijne lucht –
dat droogzilvere opzwemmende water
in dat rondomblauwe dronkkoude dronkdiepe water,
’t is een zee bleek sprekend schuim
een woordenmond in het ruim
schreeuwende door de gonswind naar het hemelruim,
dat streefwater, dat geerwater, dat wilwelwater
.
Na 1895 keert Gorter zich af van het sensitivisme. Hij gaat Spinoza vertalen en wordt Marxist. Gorter blijft gedichten schrijven maar in een heel andere stijl.
.
met dank aan Wikipedia, KB.nl
Miroslav Holub
De geboorte van Sisyphus
.
Van dichter Jana Beranová kreeg ik het boek ‘De geboorte van Sisyphus, een keuze uit de gedichten en andere teksten 1958-1998’ uitgegeven door de Bezige Bij in 2008.
Jana Beranova is verantwoordelijk voor de samenstelling en de vertaling van de gedichten en teksten in dit boek en ze schreef het nawoord. De Tsjechische dichter Miroslav Holub (1923-1998) behoort tot de grote dichters uit Oost en Midden-Europa van de tweede helft van de 20ste eeuw. Hij werd veelvuldig uitgenodigd voor festivals in Rotterdam, Londen en elders maar hij kon, vanwege het communistische regime, slechts een enkele keer onder valse voorwendselen het land uit. De poëzie van Holub is zowel absurdistisch als onbeschaamd lyrisch.
Samen met Milan Kundera en anderen stichtte hij het poëzieschrift ‘Kveten’ (Mei). Door zijn actieve deelname aan de Praagse lente werd hij na de inval door het Russische leger ontslagen aan het onderzoeksinstituut en verdwenen zijn boeken uit de rekken van bibliotheken en winkels. Pas na de publieke schuldbekentenis kreeg hij een nieuwe functie, maar zijn poëzie bleef verbannen tot 1982.
Uit deze prachtige bundel het gedicht ‘Niet te koop’
.
Niet te koop
.
En wat kost
het brein van een bosmuis,
en wat kost
het sperma van een potvis?
.
Dwaze dagen
in voddenzaken met grote partijen
uitverkoop
van Turkmeense jeans
en Verzamelde Werken
op crêpepapier.
.
En wat kost een ziel?
.
En wat kost
een emmer bloed
met zo weinig amberserum,
zo weinig antistoffen
tegen rode Shylocks?
.
Wat hebben we gekost
nog voor we gekelderd zijn
naar waardeloos?
.
















