Site-archief

Poëzie kun je leren (waarderen)

Poëzie in het onderwijs

.

Al een paar jaar nu geef ik af en toe gastlessen poëzie op middelbare scholen. Ontzettend leuk om te doen en het mooiste van deze lessen geven vind ik nog wel dat bij aanvang van de les de leerlingen vaak ongeïnteresseerd zijn, geen zin hebben, denken dat ze er niks van snappen of er niks van kunnen, terwijl aan het einde van de les er vaak een besef is gegroeid dat poëzie helemaal niet moeilijk is, of saai en dat zelfs het schrijven van een gedicht, hoe eenvoudig soms ook, al kan leiden tot enig enthousiasme.

Ik realiseer me dat zo’n gastles van mij niet meteen tot radicale veranderingen in het denken van jongeren zal leiden maar ik heb wel ervaren dat er iets van begrip voor poëzie groeit na een poëzieles. Ik merk dat collega’s van mij, leesconsulenten op scholen van primair en voortgezet onderwijs, ook steeds vaker poëzie in hun lessen en leermethoden vlechten. Ik kan daar alleen maar heel blij van worden.

In het primair onderwijs en voortgezet onderwijs is de aanpak van poëzielessen uiteraard anders, maar het doel is vaak vergelijkbaar: leerlingen laten kennismaken met en waarderen van poëzie. In het primair onderwijs ligt de nadruk op het ervaren van poëzie door middel van voordragen, luisteren en creatief bezig zijn (zelf een klein gedichtje schrijven, een elfje, een acrostichon of een luule), terwijl het voortgezet onderwijs meer aandacht besteedt aan de analyse en interpretatie van gedichten, inclusief hun structuur en stijl. In het voortgezet onderwijs wordt ook vaker de link naar spoken word of rap gelegd.

In algemene zin kun je stellen dat poëzielessen vier doelen dienen: Liefde voor het lezen en schrijven van poëzie ontwikkelen. Leerlingen het gedicht laten waarderen. De gedachte en verbeelding in het gedicht laten begrijpen. Rijm, ritme en de stijl van het gedicht leren waarderen.

En omdat een les in poëzie zich nu eens helemaal niet leent voor multiple choice vragen heb ik als gedicht vandaag gekozen voor juist een gedicht met die titel. Het gedicht ‘multiple choice ‘van Anton Korteweg (19044) is genomen uit de bundel ‘De stormwind van zijn hand’ uit 1975..

.

Multiple choice

.

HET / regende / was mistig / was stralend mooi weer

ZE HAD / vierkinderen (die niet wilden deugen) / een man aan de drank / kanker

ZE GING / veel te vroeg van huis / op tijd… / op het laatste nippertje…/

ZE DROEG / een mantel met imitatie-bontkraag / geen jas / een blauwe regenjas

ZE HEEFT HAAR FIETS TEGEN HET SCHUURTJE / gekwakt / gezet / gezet en op slot gedaan

ZE / heeft zich voor de trein geworpen / is voor… gestapt / stond rustig te wachten tot…

HET WAS / een klap als bij een botsing / alsof een hondje… / alsof een vlieg tegen een voorruit…

DE TREIN HEEFT / gedacht: alweer / nog geremd / niets gemerkt

HET IS / iets waar je geen woorden voor hebt / tragisch (zonder meer) / misschien nog maar het beste zo.

.

Al die mooie beloften

Rutger Kopland

.

Uitgeverij van Oorschot heeft in de afgelopen decennia heel wat dichtbundels uitgegeven in de zo bekende zeer sobere stijl. Omslagen met de naam van de dichter en de titel van de bundel in een steunkleur. Niets meer en niets minder. Tegenwoordig haalt geen uitgever het meer in zijn hoofd om een dichtbundel zo sober uit te geven. Altijd wanneer ik zo’n bundel zie moet ik goed nadenken of ik de titel al heb of niet (dat komt door die zelfde sobere stijl, vaak is alleen de kleur van de omslag een indicatie). Maar deze bundels bieden eigenlijk altijd waar voor hun geld.

De bundel ‘Al die mooie beloften’ van Rutger Kopland (1934 – 2012) in stemmig grijsbruin uit 1978 is zo’n bundel. En hoewel de omslag en de publicatie van uitgeverij van Oorschot als geheel wat gedateerd aandoet, is de inhoud nog steeds springlevend.

Uit deze bundel koos ik het titelloze gedicht dat een mooi weemoedige inhoud kent.

.

Wie zal de vriend zijn van mijn vriendin,

de baas voor mijn hond, het kind in mijn jeugd,

de oude man bij mijn dood, wie zal dat zijn als

ik het niet ben? Jij? Ach kom, jij bent niets

.

dan twee ogen, die zien wat ze zien, jij

bent niets dan het uitzicht: een zon schijnt,

een appelboom bloeit, een stoel staat in

het gras; vreugde, verdriet, weet jij veel,

.

uitzicht, Maar wie zal mijn liefste grijs en

ziek laten worden, er voor zorgen dat de hond

jankt, het kind huilt, en de dood komt? Wie

zal de appelboom laten verkommeren, de stoel

voorgoed laten staan in de regen? Iemand toch

zal moeten zien dat alles voorbij gaat.

.

Een aardappel is geen gedicht

J. Bernlef over C. Buddingh’s ‘Ars Poetica’

.

Struinend over de zeer informatieve website https://www.dbnl.org/  kwam ik een stuk tegen dat dichter/schrijver J. Bernlef schreef in Bzzlletin jaargang 6 (1977-1978) over het gedicht ‘Ars Poetica’ van dichter C. Buddingh’ en dan vooral over de slotzin.

Wat ik zo bijzonder leuk vind aan dit stuk tekst is hoe waar het is wat Bernlef hier schrijft. Gedichten schrijven tijdens het aardappels schillen. Misschien herkennen de dichters onder ons dit wel, ik in ieder geval wel, het schrijven van gedichten in je hoofd tijdens een werkje dat A: langdurig is, B: repetitief is en C: waar je je hoofd er niet echt bij hoeft te houden. Aardappels schillen is zo’n werkje. Ik herinner mij dat ik het deed tijdens het vouwen van luiers (ja katoenen luiers, zo oud ben ik al) tijdens de afwas of tijdens schilderen van mijn slaapkamermuur pas geleden.

Wat Bernlef ook schrijft is dat je dan zo op kan gaan in je bezigheid dat de gedichten die je vormt in je hoofd al bijna automatisch gaan over waar je mee bezig bent. Ook dat herken ik maar ik weet ook dat dat niet de gedichten zijn die blijven hangen. Bernlef eindigt zijn zeer vermakelijke stuk dan ook met twee waarheden: Een gedicht is alleen maar een gedicht, een gedicht bestaat uit woorden. En: De beste gedichten schrijft men al woorden schillend. En dat laatste kan ik alleen maar bevestigen. Tijdens werkjes waar je niet bij hoeft na te denken, die repetitief zijn en langdurig kunnen je gedachten alle kanten op gaan maar uiteindelijk zijn het de woorden die je aan die gedachten verbind, een mogelijke opmaat voor een gedicht. Die gedichten schrijf je nadat je klaar met zo’n werkje. Of dat nou aardappels schillen is, luiers vouwen of de afwas doen.

Het artikel van Bernlef vind je hier https://www.dbnl.org/tekst/_bzz001197701_01/_bzz001197701_01_0122.php Het gedicht ‘Ars Poetica’ van C. Buddingh’ komt uit de bundel ‘Gedichten 1938 – 1970’ uit 1971.

.

Ars Poetica
.
ik weet het nog als de dag van gisteren
(ik was misschien 22): ik zat
te broeden op een gedicht, en mijn moeder
zat bij het raam de aardappels te schillen
.
het vers wilde maar niet lukken: het zweet
stond op mijn rug en vol ergernis dacht ik:
hoe kan men in godsherenaam dan ook
poëzie schrijven in een kamer waar
iemand aardappels zit te schillen?
.
die avond, toen iedereen sliep, maakte ik het
vers af: het was een bijzonder slecht vers
.
en pas veel later begreep ik: de beste
gedichten schrijft men al aardappels schillend
.

Directory

Conceptuele poëzie

.

Omdat ik een stuk las over conceptuele kunst en poëzie ging ik op zoek naar vormen van conceptuele poëzie. Op de website https://www.poetryfoundation.org kwam ik een bijzondere vorm tegen van de conceptuele dichter Robert Fitterman (1959).  Fitterman schreef vele boeken over conceptuele poëzie waaronder bundels met intrigerende titels als  ‘No. Wait. Yep. Definitely Still Hate Myself’, ‘Holocaust Museum’ en ‘I Love You Forever, No Matter’.

Het gedicht ‘Directory’  is een doorlopend onderdeel van het epische Metropolis-gedicht van Robert Fitterman, dat het consumentistische stedelijke landschap door middel van de gevonden taal onderzoekt.  Een directory van een niet bij naam genoemd winkelcentrum, aan elkaar gelust met poëtische zorg voor vorm, metrum en geluid. Fitterman’s namenlijst van bedrijven in een winkelcentrum lijkt net zo verdovend, dood en saai te zijn als de winkelcentrum-ervaring zelf, waarbij hij de waarheid uitdrukt in de non-expressiviteit van zijn taalkundige onderwerp.

.

Directory
.

Macy’s                               Hickory Farms

Circuit City                         GNC

Payless ShoeSource                   The Body Shop

Sears                                Eddie Bauer

Kay Jewelers                         Payless ShoeSource

GNC                                  Circuit City

LensCrafters                         Kay Jewelers

Coach                                Gymboree

H&M

RadioShack

Gymboree                             The Body Shop

Hickory Farms

Coach

The Body Shop                        Macy’s

Eddie Bauer                          GNC

Crabtree & Evelyn                    Circuit City

Gymboree                             Sears

Foot Locker

Land’s End

GNC                                  H&M

LensCrafters                         Kay Jewelers

Coach                                Land’s End

Famous Footwear                      LensCrafters

H&M                                  Eddie Bauer

Cinnabon

LensCrafters

Foot Locker                          RadioShack

GNC                                  GNC

Macy’s                               Sears

Crabtree & Evelyn                    Crabtree & Evelyn

H&M

Cinnabon

Kay Jewelers

Lands’s End

.

Saai

Igor Cholin

.

De Russische dichter Cholin (1920 – 1999) werd geboren in Moskou. Hij werd bekend door zijn zogenaamde ‘Barakpoëzie’, korte gedichtjes waarin op een laconieke wijze het communale leven van het gewone Russische volk tijdens de Sovjet tijd wordt beschreven.

Tijdens het Sovjet bewind werden alleen gedichten voor kinderen van zijn hand gepubliceerd. In de jaren 50 was hij de informele leider van de Metro Avant Garde in Moskou. Deze stroming verzette zich tegen de leiders van het land en dat maakte Cholin een dissident.

Zijn werk voor volwassenen werd pas in de late jaren 80 en de jaren 90 van de vorige eeuw gepubliceerd. Tot die tijd verscheen zijn werk vooral als Samizdat literatuur.

In vertaling van Peter Zeeman het gedicht ‘Saai’.

.

Saai

.

Een blauwe einder, bos, contouren van een kerk.

Het gladde water van een meer lijkt van email.

Seringen staan in bloei. Een vierkant rozenperk

geblakerd door de zon. Er smeult een vuilnisbelt.

.

Een kleine jongen klom manhaftig in een berk.

Gooit takjes naar beneden. En nog een detail:

Een greppel met een dronkaard, starend naar het zwerk.

Verloederd is hij, vies, zijn kin een stoppelveld.

.

Zijn trouwe hond ernaast. het beest heet Wildebras.

Ook laveloos – hij vrat de kots op van zijn baas.

Dan vangt het dier te janken aan, onhonds van toon.

.

Ziedaar het landschap waar ik elke zomer woon.

Geen kip op straat. Mijn datsja een gevangenis.

Zo saai, zo godvergeten saai als het hier is.

.

Cholin

                                                                                              Vrij vertaald: Niemand van jullie gaat slapen Cholina

Igor Cholin