Site-archief

Toen ik dood was (een versje)

Wim Hofman

.

De laatste tijd lees ik wat meer dichters op leeftijd. Ik weet niet wat daar de reden voor is (misschien is er helemaal geen reden maar is het toeval) maar ik merk dat ik geïnteresseerd ben in juist het wat oudere werk van oudere dichters. Zo las ik de afgelopen week in de bundel ‘Je bent mijn liefste woord’ gedichten voor bijzondere momenten uit 2015, een gedicht van schrijver, illustrator, beeldend kunstenaar en dichter Wim Hofman (1941).

Ik ken Wim als dichter al veel langer hoewel de meeste mensen hem vooral zullen kennen van zijn kinderboeken als ‘Wim’ uit 1977 en ‘Aap en beer’ uit 1984. Wim ken ik ook omdat hij een bijdrage schreef voor MUGzine #12. In die editie is naast werk van hem ook poëzie opgenomen van Anton Korteweg, Jana Beranová (die de Anna Blamanprijs heeft gekregen vorige week) en de Vlaamse dichter Amina Belôrf. In diezelfde editie zijn foto’s opgenomen van fotograaf Scarlett Hooft Graafland, die op dit moment een grote en mooie  overzichtstentoonstelling heeft in het nieuwste rijksmuseum van Nederland Panorama Mesdag.

Terug naar het gedicht van Wim in ‘Je bent mijn liefste woord’ dat als titel draagt ‘Toen ik dood was (een  versje)’. Het gedicht werd overgenomen uit zijn bundel ‘Na de storm’ uit 2005. Het bijzondere aan dit gedicht , vind ik, dat het door de toevoeging (een versje) lijkt alsof het een kinderversje is. Maar niets is minder waar. Het begint als versje maar de laatste twee strofen lopen daarbij uit de pas. Ook het onderwerp is nou niet direct iets voor een versje. Oordeel zelf.

.

Toen ik dood was (een versje)

.

toen ik dood was gingen jullie naar huis

en jullie ruimden alles op

schelpen stenen scherven gruis

.

gordijnen deuren en ramen open

in mijn bed een inktzwarte vlek

in de kast kakelden papieren

niets stond op zijn plek

.

mijn stoel was al kilometers ver

een stofwolkje op de oude straatweg

.

op tafel een taart zonder kaarsjes

maar met een kersje voor ieder een kersje

.

Lees nu de nieuwe MUG!

Nummer 12

.

Het nieuwste nummer van minipoëziemagazine MUGzine is uit! Een heerlijk helder lentenummer met poëzie van drie oude bekende en een nieuw Vlaams talent. Wim Hofman, Anton Korteweg, Jana Beranová en de Vlaamse dichterAmina Belôrf verzorgden de gedichten in #12. De kunst in dit nummer is van internationaal werkend fotograaf Scarlett Hooft Graafland. Natuurlijk een verse Luule en een sprankelend voorwoord van onze eigen redactiefilosoof.

Elke editie van MUGzine is gratis te downloaden via Mugzines.nl en voor de liefhebber (en wie is dat niet?) is er een papieren versie beschikbaar. Wil je die standaard een jaar lang bij verschijnen in je brievenbus hebben word dan donateur. En als je een keer een proefexemplaar wil ontvangen mail dan naar MUGzines (zie de website).

MUGzine wordt gemaakt door MUG books, Poetry Affairs en BRRT graphic design . Volg ons op Instagram of Twitter

 

Van één van de dichters van MUGzine #12 een gedicht als voorproefje. Anton Korteweg (1944) publiceerde recent (2021) de bundel ‘Enfin’. Uit deze bundel het gedicht ‘Niet eerlijk’.

.

Niet eerlijk

.

We zijn al aan ’t verzakken; de spinnen

beginnen ons te tarten met hun webben en

de balsemienen zijn maar al te graag bereid

te knakken.

.

Tegen de muur van ons vervallen schuurtje

wiegen, nauw zichtbaar op een lichte zucht,

de windekelken, oog verblindend prachtig. Dat

dan weer wel.

.

Zij mogen maar één dag. Een beetje boomer,

hoe krakkemikkig ook, schopt het doorgaans

tot in de tachtig.

.

De laatsten der Mohikanen

De nieuwe MUG komt eraan

.

De afgelopen twee maanden zijn we van MUGzine weer volop bezig geweest om een fonkelnieuwe en prachtige editie van dit mini poëziemagazine te maken. We zijn ontzettend blij dat vier dichters een bijdrage wilde leveren en een vermaard fotograaf. De dichters zijn Anton Korteweg (1944), Wim Hofman (1941), Jana Beranová (1932) en een nieuw Vlaams talent Amina Belôrf (1990). De illustraties zijn van internationaal werkend en exposerend fotografe Scarlet Hooft Graafland (1973).

De richting die MUGzine #12 meekreeg was een dichtregel van E.E. Cummings uit het gedicht ‘maggie and milly and molly and may’  die luidt: ‘it’s always ourselves we find in the sea’.

Omdat we dit keer een drietal oudere en ervaren dichters in MUGzine hebben vond ik het wel toepasselijk een gedicht van één van hen hier te plaatsen. Het betreft hier het gedicht ‘De laatsten der Mohikanen’ van Jana Beranová uit haar ‘Werkboek’ bloemlezing 1983-2010 uit 2011.

.

De laatsten der Mohikanen

.

Daar staan ze

gebakken uit zeldzame klei.

De punten van hun laarzen

wijzen omhoog

om de aarde

geen pijn te doen.

.