Site-archief

Theo Thijssenprijs 2024

Edward van de Vendel

.

Deze maand kreeg Edward van de Vendel (1964) de Theo Thijssenprijs 2024, met als ik het juryrapport mag geloven en waarom zou ik dat niet doen, unanieme stem. De Theo Thijssenprijs is een Nederlandse literatuurprijs die wordt toegekend aan een schrijver van oorspronkelijk Nederlandstalige jeugd- of kinderliteratuur.

In 1996 debuteerde Van de Vendel met de dichtbundel ‘Betrap me’ waarna hij een bewerking schreef van de Gysbrecht van Aemstel, gevolgd door de jongerenroman ‘De dagen van bluegrassliefde’. Van de Vendel schrijft ook toneel, non-fictie en liedteksten en teksten voor prentenboeken. Een all round schrijver en dichter kortom.

Zijn werk is onder andere vertaald in het Duits, Spaans, Frans, Italiaans, Noors, Deens, Chinees, Portugees en Georgisch. Zijn prijzenkast is inmiddels zo lang (met onder andere meerdere Zilveren Griffels en Gouden Zoenen en twee nominaties voor de Hans Christian Andersen Award) dat je je afvraagt waarom hij de Theo Thijssenprijs niet eerder heeft gekregen. Dit jaar kreeg hij eerder al de Gouden Poëziemedaille voor de dichtbundel ‘Gelukkig en blij’.

Het juryrapport stelt: Van de Vendel verstaat de kunst van het kijken. Het bijzondere ligt namelijk voor het oprapen, als je het maar wilt zien. Daarmee staat hij in de traditie van dichters als Jan Hanlo of K. Schippers. Ook de taal van Van de Vendel straalt vaak die voor-het-eerst-heid uit, met nieuwe woorden, originele beelden en fonkelende dialogen.

In het bundeltje dat werd uitgereikt tijdens de uitreiking van de Theo Thijssenprijs en waar ik van Marianne (van MUGzine) een exemplaar kreeg, staat, in het dankwoord van Van de Vendel (uiteraard zou ik bijna zeggen) ook een gedicht. Het gedicht is getiteld ‘Wat je moet doen als je moeder huilt’ en komt uit de bundel ‘Wat je moet doen als je over een nijlpaard struikelt’ uit 2019.

.

Wat je moet doen als je moeder huilt
.
Ga
naast haar zitten,
tegen haar aan geschoven:
je armen van onder tot boven
dicht op die van haar.
Laat het praten maar aan vaders over,
aan vriendinnen en aan zussen,
en je hoeft de tranen ook niet
van haar slapen af te kussen,
je hoeft niets te begrijpen,
niets te vragen.
Je hoeft haar alleen maar te schragen –
schragen, dat betekent dus steunen,
met je lichaam dus.
Als ze voelt dat ze eventjes op je mag leunen
spoelt er een beetje gedoe
uit haar hoofd.
Hoe?
Dat doet er niet toe.
Iets met draagkrachtverschuiving
en onverwachte aandachtshydrauliek,
Maar de precieze mechaniek
maakt jou en je moeder natuurlijk
niets uit:
je zit huid aan huid
en je merkt
na een fijne, zachte tijd
dat het werkt.
Mama giet eindelijk
geen verdriet meer op de dingen
en buiten begint de zon
Griekse liedjes te zingen.

.

Plotsklaps de ware liefde

Wim Hofman

.

Afgelopen zaterdag stond er in de boekenbijlage van de Volkskrant een uitgebreid artikel over Wim Hofman naar aanleiding van het gegeven dat hij op tachtigjarige leeftijd de winnaar is van de Zeeuwse Boekenprijs voor zijn verhalenbundel ‘We vertrekken voordat het licht is’ uit 2021 dat tegelijk verscheen met een bloemlezing uit zijn poëzie ‘Er is altijd wel iemand’. De Zeeuwse Boekenprijs wordt sinds 2003 jaarlijks uitgereikt aan het volgens een jury beste boek over een Zeeuws onderwerp of van een auteur met een Zeeuwse achtergrond en is een initiatief van de Zeeuwse Bibliotheek en het Zeeuws Tijdschrift.

Wim Hofman (1941) schrijft proza en poëzie voor volwassenen en kinderen en is illustrator en beeldend kunstenaar. De zee en de (Zeeuwse) natuur nemen een belangrijke plaats in, in zijn brede oeuvre. Wim Hofman debuteerde als dichter in 2003 met de bundel ‘Wat we hadden en wat niet’, in 2005 gevolgd door ‘Na de storm’. In 2009 verschijnt de bundel ‘Op zekere dag ziet u plotsklaps de ware liefde’. Deze bundel heeft de liefde als thema in de breedste zin des woords. Niet alleen de liefde voor een ander maar ook de liefde voor de zee, voor het leven en, zoals in onderstaand prozagedicht, voor een steen. En omdat dit gedicht een verwijzing heeft naar één van mijn favoriete dichters E.E. Cummings deel ik dat gedicht hier graag met jullie.

Hofman won talrijke prijzen voor zijn werk. In 1991 ontving hij de Theo Thijssenprijs, in 2001 de Zeeuwse Prijs voor Kunst en Wetenschap, maar ook de Gouden Penseel voor Aap en beer, in 1984 (naast verschillende andere gouden en zilveren griffels en penselen).

.

Lievelingssteen

it’s always ourselves we find in the sea
e.e. cummings

Toen was ik nog jong en bezonnen en de zon scheen overal op en hij liet mij alles zien. Kijk, zei hij, dit is dit, dat is dat. Op het dak blink ik, een haan bezorg ik een vuurrood spookoog. Langs de weg groeiden toen brandnetels, braambossen, dwaalkruid. In het dorre gras bij de kromme boom lag rot sponzig fruit met de geur van zure cider en het venijnige gezoem van zwartgeel gestreepte wespen. Stof wolkte op, dorre bladeren maakten een rondedansje. De wind deed toen, lang geleden god na en de wolken bootsten alles na en werden daarom door de boze wind gestraft. De regen, hard begonnen, zocht uiteindelijk zoetjes de goot. Het water maakte van die gevoelige en droevige geluidjes en de regenboog stond wel drieduizend meter hoog, boven de zee. Bij de slordige vloedlijn een stuk hout met letters, geheimtaal, een vloek.
Dat moest terug vanwaar het kwam. Alles moest terug, de golven in, de plank, de arme, vierarmige zeester, de vieze vis, de werkschoen vol zand.
Ze begonnen met duidelijke tegenzin aan een onduidelijke tocht. Mocht alleen met mij mee een zwarte steen, koud en nat en rond, hij vulde precies mijn hand.

.