Categorie archief: Japanse poëzie

Jan Lauwereyns

Neem een bad. In het bos.

.

In 1982 werd in Japan het nationaal gezondheidsprogramma voor bosbaden geïntroduceerd, vanwege de vele bewezen gezondheidsvoordelen van het bos in een drukke, lawaaiige wereld. Niet verwonderlijk dat dit is ‘uitgevonden’ in Japan, een van de bosrijkste landen, maar ook met de drukste steden ter wereld. Denk aan Shibuya Crossing, het drukste voetgangerskruispunt in Tokyo met de metershoge lichtreclames op de gebouwen, denk aan de volle metro’s, de vele toeristen en het verschijnsel dat mensen zichzelf letterlijk doodwerken in Japan en je begrijpt: het contrast kan haast niet groter.

Volgens het boek van Dr. Li. ‘Shinrin-yoku – de kunst en wetenschap van het bosbaden’ gaat bosbaden om het openstellen van al je zintuigen voor de natuur. Het boek staat vol poëtische frasen, zoals van de toneelschrijver Zeami Motokiyo die yugen, ofwel gevoelens die te diep zijn voor woorden, omschrijft als ‘de subtiele schaduwen van bamboe op bamboe’, het gevoel dat je krijgt als je ‘de zon ziet ondergaan achter een met bloemen overdekte heuvel’ of ‘als je in een groot bos dwaalt zonder aan terugkeren te denken’.

 

Om dicht bij het bos en Japan te blijven, wil ik vandaag een tanka plaatsen van Jan Lauwereyns over een pijnboom. De tanka is een traditionele Japanse versvorm (voorloper van de bij ons bekendere haiku), bestaande uit 5-7-5-7-7 lettergrepen, waarin liefde, relaties of gevoel vaak samenvalt met een natuurverschijnsel.

 

Jan Lauwereyns is neurowetenschapper aan de universiteit van Kyushu en schreef behalve veel gedichten ook romans en essays. Onlangs verscheen de verzamelbundel ‘Leer van de orchidee – een keuze uit het werk 1991 -2024’ (lees ook de recensie door Kamiel Choi op de website van Meander of luister naar de podcast Beeldspraak van het Poëziecentrum Vlaanderen). Een dikke bundel waarin behalve korte Japanse tanka’s sonnetten, prozagedichten en ander werk zijn opgenomen. Hieronder een van de vier tanka’s van Jan Lauwereyns die eerder verschenen is in MUGzine 19.

.

Pijnboomschaamhaar

.

verander je ook

maar een beetje hoe je staat

krijg je iets gloednieuws

.

zeggen de pijnboomnaalden

aan het begin van alles

.

Dit is het vijfde gastblog van Marianne.

.

Als een slak de berg Fuji

Een reis in 8 Haiku

.

Een slak aanmoedigen om de berg Fuji te beklimmen, maar: langzaam, langzaam! Dat kan alleen in een Japanse haiku. Een haiku is méér dan een gedicht van 5 – 7 – 5 lettergrepen. De natuur, de seizoenen, de waarneming van de omgeving, met een twist of onverwachte wending. Een sterke haiku gaat over de grote vragen in het leven maar ook om het detail. “De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin de natuur een centrale plaats inneemt” las ik ergens.

.

De verhalenvertellers van het online reismagazine WideOyster selecteerden voor hun ‘travel poetry film’ acht van deze miniscule lofzangen om te verfilmen in Tokyo, Kyoto en de natuur ertussenin: https://magazine.wideoyster.com/ode-aan-de-reis-japan/. In eerdere edities zijn verfilmingen van gedichten over New York, Brazilië & Australië te vinden.

.

Matsuo Bashō

蝶の飛ぶばかり野中の日影哉

 

Vlinders
fladderen alleen
in een veld van zonlicht

Yosa Buson

夏河を 越すうれしさよ 手に草履

 

Een zomer rivier wordt overgestoken
hoe aangenaam
met sandalen in mijn handen!

Matsuo Bashō

雲霧の暫時百景を尽しけり

 

In wolken en mist
worden in een oogwenk
honderd scènes tot vervulling gebracht

Kobayashi Issa

蝸牛 そろそろ登れ 富士の山

 

O slak
beklim de berg Fuji
maar langzaam, langzaam!

Natsume Sōseki

錦画や壁に寂びたる江戸の春

 

Wanneer de lamp gedoofd is
Komen de koele sterren binnen
Door het raamkozijn.

Matsuo Bashō

君火を焚けよきもの見せん雪まるげ

 

Als jij het vuur ontsteekt
zal ik je iets moois laten zien
een grote sneeuwbal

Yosa Buson

目に遠くおぼゆる藤の色香かな

 

In het maanlicht
Lijkt de kleur en geur van de blauweregen
Ver weg.

Matsuo Bashō

夏草や兵どもが夢の跡

 

Zomergras,
Is het enige dat overblijft
Van de dromen van krijgers

.

Dit is de derde gastblog van Marianne

.

Orakelpoëzie

Waka (Poëzie)

.

Van Marianne ontving ik een mail met daarin een paar foto’s uit Japan. De foto’s zijn genomen in een tempel waar je voor 100 yen mag rammelen met een koker tot er een stokje uitkomt met daarop een nummer. Dat nummer correspondeert met één van de laadjes uit een bijbehorend kastje. Uit dat laadje haal je dan vervolgens een briefje met een waka (gedicht) dat de vorm heeft van een tanka.

De tanka is een kort gedicht (denk ook aan de haiku) gebruikt om ‘korte gedichten’ te onderscheiden van de langere chōka (in de tijd dat deze vorm ontstond, de 8ste eeuw).  In de negende en tiende eeuw werd het korte gedicht echter, met name met de compilatie van de Kokinshū (een vroege bloemlezing van de Japanse poëzie), de dominante vorm van poëzie in Japan, en het oorspronkelijk algemene woord waka werd de standaardnaam voor deze vorm.

De Japanse dichter en criticus Masaoka Shiki (1867-1902) heeft de term tanka in het begin van de twintigste eeuw nieuw leven ingeblazen vanwege zijn uitspraak dat waka vernieuwd en gemoderniseerd moest worden. Haiku is ook een van zijn ‘uitvindingen’. Deze term gebruikte hij voor zijn herziening van de op zichzelf staande Hokku. De Hokku is de openingsstrofe van een Japans orthodox, samenwerkend gedicht, renga , of van zijn latere afgeleide, renku, dat dus aan het einde van de 19e eeuw tot haiku werd omgedoopt en sindsdien de meest bekende Japanse dichtvorm is buiten de Japanse landsgrenzen.

Het Genootschap voor de Japanse Badhuizencultuur organiseert sinds een aantal jaar elk jaar een haikuwedstrijd over deze cultuur. Als voorbeeld wordt een haiku van Masaoke Shiki meegestuurd over de badhuiscultuur in Japan.

.

in het badhuis

gaan over Ueno’s bloesems

de verhalen rond

.

 

Studio Haiku

Lotte Dodion

.

Vorig jaar had ik contact met de Vlaamse dichter Lotte Dodion (1987), ik wilde haar vragen voor een bijdrage in MUGzine. Ze antwoorde toen dat ze heel erg druk was met een nieuw project dat heeft geresulteerd in een boek getiteld ‘Studio Haiku’ een handleiding voor haiku avonturiers. In ‘Studio Haiku’ gidst dichter en haiku-reisgids Lotte Dodion je stap voor stap door de wonderlijke mogelijkheden van de haiku. De haiku is een korte en krachtige Japanse dichtvorm die aan een aantal voorwaarden moet voldoen:

Een haiku bestaat uit drie regels waarin regel 1 vijf klemtonen of lettergrepen heeft, regel 2 zeven klemtonen of lettergrepen en regel 3 vijf lettergrepen of klemtonen.

De regels met betrekking tot de verdeling van de lettergrepen over de verschillende regels van het gedicht slaan voornamelijk op zogenaamde Westerse Haiku gedichten. Traditioneel Japanse Haiku wil nog wel eens afwijken van deze regels. Zo schreef de meest bekende Japanse dichter aller tijden Matsuo Basho (1644-1494) eens een haiku waarvan de tweede regel maar liefst 9 lettergrepen had.

Daarnaast heeft de traditionele haiku nog een aantal kenmerken:

  • omgeving als onderwerp (kan natuur zijn, maar bijvoorbeeld ook een bepaalde ruimte of een specifiek gebouw)
  • probeer een twist in de haiku te verwerken
  • houd het zo zintuiglijk mogelijk
  • probeer geen emoties in de haiku te verwerken: probeer juist emoties bij de lezer op te wekken
  • vermijd stereotype Japanse zaken, zoals de kersenbloesem

Uit het boek ‘Studio Haiku’ van Lotte Dodion blijkt  dat de haiku en het schrijven van deze vorm van Japanse poëzie een heerlijk speelveld is om je gedachten, gevoelens, observaties én kwinkslagen te vangen.

Veel meer over de haiku kun je lezen op deze website over Japanse dichtkunst.

Uit het boek van Lotte hier een aantal voorbeelden.

.

In de ochtendkoelte
maakt het geluid van de bel
zich van de bel los.

Yosa Buson

.

Een meer is mijn hart.
Op de oever sluipt de schaduw
van een zwarte tijger.

Kaneko Tôta

.

In mijn fantasie
kijk je nog één keer om en
dan pas verdwijn je.

Lotte Dodion

.

GVDKU

Freda Kamphuis

.

Ik ben een fan van experimentele poëzie, om de zoektocht naar de grenzen, de vorm, de inhoud, het anders kijken naar gedichten en poëzie. En hoewel ik experimentele dichters niet direct tot mijn ‘favoriete’ dichters zal bestempelen (ik hou van alle dichters, van alle vormen en stemmen in de poëzie maar ik heb wel degelijk favorieten) heb ik er altijd een gezonde nieuwsgierigheid naar.

Een paar jaar geleden kwam ik in de Slegte in Antwerpen de bundel ‘Titel’ uit 2014 van Freda Kamphuis tegen, toen werd mijn interesse meteen al gewekt maar uiteindelijk kocht ik de bundel, uitgegeven door uitgeverij Voetnoot, niet. Achteraf had ik daar wel spijt van. Gelukkig kwam ik haar bundel ‘GVDKU’ uit 2012 tegen in een tweedehandsboekenwinkel en kocht hem meteen.

De bundel van Kamphuis (1965) bestaat uit vormgedichten, kunstzinnig vormgegeven gedichten, Haiku’s en vrije gedichten. De haiku’s zijn grappig en spitsvondig:

.

Zinnebeeld

.

Het punt van de

dood is dat het

stopt na de zin.

.

Uit de bundel blijkt dat Freda de kunstacademie heeft gedaan, de combinatie van afbeeldingen en tekst is vaak kunstig en bijzonder. Een bundel vol verrassingen. Maar dus ook gedichten die het genieten waard zijn zoals het gedicht ‘Parallel’.

.

Parallel

.

Een rollator schuift traag

onmodieus voorbij, de man

die moeizaam gaat daarachter

kijkt vermoeid, totaal niet blij

zet beide voeten stap voor stap

achter zijn wankel ogend rek.

.

In tegenstelling tot het meisje

met de paarse zonnebril vlakbij

dat zo te zien vooral nog haastig,

dorstig leven wil, met één sprong

op haar fiets verdwijnt en daardoor

net niet ziet hoe hij verschijnt.

.

Japanse overlijdensgedichten

Zen Monniken

.

In Japan is het een lange traditie dat je niet alleen je testament opmaakt (meestal vlak voor) je overlijden maar ook een zogenaamd overlijdensgedicht schrijft, een zogenaamde Jisei ( 辞世 ). Deze vorm van poëzie is voortgekomen uit het Zen Boeddhisme. Een Jisei is een meestal maar niet exclusief een Haiku. Yoel Hoffmann stelde het boek ‘ Japanese Death Poems: Written by Zen Monks and the Haiku Poets on the Verge of Death’ samen.

De Jisei,  vaarwel gedichten  aan het leven, zijn niet, zoals je misschien zou denken, donkere zware gedichten. Vaak representeren ze de persoon die het gedicht schreef bij leven of hoe die persoon naar zijn/haar leven keek of juist naar de dood. Sommige overlijdensgedichten zitten vol humor of zijn juist heel hoopvol.

Hier zijn twee voorbeelden uit het boek (in het Engels en Japans).

.

Van de beroemde Haiku dichter Basho is deze Jisei

“旅に病んで 夢は枯野を かけ廻る”
 
Stricken on a journey, My dreams go wondering around, Withered fields
 
Basho wist dat hij ging sterven en dat hij niet meer thuis zou komen, hij wist echter dat zijn dromen niet zouden stoppen met rondreizen.
.
 
Moriya Sen-an schreef deze Jisei, en moet wel erg van alcohol hebben gehouden.
 
“我死なば 酒屋の瓶の 下にいけよ。せめて滴の 盛りやせんもし”
 
Burry me when I die beneath a sake barrel in a tavern. With luck, the cask will leak
.
death poems