Site-archief
Vers
Jamila Faber en Sanne de Waard
.
Via via kwam ik op de website van VERS terecht. Een website van twee jonge schrijvers/dichters Jamila Faber (1989) en Sanne de Waard (1984). Dit zijn geen schrijvers of dichters in de klassieke vorm maar meer een soort multidisciplinaire kunstenaars die ook aan poëzie doen.
Faber is een schrijver/muzikant met een eigenzinnige aard en een scherpe pen. Haar stijl kenmerkt zich door absurditeiten, tragische humor en rake observaties. Terwijl de Waard een professioneel fröbelaar is, die laveert tussen creatief schrijven, journalistiek,fotografie, ruimtelijk design en beeldende experimenten met onconventionele gebruiksvoorwerpen.
Kortom twee creatieve geesten zoals je ze tegenwoordig vaker tegen komt. VERS is hun initiatief, waarbij literatuur en popcultuur elkaar ontmoeten. Aan de basis van VERS ligt geïmproviseerde poëzie. Op diverse locaties, waaronder veel festivals, gooit VERS haar caravandeur open om een ieder te verwelkomen met een gedicht op maat en een portie gezelligheid.
De dames schrijven hun verzen op ouderwetse typemachines waarbij de gast voor de input zorgt van de gedichten. Als het gedicht klaar is krijgt de gast deze mee op een briefkaart.
.
Alles over VERS en hun aanbod is te vinden op https://versproducties.wordpress.com/
De spiegel
Laatste maal dichter van de maand
.
Vandaag is Toon Tellegen voor het laatst dichter van de maand want het is de laatste zondag van oktober. Zoals al aangekondigd zal de in oktober overleden dichter Derrel Niemeijer, als eerbetoon, in november dichter van de maand zijn. Nu dus nog eenmaal een gedicht van Toon Tellegen. Uit de bundel ‘De andere ridders’ uit 1984 heb ik gekozen voor ‘de spiegel’ zo’n typisch Tellegen gedicht waarin je, na zorgvuldige lezing, zoveel meer leest dan er op het eerste oog staat geschreven.
.
De spiegel
.
Er hing een spiegel boven het water.
De zwemmer keek omhoog
en zag zichzelf daar zwemmen in het glinsterende water,
hij zag hoe kalm hij zich bewoog.
De lucht was blauw
en de spiegel zweefde allengs naar de verte, weerkaatste
nog een waterlelie
en verdween.
De zwemmer zwom ontroostbaar verder
zo zonder spiegel zwom hij nergens heen.
.
Misverstand
Menno Wigman
.
Al eerder besteedde ik aandacht aan de poëzie van Menno Wigman (1966). Wigman publiceerde vanaf 1984 verschillende bundels, hij publiceerde poëzie in bladen als Vrijstaat Austerlitz, Zoetermeer, Optima, Maatstaf, De Tweede Ronde, Millennium, Payola, Bunker Hill, De Zingende Zaag, Passionate en De Gids en hij ontving voor zijn werk de A. Roland Holst-Penning (2015) en de Jan Campert-prijs (2002) voor ‘Zwart als kaviaar’. Naast dichter is Wigman vertaler en samensteller van bloemlezingen.
Uit de bundel ‘Zwart als kaviaar’ uit 2001 het gedicht ‘Misverstand’.
.
Misverstand
.
Dit wordt een droef gedicht. Ik weet niet goed
waarom ik dit geheim ophoest, maar sinds een maand
of drie geloof ik meer en meer dat poëzie
geen vorm van naastenliefde is. Eerder een ziekte
die je met een handvol hopeloze idioten deelt,
.
een uitgekookte klacht die anderen vooral verveelt
en ’s nachts – een heelkunst is het niet.
De kamer blijft een kamer, het bed een bed.
Mijn leven is door poëzie verpesten ook
al wist ik vroeger beter, ik verbeeld me niets
.
wanneer ik met dit hoopje drukwerk vierenzestig
lezers kwel of, erger nog, twee bomen vel.
.
Paard van Glas
Koen Stassijns
.
Fulltime dichter, vertaler, bloemlezer, performer en een veelgevraagd docent literaire creatie Koen Stassijns (1953) is een maatschappelijk betrokken dichter. Tijdens de oorlog in Kosovo vertaalde hij onder andere een bundel met moderne Albanese poëzie en met zijn jeugdvriend Ivo van Strijtem stelde hij diverse bloemlezingen samen.
Hij debuteerde in 1984 met ‘Ik hou niet van de dagen’ en in 1993 verschijnt de bundel ‘Paard van glas’. Van die bundel het titelgedicht.
.
Paard van glas
.
Een paard op een marktplein van glas.
Het kijkt naar zichzelf, dat kan onbewogen
omdat ik het zag. En wie begrijpt dat
bijvoorbeeld vandaag, plots voor zijn ogen
.
de poort van een landschap openwaait
en hij onvoorwaardelijk vrij door kan
draven, achter zijn spiegelbeeld aan?
Is dit een droom? En hoeven man en paard
.
maar tussen kop en schouders te gaan
schuilen als kooplui, die uitmuntend dromen
verruilen, hun hoop aan scherven slaan?
.
Wij nemen niets aan en grijpen de teugel,
tegendraads, bewogen voortaan onder glas,
waar altijd een beeld van een boom kon staan.
.
Otiot
Lut de Block
.
Lut De Block (1952) studeerde filosofie aan de RUG; zij werkt als freelance journaliste, o.a. voor Knack. In 1984 debuteerde ze met de bundel ‘Vader’. In haar werk is één van de kernthema’s de vader-dochter relatie (evenals de natuur en de dood). Reden hiervan ligt in het feit dat ze in februari 1963 haar vader dood aan de keukentafel vond. Dit trauma was een belangrijke inspiratiebron voor haar vroege werk. Lut de Block heeft inmiddels 7 poëziebundels en een roman gepubliceerd.
In Vlaanderen heeft ze een aantal literaire prijzen gewonnen. Haar werk is in het Engels, Frans en Afrikaans vertaald.
Uit:’De luwte van het late middaguur’ uit 2002 een gedicht geschreven voor Harry Mulisch.
.
Otiot
.
Het vlees komt los van de botten. De ziel zingt
zich weg van het lichaam. De klinkers botsen
tegen het karkas van tweeëntwintig letters aan.
In den beginne was het woord. Een alefbeet
van slijk en klei. Hoor ik haar heer of huur haar hier.
Kon ik maar al jouw klinkers zijn en weerklinken
in de klankkast van je lijf. Ik koester het skelet van
zachte consonanten. De meester van ‘de procedure’
noemde hen het zichtbare lichaam van de woorden.
De klinkers noemde hij hun ziel en dus onzichtbaar.
D KLNKRS ZN HN ZL N DS NZCHTBR. Zo bijbels
klinkt het niet in onze ingedijkte moddertaal. en ander-
maal stoor ik je rust, staar je me aan, stuur je me weg.
.
Ik word als jij
Jan Pieter Guépin
.
Er zijn veel dichters. Heel veel dichters. Als je bloemlezingen bekijkt dan staan er soms dichters in van eeuwen her. Dat betekent dat het arsenaal aan dichters voor iemand die over poëzie schrijft (zoals ik) enorm is. Dat is één van de redenen dat ik, een tijd geleden alweer, begonnen ben met de rubriek (bijna) vergeten dichters. Veel van de dichters die heden te dage niet meer gelezen worden zijn namelijk nog steeds zeer goed leesbaar.
Een goed voorbeeld van zo’n (bijna) vergeten dichter is wat mij betreft J.P. Guépin (1929 – 2006). Tijdens zijn studie klassieke letteren aan de universiteit van Amsterdam was hij redacteur van het studentenweekblad Propria Cures. Hij promoveerde op een onderwerp uit de Griekse godsdienstgeschiedenis: De tragische paradox.
Guépin was dan ook een groot pleitbezorger van de Neolatijnse poëzie, waarvan hij veel vertalingen maakte. De Neolatijnse poëzie zijn gedichten die zijn geschreven in het Latijn in de periode vanaf de renaissance.
In het gedicht’Ik word als jij’ komt deze voorliefde niet zozeer naar voren. Het gedicht komt uit de bundel ‘Gedichten’ uit 1984.
.
Ik word als jij
.
‘ik word als jij, we gaan elkaar vertrouwen,
kom bij me, kijk naar mij, ik naar jou,
mijn armen om je schouders, jij de jouwe,
ik voel hoe jij, jij hoe ik van je hou.’
.
‘Ik word als jij, als we in elkaar vergroeien,
ik proef mijn zoen, jouw zoen is nu mijn zoen,
mijn hand jouw buik, jouw buik mijn hand doet gloeien,
wat ik ook doe met jou zal jij weer doen.’
.
Nu woest maar kalm, dan opgewonden klaar,
gefluister, schreeuwen, en doodstil een poosje,
heel knus als lepeltjes in een klein doosje.
.
Zo gaan we op in elkaar,
wij met zijn tweeën weten hoe dat kan:
de man wordt telkens vrouw, de vrouw wordt man.
.
Driehoek
Onbegonnen werk
.
Deze zondag een gedicht van Herman de Coninck uit zijn bundel ‘Onbegonnen werk, gedichten 1964 – 1982’ uit 1984 met de titel ‘Driehoek’.
.
Driehoek
.
Het leek wel een goeie driehoeksverhouding:
ik hield van jou
en van mij.
.
Ik hield van jou zoals je dat alleen maar
voor het eerst doet: alsof het elke keer
voor het laatst is.
.
Ik hield van jou om de manier waarop ik je
in alle stàten bracht,
in België, Frankrijk, Nederland, Joegoslavië,
geluk was inderdaad zo uitgestrekt als hele landen
en telkens net zo onderling verschillend.
.
Ik hield van jou om de manier waarop je,
over mijn schouder meelezend, kon zeggen:
jaja, schrijven hoe goed je het kan,
dàt kan je wel, maar laat maar eens zien.
.
En ik hield van mij, o, wat hield ik
even nadien van mij, want hoe zalig was het
mezelf te zijn
in jouw armen.
.
Lozenges
Gedichten in vreemde vormen
.
In 1965 gaf Colleen Thibaudeau een alleraardigst boekje uit met de intrigerende titel ‘Lozenges’. Om daar maar mee te beginnen; een Lozenge (◊) is een ruitvormig leesteken dat nog maar weinig gebruikt wordt. De lozenge werd vroeger wel eens gebruikt om spaties aan te geven bij woorden waar onduidelijk was of deze aan elkaar hoorden of niet. In de huidige spelling is dit niet meer nodig.
Colleen Thibaudeau (1925 – 2012) was een Canadees dichteres en schrijfster van korte verhalen die in veel tijdschriften en magazines gedichten publiceerde. Behalve ‘Lozenges’ publiceerde ze nog de bundels ‘Ten Letters’ (1975), ‘My Granddaughters Are Combing Out Their Long Hair’ (1977), ‘The Martha Landscapes’ (1984), ‘The “Patricia” Album’ (1992) en ‘The Artemesia Book’ (1991).
Het boekje ‘Lozenges’ staat vol met gedichtjes in de vorm van een object en heeft dit ook als titel. Voorbeelden zijn een kroon, een trein, een hockeystick en een pop.
Hieronder twee voorbeelden van een ballongedicht en een kaarsgedicht.
.
Voor het hele boekje on-line ga je naar http://colleenthibaudeau.com/lozenges-poems-in-the-shape-of-things/




















