Site-archief

Hofjesfestival

Haagse Notûh

.

Ook dit jaar organiseert Stichting Haagse Notûh op zondag 21 september weer het Ssssttt… Hofjesfestival in de binnenstad van Den Haag. Op allerlei historische plekken en hofjes zoals het Hofje van Nieuwkoop, de Regentenkamer, ’t Hoofts Hofje, de Jozefkapel en de Stadskloostertuin St. Vincentius, treden dichters, muzikanten en muziekensembles op. In eerdere jaren stond ik al eens in de Stadskloostertuin (waar toen ik aan de beurt was er een wolkbreuk was), in het Hofje van Nieuwkoop, en op de Varkenmarkt .

Een van de hoogtepunten van deze dag (naast de voordrachten van alle dichters uiteraard) is het optreden ( de openingsact) van stadsbeiaardier Gijsbert Kok, die op de Haagse Toren het carillon bespeelt waarbij hij wordt bijgestaan door 15 blazers. Ook is het mogelijk om samen met een gids van het Stadsgilde een wandeling te maken langs de verschillende historische plekken in de binnenstad.

Dit jaar sta ik opnieuw geprogrammeerd in de Stadskloostertuin aan het Westeinde 101 van 14.30 tot 15.00 uur. Andere dichters die voordragen zijn onder andere Marilou Klapwijk, Diann van Faassen, Alexander Franken, Frans Terken, Edith de Gilde en Margriet van Bebber. Ook de twee jonge stadsdichters van Den Haag, Anu Soerjoesing en Govert van de Velde, dragen voor. Als voorproefje een gedicht van Diann van Faassen getiteld ‘Er is altijd’.

Diann van Faassen (1971) debuteerde met de bundel ‘Driemaaldaags’ (1991). Sindsdien verschijnt zij op de diverse podia in het land. In 1998 verscheen ‘Toverfietsje’, dat in 1999 werd opgevolgd door ‘Altijd naar de kermis’, beide uitgegeven in eigen beheer. Gedichten van haar staan opgenomen in de bloemlezingen ‘Van Haagse dichters die voorbijgaan‘ (2001) en in ‘Vanuit de lucht‘ (2001). Diann organiseert literaire evenementen en poëzie workshops en zij begeleidt de jonge Haagse Stadsdichters.

.

Er is altijd

.

Er is altijd iets te weten
Er moet altijd iets te weten zijn
Maar niemand laat zich kennen hier

Ik heb van beneden af
omhoog naar jouw balkon gekeken
bevangen door de ruimte – zag ik je rennen

Ik zag je rennen tot je doorhad
dat je niet was in te halen – niet door mij
de galerijen waren leeg – de spijlen schenen tralies

Jij ging mijn gangen na
en had handen rood als aarde
de lijnen in je handpalm waar je mij bewaarde

Jouw hand is door mijn huid gedrongen
om te ontrafelen wat mijn motieven zijn
wanneer je mijn zenuwen blootlegt is het slechts een kwestie van tijd

Ik zou net als vroeger
willen kijken en tevreden zijn met het zicht
ik zou net als toen zonder verlangens willen zijn

Maar er is altijd iets te weten
en we weten al zoveel
we willen altijd verder weten
en niemand laat zich kennen hier

.

Dichters op het dak

Eelco van der Waals

.

Op 21 juni jongstleden, de langste dag op het noordelijk halfrond, werd op het dak van de Helena in het oude centrum van Den Haag, de eerste bijeenkomst van Dichters op het Dak georganiseerd. Initiatiefnemer Eelco van der Waals nodigde een aantal dichters uit (ik was uitgenodigd maar helaas kon ik die dag niet, ik hoop binnenkort een keer daar te mogen voordragen) om hun poëzie voor te dragen. Onder hen de dichters Alexander Franken, Diann van Faassen, Edith de Gilde en Jos van Hest.

Op het dak rond de Energiekas staat het Voorleespaviljoen voor beknopte sessies met een eigen poëzie ruilbibliotheekje. En op de ruiten van de Energiekas staan de eerste gedichten van de dakdichters. Poëzie met uitzicht is het handelsmerk van de dakdichters.

Dichters op het dak gebruikt EnergieKas als ontmoetingsplek en inspiratiebron, brengt dichters bijeen en laat mensen gedichten schrijven waarbij mensen van alle leeftijden en uit alle lagen van de samenleving betrokken worden. Ook beheert de groep een dichtbundel ruilbibliotheek in de Silo: breng wat, haal wat.

De Midzomernacht van Dichters op het dak in de Energiekas is het begin van een reeks, dus wanneer je op zaterdag 21 juni verhinderd was, zoals ik, ben je van harte welkom bij een van de volgende bijeenkomsten. De dakdichters hebben ook een eigen facebookgroep waar de activiteiten gedeeld worden.

Hieronder een gedicht van de initiatiefnemer dichter, tekenaar en fotograaf Eelco van der Waals (1956), geschreven daags na de eerste voordrachten op 21 juni.

.

Boom dak wolk
.
Een dak met twee vlaggen,
met boompjes in bakken,
een tuin in de hoogte
die bloeit op de stad
Een boomkruin die groeit
tot boven de vlaggen
gevoed door de sappen
die gaan door de stam,
geworteld in aarde –
domein van de mensen
met hun vragen en zorgen,
die dromen van morgen
hoog boven de stad.
.
Foto: Casper de Weerd

Toevallen

Bij de Dichters-top

.

Afgelopen zondag was bij Antiquariaat Colette de Dichters-top. Naar aanleiding van de NAVO-top (ook in Den Haag) van volgende maand hadden het Woordenrijk en Colette de handen ineen geslagen en een dichters-top georganiseerd met louter Haagse dichters (al was er ook een Vlaamse jonge dichter luisterend naar de naam Maria de Coninck bij). Het was een gezellige, interessante en zeer goed bezochte middag daar in de tuin achter het antiquariaat.

De hoogtepunten zaten wat mij betreft tussen 15 en 16 uur. Alexander Franken, Diann van Faassen, Dario Goldbach, Douwe Hovingh, Marilou Klapwijk en als uitsmijter de geweldige Kees ’t Hart. Kees bracht een gedicht over Asissië, consequent uitgesproken zonder umlaut, zonder microfoon en welluidend. Dit gedicht deed me onmiddellijk denken aan het gedicht over McDonalds dat Douwe Hovingh even daarvoor had voorgedragen. In de YouTube video hieronder kun je het gedicht beluisteren en bekijken vanaf 5.50 minuten, een opname van het Poëziecafé De Posthoorn van maart dit jaar.

Van deze dag hier enige foto’s van verschillende dichters. En natuurlijk een gedicht. In dit geval van diezelfde Douwe Hovingh getiteld ‘Toevallen’.

.

Toevallen

.

Vaag in de verte rinkelt een fietsbel

jouw fietsbel na

Een passant lacht om een grap

in jouw hoofd

Een schaduw valt op jouw schoot

Een lentejong gezicht valt op

in een voorbijgaande reflectie

Jouw moeder snijdt één keer haar vingers

Jouw moeder snijdt nooit meer haar vingers

zomaar zonder erbij stil te staan

Er valt een blad voor jouw voeten

Je ziet dezelfde eend voor de derde keer

je merkt het niet

Je ontmoet een vervreemde vriend

voor de eerste keer sinds

.

 

Alexander Franken

Diann van Faassen

Marilou Klapwijk

Kees ’t Hart

De werkelijkheid

David Muiderman

.

In 2007 werd Harry Zevenbergen (1964-2022) de eerste en tot nu toe enige stadsdichter van Den Haag. Een van de opdrachten die hij mee kreeg was om poëzie op verschillende manieren in de stad op te laten duiken. Hij organiseerde de Stadsdichterskrant, de junior stadsdichter (die zijn toenmalige vrouw Diann van Faassen inmiddels nieuw leven in heeft geblazen), Guerillapoëzie en een poëtische wandeling tijdens het Uitfestival.

Maar hij organiseerde ook ‘Dichter op locatie’. Vijf dichters kregen de opdracht om een week lang te verblijven op een locatie naar keuze in de stad. De ervaringen van deze dichters werden vastgelegd in een dagboek met foto’s en gedichten getiteld ‘Met beide voeten in de modder’. In de eerste editie van 2008 (in 2009 zou een vervolg komen met bijbehorend dagboek) waren dit de dichters Jeroen de Vos, Gilles Boeuf, Jet Crielaard, Anne-Tjerk Mante en David Muiderman.

Deze laatste dichter, David Muiderman (1972) verbleef een week op de Haagse markt, de grootste markt van Nederland en een van de grootste onoverdekte markten van Europa waar mensen uit alle windstreken hun boodschappen doen. Uit zijn verslag van deze week komt het gedicht ‘De werkelijkheid’.

.

De werkelijkheid

.

Als in alle vroegte de mens

Als een bloem te slapen ligt

Alleen de dichter nog zijn hart verliest

Trekken de eerste voertuigen

Ten volle gevuld met fruit en derivaten

Als muizen uit hun huizen

.

Lichtvoetig betreden zij de straten

Bewegen op de muren

Als de schaduw van een kater

In de richting van het marktplein

.

Vlak voor de nacht is afgelopen

De dag is aangekleed

De kelen met koffie en teer gesmeerd

De appels één voor één op tafel uitgespreid

De bloemen uit hun knop getrokken

Blaast de dichter zijn hart uit

.

 

Harry Zevenbergen

Overleden

.

Op 8 maart jongstleden is de uit Randwijk afkomstige Haagse dichter Harry Zevenbergen (1964-2022) overleden. Ik kende Harry niet heel goed maar heb een aantal keren met hem te maken gehad en podia gedeeld. Tussen 2007 en 2009 was Harry Zevenbergen stadsdichter van Den Haag, de eerste en de enige stadsdichter die Den Haag gekend heeft. Ik denk dat we elkaar voor het eerst ontmoeten in 2011 bij Poëzie op pootjes, een project waarin dichters het Haagse gevoel beschrijven in gedichten.

Een van de projecten die Harry organiseerde was Dichter op locatie. Twee keer Vijf Haagse dichters (in deel 1 en deel 2) kregen  van hem de opdracht om een week te verblijven op een locatie naar eigen keuze in Den Haag. Twee van de dichters die aan dit project meededen ( Jeroen de Vos en David Muiderman) leerde ik kennen toen ik debuteerde met ‘Zichtbaar alleen’ bij uitgeverij de Brouwerij.

In 2012 was ik te gast bij  ‘Hot Talk’ op radio Den Haag FM, waarin we spraken over onderwerpen als: Hoe kun je de aandacht stimuleren voor poëzie?, wat doen bibliotheken met poëzie? Wordt poëzie veel uitgeleend?  Later dat jaar was ik te gast bij ‘Het Woordenrijk’ ook bij Den Haag FM waar ik in gesprek ging met Harry en Dian van Faassen over poëzie.

In 2018 stonden we nog samen op een podium als Haagse dichters (met Alexander Franken en Debbie van den Bergh) bij ‘Schrijvers tussen de kassen’ Toen kwam al voorzichtig aan het licht dat Harry ziek was. Harry leed aan de ziekte van Alzheimer waaraan hij dus vorige week is overleden. Met hem verliest de poëzie maar vooral Den Haag een bevlogen en mooi mens. Dichter Anne-Tjerk Mante schreef op Facebook een prachtig in memoriam waarnaar ik hier graag verwijs.

In de bundel ‘Poëzie op pootjes’ uit 2005 staat het gedicht ‘Levenslooplijnen’ van Harry en dat gedicht wil ik graag hier delen.

.

Levenslooplijnen

.

Een man in het park voetbalt met zijn zoontje.

Verder is het park leeg.

Vader: veertiger, kalend, buikje, geen talent.

Zoontje: een jaar of vijf, een supertalent?

.

Een man in het park traint zijn zoontje.

Verder is het park leeg.

Vader legt de oefening uit, moedigt zoontje aan.

Zoontje gaat enthousiast aan de slag.

.

Een uur lang zit ik daar.

De ene oefening volgt de andere.

De vader is geen begenadigd trainer.

De zoon daar valt nog niets van te zeggen.

,

De man in het park gelooft in zijn zoontje.

Gelooft dat hij morgen de nieuwe Bergkamp,

ergens bij een profclub kan onder brengen.

Hij droomt van een mooi plekje op de tribune.

.

Het ADO-stadion kijkt mee over zijn schouder,

maar de ambities reiken verder, reiken tot in

Rotterdam, Rome, Londen, Barcelona.

.

Na twee uur begint het donker te worden.

De man geeft zijn zoontje een aai over de bol.

Thuis staat een schoolbord te wachten.

.

Samen met Diann van Faassen bij het Woordenrijk

Poëzie op Allerzielen

Dichter bij de dood

.

Op 2 november aanstaande is het weer Allerzielen. Met Allerzielen worden de overledenen herdacht plaatsen nabestaanden vaak bloemen op het graf van een dierbare overledene. Sinds een aantal jaren is er op begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag op deze avond een bijzondere activiteit die aansluit bij Allerzielen. Dit jaar is het de vijfde en daarmee de jubileumeditie van Dichter bij de dood.

Dichter bij de dood organiseert op deze avond voordrachten van dichters en troubadours die stilstaan bij het thema troost. De volgende dichters en troubadours zullen op 2 november acte de présence geven: Liesbeth de Blécourt, Martijn Breeman, Edith de Gilde, Aurora Guds, Diann van Faassen, Wouter van Heiningen, Ton Houtman, Joz Knoop, Karin van Kalmthout, Anne-Tjerk Mante, Miguel Santos, Eelco van der Waals, Marjon van der Vegt en Renske Visser.

De dichters en troubadours zullen langs een route staan op de begraafplaats die verlicht wordt door fakkels zodat iedereen de route makkelijk kan volgen en bij elke dichter stil kan staan en naar een troostrijk gedicht kan luisteren. Omdat dit de jubileumeditie werden al twee poëziepodia georganiseerd op de begraafplaats en zal er een jubileumbundel verschijnen.

Het project dichter bij de dood wordt gesteund door de begraafplaats Oud Eik en Duinen, Monuta en Cultuurschakel Den Haag en georganiseerd door Dichter bij de dood en Ongehoord! Begraafplaats Oud Eik en Duinen is te vinden aan de Laan van Eik en Duinen 40, de avond begint om 19.00 uur en is uiteraard gratis toegankelijk. Als voorbeeld van een troostrijk gedicht hier het gedicht ‘Geheim gedicht’ van Ingmar Heytze uit de bundel ‘Schaduwboekhouding’ uit 2005.

.

Geheim gedicht

.

Vannacht heb ik een zoen begraven.
Hij lag dertien maanden tussen ons in
en jij had al een paar keer gevraagd:
wat ligt daar nou toch steeds.

.

Toen je eindelijk sliep, drukte ik
de zoen met mijn lippen in een doosje
vol watten en liep naar de tuin. Daar
groef ik een graf van twee monden diep

.

onder de beuk. De duizend zoenen
die volgend jaar rood en zoet uit de takken
komen waaien, zijn allemaal voor jou.

.

Met meningen schrijf je geen goed gedicht

Remco Campert 

.

Op de dag dat er in het Volkskrant Magazine een groot interview verschijnt met dichter/schrijver Remco Campert (1929) plaatst de Belgisch-Egyptische dichter Emad Fouad een stuk op mijn Facebook tijdlijn uit de Poëziekrant van juli/augustus 2019 van Virginie Platteau. Nu zul je je misschien afvragen wat deze twee zaken met elkaar te maken hebben? In het interview met Remco Campert in het Magazine vertelt hij:

” .. Maar ik ben nooit iemand geweest met heel uitgesproken meningen, ik vind dat je daar als schrijver je eigen manier voor hebt: je schrijft vanuit hoe je naar de wereld kijkt. Daar komt het dan wel in terecht. Dat heb ik altijd gehad. Ik heb een poos geleden die gedichten geschreven over Assad en zo, ik vond dat dat moest, het ging eigenlijk vanzelf. (in de bundel ‘Open ogen’ WvH.) Maar ik moet er niet te erg in betrokken zijn, geen heilige verontwaardiging, dat werkt allemaal niet. Met meningen schrijf je geen goed gedicht. Ik vind dat het genoeg is te constateren. het oordeel moet je aan anderen overlaten. ‘

Toen ik dit las had ik twee gedachten. allereerst: En al die dichters in gebieden waar onderdrukking heerst dan, die schrijven over die onderdrukking, is daar geen goede en oprecht mooie poëzie geschreven? Lees de gedichten in mijn categorie Dichter in verzet  er op na. En mijn tweede gedachte was: ik denk dat Campert gelijk heeft. De mooiste gedichten van dichters in verzet zijn niet geschreven vanuit een heilige verontwaardiging, vanuit een activistische basis maar vanuit de wil om poëzie te schrijven over een belangrijk onderwerp, over onderdrukking, over verzet maar met ruimte voor de lezer om er zelf een mening over te hebben, en een oordeel over te kunnen vellen. Heel activistische poëzie lijdt te aan het zo belangrijk maken van het onderwerp dat het ten koste gaat van het poëtische gehalte van het gedicht.

Maar dan het artikel in de Poëziekrant van Virginie Platteau, zij schrijft onder andere: “zo wordt verwacht men van Palestijnse dichters haast automatisch dat hun poëzie een politieke lading heeft, Van zwarte artiesten in Europa is er de impliciete verwachting dat ze het over genocides zullen hebben, of over hun collectieve of individuele lijden. Eén ‘magische auteur’ moet dan als het ware een hele bevolkingsgroep en een groter verhaal representeren.”

Emad Fouad voegt hier in zijn post aan toe: “Cynisch genoeg zijn poëtische getuigenissen van lijdende vluchtelingen momenteel commercieel interessant. Ze worden soms doodgeknuffeld, van festival naar festival gehaald omdat hun verhaal zo schrijnend is. Sommige bundels worden in vertaling speciaal samengesteld ‘tot een doordachte eenheid gericht op de lage landen’, uitgevers pakken er expliciet mee uit.”.

Deze twee ‘meningen’, die van Campert en die van wat er blijkbaar tegenwoordig interessant is voor festivalorganisatoren en uitgevers liggen erg ver uiteen. Ik ben geneigd de mening van de oude meester te delen. Hoewel ik het emanciperende karakter van veel poëzie (en dat met name uit de genoemde groepen) zeker kan waarderen vind ook ik dat goede poëzie ‘vanzelf moet gaan’ zoals Campert het zo mooi omschrijft. Wanneer er te expliciet een onderwerp of probleem geadresseerd wordt gaat dit vaak ten koste van de poëtische vorm.

Dat dit ook heel goed samen kan gaan bewijst Sylvia Hubers in het gedicht ‘Gedicht voor de leiders van de wereld (ook de verkeerde) dat is opgenomen in de verzamelbundel ‘War on war’ met als ondertitel ‘gedichten geen bommen’ uit 2003, samengesteld en onder redactie van Harry Zevenbergen en Diann van Faassen.

.

Gedicht voor de leiders van de wereld

(ook de verkeerde)

.

Ontspan

Laat de gespannen spieren vieren

Ontspan

ontbal de vuist, maak de

Ogen rond, de mond verbaasd

En doe ook iets met de schouders

Ontspan

Urenlang

Ontspan de gedachten

Het strak gespan van oor tot oor

Waar cavaleriewagens rijden

Zet ze stil

Laat deze strijdwagens uit elkaar vallen

En bouw er invalidenwagens van

Ontspan

Laat armen en benen

Geen actie ondernemen

Tot zij geheel ontspannen zijn

Laat ze vallen laat ze vieren

En in je buik… bouw daar

Een vriendelijke kamer met sofa’s

Heerlijke zachte sofa’s

En ontvang daar, op die sofa’s

Iedereen die je haat

(Ontspan, Ontspan, Ontspan)

En praat dan met zijn allen

Over je moeders (je vaders)

Over je dochters (je zonen)

Over je vouwen (je mannen)

Vertel aan elkaar

Hoeveel je van hen houdt

En hoe graag je hen

Zou willen behouden

.

Nieuw gedicht en optreden

Sssssttt Geheim

.

Ook in 2019 organiseert de Stichting Haagse Notûh het festival SSSSSttt Geheim. Dit keer is dat op zaterdag 6 juli. In 4 Haagse Hofjes en in de Kloostertuin verzorgen amateurmuzikanten en dichters een middag vullend programma. Ook ik sta dit jaar weer geprogrammeerd, dit jaar in de Kloostertuin Vincentius van 15.30 tot 16.00 uur. Dit keer sta ik samen met ‘Het klein maar dapper orkest’ een fanfarekorps uit de Schilderswijk, de zanger, dichter, bard Musonius, Everlite for Hawaiians en Theaterfanfare kunst voor het volk op één podium.

Andere dichters die elders in een hofje staan zijn: Alexander Franken (Hoofts hofje), Gerrit Vennema (Spaanse hof), en Diann van Faassen en Frans Terken (Hofje van Nieuwkoop).

Toegang is overal gratis en je kan vrij eenvoudig (de locaties liggen allemaal dichtbij elkaar in het centrum van Den Haag) van locatie naar locatie wandelen. Op de website https://www.kunstvoorhetvolk.nl/kvhv2017/wp-content/uploads/2019/06/102_19001_PROGR-2019_A6_DEFINITIEF.pdf  vind je alle informatie over dit festival.

Een (nieuw) gedicht dat ik naast meer nieuw werk in ieder geval zal voordragen tijdens Sssssttt Geheim, is het gedicht ‘Mist’.

.

Mist

.
Aan het einde van het bos,
in het oosten van het land,
liggen bomen opgestapeld,
wachtend op een late herfst.

.

In het groene duister
meen ik jou te zien,
slechts heel even, badend
onder zoveel dennen.

.

Het grijze mos onder mijn voeten
trekt omhoog langs mijn benen,
tot ik zit. Zo moet het
voelen wanneer je droomt.

.

Ik mis mij, in jouw aanwezigheid,
achter gestapelde bomen,
in een bos dat geen
naam mag hebben.

.

 

Vanuit de lucht

Diann van Faassen

.

In 2001 werd door uitgeverij Passage de bundel ‘Vanuit de lucht’ uitgegeven met als ondertitel ‘De eerste generatie dichters van de eenentwintigste eeuw’. In deze bundel een aantal bekende namen zoals Maria Barnas, Tsead Bruinja, Daniël Dee, Tjitske Jansen, Ramsey Nasr en Hagar Peters. De bundel werd samengesteld door Daniël Dee en biedt naast deze bekende namen ook een aantal minder of (voor mij) onbekende namen. Dat maakt deze bundel ook zo interressant. Wat is er geworden van de dichters die in 2001 allemaal tussen de 20 en de 30 jaar waren?

Van één van de dichters uit deze bundel weet ik wat er van haar geworden is (van wel meer maar ik beperk me nu even tot haar) en dat is Diann van Faassen, woonachtig in Den Haag, werkzaam als dichter en poëziedocent aldaar en actief op veel gebied. Een aantal jaar gelden ben ik nog door haar geïnterviewd over poëzie in het radioprogramma het Woordenrijk bij Den Haag FM. Van haar zijn in deze bundel drie gedichten opgenomen. Ik koos voor haar gedicht ‘Zomeravond’.

Meer informatie over Diann van Faassen vind je hier: http://dichtersgilde.nl/voorbeeld-pagina/dichters/diann-van-faassen/

.

Zomeravond

.

lange haren

meisjes

rennen over velden

rennen over warm gras

warm gras kietelt

kietelt onder voeten

kietelt

wat er was

.

dan druppelen over

warme rode wangen

zweet pareltjes zweet

natte lange haren

lange tuinslang spuit

even alles sproeien

koud afspoelen

.

tuinslang spuit

zon gaat onder

dag is uit

.

Haags fris

Anne Borsboom

.

Op 26 maart 2015 bestond Poëziecafé in bodega De Posthoorn in Den Haag 2 jaar. Ik mocht daar samen met o.a. Frans Reijman, Eelco van der Waals en Cor van Welbergen voordragen, zoals ik twee jaar daarvoor ook bij de allereerste editie mocht voordragen. Op deze avond kregen alle aanwezigen van Will van Sebille de bundel ‘Haags fris’ met als ondertitel ‘Huilend in Den Haag’. De bundel werd in 2010 uitgegeven door De Witte Uitgeverij en samengesteld door Diann van Faassen, Harry Zevenbergen en Will van Sebille.

Uit deze bundel heb ik het gedicht ‘Na vandaag: Den Haag’ van Anne Borsboom gekozen. Anne Borsboom is een collega auteur van mij die (net als ik) bij uitgeverij De Brouwerij poëzie heeft gepubliceerd (Brussels kant).

.

Na vandaag: Den Haag

.

De contactsleutel draait stroef

mijn roestige Italiaan zwelt

achterin de kinderen

‘vandaag verhuizen we’, zeg ik

‘wees flink,

nieuwe vrienden maak je zo

en herinneringen zijn voor later’

ze sputteren

de katten mauwen

de kanarie wil niet

ze verstaan geen Haags

.

ik zal het ze leren

.

IMG_0162

anne