Site-archief
Gesprek op radio 1
Bij Dijkstra en Evenblij Ter Plekke
.
Zondagavond wordt op radio 1 (BNNVARA) het radioprogramma Dijkstra en Evenblij Ter Plekke vanuit Vlaardingen uitgezonden. Ik ben gevraagd om een bijdrage te verzorgen over de in Vlaardingen geboren dichter Lévi Weemoedt. Ik zal deelnemen aan dat programma in de rubriek ‘Literatuur voor BIJ of IN het hardvuur’. Het gesprek zal gaan over Lévi Weemoedt (1948), zijn werk en leven en de link met Vlaardingen uiteraard. Het programma is te beluisteren op Radio 1( van 19.00 – 21.00 uur). Het literaire onderdeel is in het laatste half uur (tussen half negen en negen uur).
Voor de lezer van dit blog is Lévi Weemoedt geen onbekende, zo schreef ik al verschillende malen over zijn bundels als ‘Van harte beterschap‘ uit 1982, ‘Geduldig lijden’ uit 1977, ‘Rijk verleden‘ uit 1999, ‘Geen bloemen’ uit 1978 en ‘Pessimisme kun je leren‘ uit 2018. Daarnaast heb ik meerdere korte gedichtjes van zijn hand opgenomen uit verzamelbundels.
Om alvast in de stemming te komen voor zondagavond hier een gedicht ‘Achterblijvers’ uit ‘Geduldig lijden’.
.
Achterblijvers
Ik fiets maar door het Westland.
Ik maal de trappers rond.
Ik ben altijd zo treurig.
Maar fietsen is gezond.
Van koeien en van eendjes
zie ik nog niet de helft.
Maar ik zie elk dood vogeltje
van Vlaardingen tot Delft.
Achter mij in mijn mandje
jankt mijn kleine hond.
Die loopt, in plaats van fietsen,
veel liever op de grond.
Die loopt veel liever te rennen
achter een leuke meid.
Daar ben ik best jaloers op.
Ik ben de mijne kwijt.
Dat gaat zo in het leven.
Dat is gerust normaal.
En fietsen, zegt de dokter,
is goed voor elke kwaal.
Dus fiets ik maar door ’t Westland.
Ik maal de trappers rond.
Ik ben altijd zo treurig.
Maar fietsen is gezond.
.
Kraantje lek
Lévi Weemoedt
.
Lévi Weemoedt (1948) is zo’n dichter waar je altijd, wanneer je zijn poëzie leest, blij van wordt. Ik toch in ieder geval. Op zichzelf is dat verwondelrijk want de gedichten van L’evi zijn zelden opgewekt of optimistisch van aard. Kijk bijvoorbeeld eens naar zijn bundel ‘Geduldig lijden’ een uitgave in de serie ‘Grote lijsters’ uit 2000. Vrijwel alleen maar treurnis en ellende en toch, wanneer ik het lees is een glimlach of lach nooit ver weg.
In het gedicht ‘Kraantje lek’ bijvoorbeeld waarin Weemoedt terugkijkt naar zijn jeugd en waaruit al blijkt dat het op jonge leeftijd al zo gesteld was met hem. Eigenlijk is Lévi Weemoedt in zijn eentje verantwoordelijk voor een heel eigen stroming binnen de Light verse, de ‘Niet zo light verse’.
.
Kraantje lek
.
‘k Was dertien als de eerste grijze haren
door ’t korte kuifje braken: moeder in paniek!
Wat was er in haar broekeman gevaren!
‘Wat heb je dan gegeten? Ben je ziek?
.
Ach moedertje! met vijf was ik volwassen.
Zat op mijn tiende volop in de overgang.
‘k Had vrouw en kinderen verloren; wist allang
niet meer waarop ik nog moest vlassen.
.
En slechts om ú en vaatje niet te schokken
bleef ik het ventje dat zo vrolijk in zijn blokken-
doos en spoortrein op kon gaan.
.
Maar ik proefde al de pit van het bestaan!
En daarom rolde er achter moeders rokken
uit ’t pijpje van mijn broek een stille traan.
.
Geduldig lijden
Levi Weemoedt
.
Als er één medicijn is tegen de algehele malaise waarin we ons door het Coronavirus bevinden, dan is het de poëzie van Levi Weemoed wel. Zwarte humor, melancholie en een heerlijk in en in pessimistische kijk op het leven die vrolijk maakt en opgelucht stemt; zo erg is het dus allemaal nog niet.
In de bundel ‘Gelukkig lijden’ buit 1977 staat een prachtig gedicht dat heel mooi aansluit bij de situatie op de scholen van vandaag de dag. Dus zonder verder commentaar hier het gedicht ‘Krijtwit’.
.
Krijtwit
.
Als meester Weemoed eens een uurtje vóór komt lezen,
zit heel de klas met doodsverstijving in de bank;
en bij: ‘ Het Jongetje Dat Nimmer Zou Genezen’
barst een orkaan los van gejammer en gejank.
.
Zie hoe de kind’ren kwijnend sloffen door de gangen
en hunk’rend loeren naar een koele kapstokhaak,
terwijl een enk’le al verdachte loopjes maakt
om zich aan capuchon of mutsje op te hangen.
.
Is het zijn piepstem? Komt het door zijn dode ogen
die op twee steeltjes tikken tegen ’t brillenglas?
Of is ’t de grap dat hij zijn bochel kan verhogen
tot boven ’t bord, onder zijn zwarte pandjesjas?
.
Hoe komt het dat veel ouders hem niet mogen
terwijl hij, kind nog, toch zo’n knuffeldiertje was?
.
Onder lijn 4
Lévi Weemoedt
.
In de vakantieperiode mag een gedicht van de altijd tragi-komische dichter Lévi Weemoedt niet ontbreken. Zeker niet met een gedicht dat een glimlach op je gezicht tovert als het gedicht ‘Onder lijn 4’. Uit de bundel ‘Van Harte beterschap’ Kleine trilogie der treurigheid: Geduldig lijden, Geen bloemen, Zand erover uit 1990.
.
Onder lijn 4
.
De werkers kwamen fluitend van karwei,
staken de rijweg over, dromden rond de halte.
De adel van hun kracht beschaamde mij:
triest hing daartussen, zinloos, mijn gestalte.
.
Een eerlijk broodblik priemde in mijn kraag,
een zwaar beslagen schoen rustt’ op mijn tenen.
Mijn leven had nog nooit zó leeg geschenen:
ik had alleen een plaat gekocht vandaag.
.
O!, ’t Liefst zou ik van hen hier voorman wezen
en legde in één gebaar de hele haven lam!
.
Maar ach! Voor morgen staat een boek op het program.
En dan maar weer een plaat: men kan niet eeuwig lezen.
.
Gedeelde smart
Lévi Weemoedt, dichter van de maand
.
Van de dichter van de maand februari, Lévi Weemoedt, koos ik vandaag een gedicht uit zijn debuutbundel ‘Geduldig lijden’ uit 1977 getiteld ‘Gedeelde smart’.
.
Gedeelde smart
.
De hond ligt zachtjes snikkend in zijn mand;
droef peinst zijn baasje bij een glas genever.
Er hangen duizend boeken aan de wand:
’t Geluk was hier bepaald geen gulle gever.
Op straat waaien geluiden van een feest:
een schrille lach; er valt een glas aan scherven.
Maar binnen zingt het wenen van het beest
en zit zijn baas al uren te versterven.
Ik wed nu dat geen sterveling ooit raadt
wie nu die twee zo bitter treuren laat.
Maar stuur toch in: wat aanspraak doet ons goed.
Wij zien uw brief vol wanhoop tegemoet.
.
Dichter van de maand Februari
Levi Weemoedt
.
De dichter Levi Weemoedt (1948, Vlaardingen) studeerde Nederlandse taal- en letterkunde in Leiden en heeft dertien jaar als leraar Nederlands voor de klas gestaan. Omdat hij hierin niet voldoende voldoening vond, stopte hij met lesgeven. Weemoedt is schrijver van tragi-komische korte verhalen en dito gedichten die veelal in en rondom Vlaardingen spelen. Ook was hij als medewerker verbonden aan het ‘Algemeen Dagblad’ en publiceerde hij in Renaissance dat in 1996 door Look J. Boden was opgericht. Verder was Weemoedt van 1976 tot 1979 redacteur van literair-satirisch studentenblad Propria Cures, later, in de jaren ’80 schreef hij in ‘Mare,’ het weekblad van de Rijksuniversiteit Leiden. Weemoedt debuteerde in 1977 met de dichtbundel ‘Geduldig Lijden‘, een jaar later gevolgd door ‘Geen Bloemen’ en ‘Zand Erover’ (1981). Zijn werk werd in 2007 verzameld in ‘Vanaf de dag dat ik mensen zag’. Na 1999 werd het stil rond Weemoedt tot in 2007 de verzamelbundel ‘Vanaf de dag dat ik mensen zag’ werd gepubliceerd met o.a. 40 nieuwe gedichten gevolgd door ‘Met enige vertraging’ in 2014.
Uit de bundel ‘Rijk verleden’ uit 1999 koos ik voor het gedicht ‘Brave soldaat van D.’ .
.
Brave soldaat van D.
.
Ik draag de hemden af van H. van Duijvenbroek:
KL-soldaat, zo laat het merkje mij weten.
Hij kwam in ’60 op, en hij verliet de troep
in ’62. Zo goed als niet versleten.
.
Van Duijvenbroek is in die twee jaar tijd
één maat gegroeid. Misschien beviel het koken
van de kazernekok. Zijn hemd bleef uit de strijd.
Er zit één gaatje in, maar dat is van het roken.
.
Op avonden dat ik te gast moet wezen
op lezingen of in de Boekenweek,
vraagt iemand soms: ‘Weemoedt, wat moet ik lézen?’
Dan zeg ik: ‘Sorry, ‘k ben een slechte bibliotheek….
.
Maar hoort u het ooit prijzen: vermijd beslist het boek
‘Oorlogsmemoires’. Door H. van Duijvenbroek.’
.









