Site-archief
Kwade trouw
De grote lijsters
.
In 1996 verscheen in de serie ‘De grote lijsters’ het zesde deel met als titel ‘Kwade trouw’ met gedichten van Jean Pierre Rawie. In dit kleine maar vriendelijke bundeltje staan naast gedichten in het hoofdstuk Kwade trouw ook een drietal gedichten in het hoofdstuk Liederen in opdracht.
In totaal 18 gedichten maar waarom ik er toch graag enige aandacht aan besteed is omdat in het hoofdstuk Kwade trouw het gedicht ‘Kleine liefdesverklaring’ staat. Omdat het lente is en omdat het altijd tijd is voor een liefdesgedicht vandaag dit gedicht.
.
Kleine liefdesverklaring
.
Ik ben al bijna dood, en ik
zal nooit aan mensen wennen;
zo meen ik ook geen ogenblik
je werkelijk te kennen,
.
maar soms, tezamen in het huis
en in één bed tezamen,
met het behoede geruis
van regen langs de ramen,
.
heb ik wel eens een kort moment
gedacht dat ik doorgrondde
hoe ondoorgrondelijk je bent,
en dat al veel gevonden.
.
1949
Laatste keer Dichter van de maand september
.
Op 25 september (vandaag) is het de laatste keer dat Jean Pierre Rawie dichter van de maand september is. Volgende week ( 2 oktober) een nieuwe dichter van de maand.
Dit keer heb ik gekozen voor een gedicht uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1987 namelijk het gedicht ‘1949’.
.
1949
.
Wij die elkaar tot bloedens toe
op alle zwakke plekken kwetsten,
wij beiden zijn ten langen leste
de onbesliste vete moe.
.
Het laatste licht faalt in het westen,
mijn lieve vijandin, zie hoe
ik mij van mijn wapentuig ontdoe;
dit is uiteindelijk het beste.
.
Het heeft alleen zo lang geduurd:
de bitterheid waarmee wij streden
heeft voor ons alletwee voorgoed
.
zowel de toekomst als het heden
volledig in de war gestuurd. –
Zeg nu maar hoe het verder moet.
.
liefdesgedicht
Moment
.
Zondag, dus de dichter van de maand september Jean Pierre Rawie. Vandaag heb ik voor een rijmend gedicht gekozen maar dit keer geen sonnet. Het is een prachtig liefdesgedicht uit de bundel ‘Wij hebben alles nog te goed’ met als ondertitel ‘de mooiste liefdesgedichten’ uit 2001 met als titel ‘Moment’.
.
Moment
Soms hoor ik onverwacht weer achter
gewone woorden die je uit
een zoveel zuiverder en zachter,
adembenemender geluid,
dat ik opnieuw naar je moet kijken
of ik je nooit tevoren zag.
Laat al die jaren maar verstrijken;
zolang ik dit bewaren mag
kan jou en mij de tijd niet deren:
weer voor het eerst met je alleen
hoor ik de harmonie der sferen
door alle alledaagsheid heen.
.
Interieur
Onmogelijk geluk
.
Het gedicht ‘Interieur’ van de dichter van de maand september, Jean Pierre Rawie, komt dit keer uit de bundel ‘Onmogelijk geluk’ uit 1992.
.
Interieur
.
In dit met boeken volgestouwd vertrek
heb ik steeds minder anderen van node,
met al mijn aan de dood ontstegen doden
iedere nacht stilzwijgend in gesprek.
.
Bij wie is wat ik liefheb nog in trek?
Het meeste is al eeuwen uit de mode.
Van wat ik deed, uit nood of om den brode,
rest enkel de grandeur van het echec.
.
Maar ook al bood het leven nog zoveel
waar ik mijn tanden op heb stuk gebeten,
één regel, en de wereld raakt vergeten,
.
één rijm, en het verscheurd heelal wordt heel:
alleen achter mijn schrijftafel gezeten
heb ik opnieuw aan heel de schepping deel.
.
Dichter van de maand September
Jean Pierre Rawie
.
Als dichter van de maand september heb ik gekozen voor Jean Pierre Rawie (1951). In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw verkocht hij oplagen van dichtbundels waar romanschrijvers jaloers op zouden zijn. Dit was een zeer vruchtbare schrijfperiode voor hem. Uit deze tijd stamt ook de bundel ‘Intensive care’ waaruit het gedicht van vandaag komt (1982).
Rawie is een geboren Scheveninger (en als inwoner van stadsdeel Scheveningen heb je bij mij dan toch een streepje voor) maar groeide op in Groningen. Rawie is door twee dingen bekend; door zijn flamboyante levensstijl en zijn dandyachtige uiterlijk en door zijn werk dat in vaste versvormen is geschreven (sonnetten, rondelen). Ook het gedicht ‘No second Troy’ is hier een mooi voorbeeld van, in dit geval een sonnet.
De komende weken op zondag dus gedichten van deze dichter als dichter van de maand.
No Second Troy
Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
Wat zijn dat toch voor waanideeën,
Dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
.
Deugniet
Rogi Wieg
.
Vandaag voor de laatste keer dichter van de maand augustus Rogi Wieg. In de maand september is Jean Pierre Rawie dichter van de maand. Ik heb vandaag gekozen voor het bijzondere gedicht van Rogi Wieg ‘Brief aan mijn dochter’ omdat ik daar wel iets in herken. Uit de bundel ‘De Kam’ uit 2007.
.
Brief aan mijn dochter
Er is altijd een thema en dat ben jij, deugniet,
simpel gezegd, niet cryptisch, niet met vergelijkingen,
of mystiek, niet met dichterlijke ingrepen, niet met
woorden die met elkaar spelen – spelende woorden
betekenen al iets ingewikkelds, het spijt me – jij bent
voor mij de mogelijkheid tot eenvoud die, in elk geval,
míj ontroert en mij doet werken op papier aan de liefde
van een vader die buiten zijn verzen wil gaan voor jou,
in een gewone brief aan mijn dochter. En elke brief aan jou
wil ik bewaren, korte brieven, zinnen die al het poëtische
ontkrachten en aantonen dat kunst soms waardeloos is. Niet
omdat de kwaliteit ontbreekt, maar om hele andere redenen.
Dit wilde ik je vanavond even zeggen, al ben ik alleen, deugniet.
.
Het klein heelal van het sonnet
Het sonnet in de Nederlandse literatuur
.
Als je een goed zoekt zijn er in Nederland en België vaak heel leuke en interessante bundeltjes te koop op rommelmarkten, kringloopwinkels en tweede hands spullen winkels. Voor de luttele som van € 0,20 kocht ik bij één van mijn favoriete tweedehands winkeltjes het bundeltje ‘het klein heelal van het sonnet’ uit 1969.
Deze bundel, uitgegeven in de serie ‘variaties op een thema’ bevat de beschrijvingen en de gedichten (sonnetten) van 18 dichters. Van Albert Verwey, Joost van den Vondel en Bilderdijk tot Slauerhoff, Achterberg en Lucebert.
Ontstaan op Sicilië begint het sonnet zijn zegetocht door Europa bij Petrarca (1304 – 1374). Diens ‘Canzoniere’ met liefdesverzen voor de verre geliefde Laura wordt het brevier van de Renaissancedichters, eerst in Italië, daarna via Frankrijk in heel West-Europa. In de Nederlanden is het Jan van der Noot, die aan de hand van de Franse leermeesters, als eerste petrarquiseert, gevolgd door Hooft, Bredero en Huygens.
Na een eerste bloeiperiode zinkt het sonnet bij ons voor een paar eeuwen in vergetelheid weg tot de Tachtigers voor een groot eerherstel zorgen met dichters als Kloos, Du Perron, en Verwey.
Omstreeks 1950 is ook de tweede bloeiperiode plotseling ten einde. Toch zijn er heden ten dagen nog altijd beoefenaars succesvol met deze vorm van poëzie zoals Jean Pierre Rawie en Simon Mulder.
Een mooi voorbeeld uit dit aardige bundeltje is het sonnet met de beroemde regel ‘Ik ben een god in ’t diepst van mijn gedachten’ van Willem Kloos uit 1902.
.
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten,
En zit in ’t binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en ’t al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor ’t heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in ’t diepst van mijn gedachten.
En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb’re leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar ‘k niet langer woorden vond.
.
Kringloop
Jean Pierre Rawie
.
Regelmatig bezoek ik kringloopwinkels op zoek naar poëziebundeltjes. In de loop der tijd heb ik al heel wat aardige uitgaven voor weinig op de kop getikt in verschillende kringloopwinkels in Nederland en Vlaanderen. Toen ik langs een gedicht van Jean Pierre Rawie (1951) met als titel ‘Kringloop’ kwam was mijn nieuwsgierigheid meteen gewekt.
Het blijkt hier echter om een andere vorm van kringloop te gaan. Desalniettemin deel ik dit gedicht van deze bijzondere dichter graag met jullie. Uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1993 het gedicht ‘Kringloop’.
.
Kringloop
.
Wij hebben ook vannacht weer niet geslapen,
wij hadden wel wat anders aan ons hoofd:
we leken even voor elkaar geschapen,
en alle leugens werden weer geloofd.
Toch hebben we zeer van elkaar gehouden,
het is gekomen als het is gegaan;
verder blijft alles altijd bij het oude:
de Moor kan gaan hij heeft zijn plicht gedaan.
Er stonden ’s morgens mannen in de bomen
en zaagden zinvol in de takken rond.
Ik ben gegaan zoals ik ben gekomen,
maar met de smaak van sterven in mijn mond.
.














