Site-archief

De Titanic

Thomas Hardy

.

Afgelopen week zag ik een nieuwsbericht waarin was te zien ( het waren video-opnamen) hoe de Titanic na 110 jaar ( de Titanic zonk in de nacht van 14 op 15 april van 1912 in de Noord Atlantische oceaan, zo’n 660 kilometer ten zuiden van Newfoundland in Canada) er nu bij ligt op de bodem van de oceaan op 3810 meter onder het wateroppervlakte.

Een team van OceanGate Expeditions maakte video-opnamen van 8K die heel scherp laten zien ( tot in detail) hoe het schip er na al die jaren bij ligt. De bedoeling is dit elk jaar te doen om te zien hoe het schip erodeert en om de veranderingen vast te kunnen leggen.

De Engelse dichter Thomas Hardy (1840-1928) schreef ‘The Convergence of the Twain’, met als ondertitel ‘Lines on the loss of the Titanic’ in 1912. Hij schreef het voor het Titanic Disaster Fund. De Titanic, een luxueus schip waarvan men dacht dat het onzinkbaar was, kwam bij haar eerste vaart in aanvaring met een ijsberg en zonk op 15 april 1912, waarbij meer dan 1500 mensen omkwamen. Hardy’s gedicht is een huiveringwekkende verslag van menselijke ijdelheid en machteloosheid tegenover de onverschillige, vernietigende krachten van de natuur.

.

The Convergence of the Twain

.

Lines on the loss of the “Titanic”)

 

I
            In a solitude of the sea
            Deep from human vanity,
And the Pride of Life that planned her, stilly couches she.
II
            Steel chambers, late the pyres
            Of her salamandrine fires,
Cold currents thrid, and turn to rhythmic tidal lyres.
III
            Over the mirrors meant
            To glass the opulent
The sea-worm crawls — grotesque, slimed, dumb, indifferent.
IV
            Jewels in joy designed
            To ravish the sensuous mind
Lie lightless, all their sparkles bleared and black and blind.
V
            Dim moon-eyed fishes near
            Gaze at the gilded gear
And query: “What does this vaingloriousness down here?” …
VI
            Well: while was fashioning
            This creature of cleaving wing,
The Immanent Will that stirs and urges everything
VII
            Prepared a sinister mate
            For her — so gaily great —
A Shape of Ice, for the time far and dissociate.
VIII
            And as the smart ship grew
            In stature, grace, and hue,
In shadowy silent distance grew the Iceberg too.
IX
            Alien they seemed to be;
            No mortal eye could see
The intimate welding of their later history,
X
            Or sign that they were bent
            By paths coincident
On being anon twin halves of one august event,
XI
            Till the Spinner of the Years
            Said “Now!” And each one hears,
And consummation comes, and jars two hemispheres.
.

Gedicht aan de reiziger

Victor Vroomkoning

.

Sinds 1997 worden in de Rotterdamse metro gedichten geëxposeerd onder de titel ‘Gedicht aan de reiziger’. Elke drie maanden verschijnt een nieuwe serie gedichten. Het project is een samenwerking tussen het Rotterdams openbaar vervoerbedrijf RET en Poetry International. Of dit project nog steeds loopt heb ik niet kunnen achterhalen maar aangezien er in 1999 een bundel is verschenen over dit fenomeen blijkt het wel succesvol geweest te zijn. Rotterdam is niet de enige stad waar er in de metro aandacht wordt gegeven aan poëzie ook in  Parijs  Londennogmaals Londen, Brusselnogmaals Brussel en New York  zijn poëzie projecten  geweest.

In de bundel ‘Gedicht aan de reiziger’ onder redactie van Janita Monna zijn 63 zeer verschillende dichters opgenomen. Rotterdamse dichters maar ook dichters uit andere Nederlandse windstreken en daarbuiten. Rotterdam had al eerder dichtregels op vuilniswagens aangebracht maar met Gedicht aan de reiziger (een variatie op het gedicht Bericht aan de reizigers van Jan van Nijlen laat Rotterdam maar eens te meer zien dat het een stad van poëzie is.

Lezend in de bundel bleef ik hangen bij het gedicht ‘Vuilniszakken’ van Victor Vroomkoning (1938). In 1991 heeft het gedicht, in een vertaling, ook in Ierse treinen gehangen. Victor Vroomkoning vertegenwoordigde toen de Nederlandse poëzie in Dublin, dat in dat jaar Culturele Hoofdstad van Europa was. In het gedicht vergelijkt Vroomkoning ouders met vuilniszakken maar dat is respectvol gedaan, hij beschrijft de machteloosheid over het onvermijdelijk naderende afscheid van oud geworden ouders. Tijd, liefde en relatie tussen ouders en kinderen zijn terugkerende thema’s in het werk van Vroomkoning.

.

Vuilniszakken

.

Zoals ze daar ’s morgens

op de stoep tegen elkaar

aan geleund warmte zoekend

in hun plastic jassen

staan te wachten, grijs,

vormeloos, vol afgedankt

leven, tegelijk broos

en weerloos. Je zou ze

weer naar binnen willen

halen, je ouders

wachtend op de bus.

.

Twee ton

Jolanda Kooijmans

.

in haar debuutbundel ‘Twee Ton’ neemt dichter Jolanda Kooijmans (1967) de lezer mee naar de Peel. Naar het buitengebied, de boerderij, het bos en de rivier. Ze dompelt je onder in moederliefde, machteloosheid en verwondering.

Jolanda Kooijmans is beeldend kunstenaar en dichter. Ze werkt als redacteur bij KONTmagazine en is freelance copywriter. In haar poëzie zoekt ze naar het fijnzinnige moment in het grote reilen en zeilen van de seizoenen, de liefde, het huishouden, de actualiteit en de taal. Haar gedichten verschenen o.a. bij Revisor, Ooteoote, Deus ex Machina en in de bundels De Branie en De aarde nu.

De gedichten in ‘Twee Ton’ zijn goed afzonderlijk van elkaar te lezen en te interpreteren, maar Kooijmans deelde de bundel ook in vier thema’s in. ,,Het eerste deel is geschreven vanuit de bezieling van de natuur. Het bos heeft voor mij iets religieus. Deel twee gaat over (moeder)liefde en het derde deel staat in het teken van machteloosheid.“

Met een rustige stem draagt ze een stuk voor: In de bijkeuken ligt een hoofd / op een oude krant / het wil iets uitpraten / maar ligt op eigen mond. ,,Dat gaat echt over machteloosheid en frustratie”, lacht ze. ,,Het laatste deel van de bundel is het minst persoonlijk, dat gaat over onderwerpen uit het nieuws

.

Hoogte wil

.

hoogte wil een kaal bos
dubbelepunt lompe sneeuw
hoogkrul en buiging

.

knipperstreep knipperstreep

.

diepte is het omgeploegde veld
zwarte abstracties in grote sneden
uitgemolken landbouwgrond
diepte in het diepe zwarte

.

knipperstreep knipperstreep

.

lengte
knipperstreep knipperstreep
de file op de radio
stapvoets opgelost in het mateloze
lang geleden

.

Poëzie en politiek

Lincoln Silva

Lincoln Silva (1945) is een schrijver, dichter en journalist uit Paraguay. Momenteel schijnt hij in Amsterdam te wonen. Naast twee romans (‘Rebelión despuéus’ uit 1970 en ‘General, General’uit 1975) schrijft hij ook poëzie. In zijn geschriften hekelt Silva op humoristische maar groteske wijze de politieke realiteit in Paraguay. Met name tijdens het bewind van generaal en dictator Alfredo Strössner.

Op de website http://www.doorbraak.eu/ vond ik een mooi strijdbaar gedicht van Silva.  In dit gedicht komen gevoelens van woede en machteloosheid en de weigering zich neer te leggen bij onrecht duidelijk naar voren.

.

Woede

Ik neem geen genoegen meer met een schreeuw
met het heffen van een vuist
en me te pletter lopen tegen een muur
Mezelf nu in brand steken
is de helft van niets;
verkoold sterven
terwijl je je eigen as opeet.

Het is veel te weinig alleen maar Paraguayaan te zijn
nauwelijks een Zuid-Amerikaan
een wereldburger.
Wat betekent het nu om christen te zijn
en je wonden likkend
van deur tot deur te gaan.
Vandaag viert de ellende
zijn bruiloft van as
en luiden de klokken
voor al onze martelaren.
Ik neem er geen genoegen meer mee een mens te zijn
zonder in de anderen
mijn woede te ontsteken.

.

lincoln-silva-foto-asaje vove-memoria-viva-2013-UH-portalguarani