Site-archief
De dichter die niet wilde zijn
Louis Th. Lehmann
De Rotterdamse dichter, danser, surrealist, jurist en scheepsarcheoloog Louis Th. Lehman (1920-2012) was een excentrieke man. Prominent aanwezig in kunstenaarsdorp Ruigoord maar ook bij internationale wetenschappelijke symposia. Al voor de oorlog, op zijn 18de, werd Lehmann erkend als een groot dichter door Menno ter Braak, Simon Vestdijk en Ed. Hoornik. Zij roemden zijn jeugdig elan, zijn moderne en pakkende beeldspraak: ‘Overrompelend oorspronkelijke verzen.’ Zijn hele leven bleef Lehmann poëzie schrijven. Hij kon niet anders maar liet geen kans voorbijgaan om te verklaren dat dans en muziek veel belangrijker voor hem waren. Bij vlagen keek hij neer op zijn eigen gedichten.
Nog maar achttien jaar oud debuteerde hij in de almanak ‘In Aanbouw’, in 1939 uitgegeven door Kees Lekkerkerker. In de Tweede Wereldoorlog werkte hij onder meer mee aan het surrealistische en dadaïstische tijdschrift De Schone Zakdoek met Emiel van Moerkerken, C. Buddingh’, Theo van Baaren en Gertrude Pape. In 1964 won hij de Jan Campert-prijs voor ‘Who’s who in Whatland’. In zijn latere poëzie geeft hij blijk van meer nuchterheid. In 2021 verscheen de biografie van Lehman, geschreven door Jaap van der Bent ‘De dichter die niet wilde zijn’. Daaruit dit gedicht.
.dichter
Als ’k dood ben zijn mijn kleren rare dingen:
de overhemden sierlijk in hun doos,
de pakken, hangend waar ze altijd hingen,
steeds wijzend naar omlaag, besluiteloos.
Ik was ze, ik alleen droeg hen altoos.
En, omdat ze mij zo vaak vervingen,
of omdat ik hen uit hun winkel koos;
zij weten iets van mijn herinneringen.
Gij vrienden, enigszins van mijn formaat,
ik roep U, als de dood te wachten staat,
(maak ik het sterven bij bewustzijn mee).
’k Geef U of leen, ’t zou niet de eerste keer zijn,
mijn pakken, vormt met hen die mij niet meer zijn
dan langs mijn kist een onzwart défilé.
.
Haha, die liefde
Maurice Roelants
.
Mauritius Adolphus (Maurice) Roelants (1895 – 1966) was een Vlaams dichter en romanschrijver maar hij was ook onderwijzer, ambtenaar, journalist en conservator van het nationale museum het kasteel van Gaasbeek. Samen met Menno ter Braak en E. du Perron was Maurice Roelants een van de oprichters van het gezaghebbende literaire tijdschrift Forum, een Nederlands-Vlaams literair tijdschrift dat van 1932 tot 1935 verscheen. Daarnaast was hij medeoprichter van het tijdschrift ’t Fonteintje’ en het Nieuw Vlaams Tijdschrift. Daarnaast was hij een tijdlang redacteur van Elsevier’s Weekblad.
In het oeuvre van Roelants neemt de poëzie slechts een kleine plaats in, hij was vooral schrijver van proza. Toch ontving hij in 1950 de driejaarlijkse cultuurprijs de Prijs van de Vlaamse Gemeenschap voor Poëzie. In de verzamelbundel ‘Zo sprak mijn lief mij toe’ Nederlandse liefdespoëzie uit 1957, is een gedicht opgenomen van Roelants. Het gedicht ‘Haha, die liefde’ verscheen oorspronkelijk in de bundel ‘Het verzaken’ uit 1930.
.
Haha, die liefde
.
Drogist
En dichter
.
Schreef ik deze week al over het gedicht van Fritzi Harmsen van Beek met de titel ‘Allerzielen 2 november 1974’, vandaag alweer een aan Allerzielen gerelateerd gedicht. De afgelopen twee jaar mocht ik meedoen aan ‘Dichter bij de dood’, een initiatief van Marjon en Liesbeth en de begraafplaats Oud Eik en Duinen in Den Haag, op 2 november (Allerzielen). Op die dag is de begraafplaats niet alleen ’s avonds open voor publiek maar er werd door de organisatie een activiteit met dichters en muzikanten georganiseerd rond de vele bekende Nederlandse dichters, schrijvers, musici en kunstenaars die daar begraven liggen. Bekende namen als Louis Couperus, Pieter Cornelis Boutens, Menno ter Braak, Ferdinand Bordewijk, Aad Nuis en Jan Prins. Maar ook iets minder bekende name. Zo heb ik twee jaar geleden de dichter Dop Bles in het zonnetje gezet en vorig jaar de dichter George Boswell. En mocht je nu gaan denken dat dat helemaal geen bekende Nederlanders zijn, in hun tijd waren ze dat wel degelijk. Zie hiervoor https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/10/26/tranen/ en https://woutervanheiningen.wordpress.com/2018/10/16/voordracht-tijdens-allerzielen/ .
Dit jaar koos ik voor de negentiende-eeuwse drogist en dichter (wat een fijne combinatie) Samuel Johannes van den Bergh (1814 – 1868) . Sam Jan van den Bergh was iemand die leefde voor zijn vak, niet alleen dat van drogist maar zeker ook dat van dichter. Hij schreef in de traditie van Tollens en richtte samen met enkele andere ondernemers in Den Haag het genootschap ‘Oefening kweekt kennis’ op. Naast eigen dichtwerk was van den Bergh ook actief als vertaler uit het Duits, Frans en Engels.
In 1851 verscheen van S.J. van den Bergh samen met J.J.L. ten Kate en illustrator Jacob van Lennep de bundel met jeugdpoëzie ‘Het nachtegaaltje’ en daaruit komt het gedicht ‘De zwaluw’.
.
De zwaluw
Afscheid
Adriaan Morriën
.
Adriaan Morriën (1912-2002) was dichter, essayist, vertaler en criticus. In 1935 debuteerde hij met een gedicht in het, door Menno ter Braak, E. du Perron en Marice Roelants opgerichte, tijdschrift Forum.
Morriën was een bijzonder man binnen de letteren. Zo schreef hij vertalingen, literaire beschouwingen en recensies voor onder andere Het Parool en werkte hij bij het Instituut voor Vertaalkunde van de Universiteit van Amsterdam. Maar hij was ook betrokken bij de oprichting van het Fonds voor de Letteren en werkzaam als redacteur van een aantal literaire tijdschriften waaronder Tirade. Daarnaast was hij adviseur van de uitgeverijen van Oorschot en De Bezige Bij.
Maar hij was ook dichter. Tijdens zijn leven publiceerde hij meer dan 15 poëziebundels waaronder zijn ‘Verzamelde gedichten’ in 1994 waaruit het volgende gedicht afkomstig is.
.
Afscheid
.
Zul je voorzichtig zijn?
.
Ik weet wel dat je maar een boodschap doet
hier om de hoek
en dat je niet gekleed bent voor een lange reis
.
je kus is licht
je blik gerust
en vredig zijn je hand en voet
.
Maar achter deze hoek
een werelddeel
achter dit ogenblik
een zee van tijd
.
Zul je voorzichtig zijn?
.







