Site-archief

Dikke editie

Poëzie thuis ontvangen

.

Hij is uit. MUGzine #18 in een extra dikke editie van maar liefst 20 pagina’s. Poëzie van Rotterdamse makelij van dichters Daniël Dee, Myrte Leffring, Hans Wap, Peter Swanborn, Hester Knibbe en Amber Rahantoknam. In deze nieuwe MUGzine krijg je een doorkijkje van Rotterdamse poëzie in verschillende stijlen anno nu. De gedichten worden aangevuld met artwork van Andries Hoogenraad en natuurlijk wordt je getracteerd op een knetterverse  Luule en een voorwoord van onze redactiefilosoof.

Wil je nou dit kleinood vijf keer per jaar in je brievenbus vinden zodat je op elke gewenste plek en op elk moment de nieuwste en meest diverse poëzie tot je kan nemen, word dan donateur. Dat kan al vanaf € 20,- per jaar (meer mag) en dan heb je geen omkijken meer, dan ontvang je vijf keer jaar elke nieuwe MUGzine via de post.

Wij zijn aan het nadenken over wat geinige merchandise voor MUGzine en @Luule. Daarover binnenkort meer. Maar nu dus eerst nummer 18. Een voorproefje van de eerste dichter die voor de tweede keer in MUGzine staat wat een unicum is en voorlopig niet meer gaat gebeuren, Daniël Dee (1975). Uit zijn laatste bundel ‘[Plak hier uw titel]‘ uit 2019 het gedicht ‘En gesp je revolverholster om’.

.

En gesp je revolverholster om

hart van me je had slechts één taak
pompen tot in het oneindige

waarom tref ik je nu dan hier aan
onder de blubber op de bodem van de put

haveloos laveloos korstjes vastgekoekt aan
de mondhoeken van de hele nacht projectielbraken

schuimbekkend schuine moppen tappend
alle duivels uit de hel vloekend

waarom liet je haar niet links liggen
waarom kon je je klep niet houden

breek uit die kooi van verontwaardiging
wees een kerel een koiboi als john ween

niet zo jammer niet zo jammer
tuimelkruid rolt stilletjes langs de saloon

o hart van me brekebeen blubberkop
je had slechts één eenvoudige taak

zet je voeten evenwijdig aan de schouders
knieën lichtgebogen en pief paf poef

hart van me één ding weten we zeker
je bent het breken nog niet verleerd

.

Dans

Federico Garcia Lorca

De in Andalusië geboren dichter en (toneel)schrijver Federico Garcia Lorca (1898-1936) geldt als een van de belangrijkste schrijvers van de 20ste-eeuwse Spaanse literatuur. Hij behoorde tot de Generatie van ’27 en wordt door velen gezien als de grootste dichter die Spanje heeft voortgebracht. De Generatie van ’27  combineerde een avantgardistische en grondhouding met klassieke dichtvormen en esthetiek, met een opvallende aandacht voor het onderbewuste. Uiteindelijk zou de beweging uitmonden in een grote variëteit aan stijlen, met het surrealisme als meest markante verschijningsvorm. Andere dichters van deze generatie zijn onder andere Pedro Salinas, Jorge Guillén, Dámaso Alonso, Rafael Alberti en Vicente Aleixandre (die in 1977 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend),

Garcia Lorca is zo beroemd dat er zelfs een vliegveld (dat van Granada) naar hem vernoemd is. Veel van zijn werk is in het Nederlands vertaald. Zijn beroemdste gedichten komen  uit ‘Zigeunerromances’ of ‘Romanero Gitano’ uit 1928. Deze gedichten zijn een gestileerde nabootsing van de ballades en gedichten die op het Spaanse platteland verteld werden. Zijn biograaf Ian Gibson zou hierover schrijven: “Zonder twijfel de beroemdste, meest gelezen, voorgedragen en bestudeerde dichtbundel van de hele Spaanse literatuur”. García Lorca beschrijft het werk als een ode aan Andalusië.

Uit deze bundel komt het gedicht ‘Dans’ dat komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ vertaald en toegelicht door Bart Vonck uit 2009.

.

Dans

.

Carmen is aan het dansen

door de straten van Sevilla.

Met haren wit

en fonkelende ogen.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht!

.

Op haar hoofd kronkelt

een gele slang,

en ze droomt dat ze danst

met vroegere vrijers.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht!

.

De straten liggen verlaten,

en in de verte verloren

zoeken Andalusische harten

oude doornen.

.

Meisjes,

doe de gordijnen dicht.

.

Sofie Verdoodt

Steen

.

Het leuke van verzamelbundels lezen is, behalve dat je over een thema vele gezichtspunten, stijlen en ideeën voorgeschoteld krijgt, ook de gelegenheid om nieuwe dichters te leren kennen. Die laatste ervaring had ik toen ik aan het lezen was in ‘600 gedichten over leven, liefde en dood’ nieuw groot verzenboek, samengesteld door Jozef Deleu.

Op de op een na laatste bladzijde van de gedichten in het boek staat het gedicht ‘Steen’ van de Belgische dichter Sofie Verdoodt (1983). Sofie Verdoodt publiceerde gedichtencycli in onder meer Poëziekrant, De Volksverheffing en De Brakke Hond. Haar werk werd bekroond in talrijke poëziewedstrijden. Als doctor in de kunstwetenschappen schrijft ze over film en kunst, doceert ze en werkt ze als filmprogrammator.

In 2014 debuteerde ze bij poëzieCentrum met de bundel ‘Doodwater’ en voor zover ik kan nagaan is het bij dit debuut gebleven. Op haar website wordt de titel van de bundel uitgelegd: “Bijgelovige zeelieden koesterden een diepe angst voor het verschijnsel ‘doodwater’ dat voorkwam in voornamelijk Scandinavische wateren. Een kleiner vaartuig blijft in cirkels varen of raakt stuurloos door een bovenlaag van zoet of brak water dat de stroom ophoudt. Dit maritieme begrip werd in de volksmond een uitdrukking voor symbolische stilstand en aanzuigende doodsdrift.”

En: “Over haar gedichten hangt vaak een dreiging, iets onheilspellends waarvan je weet dat het er is, ook al staat het er niet. Het staat je te wachten.” Alle reden dus om het gedicht ‘steen’ uit deze bundel hier met je te delen.

.

steen

.

je dood sloeg een kleine krater in de tuin

met het oorverdovende

van stilvallende motoren

ik ruim vandaag weer puin

en vind de zwarte doos van mijn herinnering

.

het is je steen die leunt tegen mijn voeten

als de drempel die ik nemen moet

om uit je vacht te groeien

kleefkruid hecht zich aan mijn huid

de aarde voedt zich met jouw bloed

.

ik kijk naar hoe het je vergaat

hoe je je afwendt van het licht

jij en de bloemen groeien slechts

een andere richting uit

.

wie een kuil graaft

krijgt hem nooit meer dicht

want met een graf is het niet anders

dan met alle dingen

.

de stenen zullen groter worden

een mens moet altijd klein beginnen

.

 

PoeTree

Guelph

.

In het zuid-oosten van Canada ligt het stadje Guelph. Ik had er nog nooit van gehoord maar het is een stad met een universiteit en het telt zo’n 120.000 inwoners. In november 2017 werd door Shawn Desouza-Coelho bedacht en geplaatst op het terrein van de universiteit. The PoeTree, is een kunstmatige boom in een grote pot waaraan draad bungeld aan de takken versierd met knijpers, waar mensen die langs lopen gedichten aan kunnen bevestigen of vanaf meenemen. Soms zijn de gedichten geschreven door volkomen vreemden en andere gedichten zijn bestaande gedichten die men aan de boom heeft toegevoegd.

De gedichten zijn lang, kort, eenvoudig en complex, in diverse stijlen en in meerdere talen. Er zijn gedichten bij die beginnen met ‘Het gras is groen, de lucht is blauw …’. En er zitten gedichten tussen die gaan over eenzaamheid en wanhoop. Maar ze zijn allemaal vrij om mee te nemen of mensen kunnen een lessenaar in de buurt gebruiken om hun gedicht te schrijven en deze voor iemand anders in de boom achter te laten.

Desouza-Coelho, die meer van dit soort PoeTrees in de Greater Toronto Area plaats, spreekt van een groot succes. “Het was geweldig om te zien hoe mensen gedichten met elkaar uitwisselden en de contacten die de mensen met elkaar legden rondom de boom”. “het kan gaan over innerlijke beroering of om uiterlijke oppervlakkigheid, het maakt niet uit, alles is goed”.

Dit project is gebaseerd op het motto van ‘community is the answer’, zegt Desouza-Coelho hierover. “Ik ben er stellig van overtuigd dat we uiteindelijk een punt zullen bereiken dat we weer met onze buren moeten praten en dit is een perfecte basis daarvoor. “Als de boom eenmaal is omringd door mensen, is het geweldig om te zien hoe ze met elkaar omgaan en die ruimte met elkaar bewonen.”

Het uiteindelijke doel is om een ​​PoeTree te plaatsen in een permanente ruimte, of meerdere ruimtes. Hij wil ook een jaarlijkse bloemlezing maken van gedichten die mensen achterlaten, waarbij de verkoop van de bloemlezing wordt teruggesluisd naar de gemeenschap waar The PoeTree stond.

.