Site-archief
Derrel Niemeijer
Krankzinnig Aangedicht!!!!!
.
Toen ik mijn kast aan het opruimen was kwam ik de bundel ‘Krankzinnig Aangedicht!!!!!’ van de, veel te vroeg gestorven, dichter en fijn mens Derrel Niemeijer tegen. In 2013 deed ik een poging om een recensie te schrijven over deze (op A4 uitgeven) bundel. De recensie vind je hier https://woutervanheiningen.wordpress.com/2013/12/06/krankzinnig-aangedicht/
Ik denk nog regelmatig terug aan Derrel, aan zijn chaos, zijn aanwezigheid bij poëziepodia, aan zijn laatste jaar, aan zijn levenslust en zijn absurde invallen en aan onze correspondentie op Facebook. Ik heb ‘Krankzinnig Aangedicht!!!!!’ dan ook met enige melancholie terug gelezen.
En opdat we Derrel en zijn poëzie nooit vergeten hier het gedicht ‘Openbaar vervoer’ uit deze bundel, opgedragen aan toen nog zijn geliefde bonbonneke Nancy Meelens, en van een voorwoord voorzien door zijn grote vriend Von Solo.
.
Openbaar vervoer
.
Pak de trein
(klasse vee),
kom niet waar
ik blief te zijn.
.
De NS nimmer
zo slecht geweest
qua vervoer
van varkens.
.
Ik leef als een beest
terwijl ik mens ben.
Word ik daarom
geslacht.
.
Het raakt gewend
om te sterven
en weer te leven,
gelijk de
“Feniks”.
.
Eeuwige cyclus in
het dichtershart.
.
Do not stand at my grave and weep
The nation’s favorite poems
.
In 1995 vroeg de Het boekenprogramma van de BBC ‘The Bookworm’, in samenwerking met de National Poetry Day aan de inwoners van Groot Brittanië wat hun favoriete gedicht was. Hoewel de verwachtingen niet hooggespannen waren ( men dacht dat er vooral dirty limericks ingezonden zouden worden) reageerden maar liefst 12.000 mensen. De absolute winnaar was Rudyard Kipling’s gedicht ‘If’.
Omdat ik dit gedicht al eens plaatste op 31 mei 2013 ( zie het archief hier ter rechter zijde) heb ik de keuze laten vallen op een gedicht dat anoniem werd ingezonden. Het betreft hier het gedicht ‘Do not stand at my grave and weep’. Dit gedicht bleek in een enveloppe te zitten voor de ouders van Steven Cummins, een soldaat die was gestorven in actie tijdens zijn dienst in Noord Ierland. De enveloppe mocht alleen worden geopend in geval van zijn overlijden. Na publiceren ontstond er een grote vraag naar kopieën van het gedicht ( er zouden in totaal ruim 30.000 vragen komen naar een kopie).
In eerste instantie dacht men dat het gedicht door Cummins zelf was geschreven maar dit was niet het geval. Men dacht aan een publicatie uit een negentiende-eeuws magazine en zelfs aan een gebed van Navaho indianen maar uiteindelijk blijft het een mysterie wie het gedicht heeft geschreven. In feite bleek dit dus het meest favoriete gedicht van de Engelsen maar omdat er geen dichter bekend is heeft het niet mee gedongen naar de titel.
In het boek ‘The nation’s favorite poem’ dat de BBC in 1996 heeft uitgegeven is het echter wel opgenomen in het voorwoord.
Nagekomen bericht: Via een oplettende lezer (Annekomm) kreeg ik een bericht dat de identiteit van de dichter toch bekend is. Het betreft hier de Amerikaanse (!) dichter Mary Elisabeth Frye. De identiteit van de dichter was inderdaad onbekend tot Frye in eind van de negentiger jaren van de vorige eeuw onthulde dat zij de schrijfster was het gedicht. Het gedicht werd geschreven in 1932. Haar claim werd bevestigd in 1998 na onderzoek door Abigail Van Buren.
.
Do not stand at my grave and weep
.
Do not stand at my grave and weep;
I am not there. I do not sleep.
I am a thousand winds that blow.
I am the diamond glints on snow.
I am the sunlight on ripenend grain.
I am the gentle authumn rain.
When you awaken in the morning’s hush
I am the swift uplifting rush
Of quiet birds in circled flight.
I am the soft stars that shine at night.
Do not stand at my grave and cry;
I am not there. I did not die.
.









