Categorie archief: dichter van de maand
1949
Laatste keer Dichter van de maand september
.
Op 25 september (vandaag) is het de laatste keer dat Jean Pierre Rawie dichter van de maand september is. Volgende week ( 2 oktober) een nieuwe dichter van de maand.
Dit keer heb ik gekozen voor een gedicht uit de bundel ‘Oude gedichten’ uit 1987 namelijk het gedicht ‘1949’.
.
1949
.
Wij die elkaar tot bloedens toe
op alle zwakke plekken kwetsten,
wij beiden zijn ten langen leste
de onbesliste vete moe.
.
Het laatste licht faalt in het westen,
mijn lieve vijandin, zie hoe
ik mij van mijn wapentuig ontdoe;
dit is uiteindelijk het beste.
.
Het heeft alleen zo lang geduurd:
de bitterheid waarmee wij streden
heeft voor ons alletwee voorgoed
.
zowel de toekomst als het heden
volledig in de war gestuurd. –
Zeg nu maar hoe het verder moet.
.
liefdesgedicht
Moment
.
Zondag, dus de dichter van de maand september Jean Pierre Rawie. Vandaag heb ik voor een rijmend gedicht gekozen maar dit keer geen sonnet. Het is een prachtig liefdesgedicht uit de bundel ‘Wij hebben alles nog te goed’ met als ondertitel ‘de mooiste liefdesgedichten’ uit 2001 met als titel ‘Moment’.
.
Moment
Soms hoor ik onverwacht weer achter
gewone woorden die je uit
een zoveel zuiverder en zachter,
adembenemender geluid,
dat ik opnieuw naar je moet kijken
of ik je nooit tevoren zag.
Laat al die jaren maar verstrijken;
zolang ik dit bewaren mag
kan jou en mij de tijd niet deren:
weer voor het eerst met je alleen
hoor ik de harmonie der sferen
door alle alledaagsheid heen.
.
Interieur
Onmogelijk geluk
.
Het gedicht ‘Interieur’ van de dichter van de maand september, Jean Pierre Rawie, komt dit keer uit de bundel ‘Onmogelijk geluk’ uit 1992.
.
Interieur
.
In dit met boeken volgestouwd vertrek
heb ik steeds minder anderen van node,
met al mijn aan de dood ontstegen doden
iedere nacht stilzwijgend in gesprek.
.
Bij wie is wat ik liefheb nog in trek?
Het meeste is al eeuwen uit de mode.
Van wat ik deed, uit nood of om den brode,
rest enkel de grandeur van het echec.
.
Maar ook al bood het leven nog zoveel
waar ik mijn tanden op heb stuk gebeten,
één regel, en de wereld raakt vergeten,
.
één rijm, en het verscheurd heelal wordt heel:
alleen achter mijn schrijftafel gezeten
heb ik opnieuw aan heel de schepping deel.
.
Dichter van de maand September
Jean Pierre Rawie
.
Als dichter van de maand september heb ik gekozen voor Jean Pierre Rawie (1951). In de jaren ’80 en ’90 van de vorige eeuw verkocht hij oplagen van dichtbundels waar romanschrijvers jaloers op zouden zijn. Dit was een zeer vruchtbare schrijfperiode voor hem. Uit deze tijd stamt ook de bundel ‘Intensive care’ waaruit het gedicht van vandaag komt (1982).
Rawie is een geboren Scheveninger (en als inwoner van stadsdeel Scheveningen heb je bij mij dan toch een streepje voor) maar groeide op in Groningen. Rawie is door twee dingen bekend; door zijn flamboyante levensstijl en zijn dandyachtige uiterlijk en door zijn werk dat in vaste versvormen is geschreven (sonnetten, rondelen). Ook het gedicht ‘No second Troy’ is hier een mooi voorbeeld van, in dit geval een sonnet.
De komende weken op zondag dus gedichten van deze dichter als dichter van de maand.
No Second Troy
Ik heb een vrouw bemind, die best
een tweede Troje zou verdienen,
en die door drank en heroïne
onder mijn ogen werd verpest.
Tot ziekbed kromp het liefdesnest,
en ik zou zachtjes willen grienen,
omdat alleen dit clandestiene
sonnetje van ons tweeën rest.
Zo’n veertien regeltjes waarmee je
een tipje van de sluier licht,
wat zout om in de wond te wrijven.
Wat zijn dat toch voor waanideeën,
Dat je, verdomd, in een gedicht
‘de dingen van je af kunt schrijven’?
.
Deugniet
Rogi Wieg
.
Vandaag voor de laatste keer dichter van de maand augustus Rogi Wieg. In de maand september is Jean Pierre Rawie dichter van de maand. Ik heb vandaag gekozen voor het bijzondere gedicht van Rogi Wieg ‘Brief aan mijn dochter’ omdat ik daar wel iets in herken. Uit de bundel ‘De Kam’ uit 2007.
.
Brief aan mijn dochter
Er is altijd een thema en dat ben jij, deugniet,
simpel gezegd, niet cryptisch, niet met vergelijkingen,
of mystiek, niet met dichterlijke ingrepen, niet met
woorden die met elkaar spelen – spelende woorden
betekenen al iets ingewikkelds, het spijt me – jij bent
voor mij de mogelijkheid tot eenvoud die, in elk geval,
míj ontroert en mij doet werken op papier aan de liefde
van een vader die buiten zijn verzen wil gaan voor jou,
in een gewone brief aan mijn dochter. En elke brief aan jou
wil ik bewaren, korte brieven, zinnen die al het poëtische
ontkrachten en aantonen dat kunst soms waardeloos is. Niet
omdat de kwaliteit ontbreekt, maar om hele andere redenen.
Dit wilde ik je vanavond even zeggen, al ben ik alleen, deugniet.
.
Over god op zondag
Rogi Wieg
.
Zondag dus de dichter van de maand augustus Rogi Wieg. Uit het voorwoord van ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’:”…Een wereld waarin Wieg God van alles kon verwijten en dan weer even zelf god werd..” Zoals in het gedicht ‘Een huilend , sidderend blad’ uit de, in Extaze na zijn overlijden gepubliceerde, gedichten uit 2015.
.
Een huilend, sidderend blad
.
De fysicus zegt dat ik niet echt ben,
een hologram. Toch zoekt God
mijn gezelschap om niet alleen te zijn.
.
God zoeken is een ding, maar door God
worden gezocht is iets heel anders. Het is groter.
.
De natuurkunde sluit Hem uit het universum,
multiversum, uit het holisme en het veld van
quantumwaarschijnlijkheden.
.
Het hiernamaals is zo een huilend, sidderend blad
aan een boom, het valt tussen de bladen
van een woordenboek.
.
Rogi Wieg
- Liefdesgedicht
.
Zondag dus een gedicht van de dichter van de maand augustus Rogi Wieg.
Robert Gabor Charles Wieg, een kind van Hongaarse immigranten, debuteerde in 1981 met de bundel Cis-trans. In 1987 kreeg hij de Lucy B. en C.W. van der Hoogtprijs voor ‘Toverdraad van dagverdrijf’. Zijn afscheidsgedichten verschenen in het literaire tijdschrift ‘Extaze’. Uit deze bundel uit 1986 heb ik vandaag gekozen voor het gedicht ‘Liefdesgedicht’.
.
Liefdesgedicht
.
Dit is een jaar van ongemakken, lange
maanden waarin vreemde wendingen. Men
ziet het niet dat ik van heel dichtbij wat bange
uitdrukkingen heb. Het is ook dat ik niets verken,
.
niets werkelijk, geen stadsgedeelten voor een woord
dat teder is. Alsof mijn moedertaal
zich afsluit voor mijn dagverdrijf. De soort
van lichtval deze kleine dag bepaal
.
ik niet. Maar verder is er brood
zoals altijd en woordenboeken,
alfabet van wonderen. Of van een groot
.
verbruik van lettertekens, ik schrijf
toch dat ik van je houd,
al is het dat ik met mijn taal je hand verdrijf.
.
Dichter van de maand augustus
Rogi Wieg
.
Het is de eerste zondag van augustus dus tijd voor een nieuwe dichter van de maand. Ik heb gekozen voor de dichter Rogi Wieg (1962 – 2015). Uit de 16 bundels die hij tijdens zijn leven schreef zal ik de komende zondagen een keuze maken. Vandaag viel mijn oog op het gedicht ” De kussens’ uit ‘Even zuiver als de ongeschreven brief’ maar oorspronkelijk verschenen in ‘Spek van mooie zijde’ uit 1993.
.
De kussens
.
Wanneer we stil en koud zijn,
zijn we dat niet helemaal,
ademhaling, gerommel in de maag
als boven verre bergen.
.
Dat juist is leven, nadrukkelijk
onderscheid tussen reizen en blijven.
Maar het liefst lig ik op de kussens,
kijkend in de stille kosmos
als in een oude kachel, brandend
op de hoogste stand, verre van warm,
verre van mij.
.
Zij die vielen
Jules Deelder, laatste keer dichter van de maand
.
Ten tijde van het Europees Kampioenschap voetbal in Duitsland schreef Jules Deelder het gedicht ‘Nationaal gedicht’ waarin hij een verwijzing naar een ander gedicht van hem gebruikte namelijk het gedicht ‘Zij die vielen’ uit de bundel ‘Renaissance gedichten ’44-’94’, uit 1994.
Waar het eerste gedicht over voetbal en de oorlog gaat, is het tweede volledig gewijd aan de oorlog. Zoals je van Deelder mag verwachten.
.
Nationaal gedicht
(21-6-’88)
Oooooooo!
Hoe vergeefs
des doelmans hand
zich strekte
naar de bal
die één minuut
voor tijd
de Duitse doel-
lijn kruiste
Zij die vielen
rezen juichend
uit hun graf
.
Zij die vielen
.
Op een glooiing langs de weg
Eergens tussen Verdun en Metz
Liggen onder zwarte kruizen
Naast vele ‘unbekannte’ Duit
Schers ook Max Rust en Karl
Knoche voor lul het Laatste
Oordeel af te wachten met
.
Naast zich Kurt Engel en
Oswald Granat en Friedrich
Held en Emil Waghals dáár
Weer naast en iets verderop
Heinz Pardon en Oskar Fried-
Hof en Gottlob Puf die uit-
Gerekend kanonnier was en
.
In ’t enige door bloemen ge-
Markeerde graf Otto Blümchen
Geflankeerd door – zonder
Dollen – Ernst Kopfschutsz
En Franz Schlemiel met dáár
Weer naast – o ironie – the
One and only Jakob Krieg
.
Ik ben bang voor de honger
Gedichten die mannen aan het huilen maken
.
Uit de fijne bundel, samengesteld door Nick Muller, ‘Gedichten die mannen aan het huilen maken’ koos Arie Boomsma voor het gedicht ‘Ik ben bang voor de honger’ van Jan Arends (1925 – 1974).
Als motivatie waarom hij juist dit gedicht koos zegt Arie: Wat mij zo treft in het gedicht ‘Ik ben bang voor de honger’is de schaamte, dat het leven zo anders is gelopen dan gehoopt. Maar wat schuilt er toch veel schoonheid in mineur. het gedicht is om te grienen zo mooi.
.
Ik ben bang voor de honger.
.
Ik ben bang
voor de honger.
.
Ik heb vrees
voor honger.
.
Ik ben mijn leven bang
voor honger geweest.
.
Ik ben jong
en sterk geweest
en ik was er zeker van
dat er bloemen zouden zijn
vrouwen
een huis.
.
Dat ik de dingen zou beheersen
.
en misschien was dat ook zo geweest.
.
Maar ik ben altijd bang
voor honger geweest
en daarom ben ik dit geworden.
.
















