Site-archief
Vrouwen
Gerry van der Linden
.
Onder het motto: Meer vrouwen en poëzie op dit blog (zelf bedacht motto) ga ik de komende tijd een aantal gedichten van vrouwelijke dichters plaatsen gebruik makend van de onvolprezen bundel ‘Volmaakte aanwezigheid, volmaakt gemis’.
Vandaag een gedicht van Gerry van der Linden (1952) is docente Poëzie- en schrijftraining aan ’t Colofon in Amsterdam. Ze publiceerde een aantal dichtbundels waaronder ‘Zandloper’ uit 1997 waar het onderstaande gedicht in is gepubliceerd.
.
Enkele liefdesgedichten
VI
.
Ik zie een man die weggaat.
Een vrouw
laat hem passeren.
.
Daar gaat een schouder
en een heup
die ze heeft vastgehouden.
Ze zijn nu bij de deur.
.
Het is een messcherpe vrouw.
De plooien
heeft ze al weggestreken.
.
Er valt een droge regen
tussen zijn hemd
en haar rok.
Wat zullen ze groeien!
.
Vaderland
Francois Pauwels (1888-1966)
.
In het aardige bundeltje ‘De mooiste gedichten over verzet en bevrijding’ kwam ik een gedicht tegen van Francois Pauwels met als titel ‘Vaderland’. Pauwels was jurist en schrijver/ dichter en kreeg bekendheid als strafpleiter door zijn mensenkennis, zijn manier van vlijmscherp repliceren en zijn vermogen om in enkele bewoordingen een figuur of een situatie te schetsen. Als advocaat nam hij vaak zaken aan vanwege de in die zaken interessante en of intrigerende figuren en situaties teneinde deze te kunnen gebruiken in zijn romans.
In het gedicht Vaderland (uit de bundel ‘Dag van leugen’ uit 1952) snijdt Pauwels een thema aan dat later (in onze tijd) nog altijd bijzonder actueel is. Met name de derde strofe.
.
Vaderland Ik ben geen Hollander, ik ben een mens en alle mensen zijn mijn landgenoten, ik voel mij niet door band of boei omsloten dan door de Liefde wijd-getrokken grens, mijn oog verdraagt geen microscoop, geen lens die 't enge beeld onmatig zal vergroten en van de wentelende wereldkloten ken ik alleen de wereld van mijn wens! Er is geen kleur van huis, noch vreemde taal, wij sterven allen aan dezelfde kwaal die tussen dood en leven wordt gesponnen en waar het eenzaam hart in wanhoop slaat daar is het land waarin mijn vaandel staat en waar de strijd in vrede wordt gewonnen! .Meer informatie over Francois Pauwels op http://www.historici.nl/Onderzoek/Projecten/BWN/lemmata/bwn1/pauwels
Vlakbij je hart
Harriet Laurey
.
In de categorie (bijna) vergeten dichters vandaag Harriet Laurey. Harriet werd in 1924 in Eindhoven geboren. Zij is vooral bekend geworden als schrijfster en vertaalster van sprookjesachtige kinderboeken voor jonge kinderen.
Als dichteres debuteerde Laurey in 1945 met het gedicht ‘Laatste gebed’ in De Nieuwe Eeuw. Snel volgden meer gedichten en zij werd enkele jaren redactrice van het tijdschrift Roeping en medewerkster van Nieuwe Stemmen. Haar eerste zelfstandige publicatie is een kleine cyclus liefdeslyriek die in 1950 verscheen onder de titel Voorland.
De bundel ‘Triple alliantie’ verscheen ongedateerd (in 1951) bij Uitgeverij Helmond en bevat behalve van Harriet Laurey ook gedichten van Lou Vleugelhof en Frans Babylon. Laurey’s eerste eigen bundel, ‘Loreley‘, verscheen in 1952 en had als autobiografisch hoofdthema het verlies van een grote liefde. Net als de bundel ‘Oorbellen‘ (1954), met liefdesgedichten in kwatrijnvorm, vond dit werk veel bijval bij een groot publiek.
Uit de bundel ‘Loreley’ het gedicht ‘Vlakbij je hart’.
.
Vlakbij je hart
.
Vlakbij je hart moet ik soms denken aan
het droefste liefs, en kan het niet vertellen,
maar uit mijn donker schokt het zich vandaan,
zo driftig en gehaast als waterbellen.
Ik lig het bijna, bijna te verstaan,
met open mond, om het langzaam te spellen.
.
Maar wat ik zeggen kan, is zo gering,
bij ’t onuitsprekelijke vergeleken,
dat ik weer stil word van verwondering.
En als ik zo lang naar je heb gekeken,
dat alle woorden zijn teruggeweken,
weten mijn lippen maar van: lieveling…
.
Ieder ontwaken een feest
Adriaan Bontebal (1952 – 2012)
.
In het midden van de jaren tachtig las ik de verhalenbundel van Adriaan Bontebal ‘Vijf voor vierentachtig’ moet dat zijn geweest. Eerlijk gezegd weet ik de titel niet meer precies maar omdat dit de enige verhalenbundel is die hij uitgaf in die tijd moet dat hem wel geweest zijn. Ik was toen al onder de indruk van zijn talent om schijnbaar nietszeggende, lullige, dagelijkse dingen zo te beschrijven dat ik er in ieder geval erg om moest lachen en van kon genieten. De naam van Bontebal is me altijd bijgebleven. Toen begin 2012 het bericht verscheen dat hij was overleden moest ik meteen weer aan die tijd terugdenken. Bontebal of Aad van Rijn, zoals zijn echte naam was, was ook dichter. Hij publiceerde meerdere bundels in de loop van de tijd. Ook schreef hij tot aan zijn dood een blog op http://www.bloggen.be/adriaanbontebal/
Hieronder zo’n typisch Bontebal gedicht.
.
ONTWAKEN
.
Ieder ontwaken
een feest
.
Ik sta op
rek me uit en
krab me eens flink
aan het onderlijf
,
Als rijpe vruchten
vallen de eitjes
van mijn schaamluis
op het dauwvochtige
slaapkamerzeil
.
Iedere morgen
een feest
.
Zwarte koffie
zware shag en
scharreleieren
bij het ontbijt
.
Ver als de horizon ben je
Simon Vinkenoog
.
Na alle inhoudelijke en beschouwende poezie van de laatste dagen is het nu weer eens tijd voor een gedicht. Geen duiding, geen omschrijving, gewoon een fraai gedicht uit 1952 uit de bundel ‘Land zonder nacht’ van één van de vijftigers Simon Vinkenoog (1928 – 2009).
.
Ver als de horizon ben je
.
ver als de horizon ben je
in de glazen kist van het weer geborgen
beukend op de blikken deksels
van het najaar
ik zie de bliksem langs je lichaam trillen
en de regen loopt onrustig door je ogen
.
ik kan de afstand die mij van je scheidt
in lichtjaren tellen
en in de meter van het geluid
zoemen de seconden
.
mijn handen opnieuw in gebruik gesteld
sluiten het onweer in je borsten buiten
.
alleen de regen is thuis
op de platte daken van de nachten
zonder duizelingen
.
Gedicht
Remco Campert
.
Vandaag gelezen dat Remco Campert zijn tweede naam Wouter is. Voor velen een totaal onbelangrijk feitje maar voor poezieliefhebbers die Wouter heten een leuk weetje. Remco Campert is al jaren één van mijn favoriete dichters. Daarom hier een prachtig gedicht van hem uit de bundel ‘Een stanmdbeeld opwinden’ uit 1952 met als titel Gedicht.
.
Gedicht
.
Als we dan liefhebben, liefhebben
tussen veel papier, holle mannen en metaal,
laten we dan liefhebben, zoals mij goeddunkt:
.
Liefhebben met de rust van de onrust, niet
die van de routine, elkaars ogen verliezen
en weer ontdekken, voorbij de huizen gaan,
.
het land in, de streling van onbekende struiken
ondergaan, de wind proeven op een steeds andere tong,
de maan zien en de zon in een kaartloze baan.
.
En laten de vrienden snel verouderen, worden
tot waardevolle verhalen, en die meter aarde is slechts
vruchtbaar
waarop wij gaan.
.








