Site-archief

Victorieplein

Ischa Meijer 

.

Ik schreef al eerder over schrijver, journalist, interviewer, televisiepresentator, toneelschrijver en filmacteur Ischa Meijer (1943 – 1995) , over zijn dichterschap naar aanleiding van een blogbericht over de bundel ‘Kinderen’ meer dan 100 gedichten over hun wondere wereld, samengesteld door Willem Wilmink. Nu kwam ik in een andere bundel  ‘Amsterdam, de stad in gedichten’ uit 2001 een ander gedicht van hem tegen getiteld ‘Victorieplein’ dat Meijer schreef in 1972.

.

Victorieplein

.

Soms loop ik ’s nachts naar het Victorieplein,
Als kind heb ik daar namelijk gewoond.
Aan vaders hand zijn zoon te zijn,
Op moeders schoot te zijn beloond.
.
Om niet. Om niet is het, dat ik hier ga,
De vrieskou in mijn jas laat dringen,
Alsof de tijd zich ooit zou laten dwingen,
Terwijl ik roerloos in de deurpost sta
.
Om thuis te komen. En zo simpel is de gang
Om tot dit moeilijk inzicht te geraken:
Dat ik geen kind meer ben; dat ik verlang
.
Naar iemand die nooit kon bestaan:
Een jongetje dat alles goed zou maken –
De tijd die stilstond en hem liet begaan.

.

Twee keer het Park

Dubbel-gedicht

.

Vandaag een dubbel-gedicht over het  (Vondel)park.

Het eerste gedicht is getiteld ‘In het park’ en is van K. Schippers (1936 – 2021). Het komt uit de bundel ‘Amsterdam’ de stad in gedichten uit 2001. Het tweede gedicht (een sonnet) is getiteld ‘Een stadsmuseum’ en is van Max Dendermonde (1919-2004) en is genomen uit de bundel ‘Ik geef jou een gedicht of wat’ 101 lichte sonnetten om langzaam te lezen uit 1987.

.

In het park

.

Niet de agent met de fiets

hij staat bij het blauwe theehuis

niet de man bij de vijver

wat hij ziet weet ik niet

ook niet de vrouw met de kinderwagen

die in deze richting loopt

maar de oude man op de bank

en ik op de andere bank

wij kijken beide

hoe mijn tapijt van broodkruimels

een tapijt van mussen wordt

.

Een stadsmuseum

.

Handhaaft arcadia hier zijn klassieke rechten?

Vroeg in de morgen, nu vogels hun dictatuur

voor korte tijd over de gladde vijvers leggen,

is alles nog archaïsch, tijdloos van duur.

.

De atmosfeer is hier een eeuw gelijk gebleven,

anders dan in de stad, waar alles stroomt en woelt:

elke decade opnieuw een modern soort leven.

Geen houvast meer in stijl, denken, bestaansgevoel.

.

Met innovaties en het onvoorziene doende,

vormen wij een niet te doorgronden maatschappij:

wat vandaag is, is morgen niet, het gaat voorbij.

.

In dit burgergroene Vondelpark daarentegen

is de beleving godlof als vanouds gebleven:

democratisch stadsmuseum van de seizoenen.

.

Vervallen stad

Hagar Peeters

.

De regelmatige lezer van dit blog weet dat ik veel en vaak over Rotterdam en haar dichters schrijf. Niet vreemds aan, ik ben bij twee stichtingen actief (Poëziestichting Ongehoord! en De Zoek naar Schittering) gevestigd in Rotterdam en in 2014 was de eerste bundel die ik met MUGbooks op papier uitgaf ‘Wij dragen Rotterdam’ een initiatief van de Rotterdamse dichters Mark Boninsegna, Daniël Dee en Marco Martens. Daarnaast organiseer(de) ik jarenlang met poëziestichting Ongehoord! poëziepodia in Rotterdam.

Toch wil dat niet zeggen dat ik alleen maar over de havenstad en haar dichters schrijf, integendeel, vele dichters uit alle hoeken en gaten van Nederland (en daarbuiten) zijn mij lief. En wanneer er dichtbundels verschijnen met poëzie over een stad of regio dan besteed ik daar graag aandacht aan. Dus ook aan Amsterdam.

In 2001 verscheen bij 521 uitgevers de bundel ‘Amsterdam’ de stad in gedichten, ingeleid door Guus Luijters. Een aardige bundel met gedichten van dichters door de tijden heen die over Amsterdam hebben gedicht. Heel anders dan ‘Wij dragen Rotterdam’, daarin staan hedendaagse dichters die de stem en de poëzie van Rotterdam van nu vertegenwoordigen,

Desalniettemin valt er veel moois te lezen in deze bundel. Zoals het gedicht ‘Vervallen stad’ van Hagar Peeters (1972) uit haar bundel ‘Genoeg gedicht over de liefde vandaag’ uit 1999.

.

Vervallen stad

.

Zijn plichtsbesef fluistert hem in:

de plank ontbeert het brood vandaag.

Vraag het de knopjes. Maak hen tot kegels.

Sla uit blaadjes harde munt vandaag.

.

Hij, koopman op de Albert Cuyp

–  zijn vader was marktventer

zijn grootvader was het en zijn

overgrootvader & Co. evenzo.

Vele stambomen ver groeide het loof

onder hun handen vandaan –

hij weet als geen ander

.

van de uitheemse rot, mot en bergamot

waarin het Waterlooplein zijn

afdankertjes uithangt,

van de door naaldbossen omzoomde

terrasjesoase op het Nieuwmarktplein,

van het bloedmooi bloemenrood welken daarachter,

in het uitzicht van ieders raam.

.

Madurodam

Den Haag, de stad in gedichten

.

Henk van Zuiden (1951) debuteerde in 1983 met de dichtbundel ‘Monument voor moeder’ en in 2003 stelde hij de bloemlezing ‘Den Haag, de stad in gedichten’ samen voor uitgeverij 521. Eerder deed hij dit voor de steden Utrecht en Groningen. In totaal stelde van Zuiden al 40! bloemlezingen samen. In ‘Den Haag’ (her)ontdek je de stad door ogen van de dichter volgens de achterflap. Er zijn al meerdere bundels over Den Haag verschenen maar deze is zeer uitgebreid. Maar liefst 95 dichters met meer dan 100 gedichten zijn in deze bundel opgenomen. Met bekende Haagse dichters als M. Nijhoff, Kees van Kooten, Remco Campert en Bart Chabot maar ook dichters van buiten de stad als C.B. Vaandrager, Annie M.G. Schmidt en Gerrit Komrij dragen hun steentje bij. De dichters die in deze bundel zijn vertegenwoordigd zijn dan ook dichters die in Den Haag geboren zijn, op bezoek kwamen, er een periode woonde of uiteindelijk voorgoed gebleven zijn “op een van de duin- of parkachtige begraafplaatsen”.

.

Ik koos voor een mij wat minder bekende dichter, Co Woudsma (Weesp, 1960), met het gedicht ‘Madurodam’ oorspronkelijk verschenen in ‘Viewmaster’ uit 1997.

.

Madurodam

.

Nu ben ik groot genoeg,

de straat ligt aan mijn voet.

.

Beloop hier de essentie van het land:

een gracht met pand,

een koe met waterkant.

.

alles houdt zijn maat:

het regiment, de dirigent,

de torenklok die steeds maar slaat.

.

De optocht maakt een zacht kabaal,

men fluistert Nederlandse taal,

ook Surinamers zijn op schaal.

.

Wij reuzen doen geen kwaad,

omhelzen kerken,

doven nog een waakvlambrand

en nemen afscheid van dit goede dal.

.

Het leven is er niet te groot

de mensen gaan er heel klein dood.

.