Site-archief

Croix de vache

Frans Vogel

.

Frans Vogel (1935 – 2016) was copywriter, fotomodel, columnist, beeldend kunstenaar, schrijver, provocateur, bon vivant en vooral: dichter. Als beginnend dichter kwam hij in contact met Cornelis Bastiaan Vaandrager en Hans Sleutelaar, die in die tijd samen met Armando en Hans Verhagen de Nederlandse poot van het literaire tijdschrift Gard Sivik hadden opgezet.

Hij publiceerde de dichtbundels ‘Te gek moment & andere gedichten’ (1996), ‘Het onaandoenlijk hart (72 bpm)’ (2000) en ‘Gelukkig maar’ (2008) en deed die zelf in de kroeg van de hand. Het rauwe grotestadsleven, en dat van Rotterdam in het bijzonder, was bij alles wat hij produceerde zijn voornaamste inspiratiebron. Wim Brands noemde hem dan ook in 2015 de enige echte stadsdichter van Nederland.

In 2017 werd de tweejaarlijkse Frans Vogel Poëzieprijs in het leven geroepen, bestemd voor een jonge dichter die getuigt van verwantschap – bewust of onbewust – met Vogels dichterschap. Het prijzengeld bedraagt 1.500 euro plus een beeldje van kunstenaar Cor Kraat. Winnaars van de Frans Vogel Poëzieprijs zijn Lillian Zielstra, Dominique de Groen en Daniël Vis. Zeer binnenkort wordt de prijs opnieuw uitgereikt. De jury van de prijs bestaat dit jaar uit Alek Dabrowski, Arjen Duinker en Leonor Faber-Jonker.

In literair tijdschrift Passionate, jaargang 3 uit 1996 stond het gedicht ‘Croix de vache’ wat een mooi voorbeeld is van de poëzie van Vogel.

.

Croix de vache

.

Een vaste hand,
een scheermesje,
een scheutje Chinese inkt
en het voorhoofd van een
weerspannig wicht:
meer kwam d’r niet
voor kijken, mocht ik
die pooier toen geloven.
.
Of het moest zijn
[‘Heb anders altijd nog
in een kapsalon gestaan!]
wat vervolgens zijn incisies
weer aan het zicht onttrok:
ponyhaar.
.
In middels alweer jaren
in peroxyde-zilvergrijs
sluik neervallend boven
het craquelé rond
de ogen   de mond
van een besje.
.
Incidenteel
te signaleren
aan een tafeltje
in een tearoom –
fragiel maar monter
achter haar cappuccino
met een Cointreau d’rbij.
.
.

Delphine Lecompte

De Nacht van de Poëzie

.

Afgelopen zaterdag was de 40ste editie van de Nacht van de Poëzie in Tivoli Vredenburg  in Utrecht. Een keur van dichters droeg voor en ik was vooral erg getroffen door de oudste deelnemer Judith Herzberg (1934). Op hoge leeftijd een zaal zo stil krijgen met haar bijzondere poëzie is voorwaar geen kleinigheid. Een aantal dichters die langs kwam was er ook bij in de eerste editie in 1980 (Jean Pierre Rawie, Bart Chabot, Hans Dorresteijn en opnieuw Judith Herzberg) maar er waren ook genoeg jonge dichters te beluisteren. Zoals Dominique de Groen, Hannah van Binsbergen, Babeth Fonchie, Jens Meijen en Joost Oomen (allemaal geboren in de jaren ’90).

Toch was een van de hoogtepunten de bijdrage van Gerda Lenten Havertong (1946). Zelf geen dichter maar voor deze jubileumeditie gevraagd een keuze te maken uit de lange geschiedenis van de Nacht gedichten. Ze koos voor twee Surinaamse dichters (Michaël Slory en Dobru) en Hans Andreus. Bij het gedicht van Hans Andreus was ze zichtbaar geëmotioneerd, het was het gedicht dat haar man haar, op zijn sterfbed, had gegeven.

Natuurlijk traden er naast dichters ook musici en dansers op waarbij het dansoptreden van Oxygen me nog lang zal bijblijven, in één woord geweldig. In de gangen van Vredenburg Tivoli waren verschillende uitgeverijen van poëzie (boeken, bundels, tijdschriften) aanwezig waaronder die van Awater. En er waren tweedehands bundels te koop. Een van die bundels is met mij mee naar huis gegaan. ‘De 100 beste gedichten van 2018’ voor de VSB Poëzieprijs samengesteld door Maaike Meijer, ontbrak nog in mijn verzameling van deze bloemlezingen (er ontbreken nog een paar jaren maar die kom ik vast en zeker nog eens ergens tegen).

Uit het fraaie aanbod van gedichten en dichters koos ik voor het bijzondere gedicht ‘De priester die jezus van mij weggriste’ van de Vlaamse dichter Delphine Lecompte (1978). Het gedicht staat in haar bundel ‘Western’ uit 2017. Ik koos het gedicht omdat het zo anders is, zo ontwapenend, zo heerlijk Vlaams (pandoering) en zo bloemrijk in haar taal. Voor degene die niet zo bekend zijn met de katholieke eredienst geeft Pieter M. van Sterkenburg  op OoteOote wat informatie die kan helpen bij het begrip van dit gedicht.

.

De priester die Jezus van mij weggriste

.

Ik hield de hostie te lang in mijn palm
De priester dacht dat ik Jezus’ vlees wilde wegmoffelen
In mijn vestzakje, om het na de mis te dumpen in een heidense waterput
En misschien nog een wens te doen ook, de wens zou seksueel
Of materialistisch zijn, de priester had het bij het verkeerde eind.

.

Ik was een ontzettend vroom kind
Ik bad dagelijks tot God, en ik telefoneerde ’s nachts
Via Fisher Price naar zijn volmaakte zoon
Jezus nam steeds op en zei: ‘Ach de katholieke misdienst …
Mooie liturgie dat wel, maar de hostie mijn vlees, eet die gerust op wanneer jij het wil.’

.

Wanneer ik het wil, ik wilde de hostie opeten aan het strand
Mijn blik gericht op de dappere ezels van de knoestige ezeldrijver
Mijn rug blind voor de lunaparken en gocarts en wafelkramen
Maar de priester griste Jezus’ vlees uit mijn hand
En hij propte de hostie diep in mijn mond, ik stikte haast.

.

Woedend nam ik mij voor nooit meer te bidden
De telefoon van Fisher Price wierp ik ’s avonds in het haardvuur
Het gesmolten plastic maakte mijn grootvader razend
Hij gaf mij een pandoering om u of kindermishandeling tegen te zeggen
De volgende dag nam zijn spijt de vorm aan van een pluchen berggeit.

.

Ik noemde de geit Batseba
Ik wist niet dat zij in de bijbel voorkwam
Ik vond het gewoon een geschikte naam, stoerder dan Lolita
En sensueler dan Mata Hari
Ondertussen is alles weer koek en ei tussen Jezus, God, en mij.

.

Judith Herzberg

Gerda Lenten Havertong

Sticky Drama

Dominique De Groen

.

De Vlaams-Belgische dichter Dominique De Groen (1991) publiceerde in 2019 de bundel ‘Sticky Drama’. Na haar debuut ‘Shop Girl’ uit 2017 een nieuwe bundel die als flaptekst de volgende inleiding meekreeg: “Radioactieve planten dragen vrucht. Twee eilanden bloeden in elkaar leeg. Een ijsberg kotst zijn ingewanden uit. De permafrost ontdooit. Sluimerende bacteriën ontwaken. Ontaarde levensvormen woekeren in een landschap van oerslijm en plastic. De heksen leggen de Tarotkaarten. Een nieuwe boom des levens ontkiemt. Een kleverig drama kondigt zich aan.”

De bundel is een poëtische vertelling over het ontstaan en verloop van ons bestaan, soms aan de hand van narratieve elementen. De gedichten zijn soms meer proza gedichten en De Groen koppelt wetenschappelijke theorieën over het ontstaan van het leven aan Kabbalistiek (Joodse mythologie) wat het lezen (en begrijpen) niet altijd even makkelijk maakt. Wat voor de een als zweverig zal overkomen zal voor de ander juist een frisse, andere benadering betekenen van gedachten over ons bestaan.

De persoon van Malayney speelt een verbindende rol in deze bundel zoals ook in het gedicht ‘Heksen Begeleiden Het Ritueel’.

.

Heksen Begeleiden Het Ritueel
.
De heksen van de bodem van het meer – het zijn hun
onnatuurlijk fel oplichtende ogen die zich in een cirkel rond
ons verzameld hebben – begeleiden het ritueel.
.
In het centrum van de kring strekt Malayney haar naakte
lichaam uit op de grond.
.
Begeleid door het gezang van de heksen glijd ik naar haar toe
en glibber over haar huid tot ik de kuil van haar navel voel.
.
Vanaf dat centrale punt rek ik mezelf uit, smeer mezelf uit als
een balsem, trek mij als een dunne film over haar lichaam.
.
Ik ben de heksenzalf op Malayneys klamme huid, de balsem
die ons beiden zal transporteren naar een andere dimensie.
.
Om ons heen joelt en danst de kring in steeds sneller
draaiende cirkels.
.
Ik ben loom en zwaar en voel mezelf vallen, vallen, vallen…

.

 

Frans Vogel poëzieprijs

Dominique De Groen

.

In september werd bekend gemaakt dat de Vlaamse dichter en schrijver Dominique De Groen (1991) de Frans Vogel Poëzieprijs heeft gekregen. Haar werk werd gepubliceerd in Deus Ex Machina, Kluger Hans, Gierik & Nieuw Vlaams tijdschrift, op Samplekanon en hard/hoofd. In 2017 debuteerde ze met de bundel ‘Shop Girl’ en in 2019 volgde ‘Sticky Drama’.

In haar poëzie spreekt engagement met een wereld die op drift is geraakt en waarin niets ongeschonden blijft. Voor de Optimist schreef ze aan de hand van een regel uit de roman van Hiromi Ito ‘ Wild grass on the Riverbank’ ( even as a corpse her calling was stil to protect children) het gedicht ‘Rites for aan abortive spring’.

.

Rites for an abortive Spring

i.

Ik heb alle dode dieren
ten grave gedragen:

IJsbeer, gevallen engel, uitgemergeld in smeltende toendra
Bij, misleid door bloemen van olie en vlees
Olifant, verminkt door slaapwandelende markten
en oogst van tanden glanzend in de hitte
van een beenharde zon.

Ik heb een massagraf gedolven
in de natte, zwarte aarde
tussen mijn schaamlippen

de gezwollen karkassen verslonden
met pulserende tentakels.


ii.

De begrafenisriten:

mijn naakte, opgevulde lijf
uitstrekken op de heide
onder de wassende maan

met draad van stug, dor gras
de grafkuil dichtnaaien.

In mijn baarmoeder klotsen
de bij voorbaat doodgeborenen
in een danse macabre
van druipende kadavers.

Ik draag wildvreemden op
hun hand op mijn buik te leggen
om de beweging te voelen

walgend deinzen ze terug
van de knekeldans
onder hun vingertoppen.

iii.

Volle maan
en tijd om te baren:

ik rijt de grafkuil open
kots mijn uterus leeg

een grijze processie van ondode dieren
glibbert uit de tombe
hobbelt en hinkelt de nacht in.

Ik baar een kubus
van samengeperste dode dieren

ieder vlak
een massa-extinctie

en blaas het blok nieuw leven in
met rituelen van trieste magie.

Lichamen maken zich uit de kubus los
onsterfelijk en schitterend.

iv.

Een grauw dier
met bleke ogen
en aaneengekoekte vacht

likt stollend bloed en slijm van mijn huid
drukt me tegen haar vochtige, warme buik
tot mijn hart weer klopt, mijn cellen weer pulseren.

Dan verdwijnt ze, het uitdijende bos in.

Zelfs als lijk was haar roeping nog steeds het beschermen van kinderen.

 .