Site-archief

Formule 1

Frank van Pamelen

.

Voor mijn boekenkast sta ik en zonder te kijken maar door hoog te reiken pak ik een willekeurige dichtbundel van een plank. Het blijkt de bundel ‘Dat lijkt warempel sandelhout‘ van Frank van Pamelen (1965) uit 2003 te zijn. Ik open een willekeurige bladzijde en daar op pagina 71 lees ik het gedicht ‘Formule 1’. Nu weet ik dat er hele volksstammen fan zijn van de Formule 1 en dan vooral van Max Verstappen maar ik heb er niet zoveel mee. Ik begrijp van Pamelen wel.

.

Formule 1

.

De autoracerij dat is geen sport

Waarvan ik denk: Dat zou ik ook wel willen

Een beetje in zo’n koekblik zitten trillen

Terwijl je langs reclameborden snort

.

Daar zit je dan, volledig vastgesjord

Een sloot fossiele brandstof te verspillen

De autoracerij dat is geen sport

Waarvan ik denk: Dat zou ik ook wel willen

.

Wat moet je in zo’n opgevoerde Ford

Nou stoer staan doen met helmen en met brillen

Terwijl je zittend op je luie billen

Door páárdenkrachten aangedreven wordt?

De autoracerij dat is geen sport

.

Poëzietijdschriften

A.C.W. Staring

.

In Nederland en België worden er verschillende poëzietijdschriften uitgegeven. Het Nederlands Letterenfonds subsidieert een aantal van deze tijdschriften. Op de website van het Nederlands Letterenfonds is het volgende te lezen: “Goede literaire tijdschriften fungeren als veerplank voor bekend en onbekend talent. Een vrijplaats waar talent zich kan ontwikkelen en nieuwe ideeën ruim baan krijgen. Ook bieden ze redacteuren de mogelijkheid hun (redactionele) vaardigheden aan te scherpen en zich te presenteren aan het publiek en het boekenvak in het bijzonder. Tijdschriften spiegelen niet alleen wat er in de maatschappij gebeurt, maar beïnvloeden ook actief onze kijk op literatuur en de wereld.”

Omdat er sprake is van een subsidierelatie betaald het Fonds deze tijdschriften. Een deel van dit geld gaat naar dichters die in deze tijdschriften gedichten publiceren: € 75,- per gedicht. Geen vetpot, zeker niet als je het vergelijkt met wat prozaschrijvers krijgen (€ 0,10 per woord). Maar het is een vergoeding. Er zijn ook poëzietijdschriften die geen vergoeding (kunnen) bieden, eenvoudig weg omdat de kosten van een tijdschrift aanzienlijk zijn.

En toch is er een enorme behoefte aan het publiceren van poëzie. Door dichters die al jaren aan de weg timmeren, door dichters die nooit publiceerden maar wat in de vergetelheid zijn geraakt, door aanstormend talent. Gelukkig is er tegenwoordig de mogelijkheid om aan zelfpublicatie te doen, in eigen beheer een bundel uitgeven, op Instagram, Facebook of een ander social mediaplatform je poëzie te plaatsen of via een eigen website. En je kunt natuurlijk altijd je gedichten opsturen naar een poëzietijdschrift in de hoop dat het opgepikt wordt en gepubliceerd.

MUGzine is ook zo’n mogelijkheid. Met het minipoëziemagazine MUGzine zitten we een beetje tussen het zelf publiceren en het betaald krijgen voor publicatie in een gesubsidieerd tijdschrift in. Omdat MUGzine een particulier initiatief is (van MUGbooks, Poetry Affairs en Brrt.Graphic.Design en we geen enkele cent subsidie ontvangen zijn we aangewezen op onze fans of donateurs. Liefhebbers van poëzie die naast het gratis poëzie lezen via mugzines.nl ook gedichten in een mooi klein (A6)  tijdschrift thuis willen lezen. Dat kan al vanaf € 22,50 en daarvoor ontvang je 5 x per jaar de MUGzine en altijd een leuk extraatje.

We krijgen met enige regelmaat de vraag hoe je gepubliceerd kan worden in MUGzine. Wij werken met een onafhankelijke kleine redactie die inzendingen ontvangt en beoordeelt, zelf suggesties doet op basis van een richting die wij als makers kiezen en dichters aandraagt los van een thema. Omdat we een particulier initiatief zijn dat elke cent moet omdraaien kunnen we geen gage bieden. Wanneer we € 75,- per gedicht zouden betalen zouden we na 1 nummer ‘failliet’ zijn. We zijn dan ook aangewezen op die dichters die ons initiatief steunen uit liefde voor de poëzie. En gelukkig zijn dat vele dichters. Inmiddels na 27 nummers hebben ruim honderd dichters uit Nederland en Vlaanderen een bijdrage geleverd waarvoor we ze heel dankbaar zijn.

Geen blogpost zonder gedicht, daarom van A.C.W. Staring (1767-1840) landheer, landbouwkundige en dichter het gedicht ‘Bij de terugzending van een dichtstuk’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1981.

.

Bij de terugzending van een dichtstuk

.

Gij noemt dit HEMELVAL? Ik acht het ledig schallen;

Maar keur nogtans den titel goed:

Ja! ’t komt den hemel uitgevallen –

Zoo als het sterrensnuitsel doet.

.

1 januari 2025

Toyo Shibata

.

Ik wil al mijn lezers vanaf deze plaats een heel mooi, gelukkig, poëtisch en gezond nieuwjaar toewensen. Blijf elke dag poëzie lezen en dan komt het vast goed dit jaar. Mijn nieuwjaargedicht komt van een Japanse dichter.

Waar ik eerder al schreef over de bijzondere (wegens de leeftijd waarop ze debuteerde namelijk 98 jaar) Japanse dichter Toyo Shibata (1911-2013), en daar een Engelstalig gedicht bij plaatste, wil ik vandaag graag een gedicht in een Nederlandse vertaling van haar plaatsen. In de bundel ‘Geef de moed niet op’ gedichten van een 100-jarige, staan haar gedichten in een vertaling van Luc Van Haute.

Ze werd 101 jaar oud en heeft nog veel van haar succes meegemaakt. Over haar fans zei ze: ‘Er bloeide een bloem uit een eeuwenoude boom, en dat allemaal dankzij jouw steun. Nu heb ik een souvenir om mee te nemen naar het hiernamaals, waar ik over kan opscheppen tegen mijn man en mijn moeder.’ Het gedicht dat ik koos uit deze bundel is getiteld ‘Nieuwjaarskaart’ . Vandaag, op deze eerste dag van het nieuwe jaar daarom dit gedicht.

.

Nieuwjaarskaart

.

Iedere eerste dag van het jaar

denk ik terug

aan je vader

en hoe hij mompelde

‘Zo te zien

maakt hij het goed

Nou, mooi zo’

En intussen las en herlas hij

jouw nieuwjaarskaart

.

Als jullie elkaar zagen

maakten jullie ruzie

Maar weet mijn zoon

dat je vader altijd aan je dacht

.

Swift en Dickinson

Familiebanden

.

In een NRC magazine van vorige maand lees ik een stuk over Taylor Swift, de zangeres uit Amerika met miljoenen fans en volgers (de zogenaamde Swifties). In maart van dit jaar maakte zij bekend dat ze verre familie is van de 19e-eeuwse dichter Emily Dickinson (1830-1886). Beide blijken af te stammen van dezelfde 17e-eeuwse Engelse immigrant in Connecticut. Dat ze dit weet komt door ancestry.com waar je de genealogie van je familie kan laten uitzoeken. Leuk feitje maar veel meer is het niet. Zou je denken.

Maar Taylor Swift haar album ‘Evermore’ verscheen precies op de geboortedag van Dickinson (10 december). Een andere link is dat haar nieuwste album ‘The Tortured Poets Department’ (opnieuw een verwijzing naar poëzie) op de 200ste geboortedag van dichter Lord Byron (1788-1824) verscheen, namelijk op 22 januari van dit jaar. Overigens zijn er geen andere verwijzingen in de teksten van Swift naar beide dichters. Wel naar Patti Smith (1946) en Dylan Thomas (1914-1953) overigens.

Voor de songtekst van het gelijknamige nummer op het album van Taylor Swift kun je deze link aanklikken. Voor hier plaats ik liever een gedicht van Emily Dickinson dat misschien wel een beetje slaat op het voorgaande ‘I’m Nobody! Who are you?’ uit ‘The Poems of Emily Dickinson’ uit 1955. In een commentaar op dit gedicht op Internet las ik: “Dickinsons willekeurige gebruik van hoofdletters in haar werk roept vragen op, maar de praktijk komt in dit korte gedicht goed tot zijn recht. ‘I’m Nobody! Who are you?’ schreef ze. De verteller is misschien niemand, maar ze maakt van zichzelf iemand met die hoofdletter N. Dit is een gedicht over bekendheid en de publieke belangstelling. Misschien is het een toepasselijke mantra voor de social media-onthouders van vandaag die liever genieten van de luxe van anonimiteit, net zoals Dickinson deed.”

Als je dat afzet tegenover hoe Taylor Swift omgaat met haar bekendheid en haar gebruik van social media dan is duidelijk dat er naast de overeenkomst (familieband) ook hele grote verschillen zijn.

.

I’m Nobody! Who are you?

.

I’m Nobody! Who are you?
Are you – Nobody – too?
Then there’s a pair of us!
Don’t tell! they’d advertise – you know!

.

How dreary – to be – Somebody!
How public – like a Frog –
To tell one’s name – the livelong June –
To an admiring Bog!

.

Uit mijn boekenkast

e.e. cummings

.

In mijn boekenkast staan een paar bundels van de Amerikaanse dichter e.e. cummings (1894 – 1962). Een van de aardigste vind ik de bundel ‘selected poems 1923 – 1958’ een Penguin pocket uit 1963 (uit de serie The Penguin Poets).  In deze bundel is het bijzondere taalgebruik van cummings nog niet zo gestileerd. Dichter, schrijver en kunstschilder cummings, was een van de meest radicaal experimentele en inventieve schrijvers van de 20e eeuw. Zijn stijl wordt gekenmerkt door typografisch non-conformisme, het gebruik van jazzritmes, jargon en andere elementen uit de populaire cultuur. Maar zoals gezegd zijn zijn vroegere gedichten vaak nog niet zo radicaal van vorm.

De gedichten van cummings hadden ook in zijn vroege jaren zelden een titel en worden in de index dan ook gerangschikt op de eerste zin (wat veel lezers dan ook vaak aanzien voor de titel). Omdat ik een groot liefhebber ben van het werk van cummings en omdat ik weet dat hij nog steeds veel fans heeft ook in Nederland hier het gedicht zonder titel met als eerste zin ‘Humanity i love you’.

.

Humanity i love you
because you would rather black the boots of
success than enquire whose soul dangles from his
watch-chain which would be embarrassing for both
.
parties and because you
unflinchingly applaud all
songs containing the words country home and
mother when sung at the old howard
.
Humanity i love you because
when you’re hard up you pawn your
intelligence to buy a drink and when
you’re flush pride keeps
.
you from the pawn shop and
because you are continually committing
nuisances but more
especially in your own house
.
Humanity i love you because you
are perpetually putting the secret of
life in your pants and forgetting
it’s there and sitting down
.
on it
and because you are
forever making poems in the lap
of death Humanity
.
i hate you

,