Site-archief
Poems that GO
De ontwikkeling van de poëzie
.
De website http://poemsthatgo.com is een site van Megan Sapnar en Ingrid Ankerson, waar heel veel informatie te vinden is over hoe de poëzie zich ontwikkeld. Van alleen de geschreven vorm naar vormen met beeld, geluid, animatie en ga zo maar door. Op de website essays over deze onderwerpen, voorbeelden van nieuwe poëzie en een uitgebreid discussieforum. Van de vormgeving ben ik niet zo onder de indruk maar de inhoud kan me zeker bekoren.
Wat beoogd Poems that GO? Op hun website staat te lezen:
Wat maakt een gedicht een gedicht? Als een tekst wordt gezongen, wordt het dan een lied? Wanneer motion graphics worden gebruikt, maakt dat het dan een animatie? Als de beelden fotografisch zijn, is het film?
In het tijdperk van “Post-media esthetiek ‘, zoals Lev Manovich heeft opgemerkt, maakt de vervaging van de traditionele media genres het moeilijk, zo niet onmogelijk, om mediagebieden te definiëren. In plaats van te worstelen met dit soort scheidingen laten we de kunsten mengen in een ruimte waar we nog steeds een cirkel omheen durven zetten en dit als poëzie labelen. Hoewel we de term “nieuwe media poëzie ‘als een genre van’ elektronische literatuur ‘ opnemen om de gedichten te beschrijven, blijft de term literatuur een moeilijke. Inderdaad, we zijn beschuldigd van de devaluatie van dit woord ten koste van het beeld. Ons doel is hier echter een vorm van kunst te verheffen boven de rest, maar een inclusief begrip van de literatuur te zoeken, een die verder gaat dan geschreven tekst door visuele, auditieve en mediale aspecten op te nemen.
Een heel verhaal dat neerkomt op een zoektocht naar nieuwe vormen van poëzie. Hoe ziet die zoektocht eruit? Op de website zijn verschillende vormen van interactieve poëzie te bekijken. Zo is er een poetry game, een Jabberwocky machine (die teksten en woorden mixed en een voorbeeld van een klankgedicht van Young-Hae Chang ‘The last day of Betty Nkomo’ dat je via de link hieronder kan bekijken.
http://www.yhchang.com/BETTY_NKOMO.html
.
Hoe dingen soms lopen
James Franco
.
In haar column van 9 april in de Metro, schrijft Elfie Tromp over James Franco. Onder de column staat bij gerelateerd nieuws: James Franco komt met nieuwe dichtbundel. Op dat moment is mijn nieuwsgierigheid gewekt.
Voor wie niet weet wie James Franco is; Deze Amerikaans acteur, regisseur, schilder en producer (1978) is bij het grote publiek vooral bekend door zijn rol in de Spiderman trilogie. In deze films speelt hij de rol van Harry Osborne. Maar hij speelde ook mee in films als Eat, Pary, Love en Datenight. Hij werd genomineerd voor een Oscar en voor drie Golden Globes waarvan hij er een won.
Een typisch geval van een celebrity die een dichtbundel uitbrengt. Nu schreef ik al eens eerder (24 december 2012) over de pogingen van (met name Amerikaanse) celebreties om poëzie te schrijven. De ene keer valt dat beter uit dan de andere. In het geval van James Franco lopen de meningen uiteen.
Zo wordt zijn gedicht Los Angeles Proverb op http://la.curbed.com/archives/2013/12/heres_a_bad_poem_james_franco_wrote_about_los_angeles.php getypeerd als “Not very good”. Oordeel zelf zou ik zeggen.
.
Aan de andere kant wordt een ander gedicht van zijn hand wel gepubliceerd op The American Poetry Review. Dit gedicht gaat over de film industrie.
.
Film Sonnet 3
He walks mindlessly, maniacally
Across the desert, like a Sam Shepard man,
A man who has been down to Mexico to die
Of a broken heart but didn’t die,
So he comes back to Texas, and then to Los Angeles,
Because all the cowboys retired to the movies.
Now they don’t even make Westerns anymore.
Paris, Texas, the name of the place
Where he bought some land, like a slice of Paradise,
But only in his mind. The real place
Is just a deserted plain in the middle of nowhere,
And his wife is working in a peepshow palace,
And you never think, but you should,
He was too old and ugly for her in the first place.
.
Zijn bundel Directing Herbert White is inmiddels te koop en op http://www.goodreads.com krijgt hij van de lezers een beoordeling van 3,5 ster (van de maximaal 5).
.
The Raven
Edgar Allen Poe
.
Het meest beroemde gedicht van Edgar Allan Poe ‘The Raven’ (uit 18450 heeft talloze verfilmingen en niet te vergeten honderden verwijzingen en referenties in de pop en populaire cultuur. Leuk weetje: Boris Karloff speelt in zowel The Raven (1935) als in The Raven (1963) . De twee films zijn alleen verbonden door de titel en verwijzingen naar Poe’s werk (de eerste betreft een interpretatieve dans van het gedicht, de laatste is een komedie). En die twee staan nog los van The Raven (1915) en The Raven (2012).
Het gedicht van Edgar Allen Poe heeft dus nogal wat los gemaakt bij filmmakers. Het gedicht is nogal lang vandaar dat ik hier de eerste en laatste strofe plaats.
Wil je het hele gedicht lezen, dan kan dat op http://www.heise.de/ix/raven/Literature/Lore/TheRaven.html
.
The Raven
.
Once upon a midnight dreary, while I pondered weak and weary,
Over many a quaint and curious volume of forgotten lore,
While I nodded, nearly napping, suddenly there came a tapping,
As of some one gently rapping, rapping at my chamber door.
`’Tis some visitor,’ I muttered, `tapping at my chamber door –
Only this, and nothing more.’
.
And the raven, never flitting, still is sitting, still is sitting
On the pallid bust of Pallas just above my chamber door;
And his eyes have all the seeming of a demon’s that is dreaming,
And the lamp-light o’er him streaming throws his shadow on the floor;
And my soul from out that shadow that lies floating on the floor
Shall be lifted – nevermore!
.
Het hele gedicht voorgedragen door Vincent Price.
.
Jabberwocky
Lewis Caroll en Terry Gilliam
.
Schreef ik vorige week nog over een van de meest vreemde gedichten (van een lijstje dat ik op 14 januari 2013 op dit blog plaatste) van Ezra Pound, vandaag alweer een gedicht van dit lijstje van Lewis Caroll met Jabberwocky. De reden dat dit gedicht hier behandeld wordt is dat er een film gemaakt is naar dit gedicht door Terry Gilliam.
Jabberwocky uit 1977 is een Britse fantasy film geregiseerd en mede geschreven door Terry Gilliam, die vooral bekend is van zijn werk met Monty Python. Zoals gezegd is de film losjes gebaseerd op het gedicht ‘Jabberwocky’ dat verscheen in ‘Through the Looking-Glass’ dat verscheen in 1871.
Het verhaal gaat over Cooper (in de film gespeeld door Michael Palin) die gedwongen wordt, door onhandige vaak ongelukkige omstandigheden, een verschrikkelijke draak op te jagen na de dood van zijn vader.
Hieronder het gedicht van Lewis Caroll.
.
Jabberwocky
‘Twas brillig, and the slithy toves
Did gyre and gimble in the wabe;
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.
.
“Beware the Jabberwock, my son
The jaws that bite, the claws that catch!
Beware the Jubjub bird, and shun
The frumious Bandersnatch!”
.
He took his vorpal sword in hand;
Long time the manxome foe he sought –
So rested he by the Tumtum tree,
And stood awhile in thought.
.
And, as in uffish thought he stood,
The Jabberwock, with eyes of flame,
Came whiffling through the tulgey wood,
And burbled as it came!
.
One, two! One, two! And through and through
The vorpal blade went snicker-snack!
He left it dead, and with its head
He went galumphing back.
.
“And hast thou slain the Jabberwock?
Come to my arms, my beamish boy!
O frabjous day! Callooh! Callay!”
He chortled in his joy.
.
‘Twas brillig, and the slithy toves
Did gyre and gimble in the wabe;
All mimsy were the borogoves,
And the mome raths outgrabe.
.
Brief encounter
Poëzie in films
.
In de film ‘Brief encounter’ van David Lean uitv 1945 komt het gedicht ‘When I have fears that I may cease to be” van de Romantische dichter John Keats (1795 – 1821) voor. Brief encounter is het verhaal van huisvrouw Laura Jesson en dokter Alec Harvey.
Het verhaal wordt verteld vanuit het perspectief van Laura Jesson, een huisvrouw uit een klein stadje. Ze is getrouwd met een degelijke man die meer aandacht heeft voor kruiswoordraadsels dan voor haar. Om aan de verveling te ontsnappen gaat ze elke week met de trein naar de grote stad om te winkelen en een matineefilm te zien.
Na afloop van zo’n dagje uit krijgt ze op het station wat kolengruis in haar oog. Een andere passagier, de dokter Alec Harvey helpt haar het gruis te verwijderen. Beiden zijn begin dertig, getrouwd en hebben twee kinderen. De dokter is een huisarts in een ander provinciestadje die ook een keer per week in de grote stad komt om in het ziekenhuis te helpen.
Er ontstaat een geanimeerd gesprek, en beide drinken thee in de stationsrestauratie, waar ze ieder op hun eigen trein naar huis wachten. Al snel worden ze verliefd op elkaar. Ze beginnen in het verborgene af te spreken, in cafés en bioscopen, om hun ontmoetingen geheim te houden. Op een gegeven moment mag Alec voor een avond het huis van een vriend lenen, maar hun liefde wordt niet geconsumeerd omdat de vriend onverwacht eerder terugkeert. Dit is voor hun een teken dat de relatie echt niet verder kan; ze besluiten om hun gezinnen trouw te blijven en om elkaar verder niet te zien.
Hoofdrollen in deze Engelse film worden vertolkt door Celia Johnson en Trevor Howard. In 1984 kwam er een Amerikaanse re-make met Robert De Niro en Meryl Streep die echter een stuk minder goed beoordeeld wordt op IMDB.com, de website over films.
In 1946 kwam deze film in Nederland in de bioscopen onder de titel ‘Het Laatste rendez-vous’. De filmkeuring gaf de film een 18 jaar en ouder predicaat omdat er huwelijks ontrouw in wordt getoond.
Het gedicht van John Keats sluit heel mooi aan bij het thema van Brief encounter.
.
When I have fears that I may cease to be
.
When I have fears that I may cease to be
Before my pen has glean’d my teeming brain,
Before high piled books, in charact’ry,
Hold like rich garners the full-ripen’d grain;
When I behold, upon the night’s starr’d face,
Huge cloudy symbols of a high romance,
And think that I may never live to trace
Their shadows, with the magic hand of chance;
And when I feel, fair creature of an hour!
That I shall never look upon thee more,
Never have relish in the faery power
Of unreflecting love!—then on the shore
Of the wide world I stand alone, and think
Till Love and Fame to nothingness do sink.
.
Poem 8
Emlen Etting (1905 – 1993)
.
De schilder, beeldhouwer en filmmaker Emlen Etting wordt door sommigen gezien als Dadaïstisch kunstenaar. Behalve zijn beeldende kunst is Etting vooral bekend geworden door zijn korte film ‘Poem 8’, zijn persoonlijke favoriet. Zoals de naam al doet vermoeden, probeert Etting in deze film de cadans en het discours van een gedicht te gebruiken als leidraad.
In een interview met Marina Pacini zei Etting hierover: “Dali heeft twee films gemaakt, Cocteau maakte ‘Death of a poet’. En ik dacht, hoe interessant zou het zijn als ik een film zou maken op een andere manier, met een andere methode. Tot nu toe werd de roman gebruikt of een verhaal, of een documentaire om iets te vertellen en daartussen was er eigenlijk niets. Ik wilde film gebruiken als een poëtisch medium, om een gedicht te doen zoals T.S. Eliot een gedicht doet, helemaal visueel. Zo kwam ik op het idee en volgens mij was dit de eerste film die experimenteerde met poëzie als medium.”
Etting gebruikte in Poem 8 zeer letterlijke beelden van vrouwen, manieren van reizen en zijn eigen lichaamsdelen. Etting toont de filmmaker als een hedendaags protagonist.
In de film speelt onder andere Caresse Crosby een rol, uitvindster van de BH, uitgeefster en vrouw van dichter Harry Crosby.
Met dank aan Wikipedia en Strangeflowers.wordpress.com
Beowulf
De film en het gedicht
.
De film Beowulf uit 2007 van Robert Zemeckis is gebaseerd op het epische gedicht Beowulf. De tekst van dit gedicht werd bewerkt door Neil Gaiman en Roger Avary. Ray Winstone speelt de rol van Beowulf. Verder spelen o.a. mee John Malkovich, Angelina Jolie, Crispin Glover, Robin Wright Penn en Anthony Hopkins.
Beowulf is het oudste epische gedicht dat in een taal geschreven is die duidelijk een oude vorm van het huidige Engels is. Men is het niet eens over de precieze datum, maar men schat dat het manuscript uit de 10e eeuw stamt. Er is echter meer onzekerheid over de oorsprong van het gedicht zelf. Er komen enkele archaïsche woorden in het werk voor die suggereren dat het gedicht uit de 8e eeuw stamt, misschien zelfs de eerste helft ervan. Maar gezien het feit dat in poëzie – ook Oudengelse – vaak bewust archaïsche termen worden gebruikt, is dit geen doorslaggevend bewijs. Het gedicht staat, samen met o.a. het kortere gedicht Judith, in wat tegenwoordig het Beowulf-manuscript wordt genoemd. De tekst is door twee scribenten opgeschreven, de tweede neemt het halverwege het gedicht over. Wie de oorspronkelijke samensteller of auteur van het gedicht is valt niet te achterhalen, noch of de vorm waarin het manuscript ons heeft bereikt de oorspronkelijke is of een – door de monniken die het hoogstwaarschijnlijk hebben opgetekend – met christelijke elementen verrijkte versie.
Hieronder een klein gedeelte van de tekst in het oud Engels en in een vertaling.
.
ðá þæt onfunde sé þe fela aéror
módes myrðe manna cynne
fyrene gefremede –he, fág wið god–
þæt him se líchoma laéstan nolde
ac hine se módega maég Hygeláces
hæfde be honda· wæs gehwæþer óðrum
lifigende láð· lícsár gebád
atol aéglaéca· him on eaxle wearð
syndolh sweotol· seonowe onsprungon·
burston bánlocan· Béowulfe wearð
gúðhréð gyfeþe·
.
Toen merkte hij, die eerder vele,
ellende in zijn geest, op de mensheid
wreedheden had gepleegd –hij, die vocht met God–
dat zijn lichaam hem niet wilde gehoorzamen,
maar hij werd door de stoutmoedige bloedverwant van Hygelac
aan de hand gehouden; elk werd door de ander;
verfoeid zolang hij nog leefde; lichaamspijn voelde hij,
de ontzagwekkende boeman; op zijn schouder werd
een grote wond zichtbaar, zenuwen sprongen,
spieren barstten; Beowulf werd
oorlogs-lof gegeven;
.
Eerste bladzijde van de oude tekst.
Met dank aan Wikipedia.
Schipbreukeling
Poëzie in de film: Castaway van William Cowper
.
William Cowper leefde van 1731 tot 1800 en was een Engels dichter. Cowper had van tijd tot tijd te lijden van hevige depressies, soms in zulke mate dat hij diverse pogingen ondernam zich van het leven te beroven. Hij werd verliefd op zijn nicht Theodora Cowper, maar haar vader stond een huwelijk in de weg, omdat hij twijfelde aan Williams mentale stabiliteit en omdat hij vond dat de twee te nauw aan elkaar verwant waren. In die voor hem ongelukkige periode werden er al wel wat zijn verzen in bladen gepubliceerd en vertaalde hij werk van Voltaire.
In 1763 kreeg hij een baan aangeboden als klerk bij het Hogerhuis. Hij moest hiervoor een eenvoudig examen doen, maar hij zag hier zo tegenop, dat hij in een diepe depressie raakte en een zelfmoordpoging ondernam. Hierop werd hij opgenomen in een tehuis, waar hij onder de zorgen van arts en dichter Nathaniel Cotton langzaam genas. Zijn broer en vrienden bezorgden hem daarna een onderkomen en een klein inkomen in Huntingdon. Hier brak een gelukkige periode aan. Hij maakte kennis met het gezin van Morley en Mary Unwin en hun kinderen en hieruit ontstond een warme vriendschap. Hij trok uiteindelijk bij hen in. Morley Unwin overleed in 1767 en het gezin, inclusief Cowper, verhuisde naar Olney. Hier raakte hij onder invloed van de gedreven evangelische geestelijke en voormalig slavenhandelaar John Newton. Deze zette hem ertoe aan mee te werken aan een liedboek. De aan hem gestelde eisen vielen Cowper echter zwaar en hij geraakte opnieuw in een depressie. Olney Hymns verscheen uiteindelijk in 1779, met een aantal zeker al zes jaar eerder geschreven bijdragen van Cowper, waaronder een aantal liederen die nog altijd gezongen worden. Newton zelf was overigens de schrijver van het nog altijd bekende lied Amazing Grace.
In 1773, Cowper was inmiddels verloofd met Mary Unwin, ontstond bij hem het idee dat hij een verdoemd man was en dat God zijn leven van hem eiste als offer. De huwelijksplannen waren hiermee ten einde, maar Mary Unwin bleef hem verzorgen en bracht hem er weer bovenop.Mary Unwin, met wie hij niet trouwde maar wel altijd goede vrienden bleef, overleed in 1794, wat hem lichamelijk en mentaal hevig aangreep. In zijn laatste jaren schreef hij in zijn wanhoop nog het gedicht The Castaway. Hij overleed in East Dereham, waar hij ook werd begraven.
The Castaway werd gebruikt in de film Sense and sensibility uit 1995 van Ang Lee met Kate Winslet, Emma Thompson, Alan Rickman en High Grant.
.
The Castaway
.
Obscurest night involved the sky,
The Atlantic billows roared,
When such a destined wretch as I,
Washed headlong from on board,
Of friends, of hope, of all bereft,
His floating home forever left.
.
No braver chief could Albion boast
Than he with whom he went,
Nor ever ship left Albion’s coast,
With warmer wishes sent.
He loved them both, but both in vain,
Nor him beheld, nor her again.
.
Not long beneath the whelming brine,
Expert to swim, he lay;
Nor soon he felt his strength decline,
Or courage die away;
But waged with death a lasting strife,
Supported by despair of life.
.
He shouted: nor his friends had failed
To check the vessel’s course,
But so the furious blast prevailed,
That, pitiless perforce,
They left their outcast mate behind,
And scudded still before the wind.
.
Some succour yet they could afford;
And, such as storms allow,
The cask, the coop, the floated cord,
Delayed not to bestow.
But he (they knew) nor ship, nor shore,
Whatever they gave, should visit more.
.
Nor, cruel as it seemed, could he
Their haste himself condemn,
Aware that flight, in such a sea,
Alone could rescue them;
Yet bitter felt it still to die
Deserted, and his friends so nigh.
.
He long survives, who lives an hour
In ocean, self-upheld;
And so long he, with unspent power,
His destiny repelled;
And ever, as the minutes flew,
Entreated help, or cried,
.
“Adieu!” At length, his transient respite past,
His comrades, who before
Had heard his voice in every blast,
Could catch the sound no more.
For then, by toil subdued, he drank
The stifling wave, and then he sank.
.
No poet wept him: but the page
Of narrative sincere,
That tells his name, his worth, his age,
Is wet with Anson’s tear.
And tears by bards or heroes shed
Alike immortalize the dead.
.
I therefore purpose not, or dream,
Descanting on his fate,
To give the melancholy theme
A more enduring date:
But misery still delights to trace
Its semblance in another’s case.
.
No voice divine the storm allayed,
No light propitious shone;
When, snatched from all effectual aid,
We perished, each alone:
But I beneath a rougher sea,
And whelmed in deeper gulfs than he
.
















