Site-archief
Dans
Geplaatst door woutervanheiningen
Federico Garcia Lorca
.
De in Andalusië geboren dichter en (toneel)schrijver Federico Garcia Lorca (1898-1936) geldt als een van de belangrijkste schrijvers van de 20ste-eeuwse Spaanse literatuur. Hij behoorde tot de Generatie van ’27 en wordt door velen gezien als de grootste dichter die Spanje heeft voortgebracht. De Generatie van ’27 combineerde een avantgardistische en grondhouding met klassieke dichtvormen en esthetiek, met een opvallende aandacht voor het onderbewuste. Uiteindelijk zou de beweging uitmonden in een grote variëteit aan stijlen, met het surrealisme als meest markante verschijningsvorm. Andere dichters van deze generatie zijn onder andere Pedro Salinas, Jorge Guillén, Dámaso Alonso, Rafael Alberti en Vicente Aleixandre (die in 1977 de Nobelprijs voor de Literatuur kreeg toegekend),
Garcia Lorca is zo beroemd dat er zelfs een vliegveld (dat van Granada) naar hem vernoemd is. Veel van zijn werk is in het Nederlands vertaald. Zijn beroemdste gedichten komen uit ‘Zigeunerromances’ of ‘Romanero Gitano’ uit 1928. Deze gedichten zijn een gestileerde nabootsing van de ballades en gedichten die op het Spaanse platteland verteld werden. Zijn biograaf Ian Gibson zou hierover schrijven: “Zonder twijfel de beroemdste, meest gelezen, voorgedragen en bestudeerde dichtbundel van de hele Spaanse literatuur”. García Lorca beschrijft het werk als een ode aan Andalusië.
Uit deze bundel komt het gedicht ‘Dans’ dat komt uit de bundel ‘Verzamelde gedichten’ vertaald en toegelicht door Bart Vonck uit 2009.
.
Dans
.
Carmen is aan het dansen
door de straten van Sevilla.
Met haren wit
en fonkelende ogen.
.
Meisjes,
doe de gordijnen dicht!
.
Op haar hoofd kronkelt
een gele slang,
en ze droomt dat ze danst
met vroegere vrijers.
.
Meisjes,
doe de gordijnen dicht!
.
De straten liggen verlaten,
en in de verte verloren
zoeken Andalusische harten
oude doornen.
.
Meisjes,
doe de gordijnen dicht.
.
Geplaatst in Dichtbundels, Favoriete dichters
Tags: 1898, 1928, 1936, 1977, 2009, Andalusië, avantgardistische grondhouding, ballades, Bart Vonck, belangrijkste schrijvers uit de 20ste eeuw, biograaf, dans, Dámaso Alonso, dichtbundel, dichter, esthetiek, Federico Garcia-Lorca, gedicht, gedichten, gedichtenbundel, Generatie van '27, Granada, Ian Gibson, inleiding, Jorge Guillén, klassieke dichtvormen, Nobelprijs voor Literatuur, ode, onderbewuste, Pedro Salinas, poëzie, poëziebundel, Rafael Alberti, Romanero Gitano, schrijver, Spaans dichter, Spaanse literatuur, Spaanse platteland, Spanje, stijlen, Surrealisme, toneelschrijver, vertaler, Verzamelde gedichten, Vicente Aleixandre, vliegveld, Zigeunerromances
Poëzie op het Alhambra
Geplaatst door woutervanheiningen
Gedichten op bijzondere plekken
.
Een aantal jaar geleden was ik in Granada (Spanje) en bezocht daar het Alhambra. Op zichzelf een belevenis want het Alhambra is één van de mooiste voorbeelden van islamitische architectuur in Europa. Wat ik toen niet wist was dat de vele inscripties en kalligrafieën op en in het gebouw poëzie bevatten van de grote islamitische dichters uit die periode.
Eeuwenlang hebben onderzoekers de teksten die op de geometrische tegels en het fijn gesneden metselwerk van het Alhambra bestudeerd. Onder deze teksten zijn heel wat verzen van veel geprezen islamitische dichters als Ibn al-Khatib en Ibn Zamrak. De verzen zijn 500 jaar geleden aangebracht in opdracht van de veroveraars van de Nazrid-dynastie, die het koninkrijk van Al Andalus regeerden van 1238 tot 1492. En hoewel de katholieke vorsten Ferdinand en Isabella na 1492 alles wat met de islam te maken had meedogenloos verwijderde uit Spanje, waren ze in ieder geval nieuwsgierig naar de erfenis van hun overwonnen vijand, of onder de indruk van de unieke schoonheid van het Alhambra. Zo nieuwsgierig dat ze gespecialiseerde vertalers vroegen de inscripties te bestuderen.
Sommige poëzie beschrijft de plaats waar ze is aangebracht, zoals de Hal van de Twee Zusters, die een tuin voorstelt waarover Ibn Zamrak schreef:
Bovendien kennen we geen andere tuin
aangenamer in zijn frisheid, meer geurig in zijn omgeving,
of zoeter in het verzamelen van zijn vruchten …
Of op het plafond dat de hemel vertegenwoordigt:
De handen van de Plejaden zullen de nacht doorbrengen
Gods bescherming in hun voordeel oproepen en ze zullen ontwaken voor
het zachte geblazen van de bries. Hierin bevindt zich een koepel
die door zijn hoogte verloren gaat uit het zicht …
.
Tot het begin van deze eeuw werd slechts een fractie van de verzen en teksten ontcijferd en vertaald maar met moderne technologie, waaronder digitale camera’s en een 3D laser scanner, worden deze nu in kaart gebracht en kan men beginnen met de interpretatie van de verzen en teksten en ook waar op of in het gebouw deze zich bevinden. Tot nu toe is ongeveer 65% van de teksten en verzen in kaart gebracht (sinds 2002). Een van de redenen is volgens onderzoeksleider Juan Castilla dat de makers van de inscripties een ingewikkeld cursief schrift gebruikten dat moeilijk te lezen is. Kalligrafie, zo sierlijk mogelijk schrijven, was een belangrijke kunstvorm in een cultuur waarin het verboden was mensen af te beelden.
.
Geplaatst in Gedichten in de openbare ruimte, Gedichten in vreemde vormen, Gedichten op vreemde plekken
Tags: 1238, 1492, 2002, 3D laser scanner, Al Andalus, Alhambra, architectuur, cursief schrift, dichter, dichters, digitale camera, Ferdinand, gedicht, gedichten, gedichten in vreemde vormen, gedichten op bijzondere plekken, gedichten op vreemde plekken, geometrische tegels, Granada, Hal van de twee zusters, hemel, Ibn al-Khatib, Ibn Zamrak, inscripties, interpretatie, Isabella, Islamitische architectuur, Juan Castilla, kalligrafieën, Katholieke vorsten, metselwerk, moderne technologie, Nazrid-dynastie, onderzoeksleider, plaats bepaling, plafond, poëzie, schoonheid, Spanje, teksten, tuin, verzen
Vox Populi
Geplaatst door woutervanheiningen
Hans Vlek
.
In de categorie (bijna) vergeten dichters, wil ik vandaag stilstaan bij de dichter Hans Vlek. Vlek (1947) is dichter en schilder en debuteerde in 1965 met de bundel ‘Anatomie voor moordenaars’ (1965). Voor zijn derde bundel ‘Een warm hemd voor de winter’ (1968) ontving hij zowel de Reina Prinsen Geerligs als de Jan Campert-prijs. Bekend is hij geworden met zijn bundel ‘Voor de bakker’ en de bundel ‘De goddelijke gekte’ uit 1986. Hans Vlek woont en werkt nu het grootste deel van het jaar in de Spaanse stad Granada. Vlek die ook wel ‘De Shakespeare van de Nederlandse letteren’ werd genoemd was in zijn tijd zeer actief met o.a. het organiseren van popconcerten, het opzetten van periodieken en het schrijven over literatuur en popmuziek.
In 2001 maakte regisseur John Albert Jansen een documentaire over Hans Vlek met de titel ‘De Goddelijke Gekte’. In deze documentaire gaat hij in gesprek met Vlek over muziek (jazz), vrouwen, de psychiatrie (Vlek werd in de jaren zeventig enige tijd in een psychiatrische inrichting behandeld) de jaren zestig en uiteraard poëzie.
In 2009 verleende het Fonds voor de Letteren een eregeld aan Vlek voor zijn verdienste voor de Nederlandse literatuur.
Vox Populi
Steeds minder wordt de fantasie
fantastisch, steeds kleiner
de wereld, korter
de reisduur, de voetbalbroeken.
Narcissen verdrogen en worden
door tulpen vervangen, de kat
werpt tussen ontsproten bintjes
negen jongen waar geen blik voor is.
Elke dag poets ik zorgvuldig
mijn schoenen en gebit terwijl er
verrekt, gecrepeerd en gemoord wordt.
Maar als je zo denkt word je gek.
Uit: Geen volkse god in uw achtertuin, Querido, 1980.
Old finish
Ik stootte mijn hoofd aan de bladrand
op zondag, nog steeds groeit
op die plek geen haar.
Een koekje voor het bloeden en
een zakdoek, gedrenkt in azijn.
Een hoogpotige tafel met namaakpers
in het midden van de kamer, waarrond
het Wilhelmus staand werd aangehoord.
Er werd die middag niet gescoord
door de oranjehemden.
De hoogpotige tafel waarrond
wij, achter dampende bloemkool
met maïzenasaus die ik
niet lustte, aandachtig luisterden
naar Tom Schreurs.
De tafel waarrond ’s avonds gekaart werd
om een kwartje, die vent speelt
vals, waarna met vloeken werd gesmeten.
Vanuit mijn bed hoorde ik
later weer lachen.
Die tafel met donkerrood kleed uit
de uitverkoop is nu, als ik schoenmaten later
weer binnenkom, vervangen door een lagere
met glazen blad, een betere, waar
ook een kleuter overheen kijkt.
Uit: Zwart op Wit, 1970
Poëzie op straat – Den Bosch, lokatie: Korte Putstraat.
Met dank aan Ipoetry.nl, gedichten.nl en CUBra.nl
Geplaatst in (bijna) vergeten dichters, Favoriete dichters, Gedichten in de openbare ruimte
Tags: 1947, 1965, 1968, 1970, 1986, 2001, Anatomie voor moordenaars, Cubra.nl, De Goddelijke Gekte, dichter, documentaire, Een warm hemd voor de winter, eregeld, Fonds voor de letteren, gedicht, gedichten, gedichten.nl, Geen volkse god in uw achtertuin, Granada, Hans Vlek, Ipoetry.nl, Jan Campert prijs, jaren zestig, jazz, John Albert Jansen, Old Finish, poëzie, popconcerten, popmuziek, psychiatrische inrichting, Reina Prinsen Geerligs Prijs, Spanje, Voor de bakker, Vox Populi, Vrouwen, Zwart op wit








