Site-archief

piepkleine alien

Bo Vanluchene

.

Op zoek naar nieuwe dichters kom ik steeds opnieuw verrassingen tegen. Zo ook dit keer. Ik las op de website Aanlegplaats een stuk over haar en vervolgens ben ik op zoek gegaan naar meer informatie. In Stillmagazinen 9, akte van berouw, een uitgave van de KU Leuven, las ik het volgende: Bo Vanluchene (1988) studeerde journalistiek en schreef voor (bijlages van) De Morgen, Het Laatste Nieuws en De Standaard Avond om uiteindelijk te landen bij Het Nieuwsblad. Daar schreef ze enkele jaren de column ‘Bo luistert af’ in de weekendbijlage, werkt ze met veel plezier bij het online team en coördineert en schrijft ze film- en serierecensies. Daarnaast houdt ze zich graag bezig met poëzie. Bo woont in Antwerpen, maar haar hart klopt in Londen, de stad van musicals, queer (nacht)leven en haar partner Jamie.

Ik begrijp van de informatie van Aanlegplaats dat ze zich daar inmiddels gevestigd heeft. En dat haar debuutbundel in februari 2026 wordt verwacht. Op 2 mei van dit jaar verscheen al een gedicht op de website van Meander van haar met de titel ‘de vampier & ik‘ uit de groepsbundel ‘De ogen van de uil‘ uit 2025, en in de bundel ‘Nog een lente‘ uit 2010 blijkt ook al een gedicht van haar opgenomen. In Het Liegend Konijn 2025/1 staan vier gedichten van haar hand. Uit deze gedichten koos ik het gedicht ‘de piepkleine alien in het piepkleine kamertje spreekt’.

.

de piepkleine alien in het piepkleine kamertje spreekt

.

ik ben een

piepkleine alien

die een lichaam bestuurt

vanuit een piepklein kamertje

.

vlakbij mij bonst een levensgroot hart,

hoor ik stromen en pompen en

geslik, de machine loopt

gesmeerd

.

als een binnenstebuiten poppenspeler kleed ik mijn mensenlijf aan

om op stap te gaan, hoe je in gepaste schoenen moet staan

heb ik allang geleerd

.

niemand weet dat ze eigenlijk praten

met mij, meesterbrein, misvormde miniatuur,

beeldschoon schepsel van het universum,

kruipkoning. garnaalgeneraal, vernielziel

.

soms fantaseer ik dat ik het hartklepje

open, eruit sluip, wie ik ben

zomaar kan zeggen,

.

maar ik ben een enorme alien,

dan moet ik de hele wereld

in de as leggen

.

Hamlet

Willem M. Roggeman

.

De Vlaamse dichter, schrijver, essayist Willem M. Roggeman (1935) mag dan niet zo bekend zijn in Nederland, in België is hij een grote dichter. Roggeman studeerde aan het Koninklijk Atheneum te Etterbeek waar hij de dichter Erik Van Ruysbeek als leraar Nederlands had. Hij studeerde economische wetenschappen aan de Rijksuniversiteit te Gent waar hij bevriend werd met Paul Snoek. Van jongs af aan kwam hij dus in aanraking met dichters en poëzie.

Vanaf 1959 tot 1981 was hij journalist op de culturele redactie van Het Laatste Nieuws. Hij publiceerde er artikelen over literatuur, beeldende kunst en jazz. Van 1981 tot 1993 was hij adjunct-directeur en waarnemend directeur van het Vlaams Cultureel Centrum De Brakke Grond te Amsterdam, waarvoor hij tentoonstellingen van belangrijke Vlaamse kunstenaars en literaire avonden met Vlaamse en Nederlandse auteurs organiseerde. Van 1982 tot 1989 was voorzitter van het Louis Paul Boon Genootschap en sinds 2006 opnieuw.

Hij was lid van de redacties van de literaire tijdschriften Diagram (1963-1964), Kentering (1966-1976), De Vlaamse Gids (1970-1992), Argus (1978-1981), Atlantis (2001-2002) en Boelvaar poef (vanaf 2006). Hij droeg voor op allerlei internationale poëziefestivals, zijn werk werd vertaald in vele talen, componisten hebben muziek geschreven bij zijn gedichten en kunstschilders hebben zijn verzen in beeld gebracht. Roggeman is kortom, niet de eerste de beste dichter.

In 1958 debuteerde Roggeman met de bundel ‘Rhapsody in blue’ waarna nog tientallen bundels zouden volgen. Zijn laatste dichtbundel verscheen in 2022 en is getiteld ‘Bewegend portret’. In 1972 verscheen een overzicht van zijn werk ‘Gedichten ’57 ’70’ en in die bundel staat het gedicht ‘Hamlet’.

.

Hamlet

.

Ik besta
dit betekent
ik leef, ik adem
ik heb pijn.

.

Ik besta
dit betekent
ik lees, ik schrijf,
ik eet
wanneer ik iets te eten heb.

.

Ik besta
dit betekent
ik denk na,
ik vraag mij af
of ik besta.

.

 

Stiftgedichten

Dimitri Antonissen

.

Via een berichtje op Instagram over ‘Drie tips van poëziecurator Michaël Vandebril, werd ik getriggerd om eens te kijken welke (nieuwe) dichters hij tipte. Een van de namen die ik niet kende was die van Dimitri Antonissen (1974) een Belgisch journalist en redacteur. Wat echter interessanter is, is het gegeven dat hij naast zijn werk ook stiftdichter is. Gewapend met een krant en een stift schrapt hij alle woorden tot de poëzie komt blootliggen. Overdag maakt hij -als deel van de hoofdredactie van ‘Het Laatste Nieuws’- de krant. ’s Avonds wist hij met een zwarte stift alle woorden opnieuw uit tot je letterlijk tussen de lijnen kan lezen. Het resultaat zijn verrassende, prikkelende en soms ontroerende gedichten.

In 2010 verscheen zijn debuut ‘Schrap me’ een eerste collectie stiftgedichten en nu in 2022 verschijnt opnieuw een bundel stiftgedichten bij PoëzieCentrum met als titel ‘Stiftgedichten’. In dit nieuwe boek is zijn werk van de voorbije jaren verzameld. Dimitri Antonissen hoopt vooral dat je zelf voortaan alles schrapt. In een handige appendix legt hij uit hoe je aan de slag gaat en je eigen stiftgedicht maakt.

Waarschijnlijk weet je als regelmatige lezer van dit blog dat ik een zwak heb voor stiftgedichten getuige voorbeelden als dezedeze, deze, of deze dus elk nieuw initiatief op dit gebied draag ik een warm hart toe, Hieronder een voorbeeld uit de bundel van Dimitri Antonissen.

.