Site-archief
Daar begint de poëzie
Charlotte Van den Broeck
.
Pas geleden kocht ik in een tweedehandsboekenwinkel een drietal bundels uitgegeven naar aanleiding van de Turing gedichtenwedstrijd. Het betreft hier de edities 2013, 2014 en 2016. In deze bundels zijn de beste 100 gedichten opgenomen van elke editie. In 2013 deden er meer dan drieduizend dichters mee met in totaal bijna tienduizend gedichten. Wanneer je dan tot de beste 100 gedichten geraakt, dan kun je ervan uitgaan dat er kwaliteit wordt geleverd.
En dat klopt. Lezend in de 2013 bundel viel me op dat er dichters meededen die jaren later bekende, gepubliceerde en ‘gearriveerde’ dichters zijn. Een kleine greep uit de deelnemers uit 2013 leverde de volgende namen op: Wout Waanders, Lize Spit, Ingmar Heytze, Luuk Gruwez en Charlotte Van den Broeck. Voorwaar niet de eerste de beste. Ook in de andere edities staan zeer bekende namen maar daar zal ik later aandacht aan besteden.
In 2013 deed zoals geschreven Charlotte Van den Broeck (1991) mee. Van den Broeck behaalde een Master Engelse en Duitse Letterkunde aan de Universiteit Gent en een Master Drama (Woordkunst) aan het Koninklijk Conservatorium, Antwerpen voor ze in 2015 debuteerde met de dichtbundel ‘Kameleon’ (dus twee jaar nadat ze meedeed aan de Turing gedichtenwedstrijd). Deze bundel werd bekroond met de Herman De Coninck Debuutprijs. In 2017 verscheen ‘Nachtroer’, waarvoor ze de driejaarlijkse Paul Snoekprijs voor de beste Nederlandstalige bundel kreeg. Haar poëzie werd vertaald naar het Duits, Frans, Engels, Spaans, Afrikaans en Servisch.
In 2020 schrijft ze het Poëzieweek essay ‘Cosmos, Texaco’ en in 2021 komt haar derde dichtbundel uit getiteld ‘Aarduitwrijvingen’. In ‘Daar begint de poëzie’ de 100 beste gedichten uit de Turing Gedichtenwedstrijd is haar gedicht ‘Jubileum’ opgenomen.
.
Jubileum
.
Wij twee herhalen niet meer,
Ik geloof niet in een convergerend heelal.
Kilometers onder de korst wist men het allang:
er bestaat een punt waarop de aarde roodverbrand zijn rondheid bewijst.
Zo zullen ook wij op een dag samenvallen op eenzelfde as:
amper man, bijna vrouw met een uniseks regenjas.
.
Wij twee kennen geen evenbeeld
uit aarde en klei zouden ze jou niet zijn.
Geen jaren in geen baard, niet het grijs op je boterhammen.
Die foto op de koelkast met je blik
die mijn rok aan mijn enkels denkt.
Ik heb een huid die enkel nog jouw vingers kent.
.
Die keer toen we de haas aanreden, in zijn ingewanden
de oorzaak van verdriet probeerden lezen.
We vreesden dat het nooit zou drogen.
Als je iets niet uitspreekt, is het niet noodzakelijk gebeurd.
‘Ons’ is een bezittelijk voornaamwoord, dat we evengoed kunnen zwijgen.
Een huis gebouwd uit taal met oneindig veel andere namen.
Het is moeilijk wonen in drie letters.
Er is zo weinig plaats.
.
foto: Kioni Papadopoulos
Familieweekend
Carmien Michels
.
De Leuvense Carmien Michels (1990) is dichter, auteur en performer. Ze ging Woordkunst studeren aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen waar ze in 2013 afstudeerde en debuteerde met de roman ‘We zijn water’. Voor Nederlanders klinkt het vreemd als iemand met een roman afstudeert aan een conservatorium. In Nederland studeer je aan een conservatorium om professioneel musicus of danser te worden. Geen schrijver. In België kun je ook de richtingen Kleinkunst of Woordkunst volgen.
In de kringen van het spoken word platform Mama’s Open Mic werd haar liefde voor ritme, poëzie, engagement en poetry slam grondig gevoed. Na nog eens een roman te hebben gepubliceerd en in 2016 het Nederlands en Europees Kampioenschap Poetry Slam te winnen (ze haalde ook brons op het Wereldkampioenschap in Parijs) volgde haar poëziedebuut ‘We komen van ver’ in 2017.
Ik leende deze bundel via de digitale bibliotheek (als je lid bent van de bibliotheek kun je het hele jaar gratis E-books en gesproken boeken lenen) en hoewel groot geworden in de spoken word scene zijn de gedichten in deze bundel heel goed leesbaar als gedichten in een gedichtenbundel.
Uit deze bundel koos ik het gedicht ‘Familieweekend’.
Familieweekend
.
Mijn vader
vastgebonden aan een
totempaal
we spelen voetbal en
mikken op zijn bril
hij jammert in trance
over de slang in bad
toen hij in Congo
jongen was
.
Mijn neefje pleegt own
goal
valt neer met handen
voor zijn kruis
waar de schaduw van
de paal de appelboom
raakt
knikt een missionaris
mijn vader toe
.
De mannen en jongens
zweten de meisjes niet
de zon dribbelt tussen
de wolken
er komt geen adder
door het gras gekropen
.
Vincent van Meenen
Vlaams dichter
.
Vincent Van Meenen (1989) is schrijver van drie romans, theatermaker, maker van audioverhalen voor o.a. KIFKIF en radio Klara en dichter. In 2014 studeerde hij af aan het Koninklijk Conservatorium Antwerpen. Daarna maakte hij twee jaar theater met vluchtelingen in Athene. In 2012 won hij WriteNow! en in 2016 verscheen zijn debuutroman ‘Licht en geluid’. Sinds 2017 woont en werkt hij in Antwerpen. Als doctoraal onderzoeker is hij verbonden aan Universiteit Antwerpen/Koninklijk Conservatorium en Academie voor Fijne Kunsten Antwerpen.
In het laatste nummer 2021/1 van Het Liegend Konijn staan een zevental gedichten van zijn hand. Hoewel er in dit tijdschrift staat dat hij nog geen dichtbundel heeft gepubliceerd gaf hij samen met wat vrienden al wel een geïllustreerde dichtbundel uit in eigen beheer. Van de 7 gedichten koos ik het laatstee uit zonder titel.
.
Ik ken de wereld niet. Ik ken de dertig
straten rond ons huis, en ik ken jou
een beetje, koffie-theetje, doof het licht.
.
Droom lief, droom lelie-lief, leg af de last,
het dagelijks verdriet. Slaap, slaap een brief.
Doorkruis de tropen, tijd, een eik. Verstuur
een rooksignaal, bericht uit een ommuurd
gebied met reuzenrad, klinkt daar muziek?
.
In schemertinten luister ik verliefd,
verzamel inktvis, echo’s, smeed een lied,
zet lijnen uit, vulkanen, kimono’s.
.