Site-archief

Rock ‘n’ Roll

Klinkende gedichten

.

In 2002 stelde Vrouwkje Tuinman en Ingmar Heytze de bundel ‘Rock ‘n’ Roll klinkende gedichten’ samen. Deze bundel staat bol van gedichten over het volle (nacht)leven en alle muziek die daarbij hoort: Rock ‘n’ roll, jazz, blues en dergelijke.

Wat mag je verwachten als je deze bundel leest? Uiteraard Jules Deelder, Simon Vinkenoog en Tom Lanoye maar ook Huub van der Lubbe, Serge van Duijnhoven en Daniël Dee maar ook onverwachte dichters als Anna Enquist, Gerrit Achterberg en Maria Barnas. Veel jazz maar ook rap en punk.

Ik heb gekozen voor een gedicht van Bernlef, ook niet meteen een dichter die ik hier zou verwachten. Het gedicht is getiteld ‘Kurtág’ en gaat over een Hongaars componist van hedendaagse klassieke muziek György Kurtág.  Concentratie en spontaniteit vormen belangrijke constanten in de toonspraak van Kurtág. Het gedicht verscheen oorspronkelijk in ‘Dietsche Warande & Belfort’ uit juni 2002.

.

Kurtág

.

Muur van muziek

vol kieren en gleuven

waaruit soms woorden ontsnappen

.

Korte boodschappen

van volstrekt wanhopigen

signalen naar een vergeten heelal

.

Muur die twee werelden scheidt

het tumult ervoor, de stilte erachter

daar tussen ingemetseld de kus.

.

GK

Ivo de Wijs

Sonnet

.

Vandaag wil ik graag de koning van de Light Verse in het zonnetje zetten namelijk Ivo de Wijs (1945). Ivo de Wijs is oud-leraar Nederlands, cabaretier, tekst- en liedjesschrijver, en radiomaker. Als dichter en samen met andere dichters (bijvoorbeeld Drs. P.) is hij verantwoordelijk voor vele mooie en bijzondere bijdragen aan de Nederlandse liedkunst en poëzie.

Uit ‘De 200 bekendste, mooiste, tederste, leukste sonnetten’ uit 1985 het gedicht ‘Sonnet’.

.

Sonnet

.

Ze wil me overwegend niet geloven

Als ik oprecht zeg dat ik haar bemin

Ze schenkt me, spottend lachend, nog ‘ns in

Of schampert:’Zit je niet zo uit te sloven!’

.

De mooie pathetiek van ons begin

Borrelt bij mij nog af en toe naar boven

Maar wordt door haar met liefde weggewoven

Het hoeft niet meer, we zijn nu een gezin

.

Het hoeft niet meer, want tussen haar en mij

Werd het gewone, bijna ondermaatse

Het dagelijkse tot een soort symbool

.

Wat hield ik van haar toen ze onlangs zei:

‘Ik moet een nieuw spiraaltje laten plaatsen

Haal jij vandaag de kinderen uit school?’

.

Ivo

 

200

Poekelen

Poëzie en kunst

.

Poëzie en kunst, het zijn twee creatieve uitingen die elkaar niet alleen goed verdragen maar waar ook vele voorbeelden van zijn. Een minder bekende vorm van een samengaan van de twee is het spel Poekelen.

Poekelen, een poëzie-kaart-spel, is ontwikkeld door Rob Schultheiss (grafisch vormgever/uitgever, liedjesschrijver en beeldend kunstenaar) en Elganan Jelsma (curator, directeur van het Huizer Museum, oprichter Gooise Kunstkring en beeldend kunstenaar). Zij vormen samen het Projectbureau Pub Art. Dit bureau organiseert projecten die te maken hebben met hedendaagse kunst. Zo hebben zij een diverse publicaties op hun naam staan, geven zij het Kunst Tijdschrift Pub Art uit en organiseren zij tentoonstellingen.Hiermee geven zij een extra stimulans aan de poëzie en de beeldende kunst. Poekelen is  een van hun projecten. Het is een spel waarbij gedichten worden voorgedragen. Het spel bestaat uit kaarten waarop gedichten staan en kaarten waarop gedichtfragmenten en illustraties staan.

Met Poekelen wordt op speelse wijze aandacht wordt besteedt aan poëzie en kunst. In het eerste deel waren gedichten en beeldende kunst opgenomen van enkel Gooise dichters (waaronder Gerard Beentjes, de dorpsdichter van Laren) en kunstenaars. In deel twee is er aandacht voor de ‘oude’ dichters: Nicolaas Beets, Guido Gezelle, Hendrik Marsman, Alice Nahon, Paul van Ostaijen, Piet Paaltjens en J.Slauerhoff. De gedichten in het spel worden gecombineerd met werken van beeldend kunstenaars.

Meer informatie is te vinden op de website van pubart: http://www.pubart.nl/ of op http://www.elganan.nl/

.

poekelen

poekelen 2

poekelen 3

poekelen 4

 

Pleasure and punishment

Thomas Moore

.

Deze week dichters uit Ierland. De eerste is Thomas Moore (1779 – 1852). Thomas Moore was een dichter, zanger, liedjesschrijver en entertainer. Hij is heden ten dagen nog vooral bekend van zijn tekst van ‘The Minstrel Boy’ (een Iers patriottisch lied) en ‘The Last Rose of Summer’. Moore wordt gezien als de nationale bard van Ierland. Beroemde componisten als Hector Berlioz, Robert Schumann en Benjamin Britten, hebben werk van Moore op muziek gezet. Een aantal liederen van Moore komen ook terug in werk van een andere beroemde Ierse schrijver James Joyce, bijvoorbeeld in zijn boek Dubliners.

Alle gedichten van Thomas Moore zijn te lezen via de Gutenberg bibliotheek op http://www.gutenberg.org/ebooks/8187

Hieronder een vrolijk gedicht van zijn hand en hoewel al bijna twee eeuwen oud nog altijd actueel en herkenbaar.

.

An Argument

I’ve oft been told by learned friars,
That wishing and the crime are one,
And Heaven punishes desires
As much as if the deed were done.

If wishing damns us, you and I
Are damned to all our heart’s content;
Come, then, at least we may enjoy
Some pleasure for our punishment!

.

Moore

 

Met dank aan the poemhunter en Wikipedia.

Maarten Roozendaal songtekst

Poëzie in muziek

.

Maandag 1 juli is zanger, liedjesschrijver en theatermaker Maarten van Roozendaal op 51 jarige leeftijd overleden. De liedjes van Maarten van Roozendaal zijn een genre op zich. Of zoals Henk van Gelder het zegt:

“Doorleefde spreektaal op grillig meanderende melodieën, vaak tegen het parlando aan, waarin hij hart en ziel een stem gaf. Soms vilein, soms liefdevol, maar altijd met zo veel inzet dat elk nummer de essentie leek van wat hij op dat moment te zeggen had.”

.

Kortom alle reden om een liedjestekst van Maarten te posten. Ik heb gekozen voor het liedje Dochter, omdat het mij na aan het hart ligt en omdat de tekst zowel poëtisch is al heel erg waar.

.

Dochter

.

Ik zeg: “Van jou is er maar één”
Dan kijk je door je pony heen
Met een blik van: ’t is genoeg
En van of jij me soms iets vroeg
.
Over je benen en je kont
Houd ik dus verder maar mijn mond
Als jij weer naar je kamer gaat
En mokkend voor de spiegel staat
.
Maar je bent zo mooi
Ach, je bent zo prachtig
Mijn god, dat je het zelf niet ziet
Zo mooi, zo allejezus prachtig
Maar je gelooft het niet
.
Nee, jij vindt jezelf idioot
Dan is je neus weer eens te groot
Je duwt je borsten bij elkaar
Verft de krullen uit je haar
.
Het is natuurlijk wel terecht
Dat alles wat je vader zegt
Is dom, debiel en slap gezwets
Achterhaald en ouderwets
.
Maar lieve schat, straks ben je oud
Je raakt verliefd, verloofd, getrouwd
Geloof je eigen ogen niet
Als je een oude foto ziet
.
Zo mooi
Ach, zo prachtig
Mijn god, dat je het nu niet ziet
Je bent zo mooi
Zo allejezus prachtig
Maar je gelooft het niet
.

maarten van R.