Site-archief

Zo meen ik dat ook jij bent

Jan Hanlo

.

Jan Hanlo (1912 – 1969), onsterfelijk geworden door zijn gedicht ‘Oote’ schreef prachtige gedichten. Ook over de liefde. Hier een voorbeeld van zo’n liefdesgedicht getiteld ‘Zo meen ik dat ook jij bent’ uit ‘Verzamelde gedichten’ uit 1989.

.

Zo meen ik dat ook jij bent

.

zoals de koelte ’s nachts langs lelies

en langs rozen

als wit koraal en parels diep in zee

zoals wat schoon is rustig schuilt

maar straalt wanneer ik schouwen wil

zo meen ik dat ook jij bent

.

als melk

.

als leem

en ’t bleke rood van vaal gesteente

of porselein

zoals wat ver is en gering

en lang vergeten voor het oud is

.

zoals een waskaars en een koekoek

en een oud boek en een glimlach

en wat onverwacht en zacht is en het eerste

en wat schuchter en verlangend en vrijgevig

gaaf maar broos is

zo meen ik dat ook jij bent

.

JH

Billen

Nachoem M. Wijnberg

.

Nachoem M. (Mesoelam) Wijnberg (1961) is dichter en schrijver. In 1989 debuteerde hij met de bundel ‘De simulatie van de schepping’. Daarna publiceerde hij nog 15 dichtbundels en 2 romans. In 2004 ontving hij voor de bundel ‘Eerst dit dan dat’ de Jan Campertprijs, in 2008 de Ida Gerhardtpoëzieprijs voor ‘Liedjes’ en in 2009 de VSB Poëzieprijs voor ‘Het leven van’.

Uit: ‘Langzaam en zacht’ uit 1993 het liefdesgedicht ‘Billen’.

.

Billen

.

Billen naar achteren, lopend of zittend,

billen omhoog, liggend.

Ik verloor bijna een arm.

Je zegt niets voordat je beweegt.

.

Je onderlichaam naast mij

als los van de rest

van je navel tot het midden van je dijen,

en mijn vingers om een van je billen.

.

Totdat je je over mij heen legt

en je hals en schouders en borsten opheft

en tegen mij fluistert dat je niet moe bent,

alleen zwaar.

.

 

Billen 2

 

Ik denk…

Bert Schierbeek

.

Bert Schierbeek (1918 – 1996) was één van de dichters die aan de wieg stond van de beweging die wij kennen als de Vijftigers. Schierbeek was een alleskunner, hij schreef romans,  verhalen, toneelstukken, essays en gedichten, al was het onderscheid tussen de verscheidene vormen niet altijd even duidelijk. In 1986 publiceerde hij de bundel ‘De deur’ en uit die bundel komt onderstaand gedicht.

.

Ik denk…

.

ik denk

als het regent

laat ze niet nat worden

.

en als het stormt

vat ze geen kou

.

en ik denk ook

dat dat denken

niet helpt

.

want je wordt nooit meer

nat noch vat je kou

.

want het regent

noch waait ooit

meer voor jou

.

The Rain Room Is Unveiled At The Curve Inside The Barbican Centre

Voor jou

Hans Warren

.

In 1982 verscheen van Hans Warren de poëziebundel ‘Dit is werkelijk voor jou geschreven’. In die bundel staat het (bijna) titelgedicht ‘Voor jou’. In de week van de liefdesgedichten mag dit gedicht natuurlijk niet ontbreken.

.

Voor jou

.

Ben jij het die dit leest? Heb je net

je astrakan muts afgezet, en vallen nu

je zwarte krullen warm naar het papier?

Slaat het licht van deze bladzij

op in de goudspikkels van je ogen,

glimlach je gelukkig, nu je merkt

dat ik dit weet, en breng je ook

je donkere lippen zo dicht bij de woorden

dat het lijkt of je ze gaat kussen?

Leg je, toch even onzeker, je vinger

tussen de bladzijs, druk je het boek

tegen je borst, waar het ritselt

door het bonzen van je hart?

Ben je nòg mooier nu, kijk je door het raam?

Wees gerust: dit is werkelijk voor jou geschreven.

.

finger-021

Invasie

Anna Enquist

.

In de week van de liefdesgedichten vandaag een gedicht van Anna Enquist. Anna Enquist beschrijft in dit gedicht de liefde en de rouw, de pijn en hoe liefde grenzen overwint, ook die van de dood. Uit de bundel ‘Soldatenliederen’ uit 1991 het gedicht ‘Invasie’.

.

Invasie

.

Op de kale helling, wind in mijn haar,

staan wij en je kijkt. Uit alle macht

kijk jij naar mij, beeld van liefde.

.

En ik, ik kruip door je betraande ogen

binnen, glijd langs zenuwbanen, huppel

over myelineknopen; synapsen

ruisen, RNA dwingt eiwitten

zich te groeperen naar mijn beeld:

.

Ik sta gekerfd, gebeiteld in je hersens

tot je sterft, totdat je sterft.

.

helling

Kom terug

Week van de liefdesgedichten

.

Van Toon Tellegen, waarover ik pas nog schreef,  wil ik in deze week van de liefdesgedichten ook een prachtig liefdesgedichtje plaatsen. De titel is ‘Kom terug’ en het verscheen in de bundel ‘Er ligt een appel op een schaal’ uit 1999.

.

Kom terug

.

‘Kom terug.’

Als ik die woorden eens zó zacht kon zeggen

dat niemand ze kon horen, dat niemand zelfs kon denken

dat ik ze dacht…

.

en als iemand dan terug zou zeggen

of desnoods alleen maar terug zou denken,

op een ochtend:

‘Ja.’

.

come back

Week van het liefdesgedicht

Zie je ik hou van je

.

Herman Gorter schreef al ‘Zie je ik hou van je / ik vin je zoo lief en zoo licht- / je oogen zijn zoo vol  licht, / ik hou van je, ik hou van je.

Liefdespoëzie is van alle tijden. Zolang er mensen zijn en zolang er poëzie wordt geschreven, wordt er liefdespoëzie geschreven. Daarom deze week louter liefdesgedichten op dit blog. Te beginnen vandaag met het gedicht waaruit bovenstaande strofe is genomen van Herman Gorter ‘Zie je ik hou van je…’ uit ‘Verzen’ uit 1987.

.

Zie je ik hou van je …

.

Zie je ik hou van je,

ik vin je zoo lief en zoo licht-

je oogen zijn zoo vol licht,

ik hou van je, ik hou van je.

.

En je neus en je mond en je haar

en je oogen en je hals waar

je kraagje zit en je oor

met je haar ervoor.

.

Zie je ik wou graag zijn

jou, maar het kan niet zijn,

het licht is om, je bent

nu toch wat je eenmaal bent.

.

O ja, ik hou van je,

ik hou zoo vrees’lijk van je,

ik wou het heelemaal zeggen-

maar ik kan het toch niet zeggen.

.

love

De tong likt

Carlos Drummond de Andrade

.

Zonder het door te hebben lees ik de laatste tijd regelmatig gedichten die om de een of andere reden vaak een erotische ondertoon hebben. Ik las pas in ‘A joy forever’ de gedichten van Carlos Drummond de Andrade en toen vroeg ik mij af; heb ik niet al eerder over hem geschreven? Dat bleek inderdaad zo te zijn, blijkbaar bevallen zijn gedichten mij. Hier was het om het gedicht ‘De tong likt’ te doen. Uit de bundel ‘De liefde, natuurlijk’.

.

De tong likt

.

De tong likt langs de rode bloembladen

van de meervoudig open roos; de tong

bewerkt een zekere verscholen knop,

weeft vlugge variaties in licht ritme

.

En likt, likt lang, likt langzaam, languit likkend,

de likeurachtige behaarde grot,

bereikt, hoe meer hij likt, hoe meer hij kauwt,

de hemel van de hemel, goud op goud,

.

onder geschreeuw, geblaat, onder het brullen

van vertoornde leeuwen in het woud.

.

Roos van vlees

drummond

Nieuw gedicht: De wandeling

Liefdesgedichten

.

Als alles goed gaat (en waarom ook niet) komt zeer binnenkort mijn nieuwe E-bundel uit met liefdesgedichten met als titel XX-XY bij MUG books. Uiteraard is ook deze titel (net als Winterpijn) gratis te downloaden van de site van MUG books.Het zal een kleine bundel worden maar hier alvast een voorproefje van een nieuw gedicht De wandeling.

.

De wandeling

 

In het open veld kom je

ons niet tegen, we praten

over wandelen, hoe dat is

en zou kunnen zijn.  Maar

 

wandelen dat doen we

nooit. Je kunt je afvragen

wat belangrijker is,

het doel of de wandeling

 

er naar toe. Wandelen is ook

niet meer dan van A naar B en

weer terug naar A. Zou het

dan toch de reis zijn, de wandeling

 

die tot nadenken zet, ons doet

verpozen, laat verlangen naar

meer of juist een excuus is

tot innig inactief beschouwen

.

lovers

Foto: Mandy Frediani

Danseres

Een (bijna) vergeten dichter

.

Michael Deak (1920), ik had nog niet van hem gehoord, staat met een gedicht opgenomen in de bundel ‘Liefde is het enige’. Ik kende zijn naam niet maar in de Nederlandse Poëzie Encyclopedie op http://www.nederlandsepoezie.org/ staat onder andere te lezen:

Pseudoniem van Simon Kapteijn, journalist, docent en dichter. Simon Kapteijn had eigenlijk priester willen worden. Maar op het Warmondse seminarie kwam hij erachter dat hij een ongelovige was. De celibaatsverplichtingen zaten hem nogal in de weg. Door middel van poëzie zocht zijn libido een uitweg. Lectuur Repertorium oordeelde in 1952 zo over zijn dichtwerk: ‘Sterk erotische, zangerige poëzie, die als decadent-verfijnde rederijkerskunst aandoet,’ alleen geschikt voor gevormde tot welgevormde lezers.’

Deak publiceerde in 1941 in Criterium en in Roeping,  en vanaf 1942 in Groot Nederland. De oude redactie van dit in 1903 opgerichte tijdschrift werd in 1943 door SS-Verwalter Reinier van Houten vervangen door een SS-redactie. Deak bleef tot en met 1944 medewerker aan dit collaborerende tijdschrift. Naast ‘normale gedichten’ leverde hij ook uitgesproken ‘nationaal-socialistische gedichten’ aan. Hij behoorde in 1948 tot de katholieke ‘jeugdige dichtersbent’. Naar eigen zeggen was in 1950 de inspiratie op en schreef hij geen nieuw werk meer.

In 1950 publiceerde Deak de bundel ‘Aphroditis’ en daaruit het gedicht ‘Danseres’.

.

Danseres

.

Zij ligt naast mij, reebruin; zij rekt zich uit

en laat mij zacht de lof der minnen spellen.

Met vingers die haar edeltenen tellen

streel ik de dieren achter in haar huid.

.

Wanneer de gemshoorn in het orgel fluit

dan zijn haar voetjes spitse springgazellen

waarin de welpen van haar enkels zwellen,

en die zijn snel en breekbaar als geluid.

.

Haar voeten zijn van Venus en volmaakt

met sterren om haar tenen te versieren

en als zij danst breekt er de melkweg uit.

.

Zij ligt naast mij, reebruin, als zij ontwaakt

en in mijn handpalm ademen de dieren,

slaags met haar hartslag waar mijn vinger sluit.

.

voeten