Site-archief

Jonge dichter

Tesse Reversma

.

Afgelopen donderdagavond was de jury van de Jana Beranováprijs bijeen om te bepalen wie deze prijs begin 2026 ontvangt. Ik mocht opnieuw deel uitmaken van deze jury (eerder was ik jurylid in 2023). De Jana Beranováprijs is een landelijke prijs voor literaire verdiensten, toegekend aan een auteur uit het Nederlandse taalgebied, vernoemd naar de dichter Jana Beranová. Een onafhankelijke jury kiest een schrijver die de artistieke vrijheid en integriteit vooropstelt, zonder te hechten aan waardering op grond van conventionele, modieuze of morele criteria. Een van de andere juryleden Gina van den Berg, vertelde me over een jonge dichter en organisator van poëziepodia in Utrecht Tesse Reversma. Op zoek naar werk van haar kwam ik op de website van 3voor12 Utrecht.

Per 1 mei 2024 heeft muziekcomplex dB’s het CAB-gebouw verlaten. Het CAB gebouw is een gemeentelijk monument. Toen het laatste concert was gespeeld en de laatste biertjes waren gedronken legde fotograaf Lisanne Lentink het gebouw vast in beeld en Tesse Reversma schreef een tekst bij. Een gedicht zou je kunne stellen. Hier is dat gedicht.

.

vraag: is er een dB’s wc in de hemel?
het is niet hetzelfde: geen leven, de stickers zijn verdwenen
het mist de mensen, een verleden

blijf spelen
death metal, okergeel en ook de tegels
bezaaid met plaatjes, prikken gaten
op de stoelen waar we zaten, bier dronken
het is niet verlaten als je niemand achterlaat

door klapperende klapperdeuren
naar krappe backstage en niet zo zeuren
lang haar stug graaien in een lege kom
de zaal terug draaien rond en rond en andersom
mok achter mok vaasje de chaos en dan toch

het is er
lege fusten, nieuw geluk en
bouwen, verhuizingen
een volgorde van de dingen

nieuwe tegels, rauwe randjes (ze glanzen)
de kansen om te plakken, alles even op te pakken
aan te raken voor een eerste keer en heel veel daarna

in precies genoeg zooi
graai je naar koekjes in opnieuw gevulde bakken
blijft af van volle bierkratten
plakt belangrijke boodschappen
wijst in alle richtingen
glimmende bestickeringen

het is er
een volgorde van de dingen
doei is niet het einde

het is er 2x
het hart is niet te klein je
hebt de rest als geschiedenis
belooft elkaar, precies

genoeg te missen
totdat het er weer is

.

Tesse Reversma

Lisanne Lentink

dB’s in het CAB-gebouw

Literaire anekdoten

Gerrit Achterberg

.

In 1988 verscheen bij de Bijenkorf ‘Het literair anekdoten boek’. Een onderhoudend en vrolijk boek, zo belooft de achterflap. En dat is het ook. Een boek vol onderwerpen (op alfabetische volgorde) met de meest bizarre, ongelofelijke en interessante feiten en feitjes aangaande de literaire wereld. Uiteraard ben ik dan in het bijzonder geïnteresseerd in de anekdoten rondom poëzie en dichters en daarin word ik niet teleurgesteld.

Zo is er bij het onderwerp Pinksterprijs het volgende te lezen: De dichter Gerrit Achterberg (1905-1962) kreeg slechtsgedicht, gedichten, dichtbundel, gedichtenbundel, poëziebundel,  geleidelijk aan literaire erkenning. ‘Toen in 1946 opnieuw een literaire prijs aan Achterberg voorbijging (de prijs van de Maatschappij voor Letterkunde werd toegewezen aan Ida Gerhardt, een feit waartegen Bertus Aafjes, Vasalis en Ed. Hoornik in Vrij Nederland protesteerden), besloot mr. Joan Th. Stakenburg, onder toejuiching van literaire vrienden aan een cafétafel van Reynders in Amsterdam, de eenmalige Pinksterprijs ( ƒ 1000,-) voor Achterberg in te stellen. De prijs werd toegekend voor de bundel ‘Radar’ en uitgever-boekverkoper Balkema stelde de gehele opbrengst ter beschikking van Achterberg’.

In de jaren hierna kreeg Achterberg de erkenning die hij verdiende. Zo ontving hij onder andere in 1949 de P.C. Hooft-prijs en in 1959 de Constantijn Huygens-prijs en wordt hij beschouwd als een van de belangrijkste dichters in de twintigste-eeuwse Nederlandse poëzie.

Uit de bundel ‘Radar’ komt het gedicht ‘Qualiteit’. Voor een analyse van het gedicht kijk je op deze website.

.

Qualiteit

.

Hebt gij volgorde nog
van boven naar beneden,
van links naar rechts, alsmede
totaalgetal en samenhang?
Bleven de maten even lang,
die ik op u heb aangebracht?
Zijt gij uzelf de eerste nog
en eenige, of alreede
zevende, negende, ongeacht
welk ranggetal in reeksen,
die u vermeesterden, in  ‘t zog
trokken der quantiteit …. en toch
hield gij daarin het teeken,
dat u bewaart en duidt tot in
verste verandering?

.

Uitgesproken

Marc Tritsmans

.

Ik heb heel veel respect voor dichters die full time dichter zijn en voor wie alles moet wijken (betaald werk vooral) om zich volledig op de poëzie te kunnen storten. De meeste dichters die ik ken hebben er, zoals ook de meeste kunstenaars, gewoon een betaalde baan naast om van rond te komen. Want laten we wel zijn, van poëzie leven, ik geef het je te doen.

Wat ik heel leuk vind is om te lezen wat dichters ‘ernaast’ doen. Vaak is dit iets wat wel raakvlaken heeft met poëzie (docent Nederlands, columnist/schrijver van proza, redacteur van een tijdschrift of bij een literaire organisatie, taalwetenschapper, vertaler) maar leuker is het als het eigenlijk ver af staat van wat poëzie is. Zoals Leo Vroman (bioloog en hematoloog), Pierre Kemp (plateelschilder en loonadministrateur bij de kolenmijnen), Jan Lauwereyns (neurowetenschapper), Samir Hanssen (Nanoschaaltechnoloog) en Johann Wolfgang von Goethe (natuurwetenschapper). Maar er kan een nieuwe dichter aan dit zeer summiere lijstje worden toegevoegd worden namelijk tandheelkundige en dichter Marc Tritsmans (1959) die ook nog werkt als milieu- en duurzaamheidsambtenaar .

Deze Vlaamse dichter debuteerde in 1992 met de bundel ‘De wetten van de zwaartekracht’ waarna meerdere bundels volgden. De belangrijkste literaire prijs die hij kreeg was de Herman de Coninckprijs voor ‘Studie van de schaduw’ in 2011. Hij publiceerde verschillende gedichten in ‘Hollands Maandblad’, ‘NWT’ en ‘De Tweede Ronde’ en hij staat met maar liefst 7 gedichten in ‘Nederlandse poëzie van de 19de tot en met de 21ste eeuw in 2000 en enige gedichten’ samengesteld door Gerrit Komrij.

Uit de dichtbundel ‘Studie van de schaduw’ uit 2010 komt het liefdesgedicht ‘Uitgesproken’.

.

Uitgesproken

.

praat met mij en doe dat
honderduit, vertel me zwijgend
waarover een leven gaat
hoeveel tederheid er nodig is
en adem gulzig tot het eind
spreek dit lichaam zonder
een spoor van schroom, spreek
het, spel het volledig uit
laat me duizelen breng me
in totale ademnood geef je
eindelijk helemaal bloot

.

Poezebeest

Jotie T’ Hooft

.

Het trieste verhaal van de zeer veel belovende dichter Jotie T’Hooft (1956 – 1977) is wel bekend. Op veel te jonge leeftijd overleden aan een overdosis heroïne. Zijn gedichten spreken echter nog steeds veel mensen aan en zijn nagedachtenis wordt onder andere door een literaire prijs die naar hem vernoemd is, in ere gehouden.

Vandaag heb ik een gedicht gekozen uit de bundel ‘Poezebeest’ die postuum in 1978 werd gepubliceerd.

.

Als jij doodgaat

.

Als jij doodgaat zal ik ook.

Als jij voor korte tijd bevroren

en dan leeg vat zonder geest

erin maar stil erboven zwevend

begraven bent, kom ik langs.

.

Ik zal vaak langskomen, en heb ik

geen kleed dat langs de halmen ruist

en dat je dan zou horen en weten

ik heb alleen mijn nerveuze, slepende

stap, als jij doodgaat zal ik ook.

.

jotiefoto

Dichter in verzet

Maurits Mok (1907 – 1989)

.

Maurits Mok werd geboren als Mozes Mok maar veranderde zijn naam in 1971 naar Maurits. Mok was behalve dichter, schrijver, vertaler en criticus ook één van de oprichters in 1944 van uitgeverij De Bezige Bij.

Maurits Mok werd als kind  geconfronteerd met de gevolgen van een oorlog: hij zag de vluchtelingen tussen 1914 en 1918 om zich heen. Ook nam hij in die tijd waar hoe hele ‘klassen’ slachtoffer waren van onrechtvaardige maatschappelijke verhoudingen. In de jaren dertig merkte hij wat het betekende, jood te zijn en tot een vervolgde bevolkingsgroep te behoren.

Mok debuteerde in 1934 met de roman Badseizoen , maar publiceerde later vooral veel poëzie. Tijdens de Tweede Wereldoorlog dook hij onder in Het Gooi. In deze periode publiceerde hij onder de pseudoniemen Victor Langeweg en Hector Mantinga.

Naast een aantal andere literaire prijzen ontving hij in 1959 de Prijs van de Stichting Kunstenaarsverzet 1942-1945.

Uit de bundel Avond aan avond uit 1970 (De Bezige Bij) een gedicht over gruwelen van de oorlog.

.
The face of god after Auschwitz

.
Al die zielen die goden aanhangen,
speeksel omzetten in gebeden,
dromen verwarmen tot mythen,
mythen verkillen tot stenen
grondslagen van een geloof –
ik schuif de mist van hun visioenen weg
en ben alleen; een ijskoud waaien
staat op, een vleugelslag
van horizon tot horizon
die vormen oproept en verslindt,
en enkel leegte achterlaat, sneeuwvelden
over de aarde, een met zwarte, uitgegloeide
zweren overdekte zon.

.

mok_1977