Site-archief
Gewicht van verwerking
Meine Maipoto
.
Poëzie is niet altijd ‘een gedicht’ of een vorm die we kennen. Soms ligt poëzie verborgen in teksten die misschien niet bedoeld zijn als poëzie maar wel zo ervaren kunnen worden. Die gewaarwording heb ik bij een werk getiteld ‘The Weight’ van kunstenares Adeline de Monseignat.
Adeline de Monseignat is een kunstenaar die woont en werkt in Londen. Haar, op sculpturen en installaties gebaseerde, en in papier gevatte werken komen voort uit haar interesse in de Uncanny ( een Freudiaans concept van alles wat bekend is maar een gevoel geeft van oncomfortabele bevreemding), het lichaam , het moederschap en het begrip van de oorsprong .
In 2013 maakt zij een kunstwerk met de titel ‘The Weight’.
Dit werk werd gemaakt in reactie op de getuigenis van de 16 jarige Zuid Afrikaanse Meine Maipoto uit het Rammulotsi Township, met de titel ‘Over mijn toekomst’. De Monseignat hierover: “Mij werden mondelinge en schriftelijke getuigenissen gestuurd van kinderen die de trauma’s die ze hebben opgelopen, beschrijven en ik voelde me bijzonder geraakt door het verhaal van de jonge Meine Maipoto. Deze, met de hand geschreven, getuigenis waarin ze beschrijft hoe ze, op achtjarige leeftijd, plots haar moeder verliest en wordt gescheiden van haar broer. De belasting voor zo’n jonge ziel en het gewicht van haar woorden vervulde mij met een sterk verlangen om haar te helpen. De manier waarop ze haar tekst had ‘ gebouwd ‘, woord voor woord – steen voor steen – als een solide basis voor haar toekomst, in combinatie met mijn wil om een monument te bouwen om haar verhaal te eren , maakte dat ik een muur van stenen voor haar wilde bouwen. Elke baksteen is zorgvuldig verpakt in weefsel, voorzien van een woord of twee van haar handschrift ; met rood geschreven op wit , zoals de kleuren van de schoolkleren die ze droeg toen men haar het nieuws vertelde dat haar moeder was overleden, waardoor haar blote weerloze lichaam wordt blootgesteld . De verpakking is dus een poging om haar in staat te stellen een gevoel van bescherming op geven . Elke rij stenen is een zin van haar tekst. De muur is haar getuigenis.
.
Wafwafwaf
Tom Lanoye
.
Tom Lanoye (1958) woont en werkt in België en Zuid Afrika. Hij schrijft poëzie, romans, columns, scenario’s en toneelteksten. Hij is een van de meest gelezen en gelauwerde auteurs van zijn taalgebied (Nederland en Vlaanderen). Zo werd zijn werk bekroond met onder andere Gouden Uilen (4 maal), Humo’s Gouden bladwijzer (2 maal) en kreeg hij de vijfjaarlijkse prijs voor podiumteksten van de Koninklijke Academie voor Nederlandse Taal- en Letterkunde en de Constantijn Huygens-prijs voor zijn hele oeuvre.
Bij velen bekend van zijn romans en toneelwerk schreef Lanoye ook meer dan 10 poëziebundels (vooral in het begin van zijn carrière).
Uit de bundel ‘Hanestaart’ een bijzonder gedicht wat je een aantal keer zorgvuldig moet lezen om een richting te krijgen van waar het gedicht over gaat, met als titel ‘Wafwafwaf’. Uit de recensie van Wijnand Steemers over de bundel Hanestaart:
“Sprankelende boekverzorging in bijna antroposofisch opgewekt kleurenpalet, een met ontblote doch behaarde borstkas poserende dichter op de achterflap. Ingrediënten van zijn dikwijls in wanhoop gedoopte thematiek: twijfel aan eigen schrijverschap (‘jezelf executeren’), homo-erotiek, jeugd, religie, tijd, in electrificerend idioom waarin het knettert van ‘mannentaal’ als ‘geil’, ‘kloten’, ‘hifi-toren’, ‘jeans’, ‘Quartz’, ‘digitale vrouw’, ‘syfilis’, en meer trendy taal uit de hedendaagse gruwelkamers. Edoch, verstaanbaar verwoord, met forse kwast, vaak eerder schrijnend dan balsemend, maar dat typeert meer recente poëzie”.
.
Waf waf waf
Leg de ketting klaar en hark mij tegen draad van
kokkelgeur, het ganzenei moet stuk voor stuk
gezwellen. Toe maar, bakkelei wat bokbederft, jij
stropop volle maan. Je lazerij nu pruimsteen en
dan vellen speelt geen rol, maar hou van mij.
Knip mijn oren, snij die staart. Dat kindschap
zweet in appeltaart vol hoedendoos en razernij?
En dat octaven biceps buitenspel erfdienstbaar
gaan, mits bloed gescheten foute formulieren
bij? Dat scheelt geen hol. Maar hou van mij.
Zing één voor één de nagels uit mijn poten,
hák. Geen jarretellen luxe geitebrij vol sap
ontstoken lippen meer, geen molleblinden eetgerei
of ellepijpen dood getij. Geen rollen
meer. Dan hou van hou van hou van mij.
.
Kim Jong il en de poëzie
Hofdichter Jang Jin-sung
.
Vandaag in de Volkskrant een artikel over de hofdichter van Kim Jong-il, de dictator en alleenheerser over Noord Korea. Deze hofdichter Jang Jin-sung is gevlucht uit Noord Korea en geeft in het artikel een aardig inzicht in het reilen en zeilen in Noord Korea en hoe hiermee als westers land om te gaan, om verandering te kunnen bewerkstelligen.
Het politieke deel van dit artikel, hoe interessant ook, daar wil ik het hier nu niet over hebben maar het gedicht dat is afgedrukt bij het artikel, dat is dan weer wel de moeite waard om aandacht aan te besteden. Eerst het gedicht.
.
Lente rust op de geweerloop van de Heer
.
Dus dit is het Wapen
dat in handen van een minderwaardige man
alleen een moord kan plegen
maar, gehanteerd door een groot man,
alles kan overwinnen.
Zoals de geschiedenis heeft geleerd,
behoren oorlogen en bloedvergieten,
bij de zwakken.
Generaal Kim Jong-il,
de Generaal alleen,
is heer van het Wapen,
Heer van de gerechtigheid,
Heer van de vrede, Heer van de Eenwoording,
O, de ware Leider van het Koreaanse Volk!
.
Als je aan mij zou vragen wat er mis is met dit ‘gedicht’ dan ben ik nog wel even bezig. Dat is ook niet waarom ik hier aandacht aan besteed. Juist de vorm, de overdrijving, de woordkeus, de absurde verheerlijking, de kleffe onderdanigheid boeit me. Hoe, heb ik me weleens afgevraagd, komt een mens zover dat ie dit kan schrijven? Natuurlijk, in Noord Korea weet men niet beter en als men beter weet en dit uit komt men vanzelf in één van de meest vreselijke strafkampen terecht. En als je dit soort propagandistische gedichten maar vaak genoeg hoort ga je er vanzelf een keer in mee (zeker als je dit van jongs af aan gewend bent te horen).
Hoe het ook kan bewijst Alfred Schaffer, dichter te Kaapstad, over Nelson Mandela.
.
Gedicht zonder woorden
.
Vier vrouwen steken uitgelaten arm in arm de straat over.
Op weg naar een kantoor van glas en moeizaam op hun hakken.
Hebben ze het nieuws gehoord vraag ik me af
de wind jaagt dwars door Adderly richting de haven.
Op perron 9 loopt de trein uit Bellville leeg.
Een koele vrouwenstem roept een vertraging om
die van de trein van 8 uur 10 uit Kapteinsklip maar wie goed luistert
hoort haar begeesterd zingen en zingt mee.
Bij de broodafdeling in de supermarkt heeft zich een lange rij gevormd.
Verse broodjes en een kopje koffie voor de dag begint
voordat de dag opnieuw en weer opnieuw begint maar wie scherp kijkt
ziet geen afzonderlijk gezicht alleen een menigte.
Een echtpaar staart verwonderd naar de wolken
die bewegingloos de Tafelberg af rollen, auto’s trekken op of
houden netjes stil voor rood, een man groet iemand niet
en loopt dan door misschien een bedelaar
het lijkt een doodgewone ochtend in de stad wat valt er verder
ook te zeggen – dat het een warme lentedag zal worden ja
en dat wanneer je iemand naar de weg zou vragen
je geen antwoord kreeg vandaag, alleen een trieste glimlach.
En dat een heel klein meisje ergens
in dit huis een grote boom met vogeltjes en slingers en ballonnen
in de bladeren zal tekenen en zeggen deze geef ik
aan Mandela als ik in de hemel ben.
.
Badilisha poetry
Afrikaanse dichters in Afrika
.
Door een aantal historische, politieke en economische redenen en oorzaken zijn veel van de belangrijkste collecties en producties van Afrikaanse kunst gevestigd of uitgevoerd buiten Afrika. Als gevolg daarvan is de toegang tot deze collecties en werken voor mensen in Afrika beperkt. Het Africa Centre, gevestigd in Zuid Afrika kan opgevat worden als een fysiek punt evenals een filosofische reis om deze onevenwichtigheid op te heffen. Dit heeft ertoe geleid dat veel Afrikaanse wetenschappers, schrijvers, dichters en kunstenaars maar weinig bekend zijn in de wereld.
Het gebrek aan publicaties en opnames heeft ertoe geleid dat de meeste jonge Afrikaanse dichters en schrijvers vooral worden beïnvloed door het werk van literaire iconen uit het ‘Noorden’ door wat ze hebben geleerd op school , hebben gelezen, gezien en gehoord . Hun kennis van Afrikaanse schrijvers en dichters is beperkt , waardoor de inspiratie en invloed, van vitaal belang voor hun groei , ontwikkeling , zelfvertrouwen en gevoel van plaats zeer gering is. Badilisha Poetry X-Change biedt hen en de rest van de wereld een buitengewoon instrument om kennis te nemen van deze Afrikaanse stemmen.
De Badilisha Poetry X-Change bestaat behalve uit een centrum ook uit verschillende fora, podcasts, een website en een radiozender. Er zijn alleen al meer dan 280 podcasts van hedendaagse Pan-Afrikaanse dichters te beluisteren via de website.
Maar dus ook heel veel poëzie. Bijvoorbeeld van Beverley Nambozo uit Uganda.
Hieronder het gedicht Two strangers van Beverley Nambozo te vinden op de website.
.
Two strangers
One Sunday in December,
Two strangers met in church.
The Pastor talked about Salvation
and hope.
Then he told the church to join hands
And pray.
Rwabambarussshii shpirit, Jeshushhhhhh
The strangers joined hands
And prayed for the nation of Israel
And for one another.
Rwabambarussshii shpirit, Jeshushhhhhh
After the service,
The strangers said, Bless you, to one another
And they parted ways.
The next day the strangers met in the supermarket.
They both reached for the last packet of milk.
It spilt on the floor
And they both cussed at each other.
You fool!
You idiot!
And they parted ways.
.
Veel, heel veel meer op: http://badilishapoetry.com
Jij
Antjie Krog
.
Van de Zuid Afrikaanse dichter Antjie Krog vandaag een deel van haar gedichtencyclus (9 delen) Where I become you. met als onderschrift: Toen uw vel schreeuwde vatten mijn beenderen vuur. (Hugo Claus). Met onderaan de door Antjie voorgedragen tekst.
.
jy
die juiste jy
die ja-jy
die gras ruis nog van jou enkels nou net
elke keer as ek opkyk
pasrugkerende
wegstappende
geliefde
astraal gefluit nagtelik geskort
kom!
laat ‘n woord dwarsdeur jou kom
laat meer as ek kom
meer as die ondermynende myne
die meinedige myne
die eindeloos ekkerende myne
laat ons
onvergloei naak
onberoerd
wat ons nooit
alleen kon wees nie word
.
Ga naar de website van Poetry International om het gedicht te beluisteren voorgedragen door Antjie Krog. hier: http://www.poetryinternationalweb.net/pi/site/poem/item/13754/auto
.
Nelson Mandela en Ingrid Jonker
Dichter in verzet
.
Zuid Afrika heeft een lange geschiedenis van dichters in verzet. In verzet tegen de Apartheid.
Toen Nelson Mandela in 1994, na de opheffing van de Apartheid, het eerste democratische parlement van Zuid Afrika opende, las hij het gedicht ‘Die kind’ of ‘The child’ van Ingrid Jonker voor. Ingrid Jonker schreef dit gedicht naar aanleiding van het bloedbad dat de Zuid Afrikaanse politie aanrichtte in de township van Sharpeville in 1960. Meer dan 20.000 inwoners van Sharpeville demonstreerden tegen de pasjeswetten die hen belemmerden in hun bewegingsvrijheid en hen verplichtten om op vordering hun identiteitsbewijs te tonen. De demonstratie was georganiseerd door het Pan-Afrikaans Congres. De politie schoot op de demonstranten, waardoor 59 doden en vele gewonden vielen.
.
.
The child lifts his fist against his mother
Who shouts Africa! Shouts the breath
Of freedom and the veld
In the shanty-towns for the cordoned heart
.
The child lifts his fist against his father
In the march of the generations
Who are shouting Afrika! Shout the breath
Of righteousness and blood
In the streets of his embattled pride
.
The child is not dead
Not at Langa nor at Nyanga
Nor at Orlando nor at Sharpeville
Nor at the police station in Philippi
Where he lies with a bullet through his head
.
The child is the shadow of the soldiers
On guard with their rifles saracens and batons
The child is present at all assemblies and legislation
The child peers through the windows of houses and into the hears of mothers
This child who just longed to play in the sun at Nyanga is everywhere
The child grown into a man treks on through all Africa
The child grown into a giant journeys over the whole world
.
Carrying no pass
.
“Rebel SA Poet Writes of Sharpeville, Orlando, Langa …”, Drum, May 1963. Translation from the original Afrikaans by Jack Cope
.
Wil je de opname horen van Nelson Mandela die het gedicht voorleest tijdens de opening van het eerste democrtaische parlement van Zuid Afrika ga dan naar: http://www.youtube.com/watch?v=9zMwdBX1V_8
.
Antjie Krog
Zuid Afrika
.
Ik schreef hier al eerder over Gert Vlok Nel, een Zuid Afrikaans dichter. Bij het programma Wie is de Mol werd ook aandacht besteed aan de Zuid Afrikaanse poëzie tijdens een dictee van een gedicht van Ingrid Jonker. En wie kent Breyten Breytenbach niet de beroemde Zuid Afrikaanse dichter die jarenlang gevangen zat. Hier nu een gedicht van nog zo’n grote naam uit de Zuid Afrikaanse literatuur Antjie Krog. Antjie Krog (1952) is de dochter van een boer Willem Krog en een bekend Zuid Afrikaans schrijfster Dot Serfontein.
Antjie Krog debuteert als 17-jarige in een jubileumuitgave van het schoolblad met het gedicht ‘Kyk, ek bou vir my ’n land’ (zie hieronder). Haar eerste dichtbundel, Dogter van Jefta, verschijnt in 1970. Hierna volgt een indrukwekkende reeks teksten van haar hand, zowel poëzie als proza, fictie en non-fictie.
Van 1996 tot 1998 doet Antjie Krog radioverslag van de zittingen van de Waarheids- en Verzoeningscommissie. Naar aanleiding hiervan schrijft zij het boek Country of my skull, dat in 1998 verschijnt.
,
land van genade en verdriet
I
tussen jou en my
hoe verskriklik
hoe wanhopig
hoe vernietig breek dit tussen jou en my
soveel verwonding vir waarheid
soveel verwoesting
so min het oorgebly vir oorlewing
waar gaan ons heen van hier?
jou stem slinger
in woede
langs die kil snerpende sweep van my verlede
hoe lank duur dit?
hoe lank vir ’n stem
om ’n ander te bereik
in díe land so bloeiende tussen ons
*
land van genade en verdriet
I
tussen jou en mij
hoe verschrikkelijk
hoe wanhopig
hoe vernietigend breekt het tussen jou en mij
zoveel verwonding in ruil voor waarheid
zoveel verwoesting
zo weinig is overgebleven om voor te overleven
waar gaan we heen van hier?
je stem slingert
woedend
langs de kil snerpende zweep van mijn verleden
hoe lang duurt het?
hoe lang voor een stem
een ander bereikt
in dit land dat zo bloedend tussen ons ligt
Uit: Kleur komt nooit alleen,
Heel veel meer over Antjie Krog lees je op http://boeklezen2.blogspot.nl/
Gedicht van Gert Vlok Nel
Grasui
Op zondag 9 september organiseerde de werkgroep Weekend van de Cultuur in Maassluis een Picknick in het Park.. Stichting Ongehoord! verzorgde die middag het dichterspodium.
Op dit dichterspodium stonden onder andere Rob Dijkstra en Jan van der Lans ofwel Grasui.
Grasui draagt gedichten voor van Zuid Afrikaanse dichters met de Nederlandse vertalingen van deze gedichten.
Een van de dichters waarvan zij gedichten voordroegen was Gert Vlok Nel, een tot dan toe voor mij onbekende dichter.
Ik was echter zo onder de indruk van hetgeen zij voordroegen dat ik Rob gevraagd heb een speciaal gedicht (dat ik bijzonder mooi vond) aan mij toe te sturen om te publiceren op dit weblog. Het betreft hier het gedicht ‘nee nee nie dit nie. nie noodwendig dit nie’ of zoals het in de Nederlandse vertaling heet ‘Nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk’. De vertaling is van Robert Dorsman en komt uit de bundel ‘Het is onnatuurlijk om te leven’.
.
nee nee dat niet, dat niet noodzakelijk
.
op zijn veertiende zei zijn vader tegen hem
schoffel dat stuk grond in de voortuin.
waarom? boontjes, erwtjes of zo, iets wat groeien wil.
bloemen groeien toch ook? of kan je bloemen niet eten?
van bloemen kan je dat nooit werkelijk weten.
wát niet weten? of ze giftig zijn of niet? is het dat dan niet?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk.
.
dertig was hij op de dag dat hij als laatste de kerk uitkwam.
met een vaag besef en evenveel vermoedens als de confetti.
wat nu? vroeg zijn vrouw, waarom staan je ogen zo somber.
is mijn jurk soms niet wit genoeg? en ze lachte de vraag de menigte in.
over mensen kom je nooit echt iets te weten.
wát niet? of ze groeien-of-nut-hebben-of-goed-zijn?
nee nee dat niet, dát niet noodzakelijk
.



















