Maandelijks archief: juli 2017
De koffieclub
Yahya Hassan
,
In een kringloopwinkel kwam ik de bundel van Yahya Hassan tegen. In mijn herinnering was hier bij publicatie nogal wat om te doen. Ik kocht de bundel en thuis zocht ik het op. De Deense Yahya Hassan (1995), zoon van Palestijnse vluchtelingen, schreef deze bundel in 2013 op 18 jarige leeftijd. Toen hij 13 was kwam hij in een jeugdinternaat terecht waar hij een grote belangstelling voor literatuur ontwikkelde. Dostojevski, de Deense dichter Michael Strunge en in het bijzonder het autobiografische werk van Karl Ove Knausgård waren zijn inspiratiebronnen.
Zijn dichtbundel werd lovend en als vernieuwend ontvangen en maakte veel discussie los over de migratiepolitiek in Denemarken. Van de bundel werden meer dan 100.000 exemplaren verkocht.
De dichtbundel is een aanklacht tegen zijn ouders maar ook tegen moslimimmigranten in het algemeen, die volgens hem met de Koran in de hand alles doen wat die Koran verbied. Met een virtuoos gevoel voor ritme en klank, rauwe en pure woorden, en bijzondere taalvondsten vertelt Hassan zijn verhaal. De vertaling is gedaan door Lammie Post-Oostenbrink.
Het gedicht ‘De koffieclub’ gaat over een ervaring in het jeugdinternaat.
.
De koffieclub
.
Op alle afdelingen van Solhaven
hangt een nummer op het prikbord
dat de groepsleiders kunnen bellen
als ze zelf de gemoederen niet kunnen sussen
dan komt er assistentie van de directeur
en andere boeren komen aandraven
en als iedereen klappen heeft gehad en naar zijn kamer is
gestuurd
drinken ze koffie
boven blanco formulieren voor gebruik van geweld
.
2500!
Zichtbaar alleen
.
Op 1 oktober 2007, bijna 10 jaar geleden, plaatste ik mijn eerste bericht op dit blog. Toen nog onder web-log.nl. Dat eerste bericht was een aankondiging van mijn debuutbundel samen met Ruben Philipsen, fotograaf en kunstenaar, getiteld ‘Zichtbaar alleen’. Dat is ook de reden dat dit blog die naam heeft.
Om wat meer publiciteit te geven aan het feit dat ik een poëziebundel ging publiceren ben ik dit blog begonnen maar al snel na publicatie en presentaties van de bundel was ik daarover uitgeschreven. Vanaf dat moment begon ik ook over de poëzie van anderen te schrijven. Tegenwoordig schrijf ik eigenlijk nog uitsluitend over de poëzie van anderen en af en toe plaats ik nog een gedicht van mezelf onder de categorie ‘Gedichten’.
Vandaag op 10 juli plaats ik mijn 2500ste bericht. Als je me destijds had gezegd dat ik over 10 jaar nog steeds op dit blog zou schrijven en dat ik dan 2500 berichten verder zou zijn, zou ik je denk ik met een meewarige blik hebben bekeken.
Vandaag is dat anders. Over poëzie is zoveel te vertellen en te schrijven, daar ben je nooit klaar mee. Dus op naar de 5000. Om even stil te staan bij die eerste blog op 1 oktober 2007 hier een gedicht uit de bundel ‘Zichtbaar alleen’ met de titel ‘In het hardste graniet’.
.
In het hardste graniet
.
Het gevoel van het
ruwzachte fluweel aan zijn handen
van het allesomvattende
textiele schild
zijn borstrok, zijn harnas
in vallende plooien
maakte hem groter dan groot
.
Nu in het hardste graniet
de persoon en zijn bescherming
naast hem de vlucht en de blik
scherp als een jager
een herinnering aan het
gepantserd gezag, uit een tijd
die dit toeliet
.
Kedinkedonkel
Versvormen
.
Verzen zijn er in vele soorten en maten en er komen er ook nog steeds bij. De Kedinkedonkel lijkt op het Ollekebolleke, door drs. P bedacht en genoemd in zijn oude boekje “Het Rijmschap” (1982). Het is nooit iets geworden, omdat het ollekebolleke nou eenmaal het ollekebolleke is en dat bekt nu eenmaal lekkerder dan kedinkedonkel, maar is toch vermeldenswaard vanwege de rijmvoet (kort-lang-kort-lang-kort), die waarschijnlijk Dasius heet.
De Kedinkedonkel bestaat uit twee maal 4 regels met als rijmschema abcd efgd, als metrum dus dasius en de zesde regel is een woord van vijf lettergrepen.
.
Kedinkedonkel
.
Zojuist geboren
Een nieuwe versvorm
( De vader maakt het
Gelukkig goed)
De naam van ’t kind is
Kedinkedonkel
Wat u vooral niet
Vergeten moet.
.
Aan den uitgever
G. Brandt Maas
.
Ik hou van bijna vergeten dichters, vaak zijn dit dichters die enige bekendheid hebben gehad in een bepaalde tijdsperiode maar is hun bekendheid tot die periode beperkt. Grappig genoeg doen veel van dit soort namen toch altijd wel ergens een belletje rinkelen. Bij de dichter G. Brandt Maas, de dichter die ik vandaag in deze categorie wil behandelen, is dat maar zeer de vraag. In de bundel ‘Dichten over dichten’ bloemlezing uit de Nederlandse poëzie van de 19e en 20ste eeuw (samengesteld door Atte Jongstra en Arjan Peters, 1994), staat Brandt Maas met twee gedichten.
Maar na enig speurwerk kom ik toch niet veel verder dan dat deze beste man (?) in de eerste helft van de 19e eeuw vooral vertaalde uit het Duits en het Engels. In dit geval kun je dus wel spreken van een vergeten dichter. Het gedicht ‘Aan den uitgever’ werd oorspronkelijk gepubliceerd in “Gedichten, deel I’. Vooral de laatste regel spreekt mij als uitgever van MUG books erg aan want zo is het maar net.
.
Aan den uitgever
.
Zou het mij hetzelfde wezen,
Wat gij aan mijn boekje deed?
Man! wenscht gij te zijn geprezen
Zorgt dan, dat gij ’t netjes kleedt.
’t Zij een hupsch, aanvallig klantje,
Zoo door letter als papier;
Keurig ook door ’t proper bandje,
Wel eenvoudig, maar met zwier.
Laat een prentje dan ook prijken
Op het zindlijk titelblad;
Geef te lezen en te kijken,
Elk zijn’ smaak en ieder wat.
Neen, het zijn geen grilligheden,
Dat die zorge u wordt verzocht;
’t Heeft gewis zijn goede reden,
Wel getooid is half verkocht!
.
Antoinette Sisto (1963 – 2017)
Stilstaan bij een overlijden
.
Gisteravond bereikte mij van een aantal kanten het afschuwelijke en in en in verdrietige bericht dat dichter, vertaler, redacteur van Meander en geweldig mens Antoinette Sisto, na een tweede hersenbloeding, afgelopen maandag is overleden.
Ik heb Antoinette leren kennen bij het WAK festival in Den Haag in 2014 waar we beide gedichten mochten voor dragen. Ik kocht daar haar bundel ‘Dichter bij de dagen’ waar ik van onder de indruk was. Ik nodigde haar uit om bij Ongehoord! te komen voordragen, zij interviewde mij voor Meander en nodigde mij uit om een gedicht voor De Vallei te schrijven.
Onze paden bleven elkaar kruisen, ik schreef recensies over haar bundels ‘Iemand moet altijd gemist worden’ waar ze mij voor de presentatie vroeg en door een stommigheid vergat op te komen dragen en haar laatste bundel ‘Hoe een zee een woord werd’ waar ze me opnieuw voor vroeg. Voor mij tekende dat ook de mens Antoinette, vriendelijk, vergevingsgezind en overall een mooi mens.
En nu is ze op een veel te jonge leeftijd overleden. Weggerukt uit het volle leven. Vorige maand nog nodigde ik haar uit om voor te komen dragen bij de slotmanifestatie bij de Week van de Cultuur in Maassluis. Ze wilde graag maar was nog te ziek om te komen. Ik had juist haar gevraagd omdat ik wist dat haar poëzie, waar ik zo van hou, prachtig zou passen bij de ambiance van deze slotmanifestatie. Het mocht niet zo zijn.
Met het overlijden van Antoinette verliezen we een prachtige dichter, een geweldig lieve vrouw en we zullen haar missen. Ik wens haar moeder en haar vriend en iedereen die Antoinette kende en waardeerde heel veel sterkte toe in deze zware en moeilijke tijd.
Uit haar bundel ‘Iemand moet altijd gemist worden’ het gedicht ‘Ik teken de zon’.
.
Ik teken de zon
.
Jouw weg is nu verdonkeremaand
de gekartelde lijnen van rivieren
iemand vaagde ze uit
met gum gedecideerd
welke hand van bovenaf was dat?
.
Sinds jaar en dag loop ik
de drassige hoofdweg af
bossen vol mosgrond sla ik in.
.
Platanen boots ik na
met schaduwhanden
contouren van een onzekere toekomst
knip ik weg, ik teken de zon
zoals hij in kinderschetsen straalt
plat, honinggeel
.
een draaglijk beeld voor heel even.
.
Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken
Simon Vinkenoog
.
Ik lees een engelstalig stuk over dichters en drugs en onwillekeurig gaan je gedachten dan toch naar de bekendste wietrokende dichter die Nederland ooit kende, Simon Vinkenoog. In de bundel ‘Eerste gedichten’ uit 1966 staat een gedicht met een intrigerende titel ‘Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken’. Of dit gedicht onder zekere invloed is ontstaan weet ik natuurlijk niet maar dat doet er ook eigenlijk niet toe.
.
Tenzij de dingen uit zichzelf gaan spreken
.
een kraan het hoog geluid van liefde fluit
een waterstraal die onverslapte aandacht tikt
een dronken boodschap in de brievenbus
een onverwacht bezoek aan de deur gevonden
de zee die door de straten weifelt
de zon een onbeholpen minnaar op mijn huid
en de doofstomme takken van de bomen
in mijn ogen et cetera
Tenzij ik jaren op je wachten wil
en op je mond het stempel ongeopend druk
als met een zegelring die woorden bloed
en vlijt in de nagels drijft
de handen die niets meer weten
van het feest dat morgen
in de cijfers van het heden
wijdbeens staat geplant
.
Slechtste poëzie in het universum
Paula Nancy Millstone Jennings
.
In de, van oorsprong, radio comdey ‘The Hitchhiker’s guide to the Galaxy’ van Douglas Adams, komt de naam voor van Paul Neil Milne Johnstone als zijnde de dichter van de slechtste poëzie in het universum, op de voet gevolgd door de poëzie van de Azgoths of Kria en de Vogons. Johnsone had met Adams op school gezeten en ze hadden zelfs een prijs voor Engels gewonnen met neprecensies over hun eigen gedichten. Toen The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy een hit werd (boeken, graphic novels, film, toneelstuk) verving Adams de naam van Johnstone voor die van het fictieve personage Paula Nancy Millstone Jennings. Paul Neil Milne Johnstone werd later redelijk succesvol in de poëziewereld als redacteur en festival organisator.
Een voorbeeld van een gedicht van Paul dat in alle navolgers aan Paula werd toegewezen:
.
The dead swans lay in the stagnant pool.
They lay. They rotted. They turned
Around occasionally.
Bits of flesh dropped off them from
Time to time.
And sank into the pool’s mire.
They also smelt a great deal.
.
Een voorbeeld van hele slechte Vogon poëzie:
.
See, see the underground sky
Marvel at its big black depths.
Tell me, Amy do you
Wonder why the human ignores you?
Why its foobly stare
makes you feel stiff.
I can tell you, it is
Worried by your huftled facial growth
That looks like
A cheese.
What’s more, it knows
Your prissy potting shed
Smells of grapes.
Everything under the big underground sky
Asks why, why do you even bother?
You only charm noses.
.
In 2012 werd er in Londen zelfs een Vogon Poetry Slam georganiseerd. Voor de slechtste poëzie of zoals ze daar adverteerden ‘a celebration of Geekery and gut-wrenchingly bad poetry’.
.
Pero Senda
Stille ballade
.
Op woensdag 28 juni jongstleden was het de geboortedag van mijn vriend en collega dichter Pero Senda. In 2013 stierf hij een veel te vroege dood. Zijn hartelijkheid en mooie verhalen mis ik nog steeds. Pero Hrvoje Senda kwam in 1993 naar Nederland met zijn gezin als vluchteling voor het oorlogsgeweld in het toenmalige Joegoslavië (Bosnië).
In 1997 was hij één van de winnaars van de Dunya Poëzieprijzen met zijn gedicht ‘De vrouw’ elders op dit blog te vinden. Het jaar daarna heb ik hem voor het eerst ontmoet en in 1999 kwam met hulp van de gemeente Maassluis zijn eerste dichtbundel uit ‘Krhotine’ of ‘Brokstukken’ waarin hij veel verwerkte van wat hij had meegemaakt.
Uit deze bundel het gedicht ‘Stille ballade’.
.
Stille ballade
.
Ik vertrok, me van jouw leugens bewust
Kleurrijke helden schonken je veel meer lust
Ik hoorde je vloeken: lafaard, zo van mij scheiden
Nou, goed dan liefste, zij mogen je leiden
Je bent een vreemde, grillige en kokette
Donkere dame, blondine of brunette
Ik was niet goed genoeg voor jou
Die andere bleef je liever trouw
Voor liefde zal het te laat nu zijn
Je bleef niet bescheiden, je bent niet meer rein
Duister is je verleden, toen viel je uiteen
Geen pad is er meer, waar kun je nog heen
Wat betekenen mijn sonnetten en romances
Als jij meer gesteld bent op verre avances
Nog steeds ben jij de gekrenkte dame
Vol wrok, met niemand ben je meer samen
Ach, zouden er maar nieuwe minnaars komen
Maar die zijn onverschillig voor enkel dromen
Ik besta niet langer, en steeds minder luid
Spreek ik jouw naam – Bosnië – nu uit
.
Augustus
Roel Richelieu van Londersele
.
De Vlaamse dichter en thrillerschrijver van Londersele studeerde Germaanse filologie aan de Rijksuniversiteit Gent. Van 1971 tot 1982 gaf hij het literaire tijdschrift ‘Koebel’ uit, waarin generatiegenoten als Luuk Gruwez, Miriam Van Hee en Eriek Verpale debuteerden. Hij was ook redacteur van de tijdschriften ‘Restant’ en ‘Poëziekrant’. In het dagelijks leven werd Van Londersele leraar Nederlands en docent literaire creatie. Hij geeft poëzieworkshops bij Wisper en proza en poëzie in het basisjaar van de Antwerpse Schrijversacademie. In 2003 werd Van Londersele de eerste Gentse stadsdichter. Een jaar later debuteerde hij met zijn eerste thriller.
Van Londersele werd in 1992 onderscheiden met de Louis Paul Boonprijs. Zijn gedicht ‘Mats’, uit de bundel ‘Tot zij de wijn is’ uit 2009, werd in 2010 door het publiek bekroond met de Herman de Coninckprijs. In 2012 kreeg hij de Melopeeprijs voor zijn gedicht ‘Alzheimer’. De jury koos het als meest beklijvende gedicht verschenen in de Vlaamse literaire tijdschriften.
Uit zijn bundel ‘Een jaar van september’ gedichten 1980 – 1992, uitgegeven door het Poëziecentrum in Gent in 1992 het gedicht ‘Augustus’.
.
Augustus
.
het strand kijkt naar de zee en ziet
dat het water oud is geworden
de meeuwen vliegen door de gedachten van de zon
en hangen hun poten te drogen
in de liezen van de duinen
stoeien de vakantielieven in de lakens
van het zand
er knarst iets in de tederheid
de boeren oogsten hun twijfels
en na de avond kijken ze met de ogen
van hun tractors naar de open wonden
van de velden, er komt ruimte
voor de landing van de herfst
het jaar sterft een eerste keer
aan voorbij zijn, op de patio van hun afscheid
bergen de reizigers de avondzon in hun koffers
met het heimwee van hun aarzeling
verliezen ze hun keuze
tussen thuis en horizon
.


















