Maandelijks archief: juli 2025
Paarden
Rutger Kopland
.
Regelmatig trek ik een dichtbundel uit mijn boekenkast om wat in te lezen, inspiratie op te doen of gewoon om te genieten van mooie poëzie. Sinds ik in de categorie ‘Uit mijn boekenkast’ de ‘blind gepakt’ serie ben begonnen merk ik dat me dat zo goed bevalt dat ik het nu ook vaker doe. Want ik heb inmiddels zoveel poëziebundels en die heb ik niet allemaal van voor tot achter helemaal gelezen.
Nu pakte ik uit de bundels van Rutger Kopland (1934-2012), ja van sommige dichters staan de bundels bij elkaar, nog lang niet van allemaal maar ik zoek me soms een slag in de rondte op zoek naar een gedicht of bundel, ‘Dankzij de dingen’ uit 1989. Een kleine bundel van slechts 42 pagina’s maar met zulke mooie gedichten. Ik schreef al eerder over de bundel in de categorie ‘dichter over dichter’ maar nu bleef ik hangen bij het gedicht ‘Paarden’. Ik was in de veronderstelling dat ik al eens over dit gedicht geschreven heb en wat ik dan doe is het op mijn blog opzoeken.
Niets bleek minder waar, het gedicht waar ik aan dacht is getiteld ‘Tegen het krakende hek’ en komt uit de bundel ‘Wie wat vindt heeft slecht gezocht’ uit 1972, waarin paarden ook een hoofdrol spelen. Daarom hier het gedicht ‘Paarden’.
.
Paarden
.
Hun schichtige hoofden in de mist,
had ik niet geweten wie ze waren,
.
ik had gedacht dat het niet meer
was dan de droom van bij elkaar
.
zijn in een weiland in de winter,
maar ik wist het, ik kende hen.
.
Ze waren gekomen uit een verleden,
aarzelden, en keerden daar in terug.
.
Gouden Flits-reeks
Lotte Dodion
.
In een winkeltje op de Veluwe vond ik een bijzonder boekje. Ik dacht eerst dat het een Gouden Boekje was van vroeger, die ik nog ken uit mijn jeugd (Wim is weg) maar alleen de uiterlijke vorm doet er erg aan denken. De inhoud is helemaal anders. Het is een bundeltje uitgegeven en samengesteld door Jeugd en Poëzie, Doe Maar Dicht Maar en stichting Kinderen en Poëzie in Mechelen in 2005.
Onder leiding van Juryvoorzitter Jos van Hest koos een jury bestaande uit Daniël Dee, Joris Denoo, Christina Guirlande, Coen van Peppelenbos, Frank Pollet, Jaap Robben, Jan Smeekens, Mieke Vanpol en Francis Verdoodt, de winnaars van de Gouden, Zilveren en Bronzen Flits. De Flitsen (projzen voor een poëziewedstrijd) werden uitgereikt aan Kinderen tot 12 jaar en Jongeren tot 20 jaar.
Winnaars waren bij de Kinderen de 11 jarige Kathleen Van Gucht (goud), de 10 jarige Mitchel Lindhout (zilver) en de 7 jarige Kiki de Klerk. Bij de jongeren tot 20 jaar gingen de prijzen naar 17 jarige Gillis De Troyer (goud), de 20 jarige Saar Deroo (zilver) en de 18 jarige Erik Thijs Wedershoven. Eerlijk gezegd voor mij allemaal onbekende namen.
In de bundel staan echter alle gedichten die bijna hebben gewonnen zoals Jos van Hest het zo mooi opschreef in het juryrapport. Tegen de bijna-winnaars zegt hij daar: blijf schrijven en laat je niet op je kop zitten door zo’n stelletje juryleden.
Dat een paar van de dichters die bijna wonnen dit niet hebben laten gebeuren blijkt uit de namen die ik wel ken en in dit bundeltje staan: Anne van den Dool (toen 12 jaar), Lieke Marsman (toen 14 jaar) en Lotte Dodion (toen 17 jaar). Heel leuk om gedichten van deze dichters te lezen toen ze nog jong, onbekend en veelbelovend waren.
Ik heb van deze drie dichters in de dop het gedicht ‘lijkbleekje’ van Lotte Dodion gekozen.
.
lijkbleekje
.
hij heeft haar glazen kist besteld
en kijkt met een kabouterhartje toe
hoe slaap als een oud wijf op haar ligt en
adem uit haar duwt tot de laatste zucht
dan pas beseft hij welk vergif ze heeft gekregen
want hij kust haar
en het helpt niet
.
Een vrij land
Hans Mirck
.
Op de radio hoor ik dat de grote blonde ophitser in Zwolle zijn zure plasje doet over een gemeentelijk besluit en onwillekeurig moet ik terug denken aan het afgelopen weekend. Toen las ik in de bundel ‘Dichter bij de dag’ Dagelijkse portie poëzie op Radio 1, het gedicht ‘Een vrij land’ van Hans Mirck (1970). In dit gedicht wordt de zogenaamde vrijheid (wat is vrijheid als ie maar voor een beperkt deel van de bevolking geldt?) bekritiseerd door de dichter.
Hans Mirck (docent Nederlands, vertaler, muzikant, dichter, ex-stadsdichter van Zutphen en Apeldoorn en schrijver) publiceerde verschillende dichtbundels. Zijn debuutbundel ‘Het geluk weet niets van mij’ uit 2002 werd genomineerd voor de C. Buddingh’-prijs 2003. Zijn bundel ‘Wegsleepregeling van kracht’ uit 2006 werd bekroond met de J.C. Bloemprijs 2007. Mirck is ruim tien jaar actief als schrijfdocent en redacteur, onder andere voor de popgroep BLØF. Ook was hij redacteur van het literaire tijdschrift Parmentier en voor uitgeverijen als Passage en Vassallucci.
.
Een vrij land
.
de dikke mensen kunnen wij niet meer dragen
de arme mensen worden ons te duur
zij moeten het zelf maar betalen
het goede leven belonen wij
en onze dure dokters
Een rank die niet aan de wijnstok blijft,
kan geen vruchten dragen
Een verdorde wijnstok
wordt in het vuur gegooid en verbrand
focus is alles, laat de mensen maar hongerig zijn
en luisteren naar klassieke muziek
dat is vrijheid
vrij om te verdorren,
om woorden te mismaken
vettaks, bonus
om slechte films te maken
als je van klassieke muziek houdt
heb je ook recht op verkeersinformatie
.
Klassiek thema
Nog een lente
.
Vandaag voor mijn boekenkast gaan staan en zonder te kijken de bundel ‘Nog een lente‘ 30 dichters gekozen door Meander uit mijn boekenkast gepakt. Deze bundel uit 2010 werd samengesteld door Elly Woltjes, Bauke Vlierhuis, Jeroen Dera en Sylvie Marie. Volgens beproefd recept opnieuw de bundel op een willekeurige pagina geopend (pagina 59) en daar staat het gedicht ‘Klassiek thema’ van Gert de Jager (1957).
.
Klassiek thema
.
Wanneer je de deurpost passeert die ook vanaf de straat
de deurpost is, verlaat je het
huis, loop je naar buiten,
.
sta je op het bolwerk en staar je naar wat je ziet, zie je hoe
de stad binnen de wallen zijn horizon inperkt,
en de uitgestrektheid,
.
kus je, voor je de deur uitgaat, het naakt in de
ochtend.
.
Een zinnig mens
Jitske van Noorden
.
Terwijl ik de geweldige verzamelbundel ‘Heel de wereld wordt wakker’ Het beste van moderne kinderpoëzie in 333 gedichten las, realiseerde ik me dat ik nog zoveel dichters niet ken of dat ik nog niet eerder iets van hen las. Nu is dat bij dichters van kinder- of jeugdpoëzie niet zo heel verwonderlijk, dat is een onderdeel van de poëzie waar ik me maar zijdelings mee bezig hou (ten onrechte waarschijnlijk) en dus weet ik er gewoon minder van. Maar elke keer wanneer ik dit prachtige boek erbij pak om erin te lezen weet ik dat het niet de laatste keer zal zijn. Ik heb er tenslotte al meerdere keren aandacht aan besteed. Zo kun je hier, (Ted van Lieshout) hier, (Ruud Osborne) hier (Simon van der Geest) en hier (Edward van de Vendel) over jeugddichters en hun gedichten lezen.
Allemaal mannen. Maar daar gaat vandaag verandering in komen. Want lezend in dit boek kwam ik langs het heerlijke gedicht ‘Een zinnig mens’. En ik moest meteen denken aan alle mensen die dezer dag in het nieuws zijn die juist helemaal niet ‘zinnig’ bezig zijn. In kinder- en jeugdpoëzie zitten vaak thema’s en onderwerpen die je één op één kan vertalen naar de wereld van volwassen. Dit gedicht is geschreven door Jitske van Noorden (1960). Van deze dichter kon ik weinig vinden. Het gedicht is genomen uit haar bundel ‘De wolken de baas’ uit 2000, waarin een 12 jarig meisje de wereld om haar heen observeert.
In een artikel op dbnl.org lees ik dat bij Van Noorden “de deur van het gedicht vaak niet vanzelf open gaat, en de lezer moet zelf de sleutel zoeken” en “Het wekt geen verbazing dat ook de gedichten van deze nieuwe dichters voor de jeugd uitnodigen tot een andere manier te ‘kijken’”.
.
Een zinnig mens
.
Ik wil zo graag een plant
aan het plafond maar niemand
vindt het goed. Nu moet ik wachten
tot ze weg zijn, voetballen
kijken bij de buren en
het dan stiekem doen en snel
een foto maken voor de VT Wonen.
Als mijn moeder dan ineens
ook zo’n plant aan het plafond wil
zegt ze: ‘Hè? Er zit al een haak,
dat is…, handig.’
Een zinnig mens zeurt niet
een zinnig mens telt
zijn zegeningen.
.
Vrouwen
Anna Blaman
.
Over de Rotterdamse schrijver en dichter Anna Blaman (1905-1960) heb ik een paar keer iets geschreven. Met name de keer dat ik over de verschillen in ‘bubbels’ waarin mensen leven staat me nog zeer goed bij. Anna Blaman was een intrigerende persoon door hoe zij in het leven stond en door hoe ze zich als schrijver en dichter manifesteerde. In 1963 verscheen het boek ‘Anna Blaman over zichzelf en anderen’.
Naast veel korte stukken: essays, lezingen, toespraken, zijn er een aantal gedichten van haar hand opgenomen in dit boekje. Een inhoud die allerlei kanten van haar leven (als schrijver) raakt, dat samengesteld is in overleg met de zus van de dichter, mevrouw J.C. Lührs-Vrugt en Alfred Kossmann. In het twee bladzijden lange stukje ‘Bij wijze van verantwoording’, ondertekend door ‘De uitgever’, staat verder niet zoveel vermeldenswaards. Bij de inhoudsopgave staat achter elk stuk de bron vermeld.
Bladerend door het boekje kwam ik het gedicht ‘Vrouwen’ tegen. In het licht van haar geaardheid, ze was openlijk lesbisch wat in de jaren ’40 en ’50 zeker nog niet zo vanzelfsprekend was om daar mee naar buiten te treden zoals het nu is, lees je zo’n gedicht toch met andere ogen.
.
Vrouwen
.
I
Haar armen glad en blank in ’t lome
van donker tule, veel parfum en lippen
van karmijnrood – ik zie de tippen
van haar borsten deinend gaan en komen.
II
Winkel schemering, veel stoffen op de toonbank
Zij buigt voorover in begerig kijken
Ik zie haar blouse soepel open wijken
en ben verzonken – diep en blank.
III
Haar benen lang en glad – zij lacht en ligt
loom achterover – ik zie hoe diep en ver de lijnen
van haar benen zijn en
denk eraan met afgewend gezicht.
IV
Zij lacht me door de spiegel toe, en let
daarbij op het effect van haar geschminkte ogen
Wat denk je, zegt ze traag, heb ik de bogen
van mijn wenkbrauwen goed aangezet?
.
Monobaadsters
Tomas Lieske
.
Schrijver en dichter Tomas Lieske (1943) schrijft poëzie, verhalen, essyas en romans. Voor die laatste categorie werd hij maar liefst drie keer genomineerd voor de Libris Literatuur Prijs. In 2001 won hij deze prijs met de roman ‘Franklin’. Als dichter kende ik hem wel maar het is alweer acht jaar geleden dat ik een blogbericht aan zijn werk wijdde.
In zijn dichtbundel ‘Hoe je geliefde te herkennen’ uit 2007 staan heerlijke, vreemde en sprankelende gedichten. Of zoals achterop de bundel staat: Hoe kunnen wij Beatrix liefhebben? Tegen wie zeggen wij nee? Wat te antwoorden bij een enquête? Hoe je geliefde te herkennen? en, en dat gedicht wil ik hier graag delen, Hoe preekt kardinaal Simonis tot de Scheveningse monobaadsters?.
Volgens de achterflaptekst probeert Tomas Lieske op deze en veel andere liefdesvragen in tientallen tintelende gedichten een antwoord te formuleren. De tekst wordt besloten met een aanprijzing vanuit De Gids: De gedichten van Tomas Lieske zijn uniek. Ze zijn wonderbaarlijk bizar, eigenzinnig, geestig. Dit moet ik volmondig beamen.
Neem het gedicht ‘Kardinaal Simonis preekt tegen de Scheveningse monobaadsters’. Om verschillende redenen bleef ik bij dit gedicht hangen toen ik de bundel doorbladerde. Ik woon in Scheveningen, met deze hitte lagen de stranden jaren geleden vol met monobaadsters (of anders gezegd werd er massaal topless gezonnebaad, tegenwoordig is dit nog slechts bij grote uitzondering) en ben ik ooit in een vorig leven door Simonis ‘gevormd’ iets als gedoopt worden maar dan op latere leeftijd. Om al die redenen en omdat het zo’n grappig gedicht is hier gedeeld.
.
Kardinaal Simonis preekt tegen de Scheveningse monobaadsters
.
U etaleert zich gul in overgave voor het stralend oog van God.
Het vlees is blootgesteld. Wat bedekt blijft, mag geen naam meer hebben.
.
U gelooft dat dwars door de zon God naar beneden kijkt; dat God
louter goedheid is; dat het oog van God u nooit wat kwaads kan doen.
.
De afgelopen nacht bezocht ik het rabbinaat. Ik vond Elia
in een provisiekast. Geblakerd als de raven op zijn schouder.
.
Drieduizend jaar geleden aan zijn grote tocht begonnen, die afstanden
tussen de planeten zijn zo groot en Elia reed slechts in een paard-en-wagen.
.
Bovendien: wat hij niet wist. al die planeten draaien door elkaar.
Voortsukkelend naar de zon kwam hij uiteindelijk in de baan van moeder aarde.
.
Elia heeft mij nederigheid geleerd. Ik ben geen vrouwenman.
Maar hij wist dat wie de zon aanbidt, zich blakert
.
in het oog van God. Schikt uw handbreed textiel.
Laat varen uw voorkeur voor het zoute water.
.
Ik zal eerst uw twee zomerfeesten zegenen. Daarna krijgt u de tijd
zich naar Katwijk te wenden. Waarna u gebenedijden aan de beurt zijn.
.
Door de jaren heen
MUGzines
.
De afgelopen 5 jaar maken Marianne van Poetry Affairs, Bart van Brrt.graphic.design en ik, in samenwerking met een aantal losse vrijwillige redactionele krachten het leukste, eigenzinnigste en kleinste poëziemagazine van Nederland en Vlaanderen. Inmiddels zijn we volop bezig met de voorbereidingen van #28 alweer. Dit nummer verschijnt deze zomer.
In de aanloop naar het verschijnen wil ik de komende weken terugblikken op oudere nummers, wat meer informatie geven over de dichters en gedichten plaatsen die zij bijdroegen aan MUGzine. Want ondanks dat we elk nummer gratis verspreiden onder donateurs en via de website, merken we dat veel poëzieliefhebbers MUGzine nog niet kennen. En dat is jammer.
In elk nummer proberen we een mix van gedichten aan te bieden aan de lezer van nog wat onbekendere dichters, dichters die op het punt staan wat bekender te worden, bekende dichters en dichters die wat op de achtergrond geraakt zijn als het gaat om bekendheid of aanwezigheid in het literaire veld.
Een van die dichters die enige bekendheid geniet en als één van de eerste dichters een bijdrage leverde aan MUGzine #2 is Sabine Kars (1971). De vaste lezer van dit blog kent haar naam, ik schreef al vaker over haar, haar debuutbundel ‘Hoofdkwartier‘ en de podia waarop ik haar tegenkwam of de jury waarin ik haar vroeg voor de poëziewedstrijd van poëziestichting Ongehoord! in 2020. Daarnaast was ze op dit blog al eens Dichter van de maand april in 2018.
In de tweede editie (in #1 stonden alleen de makers, het was toen nog een soort pilot editie) is het gedicht ‘eerst was verlies iets om het huis te verlaten’ en dat gedicht deel ik hier graag met jullie.
Wil je nou ook een jaar lang elke editie van MUGzine ontvangen op papier (met een leuke extra) word dan donateur via de QR code hieronder of een mail aan mugazines@yahoo.com.
.
eerst was verlies iets om het huis te verlaten
.
ik herinner me de laatste kans
om afscheid te nemen
.
het onvermijdelijke blijven
dat voor inkeer werd aangezien
.
de onbekende
luw en zwervend
die nog altijd naast me
wakker wordt in het smalle huis
naar me kijkt me op de voet volgt
.
hij heeft al die tijd gezwegen
.
















