Site-archief
Poëzie en rouw
Dromen dromen
.
In de Volkskrant van zaterdag viel me weer eens op hoe vaak poëzie wordt gebruikt in rouwadvertenties. Dat zal bij andere kranten overigens niet anders zijn. Ik las strofen uit gedichten van Hans Faverey (1933-1990) : ‘Zo begint het, en moet zo lang. / Te lang begonnen blijven’, van Lieke Marsman (1990) ‘Als je eigen dood aan je deur staat en ongeduldig je naam door de brievenbus roept, zie dan maar eens open te doen met een onbewogen, “ach ja, jij hoort er nu eenmaal bij”.’ en van George Harrison (1943-2001) ‘Here comes the sun, and I say, it’s all right’. En er was een uitspraak van de Duitse kerkleider, schrijver en verzetsstrijder Dietrich Bonhoeffer (1906-1945) met een grote poëtische zeggingskracht ‘Afscheid nemen / is met zachte vingers / wat voorbij is dichtdoen / en verpakken / in goede gedachten / der herinnering…’.
Ik moest na het lezen van deze stukken meteen denken aan poëziedoctor Kila van der Starre (1988). In haar onvolprezen proefschrift uit 2017 ‘Poëzie buiten het boek‘ de circulatie en het gebruik van poëzie, heeft ze een hoofdstuk gewijd aan Rouwpoëzie, poëzie in rouwadvertenties. Daarnaast was ik nieuwsgierig naar het meest gebruikte gedicht in Nederlandse rouwadvertenties. Daar heb je tegenwoordig een prima AI app voor Perplexity en die geeft als antwoord dat ‘Sub Finem‘ van Vasalis (1909-1998) een van de meest populaire rouwgedichten is, naast ‘De Steen‘ van Bram Vermeulen (1946-2004) en de tekst van Psalm 39 (in meer Christelijke kringen) volgens een onderzoek van het Reformatorisch Dagblad.
Na lezing van deze gedichten voerden mijn gedachten mij vervolgens naar een bundel die ik sinds kort in mijn bezit heb ‘De gedichtenapotheek‘ samengesteld door Philip Huff (1984). In het hoofdstuk ‘Leven met verlies’ is bij ‘de dood van een geliefde’ het gedicht ‘Dromen dromen’ opgenomen van Judith Herzberg (1934).
.
Dromen dromen
.
Ik droomde dat je thuis was lief
je kwam licht uit de auto, ik sliep,
ik hoorde vogels, rook seringen,
jij draaide aan de knop van de radio
die aan mijn hoofdeind stond.
Uit elk station kwamen verwonderlijk
belangwekkende fragmenten.
Ik droomde ook dat ik gedroomd had
dat ik in de keuken stond
en dat het aanrecht in stukken brak –
marmeren brokken. Ik nam in elke hand
een scherf want dacht ik, misschien
is dit een droom, en bracht mijn handen
langzaam bij elkaar, om het marmer
te horen ketsen, maar het ketste niet.
Ik vond het prettig datje thuis was
kon je de droom vertellen. Ja zei jij,
ja dat doet een droom, je voelt iets in je hand
dat er niet is, dat is bekend.
Toen ging de telefoon. Zo heerlijk, dacht ik
dat jij thuis bent, ik slaap nog even door.
.Jij neemt wel op. Ik hoorde je spreken.
Hij rinkelde en rinkelde totdat ik wakker werd
en rende. Verdriet om sterven is bekend
verdriet van scheiden niet geacht. En
doden weten niet hoe ze ontbreken.
.
Lullopertje
Lévi Weemoedt
.
Ik ben, zolang ik me kan herinneren, al een groot liefhebber van nieuwe woorden in de taal en spelen met taal. Dat is denk ik ooit met van Kooten en de Bie begonnen en later met taalkunstaars als Drs. P, Hugo Brandt Corstius (Opperlandse Taal- & letterkunde) maar ook tekstschrijvers als Bram Vermeulen en Lennart Nijgh (en zo zijn er nog velen). Het verzinnen of maken van nieuwe woorden, al dan niet samengestelde woorden, is daarin, vind ik, een bijzonderheid. Kees van Kooten was daar een meester in (de Geilneef, Sombermans etc.) maar ook Levi Weemoedt kan er wat van getuige zijn gedicht ‘Lullopertje’ uit de bundel ‘Van Harte Beterschap’ kleine trilogie der treurigheid. uit 1982.
In het gedicht ‘Lullopertje’ wordt een jongen opgevoerd die er vooral voor spek en bonen bijloopt op tijdens een voetbalwedstrijd. Iemand die er voor lul bij loopt; een lullopertje.
.
Lullopertje
.
‘k Was ied’re wedstrijd weer de droefste van het veld
en liep neerslachtig wat van achteren naar voren.
Er was geen grasspriet of ik had hem al geteld,
En ‘k wist bij god niet of we wonnen of verloren.
.
Alleen bij toeval raakte ‘k in het spel betrokken:
Soms kreeg een tegenstander plots de slappe lach
Als hij mijn broek zag, tot de schouders opgetrokken;
Ik liep intussen snikkend naar de cornervlag.
.
Daar gaf ‘k wanhopig zó een trieste draaibal voor
(die met een laatste zucht in ’t struikgewas bleef hangen)
dat ied’reen weghinkte, zich kermend liet vervangen.
Ook van de tegenstander bleek ineens geen spoor.
.
Dan blies de scheidsrechter met zó veel doodsverlangen
de wedstrijd af. Alleen mijn tranen speelden door.
.
Bram Vermeulen en John Donne
Gedichten over sterven en de dood
.
In de krant kijk ik altijd even bij de overlijdensberichten. Niet omdat ik bijzonder geïnteresseerd ben in wie er nu weer is overleden ( ik ken die mensen vrijwel nooit) maar om te kijken of en hoe er met poëzie wordt omgegaan in overlijdensberichten. Afgelopen zaterdag las ik twee berichten naast elkaar. Boven de een was een strofe van het lied ‘Testament’ van Bram Vermeulen (1946-2004) geplaatst. Boven de ander staat een strofe uit het gedicht ‘Sweetest love, I do not go’ van John Donne (1572-1631). Beide strofes gaan eigenlijk over het zelfde namelijk dat wanneer iemand sterft hij of zij niet weg is zolang ze niet worden vergeten. Het gedicht van Donne lees je hier.
Op de websites van verschillende uitvaartondernemingen kun je gedichten lezen die toepasselijk zijn voor allerlei overlijdens (vader/moeder, partner, kind, algemeen, zelfdoding, bij ziekte etc.). Maar er zijn zelfs zeer uitgebreide particuliere websites met heel veel gedichten om uit te kiezen of inspiratie uit op te doen. Dat zijn wel vaak wat oppervlakkige en soms wat pathetische verzen maar veel mensen voelen zich daar prettig bij. Ik hou erg van poëzie bij overlijdensberichten die slaat op de persoon die is overleden of die de voorkeur voor een dichter van de overledene weergeeft.
De keuze voor een gedicht van een 16e-17e eeuwse Engelse dichter (Donne) vind ik daarom heel bijzonder. De keuze voor de liedtekst van Bram Vermeulen heb ik vaker gezien. Omdat het een prachtige tekst is van Bram Vermeulen plaats ik de tekst hier helemaal.
.
Testament
.
Als ik dood ga, huil maar niet.
.
ik ben niet echt dood moet je weten
het is maar een lichaam dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij die bent vergeten.
.
En als ik dood ga, treur maar niet
ik ben niet echt weg moet je weten
het is de heimwee die ik achterliet,
dood ben ik pas als jij dat bent vergeten.
.
En als ik dood ga, huil maar niet
ik ben niet echt dood moet je weten
het is het verlangen dat ik achterliet
dood ben ik pas als jij dat bent vergeten
dood ben ik pas als jij me bent vergeten.
.
Dagboeken
Bram Vermeulen
.
In 2019 schreef ik al eens over de bundel ‘Rust!’ uit 2005 van Bram Vermeulen (1946-2004) https://woutervanheiningen.wordpress.com/2019/04/09/waardeloze-beelden/ en ik deelde een gedicht uit deze bundel. Wat ik toen vergat te vermelden is dat alle teksten en gedichten in deze bundel uit de dagboeken van Bram Vermeulen komen. In ‘Rust!’ staan 40 ‘boeken’ of afscheid van een dagboek.
Vanaf dagboek 15 werd het een vaste gewoonte van Vermeulen ieder afzonderlijk boekje af te sluiten met een gedicht. Een persoonlijke traditie, een ritueel. Ongemerkt werd het meer en meer een dwingende gebeurtenis. En ook meteen een onderzoek. Waar schrijf je een dagboek voor? Voor wie? Voor wat? Dat schrijft Shireen Stroker, zijn geliefde en samensteller van de bundel als soort van voorwoord voor het hoofdstuk met de ‘boeken.
Uit deze serie boeken koos ik voor ‘Boek 54’ waarin de bovenstaande vragen aan de orde komen zoals de vraag voor wie schrijf je, waarom schrijf je, wat beoog je ermee, vragen die elke schrijver of dichter zich op enig moment in het schrijvend leven zal hebben gesteld.
.
Boek 54
.
Zie deze dunne poging
het verval te bedwingen.
Het in elk geval te bewaren
voor de herinnering.
.
Lees deze kleine zinnen
waarin het dreigend zinloos
bestreden wordt door schrijven
van steeds opnieuw beginnen.
.
En waar het koude lege
door de regels kiert
schrijf ik het razend vol,
hou ik de waanzin tegen.
.
Zo blijven er woorden staan,
die wellicht nooit gelezen,
mijzelf de troost verlenen
ooit te hebben bestaan.
.











