Site-archief
Kleermaker
Herman Leenders
.
De Vlaamse dichter Herman Leenders werd in 1960 geboren in Brugge. Hij studeerde Germaanse filologie. In 1992 debuteerde hij met de bundel ‘Ogentroost’ waarvoor hij de C. Buddingh’-prijs en de Hugues C. Pernath-prijs won alsmede de Prijs van de Provincie West-Vlaanderen. Ook publiceerde hij een verhalenbundel en twee romans. In 2016 – 2017 werd hij aangesteld als vrije Brugse stadsdichter. In zijn werk behandelt hij vooral de spanning tussen droom en werkelijkheid. Hij doet dat in een directe taal die beeldend en zintuiglijk is. Uit zijn bundel ‘Landlopen’ uit 1995 het gedicht ‘Kleermaker’.
.
Kleermaker
.
Hij meet de afstand tussen mijn kruis en de grond.
Hij legt zijn centimeter om mijn hals als een strop.
Zijn vingers betasten de stof.
.
Ik hou mijn armen stijf uiteen:
een vogelschrik in de binnenkant van kleren.
De naalden prikken door de voering heen.
.
Ik word opgemeten als een partij land.
Zijn vrouw stelt mij te boek.
Hij dicteert haar.
.
-de spelden in zijn mond-
drie rijen getallen
die nooit zullen krimpen bij het wassen.
.
Mooi gesjeesd doodgaan
Luuk Gruwez
.
In de fijne bundel ‘Poëten in het parlement’ bloemlezing 2002 van Vlaanderen & Co, las ik het bijzondere en gevoelige gedicht van Luuk Gruwez zonder titel. Gruwez (1953) is dichter en prozaschrijver. Hij debuteerde in 1973 met de poëziebundel ‘Stofzuigergedichten’. Voor de bundel ‘Een huis om dakloos te zijn’ ontving hij de Guido Gezelleprijs van de stad Brugge. In 2009 ontvangt hij voor het gedicht ‘Moeders’ de Herman de Coninckprijs. Gruwez is ereburger van Deerlijk. Het onderstaande gedicht komt oorspronkelijk uit de bundel ‘Dikke mensen’ uit 1990.
.
Dood, wees nu hoffelijk, want mijn moeder komt.
Zij komt met handtas en haar beste hoed,
gekrenkt tot in haar poederdoos,
arm ding, dat alle glorie verloor.
.
Zij komt een juf gestikt in een mevrouw.
Haar ziel nog in een zakdoek gesnikt,
haar lichaam zo gerantsoeneerd
dat het maar goed was voor een halve eeuw.
.
Dit liefelijk karkas met pruikenbol,
ik kan het domweg niet vergeten.
Hoe zij in alles was gesjeesd,
misschien in doodgaan nog het meest.
.
Poëziebordeel
Vlaanderen
.
Via Facebook (Lies van Gasse) kwam ik terecht bij de website http://www.poeziebordeel.be/.
Wat is Poëziebordeel? Het Poëziebordeel plaatst dichters, of beter gezegd, hun stoute alter ego’s, in het weelderige interieur van een bordeel en presenteert hen als courtisanes van het woord. In privé-lezingen geeft elke dichter van lichte zeden zijn of haar meest intieme delen – woorden – bloot in de schemerzone van gedempt licht, sofa’s en chaises longues. Intussen vermaakt een bohémien volkje van dansers, zangeressen en muzikanten de wachtende klanten. Kortom: performance art in een liederlijk totaalconcept. Poëzie gedrenkt in een wellustige avond.
Drijvende kracht achter Poëziebordeel zijn Ineke van Nieuwenhove, Michaël Vandebril en Carmen de Vos.
Ineke (47) is journaliste en manager van het het Gentse fenomeen Kenji Minogue,een Belgische popgroep die electropop met kitsch, humor en absurde West Vlaamse teksten brengt. De naam Kenji Minogue is een West-Vlaamse woordspeling (“ken jij me nog”), net als de artiestennamen van de twee leden; Fanny Willen (“van niet willen”) en Conny Komen (“kon niet komen”).
Michaël Vandebril (42) is dichter en organisator en leidt sinds 2002 de stedelijke dienst Antwerpen Boekenstad. Hij is stichtend lid van de literaire organisatie VONK en zonen en hij maakt deel uit van de redactie van literair tijdschrift Deus ex Machina.
Carmen de Vos (47) is fotografe. Ze maakt vreemde bedenksels en fotografeert die op oude vervallen film. Ze omhelst de fout, de verkleuring, de onscherpte en houdt ervan om binnen de beperkingen die haar materiaal oplegt, het best mogelijke beeld te creëren.
Het Poëziebordeel heeft geen vaste standplaats maar trekt van evenement naar evenement. Zo was het gezelschap te zien op de poëzienacht te Brugge en op het kasteel in Gent en komt men op 8 en 9 november in Antwerpen.
.
Kalligrafische poëzie
In steen
.
Op de blog van Frank Pollet kwam ik twee foto’s tegen van een liggende steen met daarop gekalligrafeerd een aantal poëzieregels. Deze stenen zijn een kalligrafieproject van Maud Bekaert. De stenen zijn gemaakt door Frank Pollet, ElsVanthournout en Sue Williams (de eerste steen) en Frank Pollet, Heleen de Haas en Carmen Sellinck (de tweede steen).
De regels zijn: ‘Ik wil een nieuwe stad ontwerpen in de aderende kleuren van het hart’ (steen 1) en ‘Ik pas in elkaar’ (steen 2).
.
Tot slot nog een gekalligrafeerde steen uit Brugge ter herinnering aan de heropening van het gerenoveerde Wevershof aldaar.
.





















