Site-archief
Sprookje
T. van Deel
.
Dichter en literatuurcriticus Tom van Deel (1945-2019) publiceerde uitsluitend onder de naam T. van Deel (dus zonder voornaam). In 1967 publiceerde hij onder de pseudoniemen G. en Gerrit Vogel gedichten in Pharetra, studentenblad van de Vrije Universiteit Amsterdam. In 1969 debuteerde hij met de dichtbundel ‘Strafwerk’. In 1987 ontving hij de Jan Campertprijs voor zijn dichtbundel ‘Achter de waterval’. In 1988 verscheen ‘Gedichten, 1969-1986’, een verzameling van zijn gedichten tot dan toe.
Van Deel was een van de oprichters van het literaire tijdschrift De Revisor waar hij tot 1981 redacteur was. Daarnaast was hij van 1969 tot 2008 literair recensent van het dagblad Trouw. In de bundel ‘Gedichten 1969-1986’ zijn alle bundels opgenomen die hij tot 1986 bij Querido uitgaf. Deze vier bundels zijn aangevuld met gedichten uit ‘Klein diorama’ , gedichten die hij schreef bij tekeningen van zijn vriend Chr. van Geel en een ‘Griekse cyclus’.
Uit de bundel koos ik voor het gedicht ‘Sprookje’ dat oorspronkelijk verscheen in ‘Achter de waterval’ uit 1986.
.
Sprookje
.
De prinses nam haar erwt
overal mee naar toe, legde hem
in kussens weg en voelde
hoe hij voelde, raakte gehecht,
zocht hem op en wreef hem glad
en elke avond verstopte zij
haar erwt. Ze kon niet slapen
zonder, maar ook niet met. Het
troostte haar dat zij hem telkens
vond, dat zij zo ongehard bleef in
haar waken. Er was eens niemand
die iets doen kon aan die kwaal.
Ze wilde hem nooit missen.
.
Oorlogscyclus
Elly de Waard
.
Dichter, vertaler, recensent en popcriticus Elly de Waard (1940) debuteerde in 1978 met de bundel ‘Afstand’. Daarvoor, in de jaren ’60 van de vorige eeuw, woonde ze samen met de dichter Chr. van Geel (1917-1974). Na zijn dood begon ze zelf met het schrijven van gedichten. Haar belangrijkste voorbeelden waren Emily Dickinson, Sylvia Plath, Vasalis en Ida Gerhardt.
In 1984 richtte ze de dichtersgroep De Nieuwe Wilden, vernoemd naar ‘Neue Wilde’ een 20e-eeuwse, naoorlogse kunststroming ontstaan in Duitsland omtrent 1980. Het voornaamste doel van deze groep was dat vrouwen zichzelf als dichters gingen erkennen. Na haar debuut publiceerde De Waard nog zo’n 20 dichtbundels waaronder in 2016 de bundel ‘In die tijd’. In die bundel las ik het gedicht ‘Oorlogscyclus’. Een bijzonder gedicht waarover ik me afvraag wat het was dat het moment markeerde tussen de oorlog en het einde van ‘de tijd dat de dichter het goed had’.
.
Oorlogscyclus
.
Mijn droom dat de zee het duin overspoelde
Aan het eind van het Doornvlak
groeide een palm. Zo snel dat, hoewel
zijn stam maar een meter mat
zijn kroon de dertien al ruim overspande
.
Ik ging kijken, één keer
Ik ging weer, hij groeide
Ik nam iemand mee, of die het ook zag
maar kon in de verte
geen palm meer ontdekken
.
Ik had die dag al zoveel gelopen, ik raakte alleen
op een duintop gestrand. de Noordzee kolkte
er om mij heen en brak
met zijn golven
mijn toevluchtsoord af –
.
Ontwortelde bomen boden
een houvast tot ik in het donker
tussen de steunberen van een fly-over
beschutting vond –
.
Ooit werd ik in een oorlog geboren
Aan het eind kleurt de wereld opnieuw in bloed
.
In de tijd daartussen had ik het goed
.
Kleuters
Chr. van Geel
.
Ik kocht de bundel ‘Het zinrijk’ van Chr. van Geel (1917-1974) uit 1971 op een bazaar in mijn wijk en het leuk van deze aankoop is dat voorin de bundel twee recensies uit kranten zitten. De ene uit de Volkskrant van 24 maart 1971 en de ander uit De Tijd van 12 juni 1971. Beide recensies van Kees Fens en Wam de Moor gaan in op de vorm en omvang (en uiteraard ook inhoud) van de gedichten in deze bundel. Ze zijn kort.Het was mij bij het doorbladeren ook al opgevallen. Gedichten van een paar regels zijn eerder gewoon dan uitzondering.
Wat me ook opviel in de bundel is dat van Geel een paar keer op twee tegenoverliggende pagina’s een gedicht plaatst met een zelfde titel. In sommige gevallen zou een samenvoegen van deze korte gedichten met een zelfde onderwerp makkelijk gekund hebben maar van Geel heeft ervoor gekozen dit niet te doen en ze los te presenteren. En toch werkt dat. In de gedichten ‘Kleuter’ bijvoorbeeld. In een langer gedicht zouden deze twee gedichten prima bij elkaar passen, er zouden nog wat zinnen aan toegevoegd kunnen worden om de twee te verbinden. Oordeel zelf over dit dubbel-gedicht van één dichter.
.
Kleuter
.
Op wielen rolt hij rond,
op benen stelt hij voor
een korte broekeman.
.
Kleuter
.
Hij zet zich aan tafel
als achter een stuurrad
vol knoppen en hendels
vol radar en lood.
.
Warmte, een woonplaats
Ellen Warmond
.
In een kringloopwinkel bij mij in de buurt kwam ik maar liefst twee exemplaren tegen van ’25 Gedichten’ nr. 25 van de Boekenkorf, maart 1963. Het betreft hier een magazine van de Bijenkorf, dat blijkens de ‘ten geleide’ in maart 1963 reeds voor de 25ste maal werd gepubliceerd. In dit, wat lijkt een, literair magazine behalve 25 gedichten ook informatie over de Boekenweek 1963, reclame voor De Muze en Europa, een onderdeel ‘Voordeel boeken’ en een onderdeel Boekenweek Boekenlijst met daarin een keuze uit veelal de nieuwste boeken, met als bijschrift dat het kan voorkomen, dat een enkel boek nog niet is verschenen, maar dat het echter wel al besteld kan worden. Een eigen boekenmagazine van de Bijenkorf dus.
In dit 25ste nummer is aan 25 dichters gevraagd hun ‘lievelingsvers’ aan te leveren voor dit magazine. Dat niet alle dichters dit konden blijkt uit een bijschrift: Een aantal dichters (o.a. Chr. van Geel) heeft het uitermate moeilijk gevonden om aan te geven wat hun eigen ‘lievelingsvers’ is. De meeste houden te veel van hun werk in zijn geheel. Bovendien kan zulk een subjectieve oordeelvelling slechts ten dele en dit dan uitsluitend op het moment van hun keuze als waarheid gelden. Desalniettemin werd ‘De keuze der dichters’ aangehouden.
Veel bekende namen met bij elke titel de naam van de dichter en daaronder ‘geboren:’ en dan het geboortejaar. De oudste J.C. Bloem (1887) en de jongste Ellen Warmond (1930). Van de laatstgenoemde staat het gedicht ‘Warmte, een woonplaats’ in deze uitgave, een gedicht uit de gelijknamige bundel die destijds 3 gulden en 90 cent kostte. .
.
Warmte, een woonplaats
.
Liefde en het besef
van liefde daartussen bouwen
mensen een warmende woonplaats
.
en sprekende zeggen ze: liefste
open je ogen nu langzaam en eet
ik heb het licht voor je aangesneden
of: open je ogen niet drink nu het donker
ik heb de nacht voor je omgekocht
.
want liefde en het besef
van liefde daaraan ontsteken
ogen en stemmen hun licht
daarin ontbloeien de lippen
daaruit ontstaat het gedicht.
.
Tijd voor lucht en luim
Gestampte mensjes
.
Na een paar dagen van zware, serieuze gedichten op mijn blog waar alle reden voor was, is het met de zon van vandaag tijd voor wat lucht en luim. De bundel Gestampte mensjes is hiervoor een uitstekend middel. Met de ondertitel Vrolijke gedichten voor jong en oud weet je meteen waar je aan toe bent. Maar vergis je niet, dit zijn niet alleen maar onbekende dichters of louter dichters uit het light verse genre. Ook dichters als Jan Hanlo, K. Schippers, Jean Pierre Rawie, Rutger Kopland en Judith Herzberg zijn vertegenwoordigd.
Om de dag nog wat vrolijker te maken een paar gedichtjes van bekende en minder bekende dichters.
.
Spleen
.
Ik zit me voor het open raam
onnoemlijk te vervelen,
ik wou dat ik twee hondjes was
dan konden we samen spelen
(Godfried Bomans)
.
Schoonmaak
.
Heel voorzichtig
met haar ragebol
veegt de huisvrouw
in de oksel van het plafond
.
giechelend
lacht het gebouw zich in puin
(Karel Soudijn)
.
Voorgoed genezen
.
Ik besloot met de trein naar Tiel te gaan,
alwaar ene Jomanda genezingen verrichtte.
En ziet: op de heenweg zat ik nog,
maar, oh wonder, op de terugweg kon ik staan.
(Jan J. Pieterse)
.
Het was een blijde dag, toen men mij vroeg
of ik de sleutel van de hemelpoort soms droeg.
Maar wat begreep men van mijn stralende humeur?
Het was de sleutel van de achterdeur.
(Olaf J. de Landell)
.
Narigheid
.
Zit je in de narigheid
neem dan een kloek besluit;
trek je wandelschoenen aan,
trek ze dan weer uit.
(Chr. van Geel)
.
Capitaine Mobylette
.
Van zwart haar moet ‘k zo huilen.
Van blond krijg ik het benauwd…
ach! vind je het erg als jij vannacht
je bromfietshelm ophoudt?
(Levi Weemoedt)
.
Gestampte mensjes werd in 1998 uitgegeven door Novella te Amersfoort.








