Site-archief
Zwaan kleef aan
Henny Vrienten
.
Eind jaren zeventig hoorde ik op de radio een Nederlands bandje met het nummer ‘Ik zou het willen doen’. Ik was meteen verkocht en al snel had ik de LP in huis van Doe Maar met de gelijknamige titel ‘Doe Maar’. Doe Maar bestond toen uit Carel Copier, Piet Dekker, Jan Hendriks en Ernst Jansz. Toen het jaar later ‘Skunk’ uit kwam was ik al fan en ook deze LP was al snel in mijn bezit. Piet Dekker had inmiddels plaats gemaakt voor Henny Vrienten. Ik bleef Doe Maar trouw tot aan de LP 4US maar naar concerten ging ik toen al niet meer, die waren overgenomen door hordes gillende jonge meisjes en daar had ik als 20 jarige echt helemaal niets mee, en de rest is geschiedenis.
In de jaren nadat Doe Maar al gestopt was bleef ik Ernst Jansz en Henny Vrienten wel volgen als schrijvers en liedjesmakers. Dat Henny Vrienten (1948-2022) een grote voorliefde had voor poëzie wist ik wel maar toen ik pas geleden de bundel ‘Zwaan kleef aan’ uit 2009 werd ik verrast door wat hij in het voorwoord schreef: “In mijn jeugd was ik onder de indruk van een pater op het seminarie, die hele veldslagen uit het hoofd in dichtvorm kon navertellen, of ‘De overwintering der Hollanders op Nova Zembla’ van Tollens. Het galmde als een kathedraal, maar je voelde de kracht van de poëzie. De echte ontdekking kwam met de bloemlezingen ‘Atonaal‘ van Simon Vinkenoog en ‘Nieuwe griffels schone leien‘ van Paul Rodenko. Die heb ik jaren bij me gedragen. Toen ik eenmaal succes kreeg in de muziek, stak ik mijn geld niet in bontjassen, maîtresses of Porsches maar in een zich gestaag uitbreidende poëziebibliotheek”.
Ook ik werd destijds gegrepen door ‘Nieuwe griffels schone leien’ en ik denk dat dat voor mij ook de basis is geweest van wat ik inmiddels wel mijn poëziebibliotheek kan noemen. In zijn voorwoord gaat hij verder met: “Poëzie lees ik om ontroerd te raken, om uit het evenwicht te worden geslagen, om formuleringen te vinden die ik zelf nooit zou kunnen verwoorden. En ook om inspiratie te vinden. Tegenover mijn belastingadviseur, die het merkwaardig vond dat ik vele poëziebundels per week kocht, heb ik hiervoor ook de term ‘kunstmest’ bedacht: de ene dag lees je mooie dingen, de volgende dag bedenk je zelf opeens iets. Poëzie is een fertilizer. Het is daarom ook eigenlijk merkwaardiger als mensen juist geen poëzie lezen.”
Ik dacht heel lang dat ik een van de weinige mensen was die er zo over dacht. Nu weet ik dat ik in goed gezelschap verkeer met deze mening.
In de bloemlezing ‘Zwaan kleef aan’ die op verzoek van Jaffe Vink van het ter ziele gegane weekblad Opinio werd samengesteld, koos Henny Vrienten telkens voor een gedicht waarbij hij telkens een ander gedicht uitzocht dat daarbij past, door vorm, inhoud, associatie of iets anders. Zijn aanpak doet me heel erg denken aan wat ik probeer te doen in de rubriek Dubbelgedicht. Op deze manier wordt je meegenomen door hem in zijn gedachten en ideeën. Vele dichters passeren de revue, Nederlandse dichters, Vlaamse dichters maar ook dichters van over de verschillende continenten.
Ik heb gekozen voor twee gedichten die bij elkaar geplaats werden van Judith Herzberg (1934) getiteld ‘Meeuwen’ en Rutger Kopland (1934-2012) getiteld ‘Een moeder’. Ik heb het commentaar van Henny Vrienten in dit geval erboven gezet. In de bundel staat dit steeds onder de gedichten. Voor liefhebbers van poëzie is de bundel ‘Zwaan kleef aan’ een pareltje, mocht je er nog aan kunnen komen, kopen zeg ik!
“Even denk je in een rustiek gedicht te zijn beland. Het geluid van meeuwen lokt ons naar de kust. Maar er klopt van alles niet: geen vogel vliegt, pikt of deint op een golf. Alleen trage kranen, ijzerwaren. Ook mooi, maar dat zochten we niet. Ik schrik van die laatste regel. Wie vangt de meeuwen, en wat willen ze ermee doen? Is dit een ver buitenland waar barbaarse gebruiken heersen, of loopt er in Nederland ergens een steile steeg omlaag naar de haven? Of is het een droom? Ach eigenlijk wel goed om op het verkeerde been te worden gezet. Op het eerste of zelfs het tweede gezicht hebben deze twee gedichten niet veel met elkaar te maken. Maar net als Judith Herzberg slaat Rutger Kopland in de laatste regel keihard toe.”
.
Meeuwen
.
Het krijsen van meeuwen wees de weg naar de zee;
een nauwe steeg, steil naar beneden, daar was de haven
maar niets dan boten, trage kranen, ijzerwaren. Geen vogel
vloog of liep te pikken of deinde op een golf.
Toch, het geluid hield aan; het geweld van machines
werd zelfs overstemd door het schreeuwen.
De kranen hevelden lichte. niet helemaal dichter kisten.
Tussen de brede spleten leefde opeens de lading: vlerken
en veren. Zo werden de meeuwen het ruim in gehesen.
.
Een moeder
.
loopt langzaam naar haar kind om
het niet te laten schrikken,
pakt het voorzichtig op om
het niet te beschadigen,
slaat dan keihard.
.
Henny Vrienten
Tussen de regels
.
Afgelopen week overleed bassist, zanger, liedjesschrijver en poëzieliefhebber Henny Vrienten (1948-2022). Jarenlang (nog van voor hun doorbraak met ’32 jaar (sinds een dag of 2)’ was ik al fan van Doe Maar. Pas toen hele volksstammen zich als fan melden haakte ik langzaam af.
In 2019 verscheen de solo-cd van Henny Vrienten, ‘Tussen De Regels’. Het is het derde deel uit een drieluik. De eerste twee delen verschenen in 2014 en 2015. De drie platen uit het drieluik vertellen hun eigen verhaal. Bij de Taalstaat op radio 1 hoorde ik het titelnummer van ‘Tussen de regels’ en wist toen dat ik dit nummer hier in tekst wilde plaatsen, de taalvaardigheid van Henny Vrienten komt hier prachtig in naar voren.
.
Tussen de regels
.
Ik zwijg want alles is gezegd
Ik schrijf het liever op
En stop het in de la van later
En als jij dit later leest
Dan vind je nog het meest
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
Alles is niet wat het lijkt
Dus als je beter kijkt
Zet ik mezelf te kijk
Tussen de regels
Zie je er staat niet wat er staat
Maar dat waar het om gaat
Tussen de regels
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden zie je staan: het is gedaan
En dan denk ik weer aan die allereerste keer
Het eerste hoofdstuk van een triest verhaal
Tussen de regels staat precies wat ik bedoel
Tussen de regels lees je mijn gevoel
Achter de woorden het besluit: dit boek is uit
Later als je dit dan leest
Mis ik je nog het meest
Tussen de regels
.
Mooi
Maarten van Rozendaal
.
Op 2 maart 2022 werd, in het kader van de maand van de Nederlandse pop, het nummer ‘Mooi’ van Maarten van Roozendaal (1962-2013) door collega-muzikanten uitverkozen tot het allermooiste Nederlandstalige liedje ooit geschreven. VPRO’s radioprogramma 3voor12 deed een rondvraag bij vijftig Nederlandstalige muzikanten, die werden gevraagd naar de mooiste nummers in eigen taal. Dat muziek in de eigen taal populair is blijkt volgens 3voor12 uit het feit dat bij de 36 eerdere uitslagen sinds 1985 de top 3 namelijk nog nóóit eerder uit alleen maar Nederlandstalige liedjes bestond. Sterker nog, afgelopen jaar waren 8 van de 9 populairste liedjes Nederlandstalig. Een absoluut record: dit zijn de hoogtijdagen voor (alternatieve) popmuziek in moerstaal volgens de programmamakers.
De werkwijze: ze vroegen 50 van hun favoriete Nederlandstalige muzikanten om twee van hun favoriete liedjes in te sturen. Zo ontstond een longlist van meer dan honderd nummers, waaruit de deelnemende artiesten weer een top 5 konden kiezen. Daaruit destilleerden zij deze uiteindelijke top 50, een viering van de rijke Nederlandstalige muziekgeschiedenis.
In de lijst vallen een paar dingen op; Zowel hele nieuwe liedjes (S10 met ‘Adem je in’) als hele oude liedjes (Rika Jansen met ‘Amsterdam Huilt’ (Waar Het Eens Heeft Gelachen) staan in de lijst, is de Jeugd van tegenwoordig 4 x vertegenwoordigd (met Watskebeurt op nummer 3), Ramses Shaffy 3 x en staan Boudewijn de Groot, Eefje de Visser en Doe Maar allen 2 x in de lijst. Uiteraard hier de tekst van de nummer 1.
.
Mooi
.
Aan hun vers geschoren moeders
En hoe de jonge zwanen
Donzen in de zachte sloot
En hoe de zwoele wind de wolken waait
Tot pasgewassen luchten
Kan iets mooier dan het mooi is
Kan iets groter zijn, dan groot
Haar knoppen staan op barsten
Het nieuwe riet drinkt gulzig water
Uit de smalle vaart
Kan iets frisser dan het fris is
Wulpser dan het wulpste
Ach ik ben goddank dus nog een keer
Een jonge lente waard
Met hun stampers als koralen
Een varen rolt haar blaren
Als een leguanentong
En zie de veulens nou toch wankelen
En de vogels naar hun nesten
Kan iets verser dan het vers is
Kan iets jonger zijn dan jong
Onder de wijde wilgen
De puppies rennen rondjes
Bijtend naar hun eigen staart
Kan iets leuker dan het leuk is
Jeugdiger dan jeugdig
Ach ik ben goddank dus nog een keer
Een jonge lente waard
‘T is om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
En het onkruid onbezonnen
En ik mezelf aftel
Van volwassen naar bejaard
Wordt het groener dan het groen was
Nu ik grijzer dan ik grijs ben
Ach ik ben goddank dus nog een keer
Een jonge lente waard
‘T is om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
De sterren strak laat stralen
En ik buiten op mijn rug lig
Starend naar het firmament
Kan het stiller dan het stil is
Eeuwiger dan eeuwig
Dan ben ik goddank dus nog een keer
Gevangen in ’t moment
Dit is zo mooi
‘T is om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi
Mooi
Om te janken zo mooi







