Site-archief
In de avond
Aleksej Poerin
.
Geboren in Leningrad, ontwikkelde Aleksej Poerin (1955) zich na zijn studie scheikunde als dichter, essayist en literair criticus. Als dichter treedt hij in de voetsporen van Annenski, Mandelstam en Koesjner. Hij oogstte veel lof met de cyclus ‘Eurazië’uit 1995, een lyrische studie van het leven in militaire dienst. Uit ‘Optima’ uit 1997 het gedicht ‘In de avond’ in een vertaling van Hans Boland.
.
In de avond
.
Steek maar een ‘Herzegovina Fleur’ op, drink je cognac
om je op te warmen, kijk naar het zwarte, harige zwerk,
sneeuwhopen achter mica, al bijna tot aan het dak,
allerlei zilvergehaltes, aardewerk van elk merk.
.
Ga je dan naar de slaapzaal, trek je schapenvacht aan,
voel je een beeldje worden, tinkend, het vriest dat het kraakt,
lippen die smaken naar mint, cilinders van adem slaan
tegen de grond stuk, wat een geluid van scherven maakt.
.
In de tv met zijn melkwit scherm een viskom met ijs.
Kleumend en sidderend. Koortsdromen, Zweeds of Noors ge-ijl.
Hier vindt je dus het Walhalla – blauwogige, hitte, gehijs.
De kapitein Gordejtsjik is strontzat. Geen enkel heil.
.
Is het een wonder, zo’n rotzooitje, onder zijn gezag?
Tegen een muur breekt een fles, er wordt iemand opgejaagd.
Opvoeden kan hij ze toch genoeg, de godganse dag?
Is het misschien de monotonie van de drank, die knaagt?
.
Loop dan maar door naar het meer met de kapotte pomp
en de verwarmingsketel, adem de smerige damp;
niemand zal weglopen, in deze vorst, naar de zomp,
voel je gezond als een visje in een drabbige zwamp.
.
.
De cirkelgang van de tijd in een lichaam
Jelena Sjvarts
.
Jelena Sjvarts (1948 – 2010) was een dichteres uit Sint Petersburg die op jonge leeftijd begon met dichten. Haar eerste officiële bundel kon echter pas in 1989 verschijnen. Jelena Sjvarts werd tijdens de periode van de ‘stagnatie’ niet gepubliceerd. Wel was ze bekend in undergroundkringen. Haar gepassioneerde voordrachten waren populair. Ze interesseerde zich voor drama. Ze studeerde theater, muziek en film, en voor haar levensonderhoud vertaalde ze toneelstukken. Sjvarts was een excentrieke, talentvolle dichteres met een flink oeuvre. Haar werken zijn geschreven in dezelfde sfeer als het werk van o.a. Chlebnikov en Koezmin.
.
De cirkelgang van de tijd in een lichaam
.
Dit meisje is door iemand grootgebracht,
in haar ogen kabbelt lichtblauw water,
in haar liezen is het donker, splijt de nacht,
en ook een roze sterre staat er.
.
En in haar hart, hoe laat zou het daar zijn?
Ergens tussen wolf en hond.
Kobalt en schemerig golft het satijn
daar waar een naald het centrum wondt.
.
In haar hoofd begroet een tuin het wonder
van weer een nieuwe dageraad,
maar in haar nek gaat rood de zon al onder
en nacht kruipt in haar ruggengraat.
.
Uit: Optima, 1997 (vertaling Peter Zeeman)
.
Slapende minnaars
Aleksander Leontjev
.
De Russische dichter Aleksander Leontjev (1970) werd geboren in Leningrad, volgde een toneelopleiding en werkte als auteur en regisseur in de provincie. Daarnaast werkte hij o.a. als brievenbesteller, conciërge en bibliothecaris. Woonachtig in Volgograd debuteerde hij in 1993 met zijn eerste gedichten in het Russische literaire magazine Zvesda. In dat zelfde jaar debuteerde hij met zijn eerste poëziebundel ‘Seizoenen’ gevolgd in 1996 met de bundel ‘Cicade’ die in Rusland werd betiteld als “Het grootste poëzie evenement van het jaar”. Zijn oeuvre kent inmiddels honderden, veelal klassiek vorm gegeven gedichten met sterk persoonlijke accenten.
.
Slapende minnaars
.
I
Je slaapt nog niet, zo komt mij voor.
Zolang de doodsadem nog doolt
Langs buitengrenzen van je droom
Waarin je binnenzweeft – je hoofd
Naar onderen, je ziel omhoog –
Kan ik jou zien, maar dring niet door.
.
We dromen niet hetzelfde. Hecht
Verstrengeld, net als in het echt,
In lakens, zijn we in de nacht
niet langer op elkaar gericht.
Het is de vraag of je met recht
Aan iemand toebehoort. Slaap zacht.
.
II
Soms gaan de minnaars eerder heen
Dan dat ze afscheid nemen, heel
Diep dromend, hulpeloos. Toch heeft
De nacht nog hoop dat hij de twee,
Verkleefd, verbinden kan: hij geeft
Traag mee. Alleen is iedereen.
.
Slaap zacht, klinkt het cicadenkoor.
De minnaars slapen, laat ze maar,
Als kinderen, onschuldig door
De slaap en droom vereend, zozeer
Dat ze op aarde nu niet meer
Bestaan, onnodig voor elkaar.
.
Foto: Pieter Vandermeer
Met dank aan http://www.poetryinternationalweb.net/ en Spiegel van de Russische poëzie
Brodsky
Joseph Brodsky ( 1940 – 1996)
.
Van de Russische dichters vandaag de dichter Joseph Brodsky. Brodsky werd geboren in een Joods Russische familie in Leningrad. De familie Brodsky overleefde tijdens de tweede Wereldoorlog het beleg van Leningrad. Joseph werd vernoemd naar de Sovjet dictator Joseph Stalin. Na vele baantjes en zichzelf Engels en Pools te hebben geleerd, schreef Brodsky eind jaren vijftig zijn eerste gedichten. Vanaf 1960 publiceerde hij gedichten en vertaald werk in literaire tijdschriften. Na een schijnproces in 1963 waarin hij van parasitisme werd beschuldigd werd hij veroordeeld tot 5 jaar dwangarbeid. Het proces veroorzaakte veel ophef onder dichters in de Sovjet Unie en in het Westen. Onder andere Jean-Paul Sartre zette zich in voor zijn zaak. Na anderhalf jaar werd hij vrijgelaten en in 1972 werd hij uitgewezen. Hij verhuisde naar de Verenigde Staten waar hij de rest van zijn leven zou wonen.In 1977 kreeg hij het Amerikaans staatsburgerschap en in 1987 de Nobelprijs voor de Literatuur. Na de val van het communisme wilde Brodsky niet terug naar Rusland.
Ballingschap is een centraal thema in Brodsky’s poëzie, naast isolement van de mens in het algemeen. Een ander thema dat telkens terugkeert in zijn werk, is de relatie tussen dichter en maatschappij: Brodsky benadrukt telkens de kracht van de literatuur, die naar zijn mening in staat is het publiek positief te beïnvloeden en de cultuur en de taal waarvan zij deel uitmaakt, in sterke mate te vormen. Hij was van mening dat de westerse literaire traditie deels verantwoordelijk is voor het overwinnen van de grote rampen van de twintigste eeuw, zoals het nazisme, het communisme en de beide wereldoorlogen.
Uit ‘Triton’ uit 1998, in een vertaling van M. Zeeman het gedicht’Ter nagedachtenis aan mijn vader: Australië’
.
Ter nagedachtenis aan mijn vader: Australië
.
Ik droomde dat je nog leefde en geëmigreerd
was naar Australië. Van ver maar doodgemoedereerd
kwam je stem tot mij, mopperend over het klimaat
en het gedoe met je flat, je weet hoe dat gaat,
’t is helaas niet in het centrum, maar wel dicht bij zee,
vier hoog, geen lift, wel een bad, dat valt weer mee,
dikke enkels, ‘En ik ben mijn slippers kwijt’
klonk het zakelijk, om niet te zeggen, zuur.
En ineens gierde de hoor ‘Adelaide! Adelaide!’,
en bulderde, beukte, alsof er tegen de muur
een luik sloeg, van de scharnieren bijna los.
Toch is dit stukken beter dan ingeblikte as,
dan het document waarop een sterfdatum staat-
je echoënde norse stem die praat en praat
en de poging om je voor te doen als spook
.
voor ’t eerst sinds jij bent opgegaan in rook.
.