Site-archief
Meer hoef dan voet
Marjolijn van Heemstra
.
In een tweedehandsboekenwinkel kocht ik een bijzonder bundeltje. Het is ‘meer hoef dan voet’ een bundel die geschreven is door Marjolijn van Heemstra die in 2012 de tweejaarlijkse Jo Peters Poëzieprijs werd toegekend. Deel van deze prijs, naast een geldbedrag, is het in opdracht schrijven van een aantal gedichten die door de Stichting Poëziefestival Landgraaf werd mogelijk gemaakt en bibliofiel werd uitgegeven. Mijn exemplaar is genummerd 83 van 150 en is gesigneerd door Marjolijn van Heemstra.
Wat het voor mij nog leuker maakt is dat in het bundeltje met 9 gedichten een artikel uit het NRC Handelsblad van 2014 zat én een briefwisseling van dezelfde poëziestichting aan een aantal dichters (Wiel Kusters, Frans Budé, Paul Hermans, Hans van Waarsenburg, Kreek Daey Ouwens, Rouke van der Hoek en Carina van der Walt) die gevraagd wordt een bijdrage te leveren aan het afscheid van Emma Crebolder als bestuurslid van deze stichting. De eerste brief is van 26 maart 2014 waarin gevraagd wordt een gedicht aan te leveren en aanwezig te zijn bij het afscheid. Het gedicht zou worden opgenomen in de afscheidsbundel die men zou krijgen, evenals een lunch en de bundel van Marjolijn van Heemstra (waarin ik deze brief vond).
De tweede brief is van 5 dagen later. Daarin wordt de aangeschreven dichters een prominentere rol toegezegd. Blijkbaar waren de reacties niet wat men ervan verwachten. In deze brief wordt gesproken van meerdere gedichten die aangeleverd kunnen worden (3 à 4) en naast de twee dichtbundels wordt ook nog een boekenbon toegezegd. Deze brieven bieden een aardig inzicht in hoe een dergelijk verzoek werkt en waar dichters wel of niet op reageren.
En natuurlijk kun je hier van alles van vinden. Het is natuurlijk heel makkelijk als je over onbeperkte middelen beschikt en dichters een royale vergoeding kan bieden. Veel stichtingen en initiateven beschikken echter niet over dergelijke middelen. Dat zou betekenen dat dit soort mooie initiatieven niet meer plaats zou kunnen vinden. gelukkig zijn er genoeg dichters die zich niet alleen laten leiden door een financiële bijdrage maar zich ook durven te laten leiden door een hart voor de poëzie.
In de bundel ‘meer hoef dan voet’ staan natuurlijk ook fraaie gedichten. Ik koos voor het gedicht ‘De donderdag na de dood’.
.
De donderdag na de dood
.
Het was een zacht verstijven, de laatste adem buiten bezoekuur, je ogen
kalme strepen, handen spijtloos, glad gevouwen, vredig
zou je kunnen zeggen, maar je mond,
zwarte, open tunnel, sloeg een lek.
De raarste dingen stromen weg; een rechterschoen, een kort verhaal, betekenis.
Ik neem een trein naar de wind (die weigert door mijn hoofd te slaan),
op een strand waar de lucht van jou nagloeit.
Ik adem in, ik vraag je terug, wat aanspoelt is plastic en een kleine adelaar
uit het ei in zee geraakt of te snel opgestegen. Glazig, stil. Bij vlagen
licht je op in wat waarschijnlijk kwallen zijn, jij noemde ze herinnering
aan ons begin, rond en leeg, doorzichtig zwervend
van overkant naar overkant.
.
De grom uit de hond halen
Iduna Paalman
.
Iduna Paalman (1991) is een jonge dichter die naast poëzie ook proza en toneelteksten schrijft. In het najaar van 2019 debuteerde ze met de dichtbundel ‘De grom uit de hond halen‘. In de Volkskrant werd ze vervolgens uitgeroepen tot literair talent van het jaar. Haar werk werd onder meer gepubliceerd in De Gids, De Revisor, Het Liegend Konijn, Kluger Hans, NRC Handelsblad en op VPRO.nl. Iduna Paalman was actief bij De Nacht van de Poëzie, Lowlands, Geen Daden Maar Woorden en Dichters in de Prinsentuin.
Ze studeerde Duitse Taal en Cultuur aan de Universiteit van Amsterdam en aan de Humboldt Universität in Berlijn, en voltooide de geschiedenismaster Duitslandstudies. Naast het schrijven werkt ze als presentator en docent.
In haar debuutbundel staat het gedicht ‘De waarheid’.
.
De waarheid
.
De waarheid is: ik ben je zwembroek vergeten
en een pak sap, mijn zakmes ook, ik heb
alleen een handdoek voor mezelf, de waarheid
is: ik sta bij een heel andere plas, bij een heel andere
man, eentje met een hond, eentje die het water zelf heeft uitgegraven
zo met zijn handen door al die lagen, de waarheid is: ik laat me dragen
.
er is een picknickkleed met grasmotief en een schoonmoeder plukt ergens een boeket
schenkt de wijn bij, zegt verder weinig, een gil van een kind dat
voor het eerst te water raakt, mijn leven heb ik daar gelaten
waar het mij onmisbaar heeft gemaakt
.
daar zit je, niets te drinken, zo nat, zo naakt
het brood een onafgeschoten kogel op de grond
geen hond die op ideeën komt.
.
Karper
Ruth Lasters
.
In haar gedichten belicht de dichter Ruth Lasters altijd de plaats van de mens in de wereld. Met scherpte en zorgvuldige detaillering, maar ook met een innemende poëtische compassie roept ze een wereld op waarin wonderlijke gedachten en associaties de overtuiging van wetmatigheden aannemen.
Dit staat in zoveel woorden geschreven in de VPRO Gids bijlage over Poetry International bij Ruth Lasters (1979) , Vlaams dichter en schrijver. Zij publiceerde gedichten in onder meer ‘Lava’, ‘Deus ex Machina’, ‘Revolver’, ‘En er is’, ‘Krakatau’, ‘NRC Handelsblad’, ‘Het Liegend Konijn’ en in de bloemlezing ’21 dichters voor de 21ste eeuw’. De redactie van het literair tijdschrift De Brakke Hond selecteerde in 2003 werk van de schrijfster voor de bundel ‘Mooie jonge honden’. In 2015 won een gedicht van haar hand de Turing poëzieprijs.
Uit ‘Lichtmeters’ waar ze de Herman de Coninckprijs 2016 voor won het gedicht ‘Karper’.
.
Karper
Dat niemand ooit de hele vorming van een ijsvlakte zag,
echt elke tel van hoe een vijver tot betreedbaarheid
stolt. Allicht is daar geen enkele totaalgetuige van, nu en
vroeger niet. Dat zekere raakpunt met
mensen uit eerdere tijden maakt hen plots nabij, alsof ze door
de troebele ijsspiegel naar mij kijken. Vooral in het midden
bij de vastgevroren karper in het wak als een tijdgat, waardoor zij
wel de troost lijken te seinen dat zij uitgerekend nu
met ongeveer evenveel ontbreken, aan de andere zijde zijn als wij
zenuwcellen hebben, als zit er in ons hoofd
van elk van wie hier is geweest
de felste sprankel.
.
Met dank aan Wikipedia
Rien Vroegindeweij
Liefdesgedicht
.
In 2015 was hij nog jurylid van de Ongehoord! Poëziewedstrijd (ook in 2016 is er weer een wedstrijd, nog inzenden tot en met 31 mei 2016: https://stichtingongehoord.com/2016/03/03/ongehoord-gedichtenwedstrijd-2016/) en in oktober stond ik nog samen met hem bij dichtsalon ’t Kapelletje, maar Rien Vroegindeweij is toch vooral bekend als dichter.
Rien Vroegindeweij (1944) is dichter en (toneel)schrijver uit Rotterdam (geboren Middelharnis). Hij beschreef de stad en haar culturele leven in de dagbladen Het Vrije Volk, het Rotterdams Dagblad, NRC Handelsblad en vele tijdschriften. In 2006 ontving hij van de stad Rotterdam de Erasmusspeld en in 2007 won hij de Anna Blaman Prijs.
Vroegindeweij schreef naast 10 poëziebundels proza, toneelstukken, een film en hij stelde verschillende bundels samen. Uit zijn bundel ‘Een vliegtuig van beton’ uit 1973 het liefdesgedicht ‘Herinnering’.
.
Herinnering
.
Jij was bij een oefening van het Rode Kruis
Gewonde en ik zag je eerste hulpeloze blikken
Bracht ik jou of mezelf toen aan het schrikken
Want we waren jong en mooi en ontzettend kuis
.
Ik droeg je in mijn armen. Dichtbij het huis
Voelde ik toen je kleine borsten, warm en teder
In het veld legde ik je zachtjes neder
Op een bed van bladeren en opende je kruis
.
Het was voor ons beiden de eerste keer
’t Ging een beetje moeilijk en zonder genot
Sterren zag ik, heel laag bij de grond
.
Vogels vlogen over. De oefening was meer
Dan een oefening. ’t Was een komplot
Er vloeide bloed en jij was echt gewond
.











