Site-archief

Laatste dag

Charles Bukowski

.

Ook in de vakantie mag een gedicht van de Amerikaanse dichter Charles Bukowski (1920-1994) natuurlijk niet ontbreken. Uit de bundel ‘Burning in Water, Drowning in Flame: Selected Poems 1955-1973’ uit 1996 het gedicht ‘the trash men’.

Dit was de laatste dag van mijn vakantie. Ik wil Marianne heel hartelijk bedanken voor haar inspirerende gastblogs van de afgelopen week. Ik denk zeker voor herhaling vatbaar.

 

the trash men

.

here they come
these guys
grey truck
radio playing
they are in a hurry
it’s quite exciting:
shirt open
bellies hanging out
they run out the trash bins
roll them out to the fork lift
and then the truck grinds it upward
with far too much sound . . .
they had to fill out application forms
to get these jobs
they are paying for homes and
drive late model cars
they get drunk on Saturday night
now in the Los Angeles sunshine
they run back and forth with their trash bins
all that trash goes somewhere
and they shout to each other
then they are all up in the truck
driving west toward the sea
none of them know
that I am alive
REX DISPOSAL CO.
.
.

Sholez Rezazadeh

Gedondernis in oorverdovende veelvouden

Alles begint met een verlangen, dat ondervond ook Arita Baaijens, ontdekkingsreiziger en bioloog. In gesprek met Lex Bohlmeijer voor de Correspondent vertelt Arita over haar behoefte om te verdwijnen in een landschap dat zo veel groter is dan wijzelf. Het gaat over de aantrekkingskracht van de woestijn en de kanteling van perspectief die contact met andere volkeren geeft. Ze moest “een nieuwe taal leren spreken”, woorden vinden voor ervaringen die te groot zijn om te beschrijven. En daar komt de poëzie om de hoek kijken. Ze komt in contact met Tivon Rice, die een taalmodel had gekoppeld aan gezichtsherkenning. Ze gaf een foto van een landschap en dan kwamen er commentaren van een filosoof, een wetenschapper en een dichter, drie zienswijzen op hetzelfde landschap. De wetenschapper en de filosoof, daar kon ze weinig mee, maar de dichter, “die begreep ik volkomen.”

Het zet haar aan tot het trainen van een algoritme dat kan spreken namens de zee, AI-Zee. Met door elkaar gehusselde zinnen, woordvondsten die de taal ‘herwilderen’ om de natuur erin te laten doorklinken. De zee spreekt: “Nattigheid en pulserend leven. Gedondernis in oorverdovende veelvouden. Verhef je stem voor de Atlantische steur (…). Het is Nederlands, maar er zit iets ondeugends in.”

Met dit taalalgoritme laat ze schrijvers experimenteren. Een van hen is Sholeh Rezazadeh. Hieronder haar gedicht, geïnspireerd door Al-Zee:

.

Zeewaarheden

.

Gedurende een storm in de koude winternacht
een lijn van verlangen onder de lange golven
golven die vertrekken, golven die blijven, golven die gillen, golven die zwijgen
met een koffer vol de zeedroom
als de hoofd van een waterdruppel
licht
met een brandende kaars daarin
als de zon op de top van een berg
reizend
naar een zon geveild in de ochtendtijden
naar het samenstralen
‘neem ruim’ zei de zee
haar natte armen wijd open
als het leven voorbij is
heb je dan onze oude zwijgen
onze zelfdruppel met mysterieuze zeewaarheden
die in het kloppende hart van elke golf
klopt
tegen de borst van de strandrotsen.

Goede Gesprekken

Het gedicht is onderdeel van de serie Taal voor de toekomst in De Groene Amsterdammer https://www.groene.nl/lijsten/taal-voor-de-toekomst

Dit is het achtste gastblog van Marianne.
.

Dag 13

Federico Garciá Lorca

.
In De Tweede Ronde, jaargang 1 uit 1980, zijn een aantal gedichten opgenomen van de Spaanse dichter Federico Garciá Lorca (1898-1936). De gedichten werden vertaald door Dolf Verspoor. Het gedicht ‘Qasida van de liggende vrouw’ lees je hieronder. Qasida is een oud Arabisch woord en een vorm van poëzie , vaak vertaald als ode . De qasida ontstond in de pre-islamitische Arabische poëzie en ging over naar niet-Arabische culturen na de Arabische moslimexpansie.

Qasida van de liggende vrouw

.

Je naakt zien is weer denken aan de aarde.
De aarde glad, van zijn paarden ontdaan.
Zonder een oeverriet, gave gestalte,
dicht voor het komende: zilver de grens.
.
Je naakt zien is de siddering begrijpen
van regen zoekend naar een tere loot,
de koorts der zee met het eindeloos voorhoofd
die nooit de glans zal vinden van zijn wang.
.
Het bloed zal daveren door de alkoven,
stormenderhand met fel fonkelend zwaard –
maar waar een hart van padde ligt verscholen
of het viooltje, zul je nooit verstaan.
.
Je buik is één verwoed gevecht van wortels,
je lippen onomlijnde dageraad.
Onder de lauwe rozen van je slaapstee
wachten de doden kreunend op hun beurt.
.
.

Ode aan het brood

Een tuin vol brood en poëzie

.

De ochtend strekt zich voor me uit als een onbeschreven bladzijde, er hangt lente in de lucht! Ik heb m’n plannen afgezegd en een stapel boeken opzij gelegd, ruim baan voor de zon en het woekerend gras.

Ik verkies om niets te doen. Terwijl een querulerende mussenbende hun territoriumdriften botviert op de dorre beukenhaag waar weldra olla vogala hun nestas zullen bouwen, duik ik met m’n neus in de poëzie. Al snel komen er twee jongens hongerig naar beneden voor een boterham. Zo zitten we samen in de tuin, met brood en poëzie.

Er was een tijd dat ik graag de tango hoorde, in het bijzonder de uitvoeringen die Gotan Project daarvan maakte, Argentijnse tango van Astor Piazolla gemixt met samples, ingetogen beats, jazzy elementen en sferen uit de achterstraten van Buenos Aires en Parijs. Luisterend naar het nummer Diferente, uit 2006, hoorde ik de regels

.

En el mundo habrá un lugar

Para cada despertar

Un jardín de pan y de poesía

.

Een tuin van brood en poëzie. Werkelijk? Of had ik het verkeerd begrepen? Dit gegeven was genoeg om op surftocht te gaan. Het bracht me bij vertalingen, dichters en filosofen, bij een podcast en bij pan & poesía, een culinair-cultureel festival dat plaatsvond in Spanje in 2022 waar dichters en broodbakkers. Pablo Neruda bracht een ode aan het brood: Oda al Pan. Het blijkt toch niet zo’n gekke combinatie. Het graan en de taal staan voor ambachten die zo oud zijn als de mensheid: het zaaien-oogsten-kneden en bakken van brood, en het proces van poëtische creatie. Brood en poëzie zijn er om te delen.

Voor de liefhebber hieronder de Spaanse songtekst (te mooi om te vertalen) en een linkje naar de muziek.

.

un jardin de pan y de poesia

,

En el mundo habrá un lugar

para cada despertar

un jardín de pan y de poesía

Porque puestos a soñar

fácil es imaginar

esta humanidad en harmonía

Vibra mi mente al pensar

en la posibilidad

de encontrar un rumbo diferente

Para abrir de par en par

los cuadernos del amor

del gauchaje y de toda la gente

Qué bueno che , qué lindo es

reírnos como hermanos

Porqué esperar para cambiar

de murga y de compás.

.

 – “Diferente” Gotan Project

.

Dit is het zevende gastblog van Marianne Hermans

.

Peter Verhelst

Uren waren we aan het klimmen

Verdwalen kan niet meer? Dat zou je denken, met de digitale voelsprieten en voetstapregistraties, de wifistralen die we als moderne rooksignalen uitzenden overal waar we zijn, maar: het ís nog mogelijk. Nu doe ik daar liever niet aan want al ben ik nergens, in mijn verbeelding ben ik overal. Ik dwaal het liefst door boeken, flarden en pamfletten van geliefde en onbekende schrijvers die me vergezellen op reis door de twilight zone vlak voordat het licht uitgaat. In de omgevallen stapel boeken die door het huis slingerend het pad markeren dat ik als een Klein Duimpje afleg door de literatuur, bevinden zich prachtige poëtische zinnen.

Die wil ik bij me houden, als fijne reisgenoten: ‘De ochtendzon op de bosaardbeien, als vloeibare honing.’ (uit: Lichamen). Of deze ‘Ik bleef maar stappen, omdat ik mijn gedachten voor wilde zijn.’ (uit: Tongkat). Het zijn zinnen van de veelbekroonde Vlaamse schrijver en dichter Peter Verhelst die vorig jaar De Grote Poëzieprijs in ontvangst mocht nemen voor zijn bundel Zabriskie. “… het prachtige slotstuk van een fascinerende reis in drie delen. Dit is een gloedvolle, bezwerende bundel die uitnodigt tot reflectie en die de taal viert, met dromen, visioenen, gezangen en rituelen (…) Een bundel om steeds weer naar terug te keren. Opnieuw en opnieuw en opnieuw.” aldus de jury. Als een verdwalen in een maanlandschap dat stap na stap méér op zichzelf begint te lijken.

Voor de liefhebbers van deze veelzijdige kunstenaar serveer ik hier een gedicht uit de bundel ‘Zing, zing’ uit 2016

.

Uren waren we aan het klimmen

.

Je vingertoppen op je gezicht en daarna in je ooghoeken
om het vel vaster aan te drukken,
.
is dat jouw manier van denken?
Wat een prachtige, stille plek.
.
Hoe moet het verder, denk je. In de vallei klopt ochtendmist
zich boven de rivier op. Verlangen
.
in iets te verdwijnen
wat er altijd zal zijn.
.
Het gras is hier zo anders.
Hoe moet het verder met ons? fluister je.
.
Bloemen met verglaasde kelken.
Ik ga met gespreide armen op sterrenmos liggen.
.
Hoe zou jij dat noemen, verlangen naar iets moois?
Je schudt je hoofd. Naar iets wat er altijd zal zijn, fluister je.
droom je weg, je pink streelt je mond en ergens
.
moeten nu verdrietige vormen ontstaan
van glimlach, magnolia, halsbandparkiet. Onverwoestbaar
.
vanzelfsprekend en onzinnig tegelijk
lijkt de vallei van hierboven.

.

Dit was het zesde gastblog van Marianne Hermans.

Jan Lauwereyns

Neem een bad. In het bos.

.

In 1982 werd in Japan het nationaal gezondheidsprogramma voor bosbaden geïntroduceerd, vanwege de vele bewezen gezondheidsvoordelen van het bos in een drukke, lawaaiige wereld. Niet verwonderlijk dat dit is ‘uitgevonden’ in Japan, een van de bosrijkste landen, maar ook met de drukste steden ter wereld. Denk aan Shibuya Crossing, het drukste voetgangerskruispunt in Tokyo met de metershoge lichtreclames op de gebouwen, denk aan de volle metro’s, de vele toeristen en het verschijnsel dat mensen zichzelf letterlijk doodwerken in Japan en je begrijpt: het contrast kan haast niet groter.

Volgens het boek van Dr. Li. ‘Shinrin-yoku – de kunst en wetenschap van het bosbaden’ gaat bosbaden om het openstellen van al je zintuigen voor de natuur. Het boek staat vol poëtische frasen, zoals van de toneelschrijver Zeami Motokiyo die yugen, ofwel gevoelens die te diep zijn voor woorden, omschrijft als ‘de subtiele schaduwen van bamboe op bamboe’, het gevoel dat je krijgt als je ‘de zon ziet ondergaan achter een met bloemen overdekte heuvel’ of ‘als je in een groot bos dwaalt zonder aan terugkeren te denken’.

 

Om dicht bij het bos en Japan te blijven, wil ik vandaag een tanka plaatsen van Jan Lauwereyns over een pijnboom. De tanka is een traditionele Japanse versvorm (voorloper van de bij ons bekendere haiku), bestaande uit 5-7-5-7-7 lettergrepen, waarin liefde, relaties of gevoel vaak samenvalt met een natuurverschijnsel.

 

Jan Lauwereyns is neurowetenschapper aan de universiteit van Kyushu en schreef behalve veel gedichten ook romans en essays. Onlangs verscheen de verzamelbundel ‘Leer van de orchidee – een keuze uit het werk 1991 -2024’ (lees ook de recensie door Kamiel Choi op de website van Meander of luister naar de podcast Beeldspraak van het Poëziecentrum Vlaanderen). Een dikke bundel waarin behalve korte Japanse tanka’s sonnetten, prozagedichten en ander werk zijn opgenomen. Hieronder een van de vier tanka’s van Jan Lauwereyns die eerder verschenen is in MUGzine 19.

.

Pijnboomschaamhaar

.

verander je ook

maar een beetje hoe je staat

krijg je iets gloednieuws

.

zeggen de pijnboomnaalden

aan het begin van alles

.

Dit is het vijfde gastblog van Marianne.

.

Als een slak de berg Fuji

Een reis in 8 Haiku

.

Een slak aanmoedigen om de berg Fuji te beklimmen, maar: langzaam, langzaam! Dat kan alleen in een Japanse haiku. Een haiku is méér dan een gedicht van 5 – 7 – 5 lettergrepen. De natuur, de seizoenen, de waarneming van de omgeving, met een twist of onverwachte wending. Een sterke haiku gaat over de grote vragen in het leven maar ook om het detail. “De haiku is een vingerhoed vol emotie, waarin de natuur een centrale plaats inneemt” las ik ergens.

.

De verhalenvertellers van het online reismagazine WideOyster selecteerden voor hun ‘travel poetry film’ acht van deze miniscule lofzangen om te verfilmen in Tokyo, Kyoto en de natuur ertussenin: https://magazine.wideoyster.com/ode-aan-de-reis-japan/. In eerdere edities zijn verfilmingen van gedichten over New York, Brazilië & Australië te vinden.

.

Matsuo Bashō

蝶の飛ぶばかり野中の日影哉

 

Vlinders
fladderen alleen
in een veld van zonlicht

Yosa Buson

夏河を 越すうれしさよ 手に草履

 

Een zomer rivier wordt overgestoken
hoe aangenaam
met sandalen in mijn handen!

Matsuo Bashō

雲霧の暫時百景を尽しけり

 

In wolken en mist
worden in een oogwenk
honderd scènes tot vervulling gebracht

Kobayashi Issa

蝸牛 そろそろ登れ 富士の山

 

O slak
beklim de berg Fuji
maar langzaam, langzaam!

Natsume Sōseki

錦画や壁に寂びたる江戸の春

 

Wanneer de lamp gedoofd is
Komen de koele sterren binnen
Door het raamkozijn.

Matsuo Bashō

君火を焚けよきもの見せん雪まるげ

 

Als jij het vuur ontsteekt
zal ik je iets moois laten zien
een grote sneeuwbal

Yosa Buson

目に遠くおぼゆる藤の色香かな

 

In het maanlicht
Lijkt de kleur en geur van de blauweregen
Ver weg.

Matsuo Bashō

夏草や兵どもが夢の跡

 

Zomergras,
Is het enige dat overblijft
Van de dromen van krijgers

.

Dit is de derde gastblog van Marianne

.

Dag 12

Ingmar Heytze

.

In Nederland is het nog altijd winter. Dus een gedicht over erwtensoep is wel op zijn plaats. Uit de bundel ‘Het ging over rozen’ uit 2002 van Ingmar Heytze (1970) getiteld ‘Erwtensoep’.

.

Erwtensoep

.

Mijn moeder die je verder met geen stok het ijs op kreeg
kookte in het schaatsseizoen enorme pannen erwtensoep
en deelde deze uit vanaf de steiger voor ons zomerhuisje

de soep genoot een faam tot ver achter de dijken
men reed er graag een plas voor om of kluunde zich de bramen
een enkeling trotseerde een nat pak onder de brug

slechts éénmaal is zij ingegaan op een verzoek om het recept
een vage kennis wou het sturen naar zijn zuster in Amerika

in de lente kregen we een kaart: we really enjoy your erwtensoep,
we nemen elke dag een stukje bij de koffie

.

Dag 11

Jean Pierre Rawie

.

Vandaag uit de bundel ‘Handschrift’ uit 2017 van Jean Pierre Rawie (1951) het gedicht ‘Zo’n dag’.

.

Zo’n dag

.

Aan wie ik ook maar dacht vandaag was dood,
terwijl de landerijen en de steden
gestaag langs het beslagen treinraam gleden
en het om beurten miezerde en goot.

Al menig lief is langer overleden
dan dat ze mij verdriet of vreugde bood.
Ik reis alleen en mis mijn reisgenoot,
met wie ik elke windstreek heb doorsneden.

Zo’n dag. Ik deed het niet met opzet, maar
ik zag zelfs het gezicht van vaag bekenden,
wier naam mij bij hun leven reeds ontschoot.

Ik zag mijn vader in elk handgebaar.
Het regende. Waar ik mij keerde of wendde,
aan wie ik ook maar dacht vandaag was dood.

 

.

Dag 10

Ruth van Rossum

.

Dag 10 en vandaag een dichter die ik nog niet kende, Ruth van Rossum (1960). Zij bracht haar eerste levensjaren door in Japan. In 2006 verscheen haar debuutbundel ‘Eilandranden’. Ze treedt op met haar gedichten en is dichter voor De Eenzame Uitvaarten in Den Haag. In 2012 verscheen haar bundel ‘Sakasegawa’ en daaruit nam ik het gedicht ‘Welke wierde

.

Welke wierde

.

Ik was met twee mannen op de wierde.

De een zong: als je hier ligt in dit gras

weet je hoe de aarde smaakt. Je hoort

om ons heen de bomen onophoudelijk

bewegen in de wind. De luchten zijn

nooit hetzelfde maar altijd ver en leeg.

Ook de ander zong. Kijk rond, er is zo

veel voor ons, we kunnen overal naar

toe. Er zijn lauwe avonden die je kunt

voelen aan je huid, er zijn nachten van

luisteren naar wild groeien. met beiden

sliep ik. De een vertrok, de ander bleef.

.